Tag: Johan van Nellesteyn

  • Verkiezingsperikelen

    DatumPlaats
    Geschreven2 oktober 1671Utrecht
    Ontvangen4 oktober 1671
    Lees hier de originele brief

    Na haar spannende reis is Margaretha in Utrecht aangekomen, waar ze een huis hebben aan de Wittevrouwenstraat. Bij aankomst lag daar al een eerste brief van haar man en een dag later volgt gelijk de tweede. Kennelijk schrijft hij wat over zijn diplomatieke activiteiten, want Margaretha gelooft dat zijn werk heel wat meer in zal houden dan Godard Adriaan van te voren gedacht had. Ze vreest dat het niet zo af zal lopen als men dacht. Met de kennis van nu, weten we dat ze een vooruitziende blik heeft. Wat we nu het Rampjaar noemen is dan enkel nog een concept in het hoofd van Lodewijk XIV en voor Margaretha een onaangenaam gevoel van dreiging,

    Het belangrijkste familienieuws is dat de Vrouwe van Renswoude, Jacoba van Eede, is overleden. Haar man, Johan van Reede van Renswoude heeft haar haar hele ziekbed bij gestaan. Ze zijn in 1616 getrouwd, dus hun huwelijk heeft 55 jaar geduurd.

    Brieffragment brieven van Godard Adriaan en dood Vrouwe van Resnwoude

    wt wttrecht den
    2 ockto 1671
    rec: 4. dito. 16711Handschrift van Godard Adriaan

    Mijn heer en lieste hartge

    ick ben hier Eergisteren gekoome heb uhEd
    aengenaeme vande 25 septem gevonde en gistere
    die vande 29 ontfange tis mij van harte lief
    te sien deselfve so wel is overgekoome ge
    loofve wel uhEd vrij meer te doen vindt
    als gemeent had, ick vreese het daer so
    haest niet sal afloopen als men dochte
    hier koomende, was de vrou van rhijnswoude2Jacoba van Eede
    heel kranck die heeden merge te vijf Eure
    is overleeden de heer van rhijnswoude3Johan van Reede van Renswoude is
    seer bedroeft heeft geduerende haer sieckte
    gestadich bij haer hEd geweest, [voorts so]

    Johan van Reede van Renswoude, Paulus Moreelse, 1619. Privécollectie, afbeelding via RKD.
    Jacoba van Eden, Paulus Moreelse, 1619. Privécollectie, afbeelding via RKD.

    Burgemeestersverkiezingen

    Wat volgt zijn de intriges van de Utrechtse burgemeesterspolitiek. In de 17e eeuw had Utrecht twee burgemeesters en een vroedschap. Je zou je kunnen afvragen waarom Godard Adriaan en Margaretha zich vanuit Amerongen bemoeien met stadspolitiek, maar de stad Utrecht had een stevige vinger in de pap in de provinciale politiek. Daarom wilden de Van Reedes in de stad een bestuur waarmee ze ook in de provincie de gewenste politiek konden bedrijven.

    Voor een 21ste eeuwer is het verhaal over de burgemeestersverkiezingen lastig te volgen. Margaretha wil duidelijk dat Godard Adriaan goed op de hoogte is van het doen en laten van alle betrokken partijen. Dus de politieke vijanden én de politieke vrienden worden besproken.

    Diederik Borre van Amerongen

    Eén van die vrienden is Godard Adriaans ‘confrater’ en ‘buurman’ Diederik Borre van Amerongen. Buurman is kennelijk net zo’n rekkelijk begrip als ‘neef’, want er zijn behoorlijk wat kastelen dichterbij Amerongen dan Sandenburg van van Borre van Amerongen.

    Godard Adriaan heeft voor zijn vertrek meerdere opvallende bezoekjes afgelegd, maar zijn bezoek aan de Heer van Sandenburg heeft volgens Margaretha in Utrecht veel jaloezie opgeleverd en ze vraagt hem om ervoor te zorgen dat die jaloezie weg genomen wordt. Overigens wil dit niet zeggen dat ze elkaar ook echt op Kasteel Sandenburg getroffen hebben, de kans is groot dat de ‘conferentie’ in het huis van Diederik Borre van Amerongen op het Janskerkhof heeft plaatsgevonden.

    Brieffragment bijeenkomst op Sandenburg

    [de leuw,] kan sijn, mij is vandaech in
    groote seekretesse geseijt en ock in forme
    van waerschouwinge, datter seer groote
    sijalosije is over de konfirensie die met
    uhEd int huijs vande heer van sandenbur
    is gehoude, en dit om dat het selfe heel
    buijte kenisse en weete van uhEd beste en
    vertroutste vreende is geschiet, sij weete
    alles wat daer gepasseert is, door wien
    dit wt is gekoomen sal uhEd konne nae
    dencken, [so geseijt is, is dit veel oorsaeck]

    Gezicht op het omgrachte kasteel Sandenburg te Nederlangbroek (gemeente Langbroek) uit het zuiden, met rechts de ommuurde voorburcht met de toegangspoort en rechts vooraan het poortgebouwtje aan de Langbroekerwetering.
    Kasteel Sandenburg, onbekend, 1660-1670. Collectie Het Utrechts Archief

    Everard van Weede van Dijkveld

    Er zijn meer mensen die Godard Adriaan op de hoogte houden over wat er in Utrecht gebeurt als hij weg is. Eén van hen is Everard van Weede van Dijkveld. Zoon van een Utrechts burgemeester en zelf ook actief in de provinciale politiek. Ook de brieven van Godard Adriaan en Van Dijkveld zijn bewaard gebleven. Interessant is dat Godard Adriaan deze brief op 4 oktober ontvangt en dat hij op 6 oktober van Dijkveld een brief ontvangt waarin staat:

    daervan de vrouwe van Amerongen selfs particulariteijten – die mij soo vreemt als onbetamelijck voorcomen – sijn wedervaeren ende aen U Ed. G. ongetwijffelt sullen sijn overgeschreven

    Van Dijkveld aan Godard Adriaan 16-10-1671

    Wat zal Godard Adriaan hierbij gedacht hebben? Zou hij zijn vrouw serieus genomen hebben?

    In groten haast

    Margaretha maakt een heel snel eind aan haar brief: ze wil nog langs bij de rouwende Johan van Reede van Renswoude. Ze blijft nog even in Utrecht, want één van de burgemeesterskandidaten, oud-burgemeester Johan van Nellesteyn, wil haar nog spreken. Daarna kan ze hopelijk weer naar Amerongen. In grote haast rondt ze haar brief af.

    Brieffragment rouwbezoek en bezoek Van Nellesteyn

    [sijn,] ick kan niet meer schrijfve gaen
    so int sterfhuijs den heere van rhijns
    wouden4Johan van Reede van Renswoude rou beklaechge, blijf opt
    versoeck en goetvinde van somige
    noch deesen dach hier om den heere
    nellisteijn5Johan van Nellesteyn overt werck te spreecken
    die te vier Euren bij mij komt
    sal met de naeste post schrijfve
    wat die seijt meen met godts hulp
    merge weer naer Ameronge gaen
    inmiddels blijfve

    uhEd getrouwe wijff
    M Turnor
    met grooten haest

    Gezicht bovenop de stadswal te Utrecht uit het noorden naar de Wittevrouwenpoort met in het midden de toren de Hond, links de stadsbuitengracht met de singel en het toegangshek tot de Wittevrouwenbrug en rechts de huizen aan de Ridderschapstraat, uitkomend op de Wittevrouwenstraat.
    De Wittevrouwenpoort, anoniem, 1748. Collectie Het Utrechts Archief. De Wittenvrouwenstraat is de straat die aan het eind (vlak bij de poort) haaks staat op de Ridderschapsstraat die rechts langs de muur loopt.
  • Machtsverschuiving

    DatumPlaats
    Geschreven6 september 1672Amsterdam
    Ontvangen13 september 1672
    Lees hier de originele brief

    Margaretha valt deze brief gelijk met de deur in huis: er is in Holland een machtsverschuiving gaande. Ze is net terug uit Den Haag en daar is het nog onstuimig. Nu de gebroeders De Witt er niet meer zijn, ligt de bal bij de Prins van Oranje die sinds 4 juli ook stadhouder is. Hij moet in veel plaatsen orde op zaken stellen en de Staatse bestuurders vervangen door Oranjegezinde bestuurders. De belangrijkste bestuurders in Den Haag zijn afgezet en nu willen ze dat “sijn hoocheijt” een keuze maakt uit het lijstje genomineerden dat de bestuurders zelf gemaakt hebben.

    Gecommitteerden

    Niet in alleen in Den Haag is er een machtswisseling. In Dordrecht is er helemaal geen bestuur meer, dus daar heeft Willem III twee “gecommitteerden” heen gestuurd. Gecommitteerden zijn bestuurders uit bijvoorbeeld de Staten van Holland die een speciale taak hebben (committeren is “Met eene opdracht of volmacht voorzien, afvaardigen of zenden”). Zo bestaat de gecommitteerde raden uit de gecommitteerden die het dagelijks bestuur van Holland voor hun rekening nemen.

    Brieffragment dat hoort bij onderstaande citaat over de machtsverschuiving bij de gecommitteerden

    wt Amsterdam den 6 septem 1672

    Mijn heer en lieste hartge

    uhEd laeste is vande 25 Auguste geweest en de mijne
    met de laeste post vande 2 deeser, seedert
    ben ick weer hier gekoome, hebende het gepuepelt
    in den haech noch Even onstuijmich gelaeten die
    al de magestraet balijou, en sekreetaris1Magistraat, baljuw en secretaris hebbe
    afgeset wille dat sijn hoocheijt weer andere
    salle aenstelle hebbe selver Een nominasi
    gemaeckt daer gemelte hoocheijt de Elexsie
    wt sou doen, te dorderecht ist ock so en
    heel sonder reegeerine, derwaert sijn hoocheij
    twee gekomiteerdens vant hof heeft gesonde
    om de magistraet wt sijne naem te versette
    hier en meest in alle de steede van hollant
    salt ock so gaen men heere de state van hollant
    konne niet reesolveere sijn hoocheijt die apse=
    luijte macht te geefve maer hebbe int selfe
    gereesosveert volgent dit bij gaende, in
    soma wij beleefven hier swaere dansgereuse
    en seer bekomerlijcke tijde die gerust te
    bedde gaen sijn niet verseeckert so weer
    op te staen, [den heere nellesteijn is met]

    Toen Willem III op 4 juli stadhouder werd, gingen de bestuurders ervan uit dat zij hun macht zouden houden en dat de prins een rol zou spelen naast de bestaande politiek. Ook nu zijn de heren van de Staten van Holland nog aan het twijfelen of ze de prins absolute macht zullen geven.

    Ze vat het nog even samen: “Het zijn zware, gevaarlijke en zeer bekommerlijke tijden. Zij die gerust naar bed gaan, zijn er niet van verzekerd zo weer op te staan.”

    De burgemeesters van Utrecht

    Burgemeesters Nellesteyn2Johan van Nellesteyn en Martens3Jacob Martens van Utrecht4Er waren toentertijd meer burgemeesters van een stad, Nellesteyn, Martens en Hamel zijn de Utrechtse burgemeesters hebben een heel ander probleem. Praktisch wonen ze tegenwoordig in het buitenland. Dankzij Prins Maurits5Johan Maurits van Nassau-Siegen hebben ze een pas gekregen waarmee ze van Utrecht naar Amsterdam en vice versa zouden moeten kunnen reizen. De werkelijkheid is helaas weerbarstiger.

    De Amsterdammers denken dat Nellesteyn burgemeester Hamel6Nicolaas Hamel is, die (mede) de sleutels van Utrecht heeft overgedragen. Nellesteyn wordt door Amsterdamse burgers opgepakt als “verrader van Utrecht” en naar het stadhuis op de Dam gebracht. Er wordt een borg geëist van wel 40.000 gulden. Bovendien is Willem III gevraagd om de pas van Prins Maurits te bevestigen, maar het lijkt erop dat hij dat (voorlopig) niet wil doen. Margaretha leeft mee met Nellesteyn. De arme man zit vast en kan geen kant op.

    Eem bedrijvige dam in Amsterdam met het bekende stadhuis en de Nieuwe kerk. De Waag staat nog midden op de Dam en de bootjes liggen aangemeerd tot waar nu de Bijenkorf staat.
    Dam, noordzijde. Gezien naar Nieuwe Stadhuis, Nieuwe Kerk, Waag en Oudekerkstoren. Abraham Rademaker ca. 1700. Bron: Gemeentearchief Amsterdam

    De neven van Renswoude

    Margaretha maakt zich erg druk om Johan van Reede van Renswouden en zijn zoon Frederik van Reede van Renswoude. Ze heeft inmiddels grote bedenkingen op beide heren. Ze schrijft heel mooi:

    Brieffragment van onderstaande citaat.

    [sij sijnder nu na toe,] en hebbe groote bedenck
    kine op de voorseijde heere, ick weet ock niet
    wat segge sal, sien wel dat sij beijde niet
    stil staen maer geduerich woelle, had den
    outste al te hoorn gebleefve waer weijnich
    aangeleegen, [somige sijn van opijnie dat hij]

    Vooral het werkwoord woelen is mooi: ophef maken, tumult veroorzaken. Als Johan van Reede van Renswoude in Hoorn gebleven was, had dat geen problemen opgeleverd, maar nu wordt er over ze gepraat.

    De staat van de oorlog

    In een verbinding naar haar algehele visie op de staat van de oorlog, meldt Margaretha nog even dat de komst van de Brandenburgse wel erg fijn zou zijn. Gelukkig is er goede tijding: de Fransen hebben Maastricht verlaten, de troepen van de bisschop hebben Groningen verlaten, Blokzijl is weer in handen van de onze (‘donse’) en ze zeggen ook dat Crèvecoeur (bij Den Bosch) weer in onze handen is, maar dat is niet zeker.

    Vervolgens drukt de Franse bezetting financieel nog op Utrecht en heeft Margaretha financiële zorgen door de bureaucratie en de inflatie.

    Een grote zorg is dat met de post uit Hamburg geen brief van haar man gekomen is: dit is al de derde keer op rij dat de post geen brief van hem bij zich heeft. Er blijven ook nog zorgen om wat Luxemburg nu wil met Amerongen. Maar daar wijdt ze niet over uit.

    Na een lange brief eindigt ze met:

    Brieffragment van onderstaande citaat.

    Mijn heer en lieste hartge
    UhEd getrouwe wijf
    M Turnor
    al onse kindere kusse groote
    papa ootmoedelijck7Met ootmoed, ootmoed is nederigheid/onderdanigheid de hande, de vrou van ginckel is noch int leeger