DatumPlaats
Geschreven4 februari 1672Amerongen
Ontvangen23 februari 1672
Lees hier de originele brief

Vandaag schrijft schoondochter Philippota een brief aan haar schoonvader Godard Adriaan. Hij zit in het archief tussen de brieven van Margaretha, dus we nemen hem gewoon mee. Philippota is op dit moment bij Margaretha in Amerongen. Het belangrijkste onderwerp in de brief van Philippota: haar zwangerschap.

In een brief van 24 oktober schrijft Margaretha al over Philippota’s zwangerschap. Volgens haar berekeningen zal Philippota in februari of maart bevallen. Het moment komt steeds dichter bij.

Philippota en Godard van Ginkel hebben in 1672 al drie kinderen, Margaretha (1667, ook wel Tietge genoemd), Frederik Christiaan (1668, de kleine Fritsge) en Anna Ursula (1669, ook wel Antge) en nu volgt nummer vier. Een bevalling is een riskante zaak: de hulp van schoonmoeder Margaretha zal dus nodig zijn. Philippota is daarom vanuit Kasteel Middachten naar Amerongen gekomen, waar ze nu al een tijd verblijft. Philippota denkt zelf namelijk dat de bevalling ieder moment kan komen.

Middachten, Amerongen, Den Haag

Op 22 december wil Margaretha al dat Philippota bij haar in Amerongen komt, voor het reizen te ingewikkeld wordt door het winterse weer. Ze noemt Philippota’s aanwezigheid voor het eerst in haar brief naar Godard Adriaan op 25 januari.

de vrou van ginckel gaet noch al
en ben met haer in geen kleijne bekomerin door
aldeese tijdine, was gereesolveert1resolveren: voornemen deese weeck
noch met haer naer den hach te gaen, maer
dewijlle het nu heel aent doeije2dooien is, ben half van
reesoluijsi3resolutie, beslissing het noch met haer hier te blijfve om
de koste en moeijlijckheijt vande reijs vermidts de
vaerte over al toe sijn, te ontgaen, hoope wij
haer kraem4bevalling noch hier sulle konne wt houde

Margaretha naar Godard Adriaan

Naar Den Haag met een zwangere vrouw is sowieso al niet aan te raden maar nu de extreme vrieskou voorbij is en de wegen zijn gaan dooien zijn de wegen nog eens extra onbegaanbaar. De dames blijven dus in Amerongen.

In de brief van 29 januari is Philippota nog steeds niet bevallen en zijn ze nog steeds in Amerongen. Op 1 februari is er nog steeds geen nieuws. Als Philippota bevallen was op de datum die ze zelf had berekend was ze nu ook al uit de kraam geweest, zo schrijft Margaretha aan haar man. In oktober had Margaretha al ingeschat dat Philippota in februari of maart zou gaan bevallen. Nu geeft ze aan dat het gewoon afwachten is: “wij moetent vande hant des heere verwachten in wiens heijlige bescherminge uhEd beveelle en blijfve”

Als het een zoon is…

Uit Philippots’s brief blijkt dat ze zelf niet verwacht had dat haar zwangerschap zo lang zou duren.

[orlog gemack wort,] ick hadde nit gedacht
mijn kram soo lange sol an gelopen hebben
docht hope dat goedt5God mijn hast een geluckege en vorspoudige verlossin velenen sal
en dat het een soon mag wesen dij wij met
premicij6permissie van uHEg deself naem7van u Hoog Edel geborne zijn naam seullen
gefen het welcke hope uHEg angenam
wesen sal [en goedt den heer ons de genade]

philippota naar Godard Adriaan

Ook zegt ze dat het kindje naar Godard Adriaan vernoemd gaat worden als het een zoon is. Margaretha is van plan om zodra Philippota uit het kraambed is te vertrekken naar Den Haag.

Lees de originele brieven hier: 25 januari, 4 februari (Het Utrechts Archief)