
Het eerste mysterie van Godard Adriaan van Reede is zijn geboortedatum. In veel literatuur staat die aangegeven op 6 januari 1621, maar hier houden we 2 april 1622 aan. Op 1 april 1671 feliciteert Margaretha haar man met zijn 50ste verjaardag. Meer over Godard Adriaans geboortedag vind je op het blog van het kasteel.
Doordat zijn oudere broer in 1638 onverwacht overlijdt, wordt Godard Adriaan heer van Amerongen.
Godard Adriaan wordt actief in de Utrechtse politiek en groeit al snel door naar een landelijke positie. Hij is ambitieus en blijkt zeer geschikt voor de politiek. In een lofdicht gebruikt dichter Joost van Vondel de woorden “oprechte rustigheit en ridderlijcken zwier” om Godard Adriaan te omschrijven. Godard Adriaan stijgt snel in de rangen en wordt een van de belangrijkste mannen in ‘t Utrechtse Sticht.
In 1656 gaat hij op zijn eerste buitenlandse missie in dienst van de Staten-Generaal. Hij wordt een diplomaat die vaak ingezet wordt op missies naar o.a. Denemarken en Brandenburg. In Denemarken wordt hij snel populair: in 1659 wordt hij benoemd tot Ridder van de Koninklijke Deense Orde van de Olifant en in 1671 wordt hij benoemd tot de Danebrog-Orde en tot de Deense adel verheven met de titel van baron.
Godard Adriaans ster reist snel. In 1671 wordt hij dus ook op missie gestuurd naar Brandenburg om steun te werven van de Keurvorst tegen de Franse dreiging. Daar slaagt hij in: met een enorme troepenmacht reist hij in het najaar van 1672 richting de Republiek. Margaretha is niet te spreken over Godard Adriaans vele afwezigheid. Tijdens het Rampjaar schrijft ze veelvuldig aan Godard om naar huis te komen. Zijn plichten houden hem helaas weg.
Nadat de Franse troepen uit de Republiek verdreven zijn blijft Godard Adriaan werken als diplomaat. Hij reist naar Brandenburg, Saksen, en Denemarken. Het is op een reis naar het Deense hof dat hij overlijdt. In 1691 sterft hij in Kopenhagen, ver weg van Amerongen en zijn “hoogedelgetrouwe wijf en dienares”.