Mijn heer en lieste hartge

Tag: Wijn

Het glas halfvol

DatumPlaats
Geschreven19 juni 1673Den Haag
Ontvangen23 juni 1673Hamburg
Lees hier de originele brief

Margaretha heeft een brief van Godard Adriaan van 13 juni jl. ontvangen. Uit de brief van Margaretha van 19 juni blijkt dat Godard Adriaan zich zorgen maakt over zijn familie. Ze verontschuldigt zich er dan ook voor dat ze tot nog toe alleen maar onheilstijdingen heeft medegedeeld. Maar in haar vorige brieven, die Godard Adriaan op het moment dat hij zijn brief op de 13de aan de postmeester meegeeft nog niet heeft gelezen, heeft Margaretha geschreven over het goede nieuws omtrent de strijd op zee. Welke toon overheerst in de brief van de 19de?

Onverschrokken en vol moed

In haar brieven van 12 en 16 juni heeft Margaretha uitgebreid geschreven over de twee zeeslagen bij het Schoonveld. Nu schijnt het dat er weer is geschoten, maar er is geen nader bericht over gekomen, dus het zal wel niet waar zijn. Wat wel waar is, aldus Margaretha, is dat de vijanden – en vooral de Engelsen – er zwaar de pest in hebben. Zij waren namelijk van plan om in Zeeland of op Walcheren aan land te komen.

Een gravure van een zeeslag, verschillende groepen schepen liggen dicht bij elkaar. Uit de groepjes komt rook naar boven. Op de voorgrond staan twee schepen in brand. Boven de zeeslag drie groepjes van drie medaillons. Links in het midden Lodewijk XIV en daarnaast de dauphin en admiraal d'Estrées. In het middelste groepje Willem III met de admiralen De Ruyter en Tromp aan zijn zijde en rechts Karel II tussen de Hertog van York (de latere Jacobus II) en Prins Ruprecht.
De twee zeeslagen op Schoonevelt, 1673, Romeyn de Hooghe (omgeving van), 1673. Collectie Rijksmuseum

Oh ja, er is trouwens ook strijd geleverd in Gorinchem, Muiden, en op de Nieuwerbrug. Wat Margaretha op dat moment niet weet, is dat het regiment dat Godard Adriaan geworven heeft nét in Alkmaar was aangekomen en al direct is ingezet bij Muiden. Alle aanvallen zijn succesvol afgeslagen, en daar is Margaretha wel van op de hoogte: het Staatse krijgsvolk is onverschrokken en zit vol moed. De hele gemeenschap heeft trouwens goede hoop! Als de vijand nóg een keer aanvalt, en de overwinning nóg een keer door onze jongens behaald wordt, dan staat ons een glorieuze vrede te wachten.

Tweede brieffragment Tweede Slag van het Schooneveld

[hebbe gehadt,] nu wilmen weer segge dat se hebbe
hoore schiete als of de vloote weer aenden an=
=deren soude sijn geweest, dan also daer geen
naerdere tijdine van is wort het niet gelooft
dan dat is waer dat dat den vijant seer ver=
=set is met de twee rankonterees die de vloote
ter see hebbe gehadt, en dat sij hadde gemeent
te lande in seelant oft lant van walgeren
wants dengelse veel krijsvolckere op haer
scheepe hadde om aen lant te setten en dat is
de heere sij gedanckt gemist, te lant hebben
se ock verscheijde aenslage gehadt als op
gorckom muijde en ock op de nieuwer bruch
en alles heeft met haer niet wille aengaen
dat nu groote moet en koraesge1Courage/coragie: kloekmoedigheid so ondert

krijsvolck als onder onse gemeente2Gemeenschap geeft, mocht
onse scheeps vloote die geseijt wort last te hebbe
den vijant noch te atackeere weer de vicktoorije
behoude, gelooft me dat ons Een seer gloorijeuse
vreede sou doen hebbe[, ondertuschen is Maestri]

Maastricht

Maar al snel verandert de toon. Maastricht is belegerd en koning Lodewijk XIV zou in eigen persoon bij het beleg aanwezig zijn. De belegerden hebben genoeg proviand en munitie, hebben er alle vertrouwen in, behalen grote successen met hun uitvallen… Maar het blijven belegerden. De ogen zijn nu vooral gericht op de troepen van de keizer; maar liefst 30.000 man! Een ontzettingsleger? Iedereen hoopt dat de keizer en Spanje binnenkort de banden met Frankrijk zullen verbreken. Maar Margaretha is sceptisch; ze wil het pas geloven als ze het ziet. Want waarom is er niet eerder met de Fransen gebroken? De Fransen hebben immers al huisgehouden op Spaans grondgebied… Met de wispelturigheid van de Brandenburgse keurvorst in haar achterhoofd, vertrouwt Margaretha geen enkele vorst of prins meer. Daarom, om met profeet David te spreken, is het beter op God te hopen dan op prinsen of heren.

Brieffragment Beleg van Maastricht

[vreede sou doen hebbe,] ondertuschen is Maestri3Maastricht
beleegert daer men seijt de koninck selfs in
Persoon voor te sijn, die van binne4Het garnizoen sijn van
alles wel versien en heel wel gemoet, doen ver
scheijde wtvalle met goet suckses maecken
groote buijt, hoope op de troepe vande keijser
die men seijt 30000 man sterck te sijn en
af te koomen, men hoopt hij en spange met
vranckrijck sulle breecke het welcke ick sal
geloofve als ickt sien sal maer Eer niet want
had de laeste dat int sin had het al moeten
gedaen hebbe daer de franse haer reedene ge=
noech toe hebbe gegeefve met de wtneemende
insolensie5Insolentie: onbeschaamdheid, onbetamelijkheid en vijandelijcke feijtelijckheeden
diese tuschen antwerpe en bruijsel sijnde opt
spaense boodem hebbe gepleecht, sints men het
veranderen vande keurvorst heeft gesien isser
geen staet op vorste of prinsen te maecke nu
seijt me dat die weer begint wat om te slaen
in soma den salm6Psalm of proofheet david seijt
seer wel dat het beeter is op godt te hoope als
op prinse of heeren te staen[, tis alleen de]

Bombardement van Maastricht tijdens het beleg van de stad door de Franse legers van 27-30 juni 1673. Bovenaan een medaillon met het portret van de Franse koning Lodewijk XIV. Op de voorgrond licht Wick, dan de Maas en daarachter MAastricht. Op de afbeelding zien we de bogen die de kanonskogels maken. Helemaal op de voorgrond de legers van Lodewijk XIV
Beschieting van Maastricht door de Fransen, 1673 (detail), anoniem, 1673. Collectie Rijksmuseum

Een oxhoofd Franse wijn

Moet Godard Adriaan binnenkort weer richting Berlijn, wanneer de wispelturige keurvorst tóch partij kiest voor de Republiek? Margaretha heeft enkele heren erover horen speculeren. Voorlopig zit hij in ieder geval nog in de Duitse gebieden. Ze is in ieder geval wel blij dat Godard Adriaan haar wij en boter heeft gestuurd, want in de Republiek is het allemaal niet meer te betalen. Een oxhoofd (231 liter) wijn kost ruim honderd gulden, en een pond boter zeven stuivers! Wel spijtig dat de groene kaas die Margaretha richting Hamburg heeft gestuurd niet aangekomen is. Ze zal deze week wel nieuwe sturen.

Brieffragment Franse wijn

somige heere meene uhEd verlicht wel ordere sult
krijge om weer naer berlijn te gaen insonderheijt
soot waer is dat den keurvorst weer naer onse
kant sou helle, ick wenste uhEd sijn reijse naer
den hartooch van holsteijn7Johan Adolf van Sleeswijk-Holstein-Sonderburg-Plön hadt geEijndicht,
ick bedancke deselfve seer dat hij ons weederom
van wijn hee en booter heeft versorcht, hier
kost Een oxshooft8Oxhoofd: 231 liter franse wijn die goet is over
de hondert gul, het pont booter 7 stuijvers, de
wijn die uhEd ons heeft gesonde is heel goet
ick meen men in rinse fustaesie wel franse
wijn van Hamburch sou konne sende maer
krijge wij de vreede sal de wijn wel afslaen,
het doet mij leet de groene kaes niet over is ge
koomen, so ick met de briefve van merge
niet hoor sal ick noch deese weeck weer
andere sende[, en ondertusche blijfve]

De wijnproevers. In een wijnkelder houdt een man een glas met wijn tegen het licht. Rechts een rij wijnvaten, op de achtergrond kijken een man en een vrouw toe. Links op een houten bank liggen allerlei soorten gereedschap: emmers, slangen, blaasbalg etc.
De wijnproevers, Jacob Duck, ca. 1640 – ca. 1642. Collectie Rijksmuseum

Familie

Nadat Margaretha het laatste streepje in de ‘r’ van haar achternaam op het papier heeft gezet, vindt ze het toch nog even nodig om iets over de familie te melden. Van Ginkel verlangt naar zijn compagnie, zijn vrouw is weer hersteld van de bevalling en komt weer beneden eten, Frits, Tietge en Antge gaan naar de Franse school (maar Margaretha laat ze voor de handigheid ook Nederlands leren spellen en lezen). De trotse oma vertelt dat Frits het best van allemaal leert, hij kan zelfs al spellen! Als Godard Adriaan thuiskomst, zal Frits vragen: ‘Comment portez vous grand papa?’ (Hoe gaat het, grootvader?).

hetvolck dat uhEd
heeft gesonde seggense
heel schoon volck
te sijn, de heer van ginckel verlanckt naer sijn
kompangi, [tis goet dat de soon van brant]

de vrou van ginckel die met al haer kinder
haeren dienst aen uhEd preesenteere is weer
heel wel komt al beneeden Eeten, frits
tietge en Antge gaen int franse school
maer laetse duijts leere spelde en leesen
frits leert int boeck best van alle leert
al spelde sal als groote papa thuijskomt
vrage komen porte voeu granpapa9Comment portez vous grand papa?, sij sijn
de heere sij gedanckt heel wel vaerende
en gesont

brieffragment Van Ginkels compagnie

brieffragment schoondochter en kleinkinderen
Een schoolmeester schrijvend aan zijn lessenaar voor de klas. Op de lessenaar liggen een zandloper en papieren. Voor hem staan een meisje en een jongen, rechtsvoor zit een jongen te schrijven.
De schoolmeester, Jan Adriaensz. van Staveren (kopie naar), 1650 – 1750. Collectie Rijksmuseum

Al met al overheerst in Margaretha’s brief een positieve toon. Het glas is eindelijk halfvol. Zou er dan toch spoedig een einde aan de oorlog komen?

Fragment uit het eerdere schilderij: de man die het glas tegen het licht houdt, het glas is halfvol
De wijnproevers (detail), Jacob Duck, ca. 1640 – ca. 1642. Collectie Rijksmuseum

De vijand slaapt niet en is vol praktijken

DatumPlaats
Geschreven15 mei 1673Den Haag
Ontvangen20 mei 1673Hamburg
Lees hier de originele brief

Godard Adriaan heeft dringend om geld gevraagd voor de werving van het nieuwe regiment in Duitsland. Maar zoals bekend zijn er geen contanten te krijgen. Margaretha legt haar man uit dat de soldaten thuis ook al nauwelijks betaald krijgen.

Soldaten onbetaald

Korporaalsvrouwen moeten bedelen om brood. Het schijnt dat sommige officieren het geld dat voor de soldaten bedoeld is, in hun eigen zak steken. Van Ginkels compagnie wordt gelukkig redelijk betaald, maar zijn salarisverhoging krijgt hij nog niet. Terwijl we het hier wel over een vitaal beroep hebben!

Een vrouw zit tegen haar rugzak aangeleund, haar hoed bedekt haar gezicht. In haar linkerhand houdt ze een hoed op. In een draagzak zit een zuigeling.
Bedelende soldatenvrouw, Daniel Nikolaus Chodowiecki, 1764 Collectie Rijksmuseum
Brieffragment over betaling leger

ick derf niet segge hoe de ruijters en arme soldate
Een deel van wan betaeline1wanbetaling klaechge ija korperaels
vrouwe gaen bidde om Een stuck broot, en konne
niet subsijsteere, ick geloofve het ock veel aende
offijsiers schort diet gelt in haer beurs steecke ende
arme soldate onbetaelt laeten, de kompangi vande
heer van ginckel wort nu reedelijck wel betaelt
maer van sijn hoochge tracktement krijcht hij
noch niet, [sijn hoocheijt is gistere weer hier gekoo]

Willem waakt

De veiligheidssituatie blijft precair, met de verse Franse troepen onder leiding van Condé in het land. Willem III heeft de posten bij Muiden en de Hinderdam geïnspecteerd. De zogenaamde aanval op de Hinderdam was inderdaad vals alarm, er zijn alleen wat paarden en koeien gestolen. Zijne hoogheid is waakzaam genoeg. Margaretha lijkt echt vertrouwen in hem te hebben. Alle legerposten zijn nu op orde, en menselijker wijs kan er niets misgaan. Maar ja, ze hebben afgelopen jaar wel meer meegemaakt, niets is zeker. Want ook de vijand slaapt niet en “is vol praktijken” (streken).

Brieffragment wakende Willem

sijn hoocheijt viegeleert2Vigileren: waken genoech bij sijn versuijm hebbe
wij geen ongelucke te verwachten al de poste sijn wel
versorcht, naer menschelijcker wijse ist onmoogelijc
datser door konne breecke, dan wij hebbe so veel in
Een ijaer herwaerts beleeft en gesien datter niet
van te verseeckeren is, de vijant slaept niet is
vol pracktijcke, [sijn hoocheijt sendt drije reesgemente]

Een bruine tekening met op de voorgrond de oever van een rivier, links bosjes met een boom, rechts alleen bosjes. Op de rivier een zeilboot in het midden en daarachter wat minder goed uitgewerkte roeiboten. Aan de overkant van de rivier ligt een stad met een stadsmuur met torens en poorten. Boven de stad steken verschillende kerktorens uit, rechts een molen.
Gezicht op Schoonhoven, Johannes Leupenius, 1653 – 1693. Collectie Rijksmuseum

De prins heeft ook drie regimenten naar Friesland gestuurd. Zelf blijven hij en de graaf van Waldeck met een “vliegend” (flexibel) leger in de buurt van Alphen en Schoonhoven. Zodat ze bij een eventuele aanval snel ter plaatse zijn. Een mooi succes: Nieuwersluis is weer in eigen handen gekomen. God geve dat het zo blijft!

Brieffragment vliegend leger

men seijt sijn hoocheijt met de graef van waldeck
met Een vliegent leeger ontrent schoonhoofve
en Alfhen sulle blijfve om ofse Eenige van
onse post mochte atackeere daer terstont
bij te sijn donse3De onzen: ons leger hebbe aende nieuwe sluijs nu
weer post gevat godt geefve sijt mooge behou
=de,

Oorlogsvloot

Inmiddels is de uitgevaren oorlogsvloot gesignaleerd ter hoogte van Oostende, zeilend richting de Theems. Gaan de plannen slagen?

Plattegrond van oostende. De bastionstructuur is duidelijk te zien. Aan de bovenkant de Noordzee en het strand, rechts de haven. Onder de plattegrond staan een paar gravures.
Plattegrond van Oostende met stadsgezicht, Matthaeus Seutter (III), 1708 – 1757 Collectie Rijksmuseum
Brieffragment vloot

[voor swaerder wil bewaeren], onse scheepsvloot
is voorleedene vrijdach smergens ontrent 4 Euren
op de hoochte van oostende gesien en seijlde naer de
teems4Thames van waer alle daege men verwacht te
hooren wat suckses van het deseijn5Dessein: plan is, [dus verde int]

Inwendige mens

Margaretha vergeet als altijd de inwendige mens niet in haar brief. In de eerste plaats het inwendige mensje dat er bij haar schoondochter uit moet: volgende week zullen ze toch echt naar Amsterdam gaan om daar veilig te kunnen bevallen. En in de tweede plaats haar eigen inwendige mens die erg blij is met het vat wijn dat Godard Adriaan heeft gestuurd. Ze hebben het inmiddels aangebroken en de inhoud is heerlijk. Wijn is nu erg duur, en boter ook: 8 stuivers per pond.

Brieffragment over de kraamvrouw en de wijn
Brieffragment over de prijzen van wijn en boter

wij sijn noch gereesolveert int begin vande toe
koomende weeck met de vrouw van ginckel en haer
kindere naer Amsterdam te gaen om haer
kraem met godts hulpe daer wt te houde
de heere wille Een goede verlossine en gesonde
vrucht verleene, wij hebbe de wijn die uhEd mij
heeft beliefve te sende ontsteecke is heel goet
bedancke deselfve noch seer voorde goede sorchge


die hij voor ons draecht, booter en wijn is hier seer
dier het pont booter kost hier noch al 8 en 9
stuijvers,

Bouwmeester als boodschappenjongen

De Parmezaanse kaas (verblijfplaats nog steeds onbekend) zit Margaretha hoog. Zo hoog zelfs, dat ze de keurvorstelijke bouwmeester, Michiel Mattheus Smits, inschakelt. Terwijl ze zit te schrijven staat hij op de stoep met een brief van Godard Adriaan. Hij heeft weinig tijd, want hij is op doorreis naar zijn familie in Breda. Hij belooft daar naar de kaas te informeren en op de terugreis wat langer te blijven.

Michael Matthias Smidts (1626 – 1692) door Jacques Vaillant, 1685.
Collectie: Stadtmuseum Berlin © Repro: Michael Setzpfandt Berlin
Brieffragment over Michiel Mattheus Smits en de Parmezaanse kaas

[hooren wat suckses van ht deseijn is] dus verde int
schrijfve kom den boumeester vande heere keurvorst
van brandenburch6Michiel Mattheus Smits was afkomstig uit Breda en heeft veel bouwprojecten in Brandenburg op zijn naam staan. In 1676 zou hij namens de Keurvorst het hout leveren voor de herbouw van Kasteel Amerongen die mij uhEd aengenaeme7aangename brief behandi8behandigt:overhandigt
hij is so haestich dat hij niet wilde sitten maer so voort
naer breeda vertrecken, sal daer naer de perme
saense kaes verneemen, als hij weer komt heeft
belooft weer aente sulle koome sal hem dan so wij
noch hier sijn versoecke Een maetijt met ons te Eete
en so veel onthael doen als wij konnen,

Twee oude heren en nog meer kaas

Met oom Dirk Adolf van Reede in Wijk bij Duurstede gaat het voor zijn doen goed, voor zover Margaretha weet, maar ze heeft eigenlijk al een poosje niet van hem gehoord. Blijkbaar heeft Godard Adriaan naar hem gevraagd. Deze oom is een broer van zijn vader en loopt al een eind in de zeventig. Een opmerkelijk familielid, want als twintiger is hij bij de Jezuïeten gegaan en ondertussen bedient hij al zo’n veertig jaar redelijk ongestoord als priester de katholieken in Wijk. Zijn gezondheid begint wat achteruit gegaan. Uiteindelijk zou hij in 1674 overlijden.

Een man met gesloten ogen, een snot en een paar dagen baardje. Op zijn hoofd een zwarte kap waar grijze krullen onderuit steken. Om zijn nek een lichtblauwe stola met een rode rand. De kleding eronder is wit. Aan de rechter een opengetrokken blauw gordijn. Rechts in de hoek staat
RP Theod: Reede
M 1674 12 Dec
Art: 74 MIS 41
Dirk Adolf van Reede op zijn doodsbed 12 december 1674 op de leeftijd van 74 jaar. Collectie: Parochie H. Suitbertus, Culemborg

Van een andere oude heer die net ziek is geweest, Johan Temminck in Hamburg, vindt Margaretha zeker dat hij aan moet sterken, want ze stuurt hem…kaas. Geen Parmezaanse, maar ‘S-Gravenzandse kaas dit keer.

Brieffragment Dirk Adolf van Reede en Johan Temminck

[vant lant vereijst] onse oom van reede9Dirk Adolf van Reede weet ick niet
beeter of is naer sijnen doen reedelijck wel is noch
tot wijck10Wijk bij Duurstede, dan heb nu in Eenige tijt herwaerts niet van
sijn hEd gehoort, ick sal met deerste geleegentheijt
Een paer goede schraefvesantse11‘s Gravezandse kazen voor den goede
oude heere teminck sende wenste te weete wat
hem aengenaem mochte sijn, [sal nu blijfve]

Oud en moe

DatumPlaats
Geschreven24 april 1673Den Haag
Ontvangen29 april 1673Hamburg
Lees hier de originele brief

Margaretha begint haar brief duidelijk geïrriteerd: Tot op heden heeft ze nog geen cent ontvangen van de ordinantie! Morgenochtend wil ze naar Amsterdam gaan om te kijken of dat enig effect heeft bij de ontvanger. Als ze dan toch in Amsterdam is kan ze meteen kijken of ze de pakzolder van de buren kan huren om de spullen van het huis in Amsterdam veilig op te bergen, bedenkt ze tussendoor. Per eind mei is het huis dat ze heeft immers aan anderen verhuurd. Ze twijfelde of ze een nieuw huis moest huren, maar gezien de kosten lijkt dit een betere optie. Den Haag vindt ze nog niet veilig genoeg.

Geldzorgen

Vervolgens schrijft ze in haar brief over de enorme geldzorgen die haar plagen. Hoewel de ordinantie van 10.000 gulden bij de Raad van State inmiddels wel rond is, moet er nog bevestiging komen van de Staten van Holland. De uitbetaling in contanten van de ordonnantie van 6.000 gulden laat ook op zich wachten. Margaretha raakt somber door al deze financiële zorgen, zoals de huur van het huis in Amsterdam, belastingen en de dagelijkse kosten van het huishouden. Daarbovenop doet het haar als moeder ook pijn om haar eigen kroost te vertellen dat ze niet langer bij haar kunnen aankloppen voor financiële hulp in noodgevallen. Maar hopelijk gaat het nu wel goed met haar zoon en schoondochter, wat betreft de betaalde brandschatting voor Middachten.

Brieffragment over de geldzorgen

[ 400f bedraecht ] daer ick als noch geen raet toe weet
daer om uhEd wel seijt dat wij op alles de menaesge1Menage: zuinig beheer der inkomsten, het betrachten van zuinigheid
moete soecke bevinde het voor waer wel, heb ock aende heer en vrou van ginckel geseijt dat sij geen staet meer op ons sulle
konne maecke dat ick hoope haer goet nu met die brant
schattin te geefve vrij sal sijn, ick leg alles so naeu over
alst moogelijck is konsidereerende dat wij alles quijt sijn
ick wort out en uhEd met al die swaere fatigees2Vermoeidheden (van het werkwoord fatigeren)
van so lange en int felste van de winter te reijse
sal ock wel tien ijaere ouder sijn als deselfs ijaere
meede brenge, wij sijn ongeluckich dat ons deese tij=
de in onse ouderdom overkoome dan wat sulle
wij doen moeten ons de wil des alderhoochste onder
werpen hem bidde dat wij door deese sijne roede van
ons sondich leefve mooge gebeetert worden [het welcke]

Oud en moe

Het verdriet spat van het papier, want ze beklaagt zich over haar ouderdom, en die van haar vermoeide en verzwakte man, die in de kou zit. Het is een groot ongeluk dat ze op hun leeftijd deze ramp moeten doorstaan. Moge hun zondige leven maar verbeteren!

In een eenvoudig interieur zitten twee figuren te bidden aan een tafel. De voorste figuur zit op een stoofje en heeft zijn hoed afgenomen.
Biddend paar, Jan de Visscher, naar Adriaen Brouwer, 1661 – 1726, Collectie Rijksmuseum.

Amoers maken

Tussen de zorgen over geld en de oorlog door deelt Margaretha een nieuwtje over haar neef Wellant in haar brief: het schijnt dat hij avances maakt bij Juffrouw van der Wijlle. Wie deze dame precies is, blijft onbekend. Margaretha is niet zeker of het een serieuze zet is van haar neef, of gewoon een pleziertje tussendoor…

Een man probeert een vrouw te verleiden door haar oesters aan te bieden, een lustopwekkende delicatesse. De man (Van Mieris zelf) heeft succes: de vrouw (Van Mieris’ echtgenote) toont hem uitdagend haar boezem.
Het oestermaal, Frans van Mieris de Oude, 1661, Collectie Mauritshuis.

Wijn, zadels en kaas

Terwijl ze hierover schrijft, ontvangt ze een aantal pakketten. Er is wijn aangekomen en eindelijk zijn daar de manden met zadels! De zadels heeft ze zelf al op 30 september vorig jaar naar Hamburg gestuurd, omdat haar man dat vroeg. Nu zijn ze terug zodat hun zoon ze kan gebruiken. Ze is van plan om rustig van de wijn te genieten. Over boodschappen gesproken, de Parmezaanse kaas is nog steeds niet aangekomen in Breda, en ze vraagt zich af of haar man binnenkort grasboter voor haar kan regelen. Hoewel grasboter in de Republiek ook verkrijgbaar is, is de prijs ontzettend hoog. Waarom? Ze herinnert haar man aan de waterlinie, die nog steeds in stand is, waardoor veel landen en graslanden nog steeds onder water staan en veel dieren sterven door gebrek aan voedsel.

Brieffragment over de amoers, de zadels, de wijn, de prijs van boter

[meent hij in Een ordinaris soude gegaen hebbe,] het schijnt hij de Amoers aen Juffrou vander wijlle maeckt oft hem Ernst is weet ick niet, dus int schrijfve ontfange ick de rinse bleecke3Waarschijnlijk Rheinische Bleichert, een wijn uit de buurt van Linz onder Bonn
met de mande met sadels daer voor uhEd hoochlijck
bedanck
het is al Een goet vat mooge wijt gerustelijck geniete sulle
daer verde inde soomer mee koomen ick drinck noch over
de tweede oxshooft4Oxhoofd: 231 liter wijn vande heelle winter, als nu de
nieuwe gras booter opgeleijt wort die duere kan en men
van daer 2a 300 pont die goet waer kost sende soude heel
wel koome want ongetwijfelt sal de booter hier seer dier
sijn vermidts der so veel lant noch onder water leijt
en so veel beeste bij gebreck van voer sterfven, [meeste]

Ontbijtstuk met kaas, ham en kelken, Jacob Foppens van Es, ca 1630. Collectie Nationalmuseum Zweden (foto: Anna Danielsson).

Toch nog een financiële meevaller?

Plotseling komt de klerk Vos binnenlopen. Hij vertelt Margaretha dat de 10.000 gulden is toegezegd. Ze is dankbaar jegens de Amsterdammers in de Staten van Holland. Haar harde werk lijkt effect te hebben gehad. Tenminste, er is toezegging gedaan, maar of het geld daadwerkelijk snel haar kant op komt, is nog maar de vraag…

Boter, kaas en wijn

DatumPlaats
Geschreven9 april 1673Den Haag
Ontvangen15 april 1673Hamburg
Lees hier de originele brief

Margaretha is blij dat de post weer een beetje loopt. Brieven komen weer sneller, maar er mist nog wel wat. In Den Haag zijn ze druk met de brandschatting voor Middachten. Kennelijk heeft Kinschot daar wat mee te maken, maar die is in Groningen. Voordat er iets betaald kan worden, moet Van Ginkel kunnen bewijzen dat hij de rechten heeft op het kasteel. Die papieren zijn vlak voor het rampjaar in veiligheid gebracht, maar zitten dus ergens in een kist tussen de opgeslagen spullen in Amsterdam. Dus Van Ginkel moet naar Amsterdam om eens in de papieren te duiken.

Brieffragment over de voortgang van de betaling van de brandschatting op Middachten

[ontfange,] de quitansie vande heer en vrou van ginck
sal niet in versloft worde dat die tot noch toe
niet is genoomen, is de oorsaeck dat men kinschot
niet heeft konne te spreecke koomen dier noch
te greunine is, en ten anderen dat de heer van
ginckel sijn pampiere die te Amsterdam sijn moet
nae sien of hij geen ocktroij vant hof van gelderlant
of den leen heer aldaer heeft om sijn goet te mooge
beswaeren , ock sijn de oblijgaesie die wij van hem
hebbe almeede te Amsterdam [en sal mijns oordeels]

Op een kruk zit een jonge man aandachtig naar een papier te kijken. Zijn rechter voet staat op een voeten bankje en zijn laars is een beetje afgezakt. Zijn linker voet staat een klein stukje naar voren.
Op een kruk zittende jongeling met een document in zijn handen, anoniem, ca. 1700 – ca. 1799. Collectie Rijksmuseum

Voorraad

Kennelijk heeft Godard Adriaan Margaretha gevraagd om een Parmezaanse kaas te bestellen. Hij is nog niet aangekomen, maar ze wil wel vast weten wat ze ermee moet doen. Margaretha heeft nog wel wijn liggen in de kelder van wijnkoper Brant, maar zodra ze die gaat consumeren, moet ze er accijns over betalen. En het gaat om nogal wat wijn. Ze goochelt een beetje met oude maten: een aam (155 liter) een okshoofd (220 liter), een verendeel (veerdeel: vier keer een hoeveelheid). Dat veerdeel blijft vrij cryptisch. Als ik het omreken op basis van haar betalingen is het veerdeel 80 pond. En dan is een oud pond iets minder dan ons pond: 480 gram, toch nog ruim 38 kilo boter. Dat boter, kaas en wijn zo groot ingekocht werden, was bij de rijkere bevolking van de Republiek niet ongebruikelijk.

Ook heeft Godard Adriaan om een blikken servies gevraagd, dat wordt nu gemaakt en daarna zal Margaretha het zo snel mogelijk naar Hamburg sturen.

Brieffragment over de Parmezaanse kaas en de hoeveelheid wijn.

moet , de permisaense kaes sal ick verwachte ock wat
uhEd daermeede belieft gedaen te hebbe, inde kelder
van brant de wijnkoope hebbe wij Een oxshooft1Een okshoofd was ongeveer 220 liter en
een stuck van twee aeme2Een aam was ongeveer 155 liter rinse wijn legge, die ick
daer omden swaere inpost te ontgaen niet weetende
waer wij die sulle geniete doen legge, franse wijn

Brieffragment over wijn, kaas en boter en inflatie

heb ick niet alst oxshooft daer van drincke dat al opgeleijt
is, die kost hier booven den inpost 90 en hondert gul
het oxshooft, voo koutou3Ze bedoelt een Coteaux: dit is waarschijnlijk een zoete witte wijn van de hellingen (coteaux=hellingen) wijn, voor de booter heb ick
36f het verendeel dat is 9 stuij het pont sonder den
inpost betaelt de kaes gelt hier het hondert pont 20f
, het blick serviese heb ick bestelt te maecke kan voor in
laest vandeese weeck niet gereet sijn salt dan so haest
alst doenlijck is sien op hamburch te bestelle, [nu weer]

Op een tafel ligt in het midden op een tinnen bord een brokkelige halve kaas. Daarop staat een schoteltje met boter. Links voor ligt een brood met anderhalve sinaasappel en wat groenvoer (postelijn? raapstelen? groen blad met witte stengels). Voor de kaas ligt op het randje van de tafel een mes en rechts van de kaas een bord met hompen ham. Achter het groenvoer staat een sierlijke goud met glazen kelk, daarnaast een stenen kruik met een lid, een roemer met lichtrode wijn en rechts een grote schelp als kelk gemonteerd op een (vergulden?) voet.
Ontbijtstuk met kaas, ham en kelken, Jacob Foppens van Es, ca 1630. Collectie Nationalmuseum Zweden (foto: Anna Danielsson).

Nogmaals de Acte van Garantie

Margaretha zit toch nog in haar maag met het verzoek van raadpensionaris Fagel om de brand en de aanvraag voor vergoeding voorlopig stil te houden. Ze heeft alles nog eens goed bestudeerd en ze is tot de conclusie gekomen dat ze gewoon recht hebben op die vergoeding. Het is haar ook eindelijk gelukt om de raadpensionaris’ broer, griffier Fagel, te spreken en hij is het helemaal met haar eens dat degenen die verantwoordelijk zijn voor de uitbetaling op de hoogte moeten zijn. Margaretha heeft de griffier gevraagd of hij hier met zijn broer over zou willen spreken. Hij is zo druk dat ze niet durft hem lastige te vallen en ze durft ook niks buiten hem om te doen, vooral omdat het zo’n goede vriend van Godard Adriaan is. Margaretha belooft dat zodra ze antwoord van de griffier heeft, ze hun zoon en Zijn Hoogheid informeert. De prins heeft immers beloofd te helpen.

Brieffragment over de Acte van Garantie

[van onse affaerees alhier,] terwijlle men so veel vande
vreede handelin4De voorbereiding voor de vredesbesprekingen spreeckt ben ick niet gerust int segge
van de r p fagel dat ick alsnoch van ons ongeluck int
afbrande van onse huise soude stilswijge ent selfve den
staet niet bekent maecken, maer heb de ackte van garant
Eens met bedaerde sinne naer gesien en bevonde dat die
teenemael spreeckt op de goedere ondert gebiet vande genee
raEliteijt toe behoorende de geende die int vijants dienst
sijn en blijfve beloofvende in kas5Cas: geval van vreede handelin
te versorchge uhEd persoon en verseeckert en onse schade soude vergoet worde, daerom
mij dunckt niet langer te moeten stilstaen ben gistere
bij den griffier fagel geweest en hemt selve voorgehou
=de en versocht den heere r p hier over te spreecke vermidts
sijn meenichvuldige affaerees6Affaires: zaken dat ick hem niet derfde moij
lijck valle en niet gaeren Eits soude buijte sijn kenisse
tenteer weetende dat hij Een sonderlin goet vrient van
uhEd en ons huijs is daer in ick badt dat hij wilde konti
niweere, den griffier heeft dit aengenoome te sulle
doen enmijn antwoort te brenge heb hem het reequest7Request: verzoek in de vorm van een geschreven stuk dat
ick hier over soude preesenteere in hande gegeefve om
sijn broer te laete sien, hij oordeelde ick groot gelijck
hadt nu te spreecke op dat de pleijne potensiaerise8Plenipotentiaris: Gevolmachtigde, iemand die door een andergemachtigd is te handelen daer
Eenige last van mochte krijge, so haest9Haast: snel ick antwoort van
hem heb sal de heer van ginkel sijn hoocheijt hier over spreecken en sijne behulpelijcke hant hier in versoecken

Boter op zijn hoofd

Medaillon met een emaille portretje van de Keizer: lang donker krullend, een rechte snor bijna van oor tot oor en een klein kneveltje op zijn kin. Een stevige rechte neus en de kenmerkende, naar voren stekende, Habsburgse kin. Hij draagt een gouden harnas en een grote kanten kraag.
Keizer Leopold I, Peter Boy d.Ä., ca. 1695. Collectie: Gemäldegalerie Berlijn

Met Godard Adriaan gaat het gelukkig steeds beter, alleen nu is zijn secretaris Blanche niet helemaal fit. Er zijn brieven van de keizer binnen gekomen. Hij geeft aan dat hij teleurgesteld is over de militaire acties van zijn leger en dat hij bij een volgende inzet aan zal geven dat ze het beter moeten doen. Als de Prins van Oranje vraagt om een inzet. Hij zal de Keurvorst dan ook verzoeken om hetzelfde te doen. Hij vraagt de Republiek alleen wel om niet in te stemmen met een wapenstilstand. Margaretha lijkt hier tevreden mee te zijn, want ze gaat door met het nieuws uit Engeland. Zou Margaretha niet weten dat het juist de gezant van de Keizer was die de militaire acties frustreerde of is ze, vooral omdat ze weet dat de post geopend wordt, de wijste en laat niet het achterste van haar tong zien?

Brieffragment over de excuses van Keizer Leopold

[over hamburch of Sel sal neeme,] vandaech sijnde briefve vande keij=
=ser gekoome die sijn misnoechge met sijn eijgen hant geschreefve toont
overt ageere10Ageren: militair optreden, krijgshandelingen verrichten van sijn keijserlijcke troepees datse niet beeter gedaen
hebbe so geseijt wort met verseeckerin dat hijse sal intoekoomende doen
ageere daer sijn hoocheijt en den staet sal goetvinde en den keurvorst
daertoe versoecke het selfve van gelijcke te doen alleen versoeckende
wij tot geen stilstant van wapenen soude verstaen, [wt Engelant]

En nog een keer de Acte van Garantie

Vlak voor de brief weg gaat, kan Margaretha al terugkomen op de Acte van Garantie. Om het hele verhaal kwijt te kunnen, stopt ze een extra papiertje bij de brief. De griffier heeft de raadpensionaris gesproken en die heeft de papieren gelezen. Hij blijft alleen bij zijn mening dat Margaretha nog geen actie moet ondernemen. Hij belooft dat hij er persoonlijk voor zal zorgen, dat de Acte van Garantie uitgevoerd zal worden vóór de vrede getekend wordt. Daar legt Margaretha zich voorlopig bij neer. Ze informeert haar zoon en Stadhouder Willem III vooralsnog niet, maar wacht wel op expliciete orders van haar man.

Ziek, zwak, zwanger of hongerig

DatumPlaats
Geschreven23 januari 1673Den Haag
Ontvangen5 februari 1673Soest
Lees hier de originele brief

De vermiste brief van Godard Adriaan van 26 december is binnen! Net als eentje van 6 januari. Wat is Margaretha blij, maar ook teleurgesteld over de tijd die verstrijkt terwijl de brieven onderweg zijn. De ene brief heeft er 27 dagen over gedaan en de andere 16 dagen. En dat in een periode dat er zo veel gebeurt! Margaretha is duidelijk opgelucht dat haar man niet ziek is geworden, na al die vermoeienissen van het reizen.

De zieken

Margaretha begint haar brief met een overzicht van de ziekenboeg. Van Ginkel is, de Here zij gedankt, beter! Warnaar, Van Ginkels koetsier, is gisteren overleden. De lakei (kamerling) begint beter te worden en de koksjongen is ook beter aan het worden. Helaas gaat het met Arend, de lakei van Ursula Philippota niet goed: dodelijk krank, net als Dorit de keukenmeid. Het zit ook allemaal niet mee.

[van de winter so gesont spaert] de heer van ginckel
is ock de heere sij gedanckt weer wel, maer warnaer
sijn oude koetsier is gistere mergen overleede
sijn kamerlin begint te beetere als ock de koxs
jonge, Arent de vrou van ginckels lackeij leijt
dootlijck kranck als ock doorijte mijn kockmeijt
de heer Almachtich besoeckt1Bezoeken: met rampen treffen mij wel met siecke
in huijs, dan sijne wille moet in alles geschiede,

Een goed voorziene voorraadkast

Gelukkig zijn er ook leukere onderwerpen om over te schrijven. Uit zijn brieven blijkt niet alleen dat Godard Adriaan gezond is, hij zorgt ook goed voor zichzelf. Margaretha is blij te horen dat hij goed voorzien is van specerijen, kandij, broden suiker, en kanariesek. Kennelijk heeft Wolfgang Ernst von Eller zu Laubach dit bij Godard Adriaan bezorgd, want Margaretha is hem zeer erkentelijk.

dat uhEd so wel van speeserij kandij broode suijcker
en van kanaerijseck2Canary Seck versien is, is mijn lief wij
hebbe wel oblijgasi3Obligatie: verplichting, schuld aenden heer geene rael maijoor
Eller4Wolfgang Ernst von Eller zu Laubach , [hadde wij wat vande seck hier sou teege]

De Suikerbakker, afbeelding 83 van Menschelyke beezigheeden. Print: Anthonie de Winter naar Jan en Caspar Luyken, Uitgever: Ambrosius Scheevenhuizen, 1695 © The Trustees of the British Museum

Broden suiker zijn geen suikerbroden. Suiker werd in de 17e na het raffineren5dit raffinageproces wordt ook beschreven in het gedichtje onder de afbeelding, gezooden komt van zieden: koken en dan in puntige vormen gegoten. Zo ontstonden vaste kegelvormen van suiker, die broden genoemd werden. Thuis kon je dan van zo’n brood de suiker af raspen of schaven die je nodig had.

Canary Seck?

De kanaerijseck waar Margaretha het over heeft is Canary Seck of Sack. Een zoete wijn van de Canarische eilanden. Hij werd tot ongeveer 1800 ook in Nederland geimporteerd tot het verdreven werd door Port en Madeira. Shakespeare noemt het ‘de wijn die het bloed parfumeert’ (Henry IV, twee achte, scene 4). Er is veel over de Canary Seck te vertellen, Margaretha zou het vooral willen hebben omdat het goed is voor haar schoondochter, die waarschijnlijk snel weer in de kraam is.

Foto vanuit de lucht recht naar beneden. We zien de gitzwarte vulkanische grond. Daarin zijn ronde muurtjes gebouwd om de wijnstokken te beschermen tegen de wind. Binnen elk muurtje groeit een helder groene plant.
Wijnranken in de vulkanische grond van het eiland Lanzarote. Foto: Bodega La Geria

Ze valt van de ene in de andere zwangerschap: de keurvorstin is inmiddels van een zoon, Karel Filip, bevallen. Margaretha is vol bewondering over haar. Deze Dorothea Sophia van Sleeswijk-Holstein-Sonderburg-Glücksburg had de gewoonte om met haar man mee op veldtocht te gaan. Karel Filip wordt dan ook in Bielefeld geboren, waar op dat moment de Brandenburgse troepen zich bevinden. Volgens Margaretha moet ze wel een erg sterke “conplexie” (gestel) hebben om zo mee te reizen.

Met een andere vorstelijke dame gaat het minder goed. Amalia van Solms leeft nog steeds. Soms gaat het beter, soms gaat het slechter, veel vertrouwen in een goede afloop is er niet.

[Eller ,] hadde wij wat vande seck hier sou teege
de kraem vande vrou van ginckel wel te pas koo
=men dan daer is geen raet toe hoope se uhEd
ock goet sal sijn, de keurvorstin is geluckich naer
sulcke lange reijs so geluckich geleege te sijn en
dat noch so wel op haer gemack t moet Een

vrou van seer stercke konplexsie6Conplexien: gestel. Senuwen conplexien = zenuwgestel weesen, haer hoochg
de prinses van oransge7Amalia van Solms blijft ock al in Eene
staet den Eene dach wat beeter en dander weer
Erger men gelooft het Ent de doot sal sijn,

Portret ten halven lijve van Amalia van Solms, de prinses is aanziend en face naar links weergegeven. Zij draagt een zwarte jurk over een wit hemd. Haar hoofd is bedekt met een zwarte sluier. Om haar hals heeft zij een parelketting en zij heeft oorhangers in. In haar handen houdt zij een portret van haar man zaliger, Frederik Hendrik vast. De prinses is voor een effen achtergrond weergegeven.
Amalia van Solms (1602-1675) in weduwendracht, Gerard van Honthorst, 1650. Collectie: Staatsmusea Berlijn.

Sijn Hoocheijt

De Prins van Oranje zit ook wat klem. Hij schijnt iets van plan te zijn, maar Margaretha ziet het niet voor zich: al het land staat onder water. In het dilemma over de veroordeling van Pain et Vin stelt hij zich Ruttiaans op: hij vraagt van iedereen advies, maar houdt dat geheim. Niemand gelooft dat het goed af zal lopen voor Moïse Pain et Vin.

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema gemaakt door Anders Norén