Datum | Plaats | |
Geschreven | 8 december 1672 | Den Haag |
Ontvangen | ||
Lees hier de originele brief |
De ordinantie is nog steeds niet binnen. Margaretha vraagt zich af wat de intenties van raadpensionaris Fagel zijn. Waarom houdt hij haar zo lang op en vertelt hij niet waar het aan schort? Het enige wat de raadpensionaris haar verzekert, is dat hij snel zal betalen…
met de laeste post heb ick uhEd Een meemoorije1Memorie: financieel overzicht vant
geene ick seedert deselfs vertreckt heb ontfange
en wtgegeegve, de bekende ordinansie 2verordening heb ick noch
niet kan niet dencke wat den heere r pensionaris 3Raadpensionaris Gaspar Fagel
intensie is dat hij mij so van dach tot dach op hout
sonder te segge waert aen hapert maer verseeckt kert gestadich dat hij mij die sal bestelle [, de]
Geld voor Van Ginkel
Maar er zijn nog meer geldzorgen. Margaretha’s zoon heeft moeite geld voor zijn compagnie of regiment te ontvangen; de betaling loopt inmiddels drie maanden achter! Maar Van Ginkels mannen zijn niet de enigen die klagen; de hele militie wordt slecht betaald. Margaretha hoopt dat het snel zal verbeteren. In ieder geval moet eerst orde op zaken worden gesteld. In Den Haag was men al bezig om de financiën – die volgens Margaretha onder Johan de Witt ‘in het verloop waren geraakt’ – in orde te brengen.
[kert gestadich dat hij mij die sal bestelle,]
de heer van ginckel kan ock geen betaelin voor
sijn kompangi of reesgement krijge is bij de
drije maende ten achtere, de ruijters konne
niet wachte so dat hij int verschot moet sijn
doch hij ist niet alleen de heelle meeliesie klaecht
seer van quade betaeline, wij moete hoope dat
Eens beetere sal men heere van hollant sij bee
=sich om ordere op haere finansie die bij den
oude r p de wit4Raadspensionaris Johan de Witt teenemael int verloop is ge
raeckt te stelle, so geseijt wort ist op Een
goede voet, [maer aldewerlt klaecht seer over]
De wapenen neerleggen, of opnemen?
Van het leger van de Prins van Oranje heeft Margaretha sinds haar laatste brief niets meer gehoord. Hij schijnt zich met zijn leger ergens rond de Roer op te houden. Ook van de vloot is er geen nieuws. Wel zijn de Zweedse ambassadeurs inmiddels gearriveerd. Zit er dan toch een vredesverdrag aan te komen? Margaretha heeft vernomen dat de ambassadeurs een wapenstilstand zullen gaan voorstellen. Maar is dat wel zo’n goed idee? ‘De wijste lieden oordelen dat wij de vrede met de wapenen in de hand behoorden te maken’, aldus Margaretha. Vechten tot de laatste man, geen wapenstilstand!
Een goede vreede
wwas ons wel nodich maer
de wijste liede oordeelle dat wij de vreede
met de wapenen inde hant behoorde te maecke
en geen stilstant van wapenen hoore toe
te staen[, men seijt tot wttrechten die proo]
De komst van de Zweedse ambassadeurs staat ook in de Oprechte Haarlemse Courant van 10 december. De heren extra-ordinaris Zweedse ambassadeurs worden vanuit Rotterdam verwacht in Den Haag. Of ze echt een publieke intrede zullen doen, weet men nog niet. Men zegt dat ze zullen logeren in het huis waar de Franse ambassadeur gewoond heeft.
Een brief van de koning
In Utrecht zijn brieven van de Franse koning verschenen. De koning eist niet alleen dat de opgelegde som geld tot op de laatste stuiver wordt betaald, maar dwingt de Utrechtenaren ook nog eens 1600 bedden te regelen.
[te staen,] men seijt tot wttrecht en die proo
=vinsie brijefve vande koninck van vranckijk
sijn gekoome met last dat sij daer de ge=
=Eijste som tot Een stuijver toe soude doen
betaelle, daeren boove Eijschen sij noch
1600 bedde daer van 300 inde buerkerck
tot behoef vande siecke soude geleijt worde
Turenne, Condé en de keurvorst
Margaretha verlangt zeer naar de brieven uit Duitsland en Maastricht. Ze is niet de enige. Iedereen wil weten of het leger van de keurvorst van Brandenburg de Rijn al is gepasseerd. Waarom is het Brandenburgse leger nog niet slaags geraakt met de Franse troepen? Er gaat geruchten rond. Margaretha gaat niet in op de inhoud van de geruchten, maar het heeft er alle schijn van dat veel onderdanen geen hoge pet meer op hebben van de keurvorst. ‘Men kan alle mensen de mond niet stoppen’, schrijft Margaretha. Wat kan de kwalijk sprekers het ongelijk bewijzen? De Brandenburgse generaal-majoor Wolfgang Ernst von Eller zu Laubach is in elk geval goed bezig: hij heeft in Münster veel buit gemaakt. ‘Altijd een goed teken’, vindt Margaretha. Ze hoopt dat de keurvorst hetzelfde zal doen en dat dit de kwaadsprekers de mond zal snoeren.
[duijster te leesen,] en men kan alle mense
de mont niet stoppe, dat den heere Eller 5Wolfgang Ernst von Eller zu Laubach
int sticht Munster so ageert en sulcken buijt
maeckt is, altijt Een goet teijcken hoope
de keurvorst hetvermet sijn volck ver=
volchge sal en daer door de qualijck
spreeckers den mont stoppe, [onse tietge]
Het thuisfront
Tietge is weer helemaal beter. Met Fritsje valt het gelukkig ook allemaal mee. In haar brief van 5 december schreef Margaretha nog dat het jongetje de pokken leek te hebben. Gelukkig blijkt hij niet besmet te zijn; het was slecht een maagkoorts (waarschijnlijk een buikgriepje).
Wederom krabbelt Margaretha iets op het papier als ze haar brief al heeft afgesloten. Dit keer geen oorlogsnieuws, maar nieuws over de stad die ze nog niet zo lang geleden verlaten heeft: in Amsterdam is een stuk van de stadswal omvergevallen. Gelukkig zijn de reparatiewerkzaamheden al in volle gang.
te Amsterdam
is Een stuck vande
stats wal om
veerge valle het
welcke weer opgemaeckt wort