DatumPlaats
Geschreven6 oktober 1671Amerongen
Ontvangen8 oktober 1671
Lees hier de originele brief

Margaretha is in Utrecht geweest, waar ze de perikelen rondom de burgemeestersverkiezingen heeft kunnen aanschouwen. Alle ‘bekende lieden’ wantrouwen elkaar. Margaretha houdt alles nauwlettend in de gaten, en deelt de verworven informatie met haar heer en liefste hartje. Wat zijn ieders belangen? Wie doet met wie zaken? Godard Adraain moet het gevoel hebben dat hij eigenlijk helemaal niet weg is uit de Republiek.

Zaken en mannetjes

Naast wantrouwen is er ook jaloezie. Blijkbaar is een aantal ‘vrienden’ jaloers dat Godard Adriaan achter hun rug om in het huis van Diederik Borre van Amerongen, de heer van Sandenburg, met anderen heeft gesproken. Uiteraard noemt Margaretha niet wat Godard Adriaan ongetwijfeld al weet, namelijk dat de heer van Sandenburg zijn broer wil kandideren voor het burgemeesterschap van Utrecht.
Verder spreekt Margaretha van een ‘klein mannetje’ dat ze kennelijk niet bij naam wil of kan noemen. Het is helaas onduidelijk wie dit kleine mannetje is. Margaretha vat het allemaal nog even samen: er is jaloezie en er wordt flink gemord. Nu maar hopen op een goede verkiezingsuitslag.

[van den andere hebbe is niet wt te spreecke] ende sijalosije1Jaloezie
van dat uhEd int huijs vande heer van sandenburch2Diederik Borre van Amerongen
met Eenige heeft gesproocke buijten kenisse vand andere
vriende, en dat dien Eene inden haech sou koome konense
niet op Eenen, en sijn tegens de sollisitaesi vande luijte
-nant kolonel als vijanden ingenoomen, hoet daer noch me
gaen sal weet ick niet geloofve uhEd konfrater daer
onder roeijt, de partij meende en segge sij hadde het kleijne
maneken daer nu heel onder en so dat hij der noeijt weer
op sou gekoome hebbe en waerent werck heel te boofven
komt hijder nu weer op dat hij sijn oude nucken niet
sal konne laeten en Erger sal sijn als voor dees
in soma de sijalosij en murmeraesij3Murmeren: morren, mopperen is so groot dat te be
droefve is wil hoopen alles noch Een goeden wtslach sal neeme

Gezicht op de Stadhuisbrug over de Oudegracht te Utrecht met de gebouwen die het oude stadhuis vormden - v.l.n.r. Klein Lichtenberg, Groot Lichtenberg en Hasenberg - en rechts het Oudkerkhof en een gedeelte van het hoekhuis Oudkerkhof-Vismarkt.
Stadhuisbrug en stadhuis Utrecht, Jan van der Heyden, 1700. Collectie K.F. Heinfonds, bruikleen Gemeente Utrecht

Factiestrijd

Margaretha heeft, zoals ze in haar vorige brief al aankondigde, in Utrecht met oud-burgemeester Johan van Nellesteyn gesproken. Ook sprak ze met domheer Everard Both van der Eem. Both van der Eem was de broer van vroedschapslid Pieter Both van der Eem. Maar goed, de hele situatie is ingewikkeld en Margaretha schrijft dat ze er niet verder over wil uitweiden omdat het zo’n lang verhaal is. Typisch Margaretha, volgt vervolgens tóch een lang verhaal. Jacob van Dinter, blijkt bereid te zijn alles aan Everard en Pieter Both over te laten. Mits zij er vrede mee hebben dat Jacob van der Dussen, de huidige burgemeester, er voor zorgt dat de broer van Jacob van Dinter, Johan van Dinter, afziet van zijn sollicitatie.

[Euren voor mijn vertreck noch seer disperaet] hoewel ick
daechs te vooren de burgemeester Nellisteijn4Johan van Nellesteyn gesprocke hebende
en daer Even te voorn den domheer bodt5Everard Both van der Eem niet ande dochte
of alles sou wel sijn, alle die sirkomstansie6Circumstantie: omstandigheid sijn hier te
lange te verhaelle, sal alleen segge dat bodt mij seijde
dat van linteren7Jacob van Dinter alles aen hem bodt en sijn broeder
differeerde als sij kontentement naeme dat hij te vreede
was dat ock vander dusse8Jacob van der Dussen de burgemeester hem lintere
en bodt gepreesenteert hadde van sijn broert de schouts9Johan van der Dussen, schout van Rhenen
sollistaesie te disesteere10Desisteren: afzien van en haer wilde en koste versee
ckeren vande nominaesije voor bodt [so sij sijn partij wil de]

Het klinkt allemaal ingewikkeld en dat is het ook. In ieder geval weten we dat zowel Jacob van Dinter als Jacob van der Dussen niet willen dat Johan van Nellesteyn weer burgemeester wordt. Godard Adriaan, en daarmee dus ook Margaretha, is wél voor de benoeming van Van Nellesteyn.

Verkiezingen in de 17e eeuw deden niet veel onder voor een hedendaagse verkiezingsstrijd…

Tegen de het silhouet van de stad Utrecht zien we vier mannen. De voorste twee dragen een toga met een rode kraag en daarom een soort keten. Op hun hoofd dragen ze baretten. Daarachter mannen in het bruin met zwarte hoeden, zij dragen hellebaarden. Tegen de muur rechts het wapen van Utrecht.
De burgemeesters van Utrecht met de stadsboden, Willem Cornelisz. van Swanenburgh,1658. Collectie Centraal Museum, Utrecht.

De Berg bij Rhenen, of de Greb

Nadat Margaretha nog een heel essay heeft geschreven over de burgemeestersverkiezingen, stapt ze over op een nieuw onderwerp: de berg bij Rhenen, oftewel de Grebbeberg. Utrecht heeft het voornemen om de Grebbeberg te ‘bekramen’. Dit houdt in dat de berg door rieten matten tegen de golfslag van het water beschermd zal worden.

hier koomende verstaen ick dat men te wttrecht van
sin is het bekramen11Bekramen: Het met strooien matten beschermen van bijvoorbeeld een dijk tegen golfslag van het water vanden berch bij rienen of de
greb [int b publijck aen te besteede en dat de schout]

Gezicht vanaf de Heimenberg bij Rhenen over de Rijn op de Betuwe met in het midden het dorp Lienden.
Gezicht vanaf de Heimenberg bij Rhenen over de Rijn op de Betuwe met in het midden het dorp Lienden, anoniem, ca. 1690-1720. Collectie Het Utrechts Archief. Heimenberg is een ringwalburg op de Grebberg.

Schade en schande

Dan is er ook nog klein nieuws. Het heeft flink gewaaid maar Godzijdank is er heel weinig schade. Aaltje van Bemmel uit Amerongen is overleden. Aaltje had hoge schulden. Secretaris Kemp en predikant Keppel kibbelen over een aanzienlijk geldbedrag dat de kerk van haar tegoed zou hebben.

[hier Eits verders in wilt gedaen hebbe,] de schade die
hier door de stercke wint is geschiet is heel weijnich de
heere sij gedanckt, die ons so genadelijcke heeft bewaert
de doot van Aeltge van bemel heb ick uhEd geschreefve
waerdoor groote desensie tuschen onse gesupstituweerde
seeckreetaris12Secretaris Kemp en de preedikant13Predikant Keppel is ontstaen, en dat over
de twee hondert gul die de kerck van haer heeft te pree
tendeere [daer velpe borch voor staet die wel sufi]

Avondmaalskan van tin. De onversierde buik van de kan gaat geleidelijk in de cilindrische hals over en wordt van deze gescheiden slechts door een ingegrifte lijn, evenals van de basis, welke als een cilindrische band om de bodem gegoten is. Om de bovenste rand een profiel dat naar boven breder uitloopt. Het flauw gewelfde deksel is voorzien van een duimstuk en wordt door middel van een tweekakig scharnier bevestigd aan het ongeveer rechthoekig gebogen handvat.
Avondmaalskan (hoort bij twee bekers), anoniem, ca. 1630. Collectie Rijksmuseum

Margaretha vindt het maar niets dat er zo gekrakeelt wordt. Komende zondag wordt het Heilig Avondmaal gevierd in de kerk, daar hoor je niet ruziemakend heen te gaan. En het gaat hier nog wel om de predikant en de schoolmeester!

[ontboode sijn waer niet wel gedaen,] men sal hier toe
koomende sondach het nachtmael14Heilig Avondmaal in de protestantse kerk dat maar een paar keer per jaar plaats vond wt deelle tis niet wel
dat men teegens die tijt so krackeelt15ruzie maakt insonderheijt voor
preedikant en schoolmeester dan sij sijn beijde vrij
wat kreegel16halsstarrig , en de schoolmeester meent hij nu heel den baes is

Een prinsje voor Fritsje

Kleine Frits en zijn zusje Antje zijn bij oma Margaretha op bezoek. Fristje drinkt elke dag op opa’s gezondheid en hoopt dat opa hem een prinsje zal brengen. Vermoedelijk bedoelt hij een pop.

onse joncker van Ameronge
met sijn suster Antge sijn
weer hier bij mijn
sij preesenteere beijde
haeren kleijne ootmoedige dienst aen groote papa en frits drinckt alledaech grootpapaes
gesontheijt en hoopt grootpapa hem haest een prinsge sal
brenge

Een tekening van een elegant geklede vrouw aan een tafel, in haar rechterhand heeft ze een pop. Tegen de muur hangen ook een paar poppen.
Vrouw met een pop, Leonaert Bramer, 1606 – 1674. Collectie Rijksmuseum