Brieven uit de 17e eeuw lezen niet net als brieven van nu en al helemaal niet als emailtjes. Het handschrift, het taalgebruik en de spelling zijn allemaal dingen waar je als 21e eeuwer aan moet wennen.
Het handschrift
Met een beetje oefenen is Margaretha’s handschrift eigenlijk heel goed leesbaar. In de blogs hebben we plaatjes van het originele handschrift opgenomen en die gecombineerd met de letterlijke transcriptie van die brief. Zo krijg je een beetje gevoel voor haar letters. Een s is bijvoorbeeld echt wel anders dan onze s. Een u is te herkennen aan het lusje wat er boven staat en een uu schrijft Margaretha als w. Zij komt bijvoorbeeld vaak in wttrecht. Ook is een ij vaak gewoon een i en natuurlijk ae voor gewoon een aa. Daarnaast gebruikt ze nauwelijks interpunctie en geen hoofdletters. In de transcripties hebben we een komma opgenomen als ze zelf een schuin streepje gebruikt. Dan gaat ze meestal naar een nieuw onderwerp.
Het Utrechts Archief, dat de originele brieven van Margaretha bewaart en beheert, heeft er voor gezorgd dat de brieven makkelijker leesbaar zijn. In 2019 hebben vrijwilligers een AI (Artificial Intelligence) programma, Transcribus, getraind om de scans van Margaretha’s brieven te lezen. Als je op de site van het Utrechts Archief de scans van de brieven opent, dan kan je met de T in het menu aan de linker kant, de transcriptie openen. Zo zie je én de originele tekst én de transcriptie.
Taalgebruik
Het taalgebruik in de 17e eeuw was een stuk formeler dan we nu gewend zijn. Margaretha spreekt haar man bijvoorbeeld aan met uhEd: “u hoog Edele” en dat gebruikt ze eigenlijk net als we nu u of uw zouden gebruiken. Dus als ze ondertekent met uhEd getrouwe wijff, zegt ze eigenlijk uw trouwe vrouw. Hier zijn ook weer allerlei varianten van: shEd voor “zijn hoog Ed” of hhEd voor “haar hoog Edele”. Ursula Philippota schrijft haar schoonvader zelfs aan met uhEg: u hoog Edel geboren.
Soms is er taalgebruik waar je echt naar moet zoeken: gezegden en uitdrukkingen die we nu niet meer kennen of die ze misschien wel zelf bedacht heeft. Belangrijke bronnen zijn de online woordenboeken van het Instituut voor de Nederlandse Taal en het Spreekwoordenboek van Stoett.
Spelling
In de zeventiende eeuw bestond er nog geen groen boekje, eigenlijk helemaal nog geen standaard spelling. Er zijn letters die nog niet standaard bij woorden horen. Bijvoorbeeld g en ch worden door elkaar gebruikt, maar ook s en z en f en v, maar ook een ng of en nk is alleen een n of alleen een k. Margaretha schrijft veel woorden fonetisch op, dus het helpt als je de teksten hard op voorleest (bijvoorbeeld het woord kontiniweere of equipaesge). Soms combineert ze ook woorden die wij niet gewend zijn, of hebben de woorden een iets andere betekenis. Bijvoorbeeld de onge Expeerijmenteerde vremdeline, de ongeëxperimenteerde vreemdelingen, de onervaren vreemdelingen. Je kan haar spelling als laaggeschoold aanzien. We weten helemaal niks van Margaretha’s opleiding, dus dat is heel goed mogelijk. Maar aan haar woordenschat en taalgebruik zie je dat het geen laag ontwikkelde vrouw is.