Tag: Ursula Philippota van Raesfelt

  • Soldaten in beweging

    DatumPlaats
    Geschreven4 september 1673Den Haag
    Ontvangen9 september 1673Hamburg
    Lees hier de originele brief

    Er zit schot in de troepenwervingen door Godard Adriaan. Langzaam beginnen de legeronderdelen binnen te druppelen. Eergisteren heeft zich overste Lützow bij Margaretha gemeld, die haar man in goede gezondheid heeft gezien. Gisteren overhandigde kapitein Miltenaer een brief van hem. Miltenaer wist ook te vertellen dat twintig man van de compagnie bij de luitenant van Van Ginkel in Nieuwersluis zijn afgeleverd. Zeven daarvan zijn ziek, maar toch… Margaretha heeft haar zoon gevraagd te zorgen dat de troep goed bij elkaar blijft.

    Brieffragment troepenwerving

    Eergiste is bij mij geweest den overste lutsou1Lützow die
    mij seijde vhEd in gesontheijt te hebbe gelaete daer
    godt voor gedanckt moet sijn, en gisteren kap2kapitein
    Miltenaer die mij uhEd schrijfvens vande 6
    Augusti heeft behandicht en geseijt volgens
    uhEd schrijfve 20 man voor uhEd komp3compagnie meede
    gebrocht te hebbe daervan hij seijt 13 man
    aen de luijtenant van heer van Ginckels komp
    tot Nieuwersluijs geleevert te hebbe en dat
    de resteerdende 7 daer sieck legge, ick heb aen de
    heer van ginckel hier voer geschreefve dat
    hij sijn luijtenant belaste sorch te drage dat die
    volckere bij een blijfve en niet en verloope

    Een kapitein, staande ten voeten uit met een stok in de hand. Op de achtergrond twee soldaten.
    Een kapitein, Willem Bartsius, ca. 1622 – ca. 1639. Collectie Rijksmuseum

    Margaretha legerfinancier?

    De mannen moeten natuurlijk betaald worden. Godard Adriaan had de heer van Heteren op het oog als solliciteur (geldschieter voor het leger) voor zijn regiment maar Margaretha denkt niet dat hij het doen zal, omdat hij voor eerdere voorschotten nog 20.000 gulden van het land te goed heeft. Margaretha vraagt zich af of ze nu zelf zal moeten voorschieten, want Den Haag zal niet betalen voor de monsteringen hebben plaatsgevonden.

    Brieffragment financiering

    Van heetere heb ick noch niet konne spreecke
    maer geloof niet dat hij t solisiteurschap vant
    selfve reesgement sal wille aeneeme so lang
    hij van sijn achterstallige vant lant niet
    voldaen is seijt noch 20.000 f te moete hebbe
    daer hij als noch niet een stuijver van kan
    krijge nu weet ick niet hoet sal maecke of ick
    dit volck niet sal moete betaelle sij sulle niet
    sonder gelt konne sijn ent lant geloof ick niet
    dat voor sij gemonstert4geïnspecteerd sijn gelt voor haer sulle

    (geefve)

    Aan de tafel links zitten drie secretarissen die de schuld noteren en uitbetalen aan de man aan de andere kant van de tafel. De mannen rechts staan op hun geld te wachten. Rechtsboven genummerd: 45. Tekening maakt deel uit van een album.
    Alexander de Grote betaalt de schulden van zijn soldaten af, Leonaert Bramer, ca. 1655 – ca. 1665. Collectie Rijksmuseum

    Voorlopig heeft ze van Ginkel gevraagd of hij de mannen die bij hem komen wil betalen naast zijn eigen compagnie. Ze zal het dan later met haar schoondochter verrekenen.

    Tweede brieffragment financiering

    [geefve,] ick heb mijn soon geschreefve dat hij sorch
    draecht dat se betaelt worde neffens sijn kompa5compagnie
    en salt gelt hier aen sijn vrou weer om geefve

    Laat je soldaten niet kapen

    Soldaten goed bij elkaar houden en ook betalen is noodzakelijk, want voor je het weet ben je ze kwijt. De officieren in de Republiek zitten zo om mannen te springen, dat ze 50 gulden de man bieden voor een transfer, zodra er een nieuwe compagnie uit Duitsland arriveert. Margaretha hoopt dat de officieren van Godard Adriaan zich niet laten omkopen.

    Brieffragment kapen soldaten

    uhEd sou niet geloofve hoe de ofisiers hier
    verleege sijn om volck en hoese op passe als als de
    duijtse ofisiers koome die Eenich volck over hebe
    sij geefve 50 f voor Een man, daerom als die
    offisiers ter goeder trouwe gaen die uhEd het
    volck meede heeft gegeefve is goet maer
    anders soudens al Een toer konne speelle6een toer spelen: een poets bakken, een kunstje flikken

    Verderop meldt ze dat Kapitein Miltenburg voor zijn eigen compagnie gelukkig toch rechtstreeks geld van de Staten heeft gekregen, nadat hij in Amsterdam bot had gevangen. Er schijnt ook een kapitein Vollenhove gearriveerd te zijn in Den Haag, maar die heeft ze nog niet gezien.

    Landschap met links op de achtergrond een kerk en recht op de achtergrond een molen. Vanaf de kerk een pad waarop een zwaar beladen ezel met daarachter een vrouw met een zweep in haar hand. Langs de weg staan drie grote bomen die veel wind vangen. Het regent pijpenstelen, de vrouw houdt haar hoed vast.
    De heide tussen ‘s-Graveland en Hilversum. Drielst, E. van 1745-1818
    Wit Jansz., I. de 1744-1809. Collectie Noord-Hollands Archief

    Beweging op de Veluwe en in het Gooi

    Ondertussen is het Staatse leger aan het bewegen. Willem III is met een deel op de Hoge Veluwe en de Graaf van Waldeck verschanst zich met een ander deel in ‘s-Graveland en Loosdrecht. Maar wat voor plannen Willem III precies heeft? De tijd zal het leren. Margaretha hoopt in ieder geval op Gods zegen.

    Brieffragment Willem III op Veluwe
    Brieffragment Waldeck op 's-Gravenland en Loosdrecht

    [dat betaelt heeft] , Wat nu belanckt ons
    leeger dat is met sijn hoocheijt op de hoochge
    veeluwe de graef van Waldeck heeft opt

    schrafelant7‘s-Graveland en te loosdrecht postgevat daer
    se haer begraefve8zich ingraven wat verder het deseijn9plan
    van sijn hoocheijt is sal ons den tijt leerde,
    de heer almachtich wilt selfve seegene en
    ons in alles bijstaen, inwiens beschermin
    =ge uhEd beveelle blijfve

    Rechtsboven aan de Zuiderzeekust met Naarden, direct daarnaast (midden boven het Naardermeer en links daarvan Weesp. Onder Naarden de woeste gronden waarin staat Goyland. Links hiervan de rechte ontginning van 's-Graveland en daaronder de ronde ontginning van Loosdrecht. De grens van Holland is roze, die van Utrecht is geel.
    Fragment (o.a. Loosdrecht en ‘s-Graveland) van de kaart van de provincie Utrecht met aangrenzende delen van Noord- en Zuid-Holland en Gelderland (Veluwe) door B. de Roij Sr., 1680. Collectie Het Utrechts Archief

    P.S.

    Er volgt nog een half kantje P. S.: Margaretha memoreert nog maar eens de blijde aankomst van de Parmezaanse kazen, maar ook dat de eerder verwachte kapitein Vollenhove alsnog bij haar langs is gekomen. Hier lijken de kaarten omgekeerd te liggen: hij heeft een schuld bij Godard Adriaan en hij had gedacht die in te lossen met een obligatie die bij de freule van Horn zou zijn, maar die obligatie is daar niet meer. Een maandje geduld nog.

    Een getekende man met onder zijn rechterarm een halve kaas, in zijn linkerhand houdt hij een stuk kaas omhoog. Aan zijn riem onder andere diverse messen en ander gereedschap.
    De kaasverkoper, Annibale Carracci. Collectie Musée du Louvre, Département des Arts graphiques.

    Verder stuurt ze een plakkaat mee dat overal hangt en gaat het opmerkelijke gerucht dat de Grebbedijk zou zijn doorgestoken door ‘ons volk’ en dat de provincie Utrecht onder water zou staan. Er zou daar iets te verwachten zijn…
    Er is geen dijkdoorbraak in die tijd bekend. De afbeelding van de kaart van de doorbraak van de Grebbedijk in 1855 laat zien hoeveel land er onder water zou komen te staan.

    Brieffragment plakkaat Grebbedijk

    dit neffensgaende plakaet is hier vandaech
    overal aengeslage, men seijt ook dat ons volck
    de grebbendijck hebbe door gesteecken waerdoor
    alles inde provincie van Wttrecht onder water
    soude sijn, en dat het op die provincie soude
    soude aangesien weesen

    Een kaart waarop te zien is dat het land tussen Rhenen en Wageningen via Veenendaal Scherpenzeel. Renswoude en Woudenberg tot aan Amersfoort onder gelopen is.
    Overzichtskaart van het overstroomde gebied in de Gelderse Vallei ten gevolge van de doorbraak van de Grebbedijk op de 5 maart 1855, het noorden ligt rechts. Collectie Gelders Archief
  • Gedurig Alarm

    DatumPlaats
    Geschreven5 juni 1673Den Haag
    Ontvangen10 juni 1673Hamburg
    Lees hier de originele brief

    Aanval afgeslagen

    Bericht van Godard Adriaan: een deel van zijn geworven regiment is onderweg! En dat is hard nodig, want de afgelopen dagen waren vol gevaar. De aangekondigde aanval heeft nu echt plaats gevonden! 3000 Fransen raakten op 2 juni slaags met het Staatse leger, maar konden worden tegengehouden. Ze hebben zich nu op Jaarsveld teruggetrokken, maar als er meer hulp was geweest, was het misschien gelukt ze echt te verjagen.

    Plattegrond met drie groene vlakken die langs een lijn die schuin omhoog loopt. Rechts boven een windroos onder de kaart tekst in een oud handschrift.
    Kaart van de rivier de Lek ten oosten van Jaarsveld, door J. van Diepenem 1643. Collectie Het Utrechts Archief
    Brieffragment over Jaarsveld

    [hoet ons noch gaen sal] wij hebbe nu Etlijcke dagen
    in Een geduerigen alarm geseeten en sij noch
    niet vrij, de franse legge soot schijnt op haer loere1de Fransen liggen op de loer
    sijn te ijaersfelt wel 3000 sterck die de onse voorlee
    =de vrijdach hebbe geatackeert wmaer waeren te
    swack so geseijt wort was de vijant al aent reetie
    =reeren2retireren: terugtrekken hadden de onse maer Eenich seckoers3secour: hulp ge
    kreege daer was kans geweest om den vijant
    daer wt te slaen [daer wij nu hebbe moete doorga]

    En dat gaat naar Den Bosch toe…

    Hoewel het uiteindelijk goed is afgelopen zijn er natuurlijk wel doden en gewonden te betreuren, waaronder bekenden van Margaretha en Godard Adriaan. Dat weerhoudt het Staatse leger niet van plannen voor een tegen offensief, of minimaal het nog verder versterken van vestingen. Er is sprake van Breda, maar dat is eigenlijk best goed verdedigd. Den Bosch is een beter idee, want dat is slechter bezet en heeft een gouverneur die ‘suft en gehaat is’. Zou ze zich realiseren dat ze een portret van deze gouverneur geërfd heeft van haar oom? De Fransen kunnen steeds veel te makkelijk tussen Brussel en Den Bosch door Brabant marcheren, zonder dat men in Spaans Brabant een vinger uitsteekt. Margaretha heeft niet het idee dat de Spaanse Habsburgers echt met Frankrijk gebroken hebben.

    Plattegrond van Den Bosch. De stad is breed van onder en smaller aan de bovenkant. De versterkingen en muren zijn goed te zien. De kerken zijn ingetekend.
    Plattegrond van Den Bosch door Hubert Jaillot, ca. 1672. Collectie Bossche Encyclopedie

    wel bij de drije duijsent man, andere meene om
    dat breeda van alles so wel versien is dat sijt Eer
    op den bos4‘s-Hertogenbosch sulle aen legge daer so geseijt wort
    weijnich volck in is en Een goeverneur5John Kirkpatrick die
    suft6suffen:in de war zijn en gehaet is als de pest, altijt de koninck7Lodewijk XIV van Frankrijk
    met sijn volck is recht door brabant tuschen
    bruijsel8Brussel en die plaetse heen gemarscheert sonder
    dat de spaense de minste reesestensi9resistentie:verweer hebbe gedae
    is dat met vranckrijck breecken, [nu waert]

    Maar een actie van het Staatse leger met veel soldaten in het zuiden mag er natuurlijk niet toe leiden dat de posten in Holland weer onderbezet raken en een makkelijke prooi voor de vijand worden!

     Op het portret is een borststuk te zien van een blanke man, naar rechts gedraaid. Kirkpatrick staat voor een rustige, donkere achtergrond en is afgebeeld binnen een ovaal met in de hoeken van het rechthoekige paneel een rand van rolwerk. Hij heeft een harnas aan met een zilveren sjerp en een witte, platte kraag met kant langs de rand. Hij heeft een snor en een smalle sik en donker haar tot op zijn schouders. Het portret bevindt zich in een eenvoudige, zwarte houten lijs
    John Kirckpatrick (?? – 1681), Jacob Franszoon van der Merck, 1635. Collectie Kasteel Amerongen

    Vijandelijke vloten naderen elkaar

    Niet alleen op het land, ook 0p zee in de buurt van de Scheldemond, gaat het er om spannen. Cornelis Tromp heeft zich op Schooneveld bij de vloot van Michiel de Ruijter gevoegd. Die telt nu 70 grote schepen, branders en kleine scheepjes niet meegerekend. De Engelsen en Franse vloten liggen vlakbij, op slechts twee schoten afstand. Op 2 juni zijn sommige schepen nog dichter bij elkaar geweest, maar aangezien ze er niks meer over heeft gehoord, zullen ze vanwege de harde wind wel weer uit elkaar zijn gedreven.

    Kaart met links een soort rond eiland: Walcheren. Bovenaan Vlissingen, Rechts o.a. Zoutelande en Westkapelle. Bovenaan ligt nog een andere kust met Casandt, Sluys en Brugge. In de zee liggen zandbanken. De kaarten is doorsneden met allemaal lijnen met cijfers erbij.
    Fragment van een kaart de Vlaamse kust van Walcheren tot Boulogne, 1631, anoniem, 1631 – 1665. Collectie Rijksmuseum
    Brieffragment vloot

    ons scheeps vloote leijt
    noch opt schoonevelt daer tromp10Cornelis Tromp met sijn scheepe
    bij is daermee die 70 kapijtaelle scheepe sonder
    de branders entvaertuijch sterck sijn, de Engel
    gekonsijongeert11Conjungeren: Samen gaan met de franse legge op de hooch
    te van blanckendael12Onduidelijk waar dit is. Hier kan ook best Schooneveld mee bedoeld zijn. Beide namen kunnen een vertaling zijn van het Franse Clairvaux. geen twee schoote van
    d onse, men seijt de brantwachte den 2 deese13De tweede van deze [maand]: 2 juni
    al aen malkandere waere maar vermidts
    mender niet naer der van hoort gelooft me
    dat se door de stercke wint die wij Eenige dag
    en noch hebbe van Een sulle geraeckt sijn

    Vreemd volk goed betaald?

    Vreemd volk14Buitenlanders in Staatse dienst is overigens niet altijd te spreken over de betaling. Hannibal van Degenfeld, de aanvoerder van een regiment uit Saksen, schijnt zich beklaagd te hebben. Margaretha vindt het allemaal leugens: buitenlanders worden juist beter betaald dan ingezetenen. Dat Degenfelds mannen honger hebben geleden gelooft ze wel: hij steekt het geld immers in zijn eigen zak.

    Prent van een man in een tent die aan een tafel zit. Hij noteert iets in een boek en op tafel ligt geld. Aan de andere kant van de tafel zit een soldaat op een kist met een dolk op zijn rug. Daarnaast staat een soldaat met een zwaard aan zijn zijde en een dolk op zijn rug. De afbeelding is rond en eromheen is een soort lijst getekend met putti, engeltjes en plantachtige figuren.
    Betaling van soldaten zo’n honderd jaar eerder: Uitbetaling van soldij, Jost Amman, 1573. Collectie Rijksmuseum
    Brieffragment buitenlandse officieren

    dat deegevelt15Hannibal von Degenfeld, leider van een Duits regiment in Staatse Dienst. Hij zou in 1683 een belangrijke rol spelen in het ontzet van Wenen. so qualijck spreeckt en seijt dat
    de vreemde naesie16de vreemde natie: het buitenlandse krijgsvolk hier so qualijck getrackteer
    wort is van hem valslijck geloochgen de vreemde
    naesie sijn hier vrij beeter en promter betaelt als
    de ingeseetene of oude meliesie, doch dat deege
    =velts kompangi of volckeren onbetaelt honger
    moeste lijde geloof dat waer is, want hijt gelt
    in sijn sack stack ent volck onbetaelt liet

    Van Willem III geen kwaad

    Degenfeld zou ook nog eens gezegd hebben dat Willem III de vreemde troepen onbeschoft behandelt. Daar wil Margaretha helemaal niets van weten. Zijn hoogheid is, als ze de waarheid mag zeggen, ‘van geen brutaal humeur’. Dat heeft ze nog nooit gehoord en ze gelooft het ook niet.

    Brieffragment Willem III

    maer dat sijn hoocheijt hem of Eenige vreemde
    naesie qualijck of bruijske soude beijeegent
    hebbe heb ick noijt gehoort ter kontraeijreije17in tegendeel
    de ingeseetene hebbe altijt sijaloers geweest
    dat me de vreemdeline vrij beeter beijeegent
    de en trackteerde als haer, ock is sijnhooc
    =heijt als ick de waerheijt sal segge van geen
    brutael heumeur dat heb ick noijt gehoort
    kant ock niet geloofve,

    Defltsblauwe afbeelding van een buste van Willem III. Boven hem komen twee engeltjes met een trompet uit een medaillon, samen houden ze een lauwerkrans vast. de afbeelding is omgeven door bladeren.
    Fragment van een plaquette waarop Willem III een lauwerkrans krijgt, Adrianus Kocks, ca. 1690 Collectie Rijksmuseum

    Moeder en kind maken het goed

    Ach, Margaretha wou maar dat ze Godard Adriaan af en toe kon spreken. Ze wijdt nog een paar zinnen aan de tienduizend gulden die ze maar niet loskrijgt en de belastingpachters die niks opleveren. De heer van Dieden18Johan Walraven van Gent, heer van Dieden laat Godard Adriaan hartelijk danken voor het feit dat hij via zijn bemiddeling het drostambt van de Keurvorst19Johan Walravenvan Gent werd Drost van Goch en Gennep dat bij Kleef hoorde heeft gekregen. En fijn familienieuws: gerekend dat de bevalling pas veertien dagen geleden is, maken moeder en kind het zeer goed.

    Brieffragment over de kraamvrouw

    de vrou van ginckel die vandaech
    14 dage out inde kraem is, is
    heel wel naer den tijt so is ock het kint

  • Aanval op komst? Aanval op komst!

    DatumPlaats
    Geschreven29 mei 1673Den Haag
    Ontvangen3 juni 1673Hamburg
    Lees hier de originele brief

    Margaretha houdt het bij een korte brief vandaag. Ze begint met de melding dat het gelukkig goed gaat met haar schoondochter en kersverse kleinkind. En een gelukje: de aanval die dreigde, heeft nog niet plaatsgevonden.

    Dreiging

    Maar het gevaar is nog niet verdwenen, aangezien de vijand zich nog wel aan het voorbereiden is voor een aanval. Wel gaat het verhaal rond dat het eigen leger zich hier goed op voorbereid, het zou bijna onmogelijk zijn om door de verdediging heen te breken, maar Margaretha herinnert zich dat ze dit eerder heeft gehoord en dat de geschiedenis haar iets anders heeft geleerd. Oh god, en hoe moet dat toch met de bescherming van die schare kleinkinderen?

    Brieffragment over aanval en verdediging

    [godt niet genoech konne dancke,] tot noch toe sijn wij
    hier in rust en hebbe de vijantte op onse post noch
    niet geatenteert1Attenteren: ondernemen hoewel men seijt sij alle preeperaesi
    daertoe hebbe gemaeckt se hebbe Een bruch overden
    rhijn tuschen Ameronge en wijck geslage men seijt
    sij haere vergader plaets tot seijst hebbe en ock
    op de heij bij naerde en dat se Amersfoort slechte
    onse poste seijt me dat alle so wel versorcht en ver
    =sien sijn dat naer menselijckerwijse onmoogelijck
    is dat ser door konne, dan wij hebbe Een ijaer her
    =waerts so veel gesien dat onmoogelijck scheen, dat
    men daer niet gerust op kan sijn maer sitte in
    geduerige vrees ick insonderheijt met al de kindere
    en noch so Een versse kraemvrou [daer toe de heer]

    Van Ginckel in Gorinchem

    Haar zoon zit nog in Gorinchem. Daar voert de graaf van Hoorn het bevel. Naar de mening van Margaretha heeft de graaf zeker voldoende moed, maar of hij genoeg bekwaamheid bezit om zo’n belangrijke positie te bekleden, daar is ze niet zeker van. Margaretha vreest aan de lopende band. Het vertrouwen gunt ze alleen de almachtige Heer.

    Een vrouw met een helm op en een harnas onder een omslagdoek/toga heeft haar linkerhand in haar zij en haar rechterhand leunt op een grote knuppel. Achter haar ligt een leeuw die zijn rechter voorpoot opheft.
    Allegorie van de dapperheid, Christian Bernhard Rode, 1788, collectie Rijksmuseum.

    De dromen van de Zonnekoning

    Het gerucht over een mogelijke alliantie tussen de keurvorst van Brandenburg en de koning van Frankrijk wordt nu als waar beschouwd. Margaretha raakt politiek in de war. De Republiek heeft de keurvorst zo veel betaald voor het leger en nu het leger zo dichtbij is, sluit hij een vrede met de Fransen. Zonder het zijn bondgenoten te vertellen! Ze vraagt zich af waar het Lodewijk XIV eigenlijk om te doen is. De meeste mensen denken dat de koning van Frankrijk zijn zinnen heeft gezet op de titel Keizer van het Heilige Roomse Rijk. De keizer van het Heilige Roomse Rijk werd gekozen door de Duitse Keurvorsten, in 1658 had Lodewijk al een poging gedaan, maar was niet gekozen. Droomt Lodewijk XIV van een verzwakt Oostenrijk om zo de titel over te nemen?

    Brieffragment vrede Keurvorst en Zonnekoning

    [hoope ick dat ons bij sal staen,] men hout hier nu
    voorseecker dat de keurvorst met de koninck van
    vranckrijck is geackordeert daer men hier seer over
    roept dewijlle hij sulcke groote som gelts vande
    staet heeft heeft getrocken , tsijn voorwaer onbegrijp
    lijcke dinge dit dus buijten kennise van sijn gealiijeerde
    te doen, ick vreese wij niet beeter met spange ock
    sulle vaeren want hadden sij int sin gehadt te bree
    =cke met vranckrijck souden de scheepe die so rijcklij
    gelade met gelt en andere waere in haer havens
    lagen wel aengehoude hebbe, nu t gaet wonderlijck
    aen alle kante toe, nochtans geloofve veelle dat het
    vranckrijck meest omt huijs t oostenrijck te doen
    is en om roomskeijser te sijn , godt de heere weet
    alles, [uhEd schrijfvens vande 23 heb ick ontfange]

    Vlag van het Heilige Roomse (Duitse) Rijk met op een wit veld een dubbele zwarte adelaar onder een keizerskroon en met in de poten een zwaard en scepter, om de hals het ordeteken van het Gulden Vlies en op de borst een wapenschild met wederom het wapen van het Heilige Roomse (Duitse) Rijk met in het midden op dit wapenschild een blanco wapenschildje waar het wapen van de regerende koning of keizer ingetekend kon worden. Vlag op vlaggensteng en mastvoet.
    Vlag van het Heilige Roomse (Duitse) Rijk, anoniem, 1667 – 1670, collectie Rijksmuseum.

    Geen brief zonder kaas

    Gelukkig heeft Margaretha onlangs nog een brief van haar man ontvangen, waar ze dankbaar voor is. Ze hoopt dat er snel geld geregeld kan worden, zodat zijn troepen snel ter plaatse kunnen zijn. En natuurlijk mag er geen brief voorbijgaan zonder een vermelding van een kaasje. Ze heeft een aantal kazen met Teminck meegestuurd, in de hoop dat ze snel in Hamburg aankomen.

    Een tafel met in het midden een halve brokkelkaas met daarop een schoteltje boter. Links een bord met twee grotere vissen (haringen?) en daarachter een brandertje met kleinere visjes (sardientjes?). Rechts naar de kaas staat een tinnen kan, met daarnaast een bordje met schijfjes gedroogde worst. Voor de worst liggen op een servet witte broodjes.
    Tafel met servies, kaas, worst en vis, Alexander Adriaensen, Collectie Museo del Prado, Madrid.

    Toch een aanval!?

    En plots krijgt ze tijdens het schrijven nog bericht dat de vijand klaar staat om de posten tot Alphen aan de Rijn aan te vallen. God mogen haar en de haren beschermen! Hopelijk schenkt de Heer het leger moed. En wenst ze dat de vijand te schande wordt gebracht. Ze moet er niet aan denken, stel dat het vijandelijke leger toch doorbreekt? Wat te doen?

    Eerste brieffragment over aanval op Alphen aan de Rijn
    Tweede brieffragment over aanval op Alphen aan de Rijn met ondertekening

    [te bestelle,] so int schrijfve wort mij geseijt
    datter seeckere advertensie2Advertentie: kennisgeving, bericht sijn dat den vijant
    gereet staet om alle Eure onse post tot
    Alfhen te Atackeere3Attaqueren: aanvallen, de heer almachtich wil
    ons bewaeren en ons volck manlijcke harte

    geefven en onse vijanden te schande doen keere
    of se quaeme door te breecken wat sou ick doen
    ick hoop alleen op dien groote en almoogende
    godt, in wiens bescherminge uhEd beveelle en
    blijfve
    Mijn heer en lieste hartge

    uhEd getrouwe wijff
    M Turnor

  • Geruchten over aanvallen en allianties

    DatumPlaats
    Geschreven26 mei 1673Den Haag
    Ontvangen31 mei 1673Hamburg
    Lees hier de originele brief

    Tegenwoordig is men daar niet meer zo open en eerlijk over, maar Margaretha start haar brief met te zeggen aan haar man dat ze liever een kleinzoon had gehad in plaats van een kleindochter. Maar, uiteraard is het Gods keuze geweest en is ze vooral dankbaar dat het kindje er in goede gezondheid is gekomen.

    Salomé Jacoba van Reede

    Op 25 mei 1673 in de ochtend is het kind gedoopt en kreeg het de naam Salome Jacoba, vernoemd naar Margaretha’s moeder en oom. De kraamvrouw, moeder Philipotta, maakt het redelijk en ook het kindje doet het goed. En de vader? Het is duidelijk dat er nog geen geboorteverlof bestond in de 17e eeuw, want de heer van Ginckel is vandaag naar Gorinchem vertrokken naar zijn regiment. Er blijkt veel onderlinge ruzie gemaakt te worden tussen de officieren aldaar. Alsof er niet genoeg vijanden zijn…

    Gravure van het interieur van een kerk, links de preekstoel, de dominee staat op de onderste tree. Rechts staat een hele groep mensen, vooraan staat een man die een baby voor de dominee houdt, achter hem een (zijn?) vrouw. een oudere vrouw zit op een stoel. De groep bestaat uit mannen vrouwen en kinderen, allemaal door elkaar. Een oudere vrouw zit op een stoel. Links voor zitten een paar oudere vrouwen op stoelen. Onder de gravure staat Le Baptême du reformés.
    Doop bij de Gereformeerden, Bernard Picart, 1732, Collectie Rijksmuseum.

    Aanval op Muiden en Gorinchem?

    Wat betreft die vijanden, er gaan geruchten rond dat Muiden en Gorinchem vannacht of morgen zullen worden aangevallen – beiden plaatsen tegelijkertijd. Margaretha bidt tot God in de hoop dat de bevelhebbers wijsheid en voorzichtigheid zullen tonen, en dat alle krijgshelden moed en een “manelijcke harte” zullen hebben.

    Allegorie met centraal in een grot drie figuren: een oude vrouw, een man met een puntmuts en een beest met drie koppen zonder ogen die symbool staan voor de eigenschappen Voorzichtigheid, Kracht en Moed. Achter hen links een landschap met een monument voor de vrijheid waarboven onweer losbarst, rechts een landschap met oorlogsgeweld en verdrukking.
    Voorzichtigheid, Kracht en Moed, anoniem, 1787 – 1788, Collectie Rijksmuseum. De oude vrouw, de man met een puntmuts en het beest met drie koppen zonder ogen die symbool staan voor de eigenschappen Voorzichtigheid, Kracht en Moed. Achter hen links een landschap met een monument voor de vrijheid waarboven onweer losbarst, rechts een landschap met oorlogsgeweld en verdrukking.

    Dag en nacht onrust

    Angst overheerst opnieuw, het is bijzonder dat Margaretha haar kalmte in haar pen weet te bewaren. Ze schrijft dat ze dag en nacht onrust ervaart omdat er zoveel gevaar dreigt voor haar zoon en andere geliefden. Hoe kan ze een kraamvrouw met vijf jonge kinderen en zichzelf beschermen? Daarnaast zijn er ook geruchten over een mogelijk verdrag tussen de Keurvorst en de Fransen. Zucht… Er valt nog veel meer te vertellen, maar ze zou liever hebben dat hij hier was. Het is gemakkelijker om alles persoonlijk te bespreken dan het allemaal op te schrijven.

    Brieffragment dreiging

    [in sijn heijlige bescherminge neemen,] och ick ben so
    bekomert kan nacht noch dach ruste dat ons wat
    over quam wat soude ick met Een kraem vrou die
    maer 4 a 5 dagen out inde kraem en 5 sulcke
    kleijne kinderkens gaen beginne, de heere hoope
    ick sal ons bij staen ist sijn godlijcke wil ons aen
    te taste en noch swaerder te besoecken mij ten
    beste raden en Een genaedige wtkomste geefve

    En nu is het uit (2)!

    En dan de kwestie van de tienduizend gulden, die de heren van de gecommitteerde raden nog steeds niet hebben betaald. Ze is daadwerkelijk naar hen toe gegaan, maar niemand was aanwezig. Volgende week gaat ze het nog eens proberen in Amsterdam en de ontvanger persoonlijk te vragen de betaling te regelen. Ze vreest echter het ergste en dat de andere problemen die op hen afkomen nog erger zullen zijn.

    In dit stilleven liggen kazen, krakelingen en vijgen op tafel uitgestald, samen met kostbare voorwerpen als een verguld Venetiaans glas en een Chinese schotel.
    Stilleven met kazen, amandelen en krakelingen, Clara Peeters, 1615. Collectie Mauritshuis. De voorste kaas is een groene kaas.

    Pakketje, brief en kazen

    De heer van Ginckel heeft gisteren een brief aan Godard Adriaan geschreven en deze persoonlijk naar Temminck in Amsterdam gestuurd. Margaretha heeft zelf ook een brief in een deken verpakt, samen met een mandje met verschillende kazen, en verzocht dat Temminck deze met de eerste gelegenheid aan haar man zou bezorgen. En hoewel er een luchtje aan deze zaak hangt, is het niet de lucht van Parmezaanse kaas, want die is nog steeds niet aangekomen…

    Brieffragment kaas

    [sende,] ick heb aenden selfve teminck in Een man=
    deken gepackt 3 schraefvesantse kaese twee groene
    met Een witte gesonde met versoeck hij die met
    deerste geleegentheijt aen uhEd wilde bestelle
    mij verwondert noch niet te hoore dat de blicke
    serviesie uhEd ter hande sijn gekoome, vande per=
    mesaense kaes hoore ick ock niet, men seijt hier
    al Een reesgement van uhEd nieu geworfvene

    Bericht van overlijden

    Tot slot meldt Margaretha haar man dat er een aantal personen uit Amerongen zijn overleden. Zo is Huibert van Velpen niet meer onder hen en ook de oude juffrouw van Amerongen en juffrouw van Nijevelt te Wittevrouwen zijn overleden. Alsof Margaretha wil benadrukken dat naast de vreugde van het nieuwe leven van hun kleindochter ook altijd de dood om de hoek ligt.

  • Pyromanen, soldaten en een baby

    DatumPlaats
    Geschreven22 mei 1673Den Haag
    Ontvangen27 mei 1673Hamburg
    Lees hier de originele brief

    Margaretha zit er duidelijk doorheen. Niet zo vreemd: De gemiste promotie van Van Ginkel ligt haar zwaar op de maag en weer is er een kasteel aan de Franse fakkels ten prooi gevallen. Bovendien zijn er nieuwe vijandelijke troepen in aantocht, terwijl naar het veiligere Amsterdam gaan voor de kraam al geen optie meer is. Want hoewel de vreugde in deze brief ver te zoeken is, is er heugelijk familienieuws…

    Schets van een vrouw met een baby op schoot.
    Fragment uit Twee studies van een vrouw met kind, Rembrandt van Rijn (manier van), na ca. 1650. Collectie Rijksmuseum

    Godard Adriaan werft door

    Maar daar begint ze niet mee, ze heeft nóg een teleurstelling te verwerken. Margaretha had verwacht dat haar man nu wel klaar zou zijn met de troepenwervingen, maar uit zijn laatste brief begrijpt ze dat dat niet het geval is. De heer van Renswoude is verbaasd (en Margaretha zelf vast ook) dat van Amerongen niet vaker om terugkeer verzoekt. Daarnaast weet Renswoude te melden dat Godard Adriaan zelfs een nieuwe opdracht heeft gekregen om naar Gottorp (Sleeswijk-Holstein) te gaan, om de werving daar verder te ondersteunen.

    Brieffragment over de missie van Godard Adriaan

    [is,] ick had gehoopt uhEd daer nu al haest meede sout
    te recht geraeckt1terecht geraakt: in orde, klaar sijn, so ick hier verstae heeft sijn
    hoocheijt ordere gestelt dat uhEd de geldere2het geld daer
    toe sulle werde versorcht, vandaech seijt de heer
    van rhijnswou mij dat hij verlanckt en wenste uhE
    hier waert en verwondert te sijn dat de selfve daer
    niet meer om schrijft, ock dat uhEd weer Een nieu
    =we komissie gekreechge heeft om naer d godtdorp3Gottorp (Sleeswijk-Holstein) te
    gaen om aldaer de werfvin te helpe fasieliteere4faciliteren

    En nu is het uit!

    Zo gaat het niet langer: wel nieuwe opdrachten geven, maar geen geld. Margaretha zal de heren van de gecommitteerde raden morgen eens flink op dit onbeschaamde uitgangspunt aanspreken. Zij móeten nu zorgen dat die tienduizend gulden worden betaald.

    Brieffragment uitbetaling geld voor Godard Adriaans werk

    weer nieuwe komisie5commissie: opdracht te sende en geen gelt te geefe
    kan niet gaen, ick sal nu op dit preesopoost6(?) wrsch. van presumptie: aanname, vooronderstelling, maar ook arrogantie merge
    Eenige heere vande gekomiteerde rade gaen
    spreecke en versoecke dat sij ordere wille stelle
    dat mij die ordinansi van tienduijsent gul
    betaelt worde sal sien wat ick krijgen kan,

    Kleine schets van een kanon met daarachter een groepje soldaten. Achter het kanon liggen kogels. De soldaten dragen speren en vlaggen.
    Fragment(-je) uit Beleg van Brussel, (rechterhelft), 1697, Jacobus Harrewijn, 1697. Collectie Rijksmuseum

    Goed werk wordt niet beloond

    Maar geld is schaars, ook de betaling aan van Ginkels regiment hapert weer. Margaretha windt zich steeds verder op: dat haar zoon gepasseerd is voor promotie zit haar hoog. Van Ginkels compagnie kan zich meten met welke andere binnen het Staatse leger dan ook, maar ondertussen worden anderen die minder goed zijn voorgetrokken. Goed of slecht presteren: het maakt blijkbaar niet uit.

    het gelt is seer qualijck te bekoomen t begint al
    weer met de betaelline vande heer van ginckels
    kompangi en reesgement te hapere, sijn reesge=
    ment en insonderheijt sijn kompangi is so goet
    alser Een in staten dienst is, daer andere die
    voor hem gepreefereert worde op veel naer niet
    tegens op en konne, dant schijnt of men hier wel of
    qualijck doet dat Even veel is,

    Slechts zes Zeeuwse schepen

    Schepen onder de kust voor anker, waaronder een jacht van de West-Indische Compagnie, getuige het WIC-teken op de vlag op het achterschip. Links en rechts vissersschepen en roeiboten.
    Schepen onder de kust voor anker, Willem van de Velde (II), ca. 1660. Collectie Rijksmuseum

    De vloot ligt nog steeds bij Schoneveld te wachten op de Amsterdamse schepen die eerst waren blijven steken bij Pampus en nu onder Texel liggen, én op de Zeeuwse schepen, waarvan er nog maar zes gereed zijn. De Zeeuwen krijgen van Margaretha een veeg uit de pan: het is een schandaal hoe slecht ze leveren. Ze interesseren zich alleen maar voor hun eigen kaapvaart.

    (onze scheepsvloot) leijt noch op schoonevelt wacht de rest van onse scheepe
    die overt pamphes7Pampus niet koste maer nu int tessel
    gereet om wt te loope lege in alsmeede de seuwse8Zeeuwse
    scheepen daer der noch maer ses van wt sijn
    de seuwe9Zeeuwen maeckent so slecht in alles dat
    schande is, sorchge alleen voor haer kaperije,

    Nieuwersluis houdt stand

    De nieuwe versterking van Nieuwersluis door het Staatse leger blijkt een blijvertje. De Hertog van Luxemburg is weliswaar met een paar honderd man uit Utrecht komen kijken, maar heeft zich teruggetrokken onder achterlating van wat manschappen op Gunterstein.

    Tekening van de schans van buitenaf. Recht voor ons een ophaalburg en de grote aarden wallen die daar bovenuit steken. Om de wallen heen, inde gracht, staan palen of een lage palisade. Voor de schans zit iemand te vissen en er staan twee mannen. Eén man staat op de ophaalbrug. Boven de wallen uit steken een paar daken.
    “De schans Nieuwersluis in 1673”. Tekening van Louis Philip Serrurier uit ca. 1730 naar een prent in: ‘t Ontroerde Nederlandt , deel 2, uitgegeven in 1676. Collectie Het Utrechts Archief
    Brieffragment over nieuwersluis

    de post die onse aende nieuwersluijs hebbe gevat en
    nu al in defensi is, heeft den vijant binnen wtrech
    seer geanlarmeert10gealarmeerd, den hartooch van lutsenbur11François Henri de Montmorency Bouteville, Hertog van Luxemburg
    die te breuckelen in Persoon is geweest heeft
    hem vandaer met sijn volck gereetiereert12retireren: terugtrekken en
    Eenich volck opt huijs te grundesteijn13Gunterstein geleijt

    Franse pyromanen

    Volgend op deze terugtrekking hebben de Fransen Breukelen bijna helemaal afgebrand. Wat ze in haar vorige brief al uit geruchten had gehoord blijkt waar: Ook Huis ter Aa ging in vlammen op, ondanks de brandschatting van 1500 gulden die de heer van der Aa had betaald! Kasteel, brouwerij, de bijgebouwen: alles in de fik. “Zij moeten groot vermaak in het branden nemen”, blijkbaar beleven ze aan brandstichting veel lol, merkt Margaretha bitter op.

    Ingekleurde tekening van de ruïne van een kasteel. Het kasteel staat in de gracht en daar vaart een bootje met één persoon erin. Rechts boven in de lucht staat 'ter Aa'
    Gezicht uit het noordoosten op de ruïne van het kasteel Aastein, ook wel Huis ter Aa genoemd, bij Ter Aa, Tekeningetje van Dirc Engel uit ca.1690. Collectie Het Utrechts Archief
    Brieffragment Breukelen en Ter Aa

    so men seijt hebbense breuckelen meest afgebrant
    gelijcke sij ock het huijs te de a14te der Aa: in Ter Aa hebbe gedaen
    niet teegenstaende dat de heer van der A15Frederik van Renesse van Moermont die
    teegenwoordich hier is, 1500f tot afkoop of be
    vrijdine van dien heeft betaelt en Een savegarde
    vanden hartooch van lutsenburch16François Henri de Montmorency Bouteville, Hertog van Luxemburg daer op of
    voor hadt, heeft den voornoemde hartooch selff
    600 man gesonde Ent huijs met brouhuijs en al
    watter omtrent stont laeten af brande,
    sij moeten groot vermaeck int brande neemen

    8000 Fransen onderweg naar Utrecht

    Ondertussen ligt de hoogste Franse legeraanvoerder in Utrecht ziek te bed, maar dat maakt het gevaar niet minder. Er schijnen nog 8000 verse soldaten in aantocht te zijn. De Heer wil ons voor een inval bewaren…

    Brieffragment van de Fransen op weg naar Utrecht

    de prins van kondee17Louis II van Bourbon, prins van Condé seijtme dat te wtrrecht
    aent fleerensijn leijt, en dat se daer noch
    8000 man hebbe ontbooden men gelooft vast
    dat sij teen of tander op ons sulle atenteere18Attenteren: ondernemen ,
    de heer wil ons voor Eenich inval bewaeren

    Genadige verlossing: Salomé Jacoba

    Een Franse inval komt nu slechter uit dan ooit want…. Philippota is van een dochtertje bevallen. En dat met maar twee uur baren. Als het aan Margaretha had gelegen zaten ze nu in Amsterdam, maar ‘naar ouder gewoonte’ heeft het niet zo mogen zijn. Philippota heeft net als de vorige keer het vertrek steeds opgehouden. Moge de Heer Almachtig die haar een genadige verlossing en een “rechtschapen vrucht” heeft geschonken, hen ook een rustige kraamtijd geven. Margaretha maakt zich zoveel zorgen over haar schoondochter en de kinderen dat ze het bijna niet kan verwoorden. Ze sluit af met de wens dat de Heer hen wil geven wat zalig is, en Godard Adriaan wil beschermen. Na het zetten van haar handtekening moet ze haast wel in tranen zijn uitgebarsten.

    Een grote leren stoel met een gat in de zitting. Op de leuningen zitten handgrepen waar je je (als bevallende vrouw) stevig kunt vastgrijpen. Voor de stoel staat een soort voetenbankje met twee stukken ervoor. De kraamvrouw kan haar voeten kwijt op het krukje en de   'verloskundige' kan knielen op de stukken die ervoor zitten.
    Replica van een baarstoel naar een ontwerp van Cornelis Solingen uit 1684. Collectie Museum Boerhaave. Of Philippota er eentje gebruikt heeft is niet bekend.
    Brieffragment bevalling.

    se komen mij segge dat de vrou van ginckel niet wel
    is, die nu naer twee Euren sittens19Zittens wordt in het woordenboek samen vermeld met zitster. Dat is dan een vrouw die een zittend leven leidt (door zittend werk) en het betekent daarmee ook een vrouw die vlijtig zit te werken. Waarschijnlijk heeft de bevalling dus twee uur geduurd van Een dochter
    geleegen20Geliggen: Blijven liggen in het kraambed, daarvan afgeleid “bevallen” is21Ursula Philippota is bevallen van dochter Salomé Jacoba , ick had gewenst mij te Amsterdam
    met haer geweest waere maer t heeft naer ouder
    gewoonte met haer niet moogen weesen wil sij
    wilde niet voort lest vandees oft Eerst vande toe
    koomende weeck niet van hier, de heer almach
    =tich die haer so genadige verlosine en Een recht
    schape vrucht heeft gegeegve wil ons verleene
    dat sij haer kraem in rust mach wt houde
    maer ick ben so met haer en al die kleijne kinder
    bekomert meer als ick kan segge, de heer wil
    ons verleene wat salich is in wiens heijlige protex
    =sie uhEd beveelle, blijfve

  • Haagse heisa

    DatumPlaats
    Geschreven12 mei 1673Den Haag
    Ontvangen17 mei 1673Hamburg
    Lees hier de originele brief

    In haar vorige brief schreef Margaretha over de kwitantie. Het lijkt goed te gaan, in tegenstelling tot de ordinantie van de 10.000 gulden… daar heeft ze nog geen cent van gezien. En dan zijn er ook nog Franse troepen gesignaleerd bij de Hinderdam en weet ze zich geen raad met de hoogzwangere Philippota. Zal de vloot binnenkort misschien goed nieuws brengen…?

    Fransen aan de Hinderdam?

    Fort de Hinderdam in vogelvluchtperspectief. Onder stroomt horizontaal de vecht. Aan de linkerkant ligt een dam met een soort opening waar een bootje door vaart. Rechts vaart een trekschuit met een paard op het jaagpad. In het fort zijn  een paar soldaten. Naar boven toe ligt ook een water met een dam.
    Fort Hinderdam (detail). Afkomstig uit Lambert van den Bos, Toneel des Oorlogs (Amsterdam: Jacob van Meurs en Johannes van Someren, 1675). Wikipedia Commons

    Er is weer alarm geslagen! Het gerucht gaat dat de vijand zich rondom de Hinderdam begeeft. Een paar maanden geleden is de schans bij de Hinderdam omgevormd tot gebastioneerd fort. Margaretha vreest dat de vijand het op de Hinderdam heeft gemunt en een plaats zoekt om door te breken, maar er wordt geen woord over losgelaten.

    Brieffragment Hinderdam

    [tijt gehandicht,] nu mijn lieste hartge krijge
    wij alweer Eene alarm en seijt me dat
    de vijant aenden hinderdam1Fort Hinderdam ligt in Utrecht aan de Vecht tussen Nigtevecht en Uitermeer en was onderdeel van de stelling van Amsterdam. In 1673 is er een stenen bastion gebouwd. In 1674, nog tijdens de bezetting van Utrecht door de Fransen, heeft Amsterdam bij Muiden een zeesluis gebouwd en de sluis in de Vecht bij Hinderdam gesloopt en het recht van inundatie van Utrechts gebied opgeeist. Ben geen aanval bij Hinderdam tegen gekomen.  wil atack
    =queert daer is wat te doen dant wort
    seer geseeckreeteert ick vrees ick vrees
    dat wij der van sulle hebbe en dat den
    vijant op deene plaets of dander sal
    soecke door te breecke[, dat kraeme van]

    Krantenbericht:
Wesop den 11 Mey. Op gisteren vertoonden haer omtrent den Hinderdam, 150 Fransse Officieren, men meynt dat de Prince van Conde daer by geweest ism ode Duc de Anguyn, by haer hebbende 600 Soldaten; doch zijn weder vertrocken sonder yets te ondernemen. Op Gisteren zijn binnen Naerden noch 2 Regimenten gekomen, of sy nu tegens ons yets sullen attendere, moet men verwachten. wy zijn altoos op onse hoeden.
    Bericht uit de Oprechte Haarlemsche Courant van 13 mei 1673. Volgens het krantenbericht zouden zich op 10 mei inderdaad 150 Franse officieren en 600 soldaten bij de Hinderdam hebben opgehouden, maar zijn ze vertrokken zonder iets te ondernemen. Via Delpher.nl

    Hoogzwangere Philippota

    De toestand van haar schoondochter drukt zeer zwaar op de gemoedsrust van Margaretha. Zoals het er nu voor staat, is ze genoodzaakt de komende week met de hoogzwangere Philippota en de kleinkinderen richting Amsterdam te vertrekken. Oh, de heer almachtig wil ons land bewaren en ons allen bijstaan…

    Brieffragment hoogzwangere Philippota

    [soecke door te breecke,] dat kraeme van
    onse dochter leijt mij seer swaer opt
    hart en naer dat de saecke gaen sijn
    wij gereesolveert inde toekoomende
    weeck met haer en de kinderen naer
    Amsterdam te gaen, de heer almach
    =tich wil ons lant bewaere en ons alle
    bij staen[, onse pleijne potensiaerijse sij]

    In een ruimte staat een tafel, links zit een hoogzwangere vrouw met haar benen wijd. Ze steunt met haar linkerhand haar hoofd, haar elleboog rust op tafel. Recht een heer op een stoel druk te schrijven. Links in de ruimte staat een bed, erachter komt een vrouw een glas met pis brengen.
    Arts en vrouwelijke patiënt, Jan Steen, ca. 1665. Collectie National Gallery Prague

    Ambassadeurs in Aken

    De plenipotentiarissen – de hoogste rang die een zeventiende-eeuwse Staatse ambassadeur kon hebben! – zijn gisteren en vandaag vanuit de hofstad richting Aken vertrokken. Johan van Reede van Renswoude heeft uiteindelijk tóch toestemming van de Franse koning gekregen om als gevolmachtigde namens de Republiek in Aken te onderhandelen, en zal binnen een aantal dagen zijn collega’s volgen. Voor hem is er een slaapplaats gereserveerd bij Hieronymus van Beverningh in huis.

    Brieffragment ambassadeurs naar Aken

    [bij staen,] onse pleijne potensiaerijse2Plenipotentiaris: Gevolmachtigde, iemand die door een andergemachtigd is te handelen sij
    gistere en vandaech van hier naer
    Acken vertrocken, de heere van
    rhijnswou seijt me dat sijn pas vanden
    koninck om over de saecken van sijnhoo
    meede naer Acken te mooge gaen ge
    kreechgen en sal so geseijt wordt nu in
    weijnich dage volgen en bij den heere
    beeverline in Een huijs loosgeere[, onse]

    Komt de vloot in actie?

    De vloot is eergisteren met zo’n 48 schepen voorbij Scheveningen gezeild. Er gaan geruchten op dat het plan is om richting de rivier de Theems te varen om aldaar de vereniging van de Franse en de Engels vloot te beletten, waarbij ook de Engelse schepen in de haven in de hens zullen worden gezet. Afgelopen dagen heeft het goed gewaaid, dus de Staatse vloot zal zich waarschijnlijk al in de Engelse wateren begeven.

    [beeverline in Een huijs loosgeere,] onse
    scheeps vloot is met ontrent 48 scheep eergistere
    merge voor bij scheefveline3Scheveningen geseijlt so geseijt wort
    naer de teems om te sien ofse de konsijonsi4Conjunctie: vereniging, samengaan vande
    Engelse met de franse scheepe kan belette en
    de Engelse scheepe in haer havene ruweneere , die
    =wijl de wint seer goet is geweest en noch so is
    gelooft men datter onse vloot al is, de heere wil
    haer deseijn seegenen en ons wat geluck geefve

    Eerste brieffragment vloot
    Tweede brieffragment vloot
    Op de achtergrond een heuvelachtig landschap, op de voorgrond een riviermonding. Op de voorgrond liggen allemaal zeilschepen, aan de rook de zien schieten sommigen hun kanon af. Aan de kust en verder landinwaarts zie je diverse rookkolommen waar iets in de hens staat.
    De Staatse vloot verraste in 1667 de Engelse vloot bij Chatham, waarbij schepen in de hens werden gezet en tot zinken werden gebracht. Een herhaling van zetten…? Tocht naar Chatham, Willem Schellinks, ca. 1668. Collectie Rijksmuseum

    En het Staatse leger?

    Behalve op zee, woedt de oorlog ook op het land nog altijd door. Margaretha verlangt ernaar iets te horen. Prins Willem III is zojuist vertrokken, en op de Haagse wegen is het een hele heisa. Maar echt veel nieuws is er niet. En de postmeester wil weg, dus Margaretha moet afsluiten.

    Brieffragment heisa op de Haagse wegen

    mij verlanckt seer waert hier te lant te doen
    is sijn hoocheijt is so aenstonts vertrocke het rijdt
    hier door den haech seer dan men kan niet weete
    wat het is, en de post wil wech [ick blijf]

    Een man, met een gevederde hoed, leest een brief voor.
    Man met een brief, anoniem, 1667 – 1714. Collectie Rijksmuseum

    Toch nog een kattebelletje

    Blijkbaar heeft de postmeester toch niet zoveel haast, want Margaretha heeft nog tijd om belangrijk oorlogsnieuws in een PS op te nemen. Het schijnt dat de vijand een hoop troepen heeft gemobiliseerd. De Prins is naar Muiden vertrokken en heeft Van Ginkel gelast hem te volgen, waar Van Ginkel uiteraard gehoor aan heeft gegeven. Ach, zijn zwangere vrouw en vier kinderen…

    de post so geseijt wort, wert noch
    niet geatackeert maer men heeft
    advertensie5Advertentie: kennisgeving, bericht dat de vijant al sijn
    volck bij Een treckt, waerom sijn
    hoocheijt naer muije6Muiden en daer ont=
    trent wil heeft de heer van
    ginckel belast mee te gaen
    die hem so aenstonts volcht
    tis hier als heel in roor de
    heere wilse en ons alle be=
    waere wij sitten hier in geen
    kleijne benoutheijt had ick die
    swangere vrou met haer
    vier kinderen niet, gafver
    niet om sou mij selfve wage
    adieu mijn lieste hartge

  • Het deugt daar niet…

    DatumPlaats
    Geschreven28 april 1673Amsterdam
    Ontvangen2 mei 1673Hamburg
    Lees hier de originele brief

    Bij stukjes en beetjes

    Er zit enige schot in de zaak: Margaretha weet het geld voor de ordonnanties bij stukjes en beetjes binnen te krijgen. Ze is naar Amsterdam gegaan en heeft bij de belastingontvanger 4410 van de 6000 gulden los weten te peuteren. Dat was niet makkelijk, want de belastingpachters1De inning van belasting werd verpacht, de hoogste bieder kreeg de baan schijnen met 3 à 4 tegelijk bankroet te gaan, waardoor de belastingontvanger met lege handen staat. Op het geld voor de ordonnantie van 10.000 zal ze nog wel langer dan twee maanden moeten wachten. Het is niet te geloven hoeveel moeite het kost om een ordonnantie te krijgen en dan vervolgens weer om hem te innen. Misschien is er straks wel helemaal geen geld meer. Maar ze blijft haar best doen zo veel mogelijk binnen te harken.

    Brieffragment over het verkrijgen van geld

    hier koomende wist den ontfanger nergens minder
    van als van gelt te geefven segende dat sijn kantoor
    so seer beswaert wiert dat hem niet moogelijck is te
    voldoen, de pachters gaen hier met 3 a 4 teffens
    banckeroet daer hij niet van kan krijge, ick heb
    hem noch so veel goeije woorde gegeefve dat hij mij
    gistere op den ordinans2Ordinantie: regeling, verordening van ses duijsent gul
    4410f heeft betaelt ende resteerende penin
    ge tot voldoenin van de 6000f belooft heeft inde
    toekoomende weeck te betaelle, maer tot de
    betaeline van leste ordinansi ter som van 10000 f
    kan hij mij geen tijt stelle vreese dat noch wel
    Een maent of twee sal aenloope Eer mij die
    betaelt wort, het sal naer dat ick sien en hoor
    hoe langer hoe Erger worde en vreese men opt
    lest heel geen gelt sal konne krijge daer om ick
    blij ben deese leste ordinansi van tienduijsent
    gul genoome te hebbe men sou niet geloofve
    wat moijte men heeft Eer ick de ordinansie
    krijch en dan weer omt gelt te krijgen, sal
    niet versuijme het selfve so veel inte vorderen

    Christus passeert met zijn leerlingen de tollenaar Matteüs en vraagt hem hem te volgen. Matteüs staat op van zijn bank en verlaat de tafel waar hij belasting int. Onder de voorstelling een verwijzing in het Latijn naar de Bijbeltekst in Mat. 9:9. Deze prent maakt deel uit van een album.
    Roeping van Matteüs, Hans Collaert (I), naar Ambrosius Francken (I), 1646. Collectie Rijksmuseum (Mattheüs was dan wel niet bankroet, hij gaf wel zijn beroep als tollenaar/belastingpachter op)

    Ondertussen hoopt ze dat haar man het haar niet kwalijk neemt als ze 2000 gulden van het ontvangen bedrag meeneemt naar Den Haag om de belastingen en de wijnrekeningen te betalen en de rest van de huishouding te kunnen blijven voeren. De overige 2410 laat ze bij de drost van Amerongen die het dan aan huisbankier Temminck zal geven zodra ook de rest van de 6000 binnen is. Zodra er iets voor de volgende ordonnantie binnenkomt gaat dat ook naar de bank. De drost zal dat Godard Adriaan steeds laten weten, zodat die bij kan houden hoeveel geld er van hen bij Temminck uit staat. Temminck zorgde ook voor de wissels, zodat Godard Adriaan in het buitenland geld op kon nemen.

    [alst doenlijck sal sijn,] bidt niet qualijck te neeme
    dat ick van dit ontfangene gelt twee duijsent
    gul mee naer den haech sal neeme om aldaer
    de schattine en de wijnkooper brant sijn reeckenin
    te betaelle en het resteerende tot de huijshoudine
    inde haech koomende sal ick uhEd de memoorije
    vande lest ontfangene 6000f wat daer meede
    betaelt is sende, de resteerende 2410f laet ick
    hier in hande van onsen drost om als hijt verde
    =re gelt van den ontfanger sal hebbe bekoome
    het saeme aen teminck sal telle het welcke
    dan de som van vier duijsent sul sal sijn so
    haest salder geen gelt vande leste ordinansi
    ontfange worde of salt almeede in hande van
    teminck legge, het welcke uhEd van tijt tot tijt
    sal laete weete op dat deselfve staet kont maecke
    wat gelt onder teminck van ons is, [ick heb ons goet]

    Alles naar de pakzolder

    Het huis aan de Nieuwe Herengracht is per mei aan anderen verhuurd, dus Margaretha moest nodig een nieuwe plek zoeken. Net op tijd heeft ze die gevonden en alle spullen verhuisd. Ze heeft voor 5 gulden een pakzolder gehuurd bij makelaar Raedemaecker op de hoek, waar nu alles netjes bij elkaar staat. Behalve dan de koffers met zilver van Phillippota, het kastje met eigendomspapieren en nog twee kastjes met belangrijke brieven: Die worden in bewaring genomen door de drost, die bij zijn vader op de Binnen Amstel gaat wonen. Margaretha heeft van alles een inventaris opgesteld. Die nieuwe zolder is ook nog eens een stuk goedkoper dan het huis, want voor het huis betaalde ze 125 gulden per half jaar en nu maar 5 gulden per maand.

    Links de achtergevels van de Engelsche huizen en de Doelensluis; in het midden de huizen staande aan de Doelenstraat; geheel rechts op achtergrond de Halvemaansbrug met daarachter het Diaconie Weeshuis en rechts op voorgrond, hoek Kistenmakergracht. Techniek: ets in kleurendruk (Teyler-procedé), ten dele handgekleurd.
    De Binnen Amstel, gezien vanaf de Muntsluis ca. 1690 Collectie Stadsarchief Amsterdam

    [wat gelt onder teminck van ons is] ick heb ons goet
    dat alde winter hier geweest is verhuijst en hier
    naest de deur tot Een maeckelaer genaemt
    raedemaecker op sijn packsolder die ick bij de
    maent gehuert heb voor 5f ter maent
    altemaelt goet bij Een geset, wt gesonder ons
    en de vrou van ginckels silver koffers met sil=
    =ver En ons kastge met transporte briefve
    en noch twee vande kistges met vande nodichste
    briefve sal den drost in sijn huijs in bewaerrin

    houde, hij gaet hier in sijn vaders huijs op den binne
    Emstel3Binnen Amstel woonen, ick heb van alles Een inventa
    =ris gemaeckt en wel aengeteeckent, heb hier
    nu weer 125f van huijshuer voor dit half ijaer
    betaelt, dat liep te hooch, derf Evenwel mijn
    goet noch niet inden haech wagen, 5f ter
    maent kan gaen,

    Friesland in gevaar, Brandenburg haakt af

    Rechtsboven inzetkaart met Vlieland, Terschelling, Ameland en Schiermonnikoog. Rechts in het midden twee putti met legenda en twee schaalstokken: Mille Germanica commune / een gemeene Duytsche myl en 0.5, Nederlandsche mylen ofte uren gaens. Rechtsonder titelcartouche met daarboven het wapen van Friesland.
    Kaart van Friesland, anoniem, Bernardus Schotanus à Sterringa, ca. 1665 Collectie Rijksmuseum

    Er zijn troepen naar Friesland gestuurd omdat men bang is dat de vijand daar zal binnenvallen. Dan worden we op drie verschillende plaatsten tegelijk bedreigd! Nou ja, ze zullen niet meer kunnen dan de Heer zal toestaan. Margaretha hoopt dat Hij de Republiek bij zal staan en een keer verlossing zal brengen. Men zegt dat komende week de Zweedse Ambassadeurs naar Aken zullen vertrekken. Ook blijft men maar zeggen dat de keurvorst van Brandenburg een verdrag heeft gesloten met Frankrijk. We kunnen op niemand vertrouwen, behalve op God, en hopen op een goede vrede.

    men is hier seer bekomert
    en vreese de vijant in vrieslant4Friesland sal soecke in
    te breecken daer om daer volck gesonde sal
    worden, sij dreijgen ons op drie verscheijde
    plaets te gelijck te wille atackeere5aanvallen, sij sulle
    niet meer doen als haer de heere toe laet hoope de
    heer ons sal bij staen en Een mael Een genadige
    verlossine geefve,

    de sweetse Ambasadeurs seijtme
    dat int Eerst van de toekoomende weeck vertrecke naer
    Acken, men kontiniweert noch te segge dat de
    keurvorst van branderburch Een aliansi met Vranckrijck6Verdrag van Vossem, maar pas in juni
    heeft gemaeckt , wij konne ons op niemants vertrou
    =we als alleen op godt en hoope op Een goede vreede

    Amsterdam laat het hoofd hangen

    Godard Adriaan zou vast niet geloven hoe de mensen in Amsterdam praten en hoe moedeloos ze worden. Veel kooplieden maken zich grote zorgen. Degenen die hun belangrijkste zaakjes naar Hamburg hebben gebracht, hebben al weer spijt, want Hamburg is slecht verdedigd. Het zou minimaal op plundering uitdraaien. Margaretha lijkt hier niet echt in mee te gaan, want anders zou ze wel grotere zorgen over de veiligheid van Godard Adriaan laten doorschemeren.

    Gezicht over het IJ op de stad met van links naar rechts het Oost-Indisch Zeemagazijn op Oostenburg, de pakhuizen bij 's Lands Werf op Kattenburg, de Oosterkerk op Wittenburg en rechts het poortgebouw van 's Lands Werf. Deze tekening is het linkerblad van een profiel van Amsterdam dat tenminste uit drie bladen bestond. In elk geval ontbreken één of twee middenbladen.
    Gezicht over het IJ op de Amsterdam met van links naar rechts het Oost-Indisch Zeemagazijn op Oostenburg, de pakhuizen bij ‘s Lands Werf op Kattenburg, de Oosterkerk op Wittenburg en rechts het poortgebouw van ‘s Lands Werf. Pieter Idserts Portiers, ca. 1750 Collectie Stadsarchief Amsterdam

    uhEd sou niet geloof hoe de mense hier spreecke en
    hoe kleijn moedich dat sij worde seggende dat dees
    stat meest bedurfven is de kooplie weeten
    niet waer sij blijfve sulle veel sijn swaerhoofdich
    die haer prinsipaelste7Principaal: Voornaam(st), belangrijk(st) tot hamburch hebbe ge
    brocht wenste het weer hier te hebbe vreese om
    dat hamburch sonder defensi is, het minste
    datter sal koome dat die stat sal wt geplondert
    worde, so dat men niet weet waer seecker te sulle
    blijfve,

    Oorlogsvloot voor Pampus

    Blad met een overzicht van de verschillende middelen en manieren om schepen over het Pampus (of andere droogten) heen te halen. Op het blad onder de plaat staat de uitleg van de methodes in 3 kolommen. De prent is opgevouwen geweest en met de hand geadresseerd aan de heer Dirk Mels te Amsterdam.
    Verschillende middelen om schepen over het Pampus (of andere droogtes) heen te halen, ca. 1700, Cornelis Meijer, 1690 – 1710 Collectie Rijksmuseum

    De oorlogsschepen zijn gereed, maar kunnen vanwege de droogte niet over Pampus komen, een ondiepte in de Zuiderzee op de vaarroute van en naar Amsterdam. Er staat niet meer dan 8 tot 10 voet water boven, terwijl er schepen zijn met een diepgang van 24 tot 26. Hebben zij weer! Hier komt overigens de uitdrukking “voor Pampus liggen” vandaan. Als je daar ligt, kan je niet verder en ben je tijdelijk uitgeschakeld.

    de oorlooch scheepe sijn hier alle gereet
    maer konne door de droochte niet overt panhfis8Pampus
    daer isserboove de 8 a 10 niet over en dersijnder
    wel 24 a 26 dit is alweer Een ongeluck,

    Sommelsdijkje zwanger van Labadie?

    We naderen het einde van de brief, want het wordt tijd voor een roddel. Margaretha zegt niets te weten van een vertrek van mevrouw Lucia van Walta, de Vrouwe van Sommelsdijk, uit Den Haag. Blijkbaar heeft Godard Adriaan daar naar geïnformeerd. Margaretha zal eens rondvragen als ze weer in Den Haag is, maar ze gelooft het eigenlijk niet. De hele winter wordt er al gekletst dat Lucia’s dochter, Maria van Aerssen van Sommelsdijk, die bij de Labadisten zit, zwanger zou zijn van leider Jean de Labadie en dat ze met hem zal trouwen. “Het deugt daar niet, met al hun heiligheid”, merkt Margaretha op.

    [de ick sijn leefve wel wensche] vande vrou van
    someldijcks9Lucia van Aerssen-van Walta, echtgenote van Cornelis van Aerssen van Sommelsdijk vertreck wt den haech heb ick niet Een
    woort gehoort salder nae verneeme so haest ick
    weer inden haech koom maer geloof niet datsij
    wt den haech is, men heeft al de winter geseijt dat
    juff Marij van someldijck10Maria van Aerssen van Sommelsdijk die bij la bedije11Jean de Labadie, grondlegger van de Labadisten, een gereformeerde sekte is
    swaer was en dat hij labedije haer sou trouwe
    ten deucht daer met al haer heijlicheijt niet,

    “Daar” is op dat moment Altona bij Hamburg. Jean de Labadie was in 1669 als predikant in Middelburg afgezet en naar Amsterdam gegaan. Zijn radicale leer van samenleven in soberheid en het precies volgen van de bijbel trok ook dames uit de hogere kringen, waarvan de bekendste Anna-Maria van Schurman was. Via haar kwamen ook drie (van de elf) dochters van Van Aerssen van Sommelsdijk en Lucia van Walta erbij, waaronder Maria. In 1670 trokken de Labadisten naar Herford in Westfalen, waar ze onderdak vonden bij Elisabeth van de Paltz. In 1672 vestigden ze zich in Altona. Als het klopte dat moeder Van Aerssen uit Den Haag was vertrokken, was ze misschien wel op weg daarheen, wie weet om bij een bevalling te zijn of een bruiloft voor te bereiden… Of deze roddel nu waar zal blijken of niet, feit is dat het slot Walta in Wieuwerd, waar de Labadisten in 1675 neerstreken, eigendom was van de drie gezusters van Aerssen.

    Bruin getekend medaillon met daarin het portret van een man met een mager gezicht met een flinke neus en een kleine kin met een baardje. Hij heeft een soort bloempotkapsel. Hij draagt een cape waar hij net zijn rechterhand in steekt. Onder de cape een jasje met veel knoopje en een witte, eenvoudige kraag. Links boven  de medaillon een doornenkrans, rechtsboven een lauwerkrans. Onder de medaillon hulstblaadjes een kastanje in de bolster en een roos. Onder het portret staat geschreven: LABADIE Door Larisse geteekent naar 't leeven. Met een haal en een inktvlek aan het eind.
    Portret van Jean de Labadie, Gerard de Lairesse, 1665 – voor 1668. Collectie Rijksmuseum
  • Om de hete brij heen draaien

    DatumPlaats
    Geschreven24 februari 1673Den Haag
    Ontvangen4 maart 1673Minden
    Lees hier de originele brief

    Margaretha begint haar brief maar weer eens met het klagen over de post. Het duurt maar en het duurt maar en Franco Bisdommer speelt de vermoorde onschuld. Er is iets wat niet klopt, maar Margaretha komt er maar niet achter wat.

    Brieffragment over de post

    tis toch in deese meer als bekomerde tijde wel bedroeft
    dat de briefve so lansaem overkoome ick vreese wel
    datter Eits onder schuijlt maer kander niet achter
    koomen, heb bisdomer verscheijde reijse daer over ge
    sproocke ent hem geseijt, die hooch en laech antwoort
    datter sijn leefve aen hinck se niet seeckerder noch
    beeter en weet te bestelle [hij leevertse de post die]

    Gravure van een varken met daarop met een man met een fles aan zijn mand. Er druipt vocht uit zijn mond. Hij heeft een zak achter hem en daar zit een posthoorn aan. Op zijn muts een soort vogel. Achter hem twee jongens, waarvan de ene de staart van het varken vasthoudt. Ze hebben stokken met iets eraan waar ze mee willen slaan. Het varken heeft brieven in zijn bek.
    Een postiljon (postvervoerder) op een varken. Fragment uit een spotprent, anoniem, 1720. Collectie: Rijksmuseum

    Geld

    En natuurlijk komt de niet gevoerde slag van de Brandenburgse troepen tegen Turenne weer aan bod. De legers willen alleen maar vechten op het moment dat de subsidies betaald moeten worden. Het draait allemaal alleen maar om geld. Eerlijk is eerlijk, ze gooit er wel weer een paar mooi ‘Margarethiaanse’ gezegdes tegenaan. Waarom gebruiken we “Een lege beurs maakt een berooid hoofd” en “Ze bijten in de stok, zonder te zien wie hem werpt” eigenlijk niet meer?

    Brieffragment over het Brandenburgse leger

    [maer dat het noch al als voor deese is,] teegens
    dat de maent vande subsijdi peninge verschijnt
    dan schijnens wat te wille doen als dat over is
    so hapert het aent Een of aent ander, so spreeckt
    het volck dickmael met onverstant en bijten inde
    stock sonder te sien wie die werpt , het schijnt
    dat Een leege beurs Een beroijt hooft maeckt dat
    ick vrees der niet op sal beeteren, want men
    geeft veel en siet geen hoop van Eenich ontset
    der vijande, [de kapijtaelle leenine die voor ons]

    Over geld gesproken: Margaretha’s (en dus ook Godard Adriaans) financiële situatie blijft complex. Margaretha heeft de schulden allemaal afbetaald, maar er komen weer belastingheffingen aan. Honderden guldens is ze kwijt. De zadels zijn ook helemaal afbetaald. In Utrecht worden nu inwoners belast voor hun familieleden die veilig achter de waterlinie zitten. Komen je broers niet thuis? Jammer! 1.400 gulden. Zit je zus in Rotterdam? Ook al is ze getrouwd met een Rotterdammert? Pech! 18.000 gulden. Heb je je vrouw en kinderen in veiligheid gebracht? Kassa! 24.000 gulden. Je zal maar onder zo’n koning moeten leven.

    Blauw gestucte boerderij waar met balken (soort vakwerk). In het midden een groot raam met houten luiken en rechts daarvan een houten deur. Helemaal links een iets kleiner raam met luiken en rechts een klein raampje met luiken. De boerderij heeft een rieten dak. Ervoor een houten hekje en een moes- en kruidentuin. Achter de boerderij is bos.
    Een los huus of los hoes. Een boerderij uit Harreveld. Collectie: Openluchtmuseum, Bron: Collectie Gelderland

    Oogst

    Ursula Philippota is eigenaresse van het Huis Harreveld (Achterhoek) met bijbehorende landerijen. De rentmeester heeft de opbrengst van het landgoed voor 400 gulden verkocht. Helaas zijn de Fransen erachter gekomen en willen zij die 400 gulden hebben. Plus 1.800 gulden boete. Nu wordt verwacht dat Van Ginkel dat betaalt, maar waarvan? Alleen de Heer kan nog helpen.

    Brieffragment over het koren van Harreveld

    [=luckich sijn,] de heere vande kloese1Jacob Schimmelpenninck van der Oye heeft vande rent=
    meester broen weegens de heere van ginckel van
    koorn dat van harevelde quam en verkocht was
    ontrent 400 f ontfange, dit is ondeckte of de franse
    sijnt te weete gekoome, hebben den heere vande
    kloese boofve die 400 f noch 1800 f tot boete doen
    geefve dit pretendeert hij vande heer van gincke
    weerom te hebbe, waer hij dit gelt ock bij Een
    sal krijge weet ick niet in soma2kortom tis niet als
    swaericheijt aen alle kante, de heere wil ons
    te hulpe koome ick sie anders geen wtkomst

    Hete brij

    Margaretha heeft nog niks gehoord van de secretaris die bij de Fransen om uitstel en een lager bedrag ging vragen.

    [sende,] ick heb noch geen antwoort vande heer
    weesel noch van seeckreetaris op mijn briefve
    waer in versocht s dat sij bij den intentant
    veertien daege wtstel s tot de gedreijchde Ex
    sekusie3Executie: uitvoering van vonnis van Ameronge of in het beloofve vande
    3000 f soude versoecke, of mijn brief niet
    overgekoome is weet ick niet hoor vant teen
    noch tander niet Een woort, wil noch al het
    beste hoope, [nu komt weer tijdine dat het parle]

    Amsterdam of Den Haag

    De oude vraag duikt weer de kop op: waar is het veilig? Het schijnt dat het parlement in Londen vergadert en dat Koning Karel II een vloot op laat tuigen en dat hij in het voorjaar ergens wil landen. Is Den Haag veilig genoeg? Moet Margaretha dan toch maar weer een huis zoeken in Amsterdam?

    beste hoope, nu komt weer tijdine dat het parle
    =ment tot londen vergadert sijnde met groote
    animeusiteijt4Animositeit: vijandelijkheid begeert den koninck Een aensien
    lijcke scheeps vloot sal doen equipeere om teegens

    het voorjaar in see te brenge , daertoe sij een merckelijcke som
    ter maent voor acht maende lan hebbe gekonsenteert, so dat
    =men niet twijfelt of sij sulle soecke te lande hoet ons dan
    hier gaen sou staet te vreesen en weet niet of ick sal durfve
    wagen of weer een huijs in Amsterdam hueren,

    Ondertussen in Friesland

    Volgens Margaretha liggen ze in Friesland overhoop. Ze schijnen een akkoord gesloten te hebben zonder medeweten van Albertine Agnes, dochter van Frederik Hendrik en Amalia van Solms, weduwe van de Friese stadhouder en regentes voor haar minderjarige zoon. Albertine Agnes heeft ondertussen wel een volksopstand voorkomen en het stadhouderschap van haar zoon veilig gesteld.

    Brieffragment Friesland

    in vrieslant hebbense heel over hoop gelegen dat bedroeft
    is in deesen tijt, nu seijt me het ackoort gemaeckt is en dat
    sijt volkoome eens sijn dit is in d apsensi vande vorstin ge
    ackordeert [te gronninge hebbense den heere rengers twee]

    Een schelm

    In Groningen wordt ene Johan Osebrandt Rengers op de pijnbank gelegd. Deze vriend van Johan de Witt wordt verdacht van verraad. Hoewel hij in werkelijkheid blijft ontkennen, heeft hij in Margaretha’s versie bekend gecorrespondeerd te hebben met de bisschop. Daarvoor moest hij wel twee keer op de pijnbank! Wat een schelm!

    Brieffragment schelm

    [ackordeert] te gronninge hebbense den heere rengers twee
    mael op de pijnbanck gehadt die bekend heeft dat hij
    met den bischop heeft gekorespondeert denck wat en
    schelm [nu mo ick kan niet segge hoe blijde ick ben]

    Op een oude tegelvloer staat iets wat lijkt op een bank. Een grote horizontale plak met aan deze kant twee gaten en overdwars een plankje met twee openingen. Werd iemand hier op zijn buik neergelegd en staken de voeten door de grote plank en werden met het plankje zijn enkels vast gezet? Er zijn nog twee plekken waar ook van die dwarsplankjes geplaatst zouden kunnen worden, maar die zijn leeg.
    Stedelijke pijnbank, midden achttiende eeuw, collectie Stedelijk Museum Alkmaar, locatie stadhuis. Bron: Elsinga, J. / collectie Regionaal Archief Alkmaar

    Finale

    Ze kan niet zeggen hoe blij ze is dat Godard Adriaan verzocht heeft om naar huis te komen! Naar zijn getrouwe wijff…

    Brieffragment thuiskomen

    [schelm] nu mo ick kan niet segge hoe blijde ick ben
    dat uhEd versoeckt hier te mooge koome wij sulle
    den anderen al veel verhaelle hebbe, ondertusche
    blijfve
    uhEd getrouwe wijff
    M Turnor

  • Turenne ontsnapt

    DatumPlaats
    Geschreven17 februari 1673Den Haag
    Ontvangen25 februari 1673niet vermeld
    Lees hier de originele brief

    Margaretha heeft haar vorige brief nog maar net meegegeven onder couvert met de post van Matthias Romswinckel, of daar arriveert dan toch de Keulse post met het nieuws van de legers aan de Rijn waar Den Haag zo naar heeft uitgekeken. Helaas, geen goed nieuws:

    Geen Brandenburgs succes

    Er is helemaal geen slag geleverd! Turenne is een confrontatie met het leger van de keurvorst van Brandenburg uit de weg gegaan en heeft post gevat bij een plaatsje met de naam Beukeboom of Eickeboom, Margaretha weet het niet precies. Hij zit daar in een comfortabele positie waar hij bijna niet aangevallen kan worden. En net nu zijn leger zo verzwakt is (hij heeft veel zieken en gewonden achter moeten laten) en een overwinning voor de Duitse troepen binnen handbereik lag!

    Brieffragment over de post en over Turenne

    nae dat ick uhEd vandaech ondert koe=
    vert1Couvert: briefomslag van den heere romswinckel2Matthias Romswinkel heb ge
    schreefve, komt hier met de keulse post
    tijdine dat tureijne met sijn volck voor
    keurvorst is geweecke en geen slach
    heeft wille leefveren, maer post aende
    beucke of Eijcke boom so die plaets genoemt wort soude genoome hebbe,
    daer so geseijt wort hij heel avontages
    =ijeus3Avantagieus: gunstig, voordelig lijet4ligt ijae5ja so dat me niet gelooft den
    heere keurvorst hem daer sal derfve6durven atakeere7Attakeren: aanvallen
    men seijt ock dat tureijne veel gedevaeliseert8Gedevaliseerd: gewond of ontwapend
    volck en siecke heeft op de wech gelaeten,
    och had het godt belieft dat tureijne had
    mooge geslage worden,

    Heel erg volle zwartwit plattegrond van het gebied ten noordoosten van Keulen. Er staan niet alleen veel plaatsen op maar ook veel stippellijnen: de bewegingen van de troepen van Turenne en van de Keurvorst van Brandenburg.
    Waar is Turenne? Fragment uit een kaart uit 1782 waarop de militaire bewegingen van Turenne (en zijn vijanden) in 1672-1673 staan. Bron: Bibliothèque Nationale de France

    Vorst

    Het vriest weer, dus misschien zal Willem III toch iets ondernemen. Maar dan moet hij wel snel zijn en moeten we bidden dat de Heer het wil zegenen.

    Brieffragment over de vorst en het doel van Prins Willem III

    nu met deese vorst
    gelooft me dat sijn hoocheijt noch wel Eits9iets sou
    atenteere10Attenteren:ondernemen soot so is11Zo het zo is: als dat zo is salt haest moeten aen
    gaen12zal het snel moeten beginnen en sou ons wel te bidde staen dat de
    heer het wilde seegenen, en ons voorspoedich
    maecken,

    Van Ginkel is nu bij zijn moeder en natuurlijk zijn vrouw en kinderen in Den Haag, maar staat klaar om zich morgen als vrijwilliger bij de prins te voegen.

    Brieffragment over de vorst en het doel van Prins Willem III

    de heer van ginckel is noch
    hier, maer dewijlle hij hoort sijn hoocheijt
    Eenich deseijn voor heeft13 Dessein: plan, is hij van meenin
    merge derwaerts te gaen om met godts
    hulpe dewijl sijn reesgement int gar
    =nesoen weer is, sijn hoocheijt als volon=
    =taere14Volontaere: vrijwilliger op te wachte, de heer almachtich wil
    hem bewaere en voorsichticheijt geefve
    in wiens bescherminge uhEd beveelle en
    blijfve

    Vriendendienst

    En dan nog een verzoekje: Mevrouw van Steelandt (geb. Emmerentia van Aerssen van Sommelsdijk) vraagt of Godard Adriaan haar zoon, de heer van Vredestein, die blijkbaar ook in het leger verblijft, 300 gulden voor kan schieten. Hij is namelijk zijn hele uitrusting kwijt geraakt. Zijn moeder heeft geen mogelijkheden om hem vanuit Den Haag iets te sturen. Ze zal het geld terugbetalen aan Margaretha zodra Godard Adriaan haar laat weten dat hij het geld gegeven heeft. Waarschijnlijk is dat goed gekomen. Mevrouw van Steelandt was zelf een dochter van de schatrijke François van Aerssen, heer van Sommelsdijk.

    Waarschijnlijk Emerentia van Aerssen van Sommelsdijk naar Cornelis van der Voort. Collectie RKD
    Brieffragment over de vriendendienst: het grote netwerk van Godard Adriaan

    van vreedesteijn15Lodewijk van Steelandt, heer in Grijsoord, heer van Vredestein het ongeluck heeft gehadt van
    al sijn equipaesge verloore te hebbe, dat uhEd
    hem de som van drije hondert gulde wilde
    van haerentweechge geefve die sij mij hier
    weerom belooft te geefve so haest uhEd sal
    schrijfve die peninge getelt te hebbe, of sijn
    quitansi te sende, sij heeft hier heel geen
    geleegentheijt om hem gelt te sende of over
    te maecken,

  • Morgen naar Amsterdam

    DatumPlaats
    Geschreven8 februari 1673Den Haag
    Ontvangen29 februari1waarschijnlijk 1 maart 1673Bielefeld
    Lees hier de originele brief

    Een korte brief met veel inhoudelijke overlap met de vorige brieven. Hij komt op dezelfde dag aan als één van de brieven van 6 februari. Erg snel is deze postvariant niet: hij is pas op op 29 februari aangekomen. Wacht even…1673 was geen schrikkeljaar, dus Godard Adriaan zal 1 maart bedoeld hebben. Eén echt nieuwtje in deze brief: morgen gaat ze eindelijk het lang verwachte geld halen in Amsterdam.

    Grote plannen en ‘wankelend weer’

    In Den Haag is men erg benieuwd te weten wat de Duitse troepen gaan doen, en ook wat Willem III van plan is met zijn leger. Dat moet iets indrukwekkends zijn, gezien de voorbereidingen die worden getroffen. In Alphen aan den Rijn verzamelt zich een steeds grotere troepenmacht.

    Vestingplattegrond van Fort Gouwsluis bij Alphen aan den Rijn. Het is een vierkant fort met op elke hoek een bastion. Rechts ligt de Rijn, links en onder weilanden, naar links stroomt de Gouwe. Onderaan het fort hangt een extra dubbelbastion. Dichtbij het fort vier puntjes naast elkaar en daarvoor nog een punt.
    Vestingplattegrond van Fort Gouwsluis in Alphen aan de Rijn, anoniem, 1680. Collectie Rijksmuseum
    Brieffragment Duitse troepen

    [selfve avont met de post heb beantwoort], men
    verlanckt hier seer te hoore wat de duijtse troep
    pees2Duitse troepen doen, alsmeede wat sijn hoocheijt met ons
    leeger sal atenteere3attenteren:ondernemen het welcke schijnt naer
    alle preeperaesie wat notabels4notabel: opmerkenswaardig te sulle sijn

    Plaat van faience (wit keramiek met blauwe afbeelding) met een gezicht op Overschie. Links de kerktoren van Overschie, rechts een riviertje met brug, waarop twee figuren. In het water een bootje met twee vissende mannen. Er zwemmen wat eendjes.
    Plaat met een gezicht op Overschie bij Rotterdam, Frederik van Frytom (toegeschreven aan),
    ca. 1670 – ca. 1700. Collectie Rijksmuseum

    Ook Van Ginkels regiment, dat nu nog in Overschie ligt, zal zich daar morgen bij voegen. Dat geeft hem gelegenheid om vannacht nog even bij Phillipota langs te gaan, die nog steeds niet met de kinderen heeft willen vluchten. Heel veel anderen doen dat wel vanwege de onzekerheid over vorst of dooi (“nu wankelt het weer”)

    Brieffragment wankelende weer

    [wat goets verleene,] de liede vluchte van hier
    met gewelt, de vrou van ginckel heeft met de
    kinder niet wech gewilt nu wanckelt het
    weer5het is kwakkelweer men weet niet wat het doet vriese oft
    doijt, de heer van ginckel is deesen avont weer
    hier gekoome met intensi om merge met sijn
    reesgement dat deesen nacht te overschie
    blijft, voort naer Alfhen6Alphen aan den Rijn bijt gros vant
    leeger te gaen, [ick schrijf deese Een dach]

    Gezicht op Alphen aan den Rijn. Op de Rijn verschillende boten, linksvoor de kostschool en linksachter een kerk. Aan beide kanten is bebouwing en aan beide kanten liggen bootjes aangemeerd. In de verte een ophaalbrug en nog verder daarachter een molen. In het midden vaart een zeer elegant zeilschipt, Daarnaast een boot met een kajuit, waarop twee mannen staan te bomen. Twee kleinere bootjes: een roeibootje en een bootje waarop ook iemand staat te bomen.
    Gezicht op Alphen aan den Rijn, François van Bleyswijck, 1714 – 1728. Collectie Rijksmuseum

    Geld halen in Amsterdam

    Margaretha schrijft de brief een dag eerder dan de post gaat, omdat ze morgen naar Amsterdam wil om de ordinantie in contant geld om te zetten. Mocht de belastingontvanger van wie ze het geld los moet krijgen haar te veel aan het lijntje houden dan zal ze de burgemeesters er op aan spreken.

    Brieffragment geld halen in Amsterdam

    ick schrijf deese Een dach
    vroechger als de post gaet om dat ick merge
    met godts hulp gaern naer Amsterdam wou
    gaen om te sien nu gelt voor onse ordinansie
    te krijge vrees den ontfanger mij ock noch al
    sal nae laeten loopen dan so hij t doet sal ick
    de burgemeesters daer over aenspreecken,

    Omdat het geld zo schaars is probeert ze ook de tweede zesduizend gulden zo snel mogelijk te verzilveren. Ze ziet er tegenop om in deze tijden op reis te gaan, maar hoopt zonder ongelukken in drie of vier dagen weer terug in Den Haag te zijn. Ze leeft mee met Godard Adriaan wiens paarden kreupel zijn en wenst hem Gods bescherming.

    Brieffragment meer geld vragen en kreupele paarden

    uhEd sou niet geloofve hoe schaers het gelt is
    ick sal nu inde toekoomende weeck weer ses duij=
    =sent gul7gulden versoecke, hoope buijten ongeluck in
    3 a 4 dage weer hier te sijn, sal al met groot
    te bekomerin in deesen tijt wt weese, het
    doet mij leet uhEd met sijn kreupele paerde so
    verleegen sal sijn de heer almachtich wil
    uhEd en al het onse bewaere inwiens heijle
    ge bescherminge uhEd beveelle blijfve

    En weer de zadels

    Afbeelding van een paard zonder zadel op. Het paard staat voor een winkel vastgebonden aan een tafel. Twee mannen praten over het zadel op tafel, onder tafel ligt ook een zadel. Aan de gevel hangen andere paardenbenodigdheden. Boven de prent staat:
De Saalemaaker
Uw eigen dier, vereist bestier.
Onder de prent staat:
't  Geweldich, trots en weelich Paard, word nochtans van den Man bereeden,
Betoomd, besaadeld en Bedaard:
Soo most de Geest, door hooge reeden,
Zijn wilde Dier, van vlees en bloed,
Betemmen, om een Eeuwich goed.
    Zadelmaker, Caspar Luyken, naar Jan Luyken, 1694. Collectie Rijksmuseum

    Over paarden gesproken: Van Ginkel zou graag de zadels die naar Hamburg gestuurd waren (en waar ze zich in september en oktober zo druk over maakte!) weer hier hebben, schrijft ze in een ps. Ze zijn zo mooi gemaakt en hij kan ze goed gebruiken. Hij en zijn vrouw en kinderen doen de groeten, en in het bijzonder Fritsje die zo groot en zoet wordt!

    Brieffragment van de ps over de zadels en de kinderen en kleinkinderen.

    soot uhEd
    beliefde wenste
    de heer van ginckel
    de saels8zadels en het ander
    goet dat voor uhEd op
    hamburch gesonde heeft is
    weer hier te hebbe om dat
    het seer net gemaeckt is
    heer en vrou van ginckel met
    al de kindere preesenteere
    haeren dienst aen uhEd so
    doet insonderheijt fritsge
    die seer groot en soet wort