Datum | Plaats | |
Geschreven | 9 juni 1673 | Den Haag |
Ontvangen | 14 juni 1673 | Hamburg |
Lees hier de originele brief |
Margaretha zit er helemaal doorheen. Ze is in een ingewikkelde discussie gewikkeld met haar zoon en haar man en allemaal op afstand en per brief.
Met of zonder man
Ze komt er niet uit of ze nou beter af is in deze tijden met haar man thuis of met haar man in het buitenland. Feit is dat ze hem mist. Kennelijk heeft Godard Adriaan in zijn brief wat commentaar gehad op haar geklaag, want ze vraagt of hij het haar niet kwalijk wil nemen dat ze schrijft wat er zoal gezegd wordt.
is, tis waer tis bij deese tijt Een raetsel te kiesen,
want men niet kan weete wat ons best soude sijn
ick heb almeede dewijlle de tijde so loope dickmael
bij mijn selfve gedacht niet te weeten of uhEd
preesensie of apsensie ons best is, het welcke sou
konne sijn al naer dat het wtvalt wil hoope
en godt bidde hij alles tot onsen beste wil
bestieren, onderttuschen kan ick uhEd verseeck
=ren dat sijn landuerijge apsensie indeese be=
komerlijcke tijde mij niet weijnich verdrietich
in mijn Eensaenheijt valt inde welcke ick dick
=mael sonder raet ben, dan daer moet ick
paesijensie in hebbe, wil hoopen uhEd niet qualij
sal neemen wij somtijts schrijfve wat hier
om gaet en geseijt wort so wel het geene ons
teegen als meede gaet men moet het weete
of me sijn meesuerees daer wat naer konde
neemen, uhEd sou niet geloofve hoe de liede
spreecke insonderheijt vant werck vande keur
=vorst men heeft geschrickt bij de mense te
koomen nu begint het wat te stille,
10.000 gulden
Een beetje plichtmatig heeft Margaretha het over het geld dat ze nog steeds niet krijgt. Ze probeert haar man ervan te overtuigen dat ze echt doet wat ze kan en ze verontschuldigt zich: de milities krijgen ook nog steeds niet uitbetaald. Kennelijk is het geld er echt niet, want er komt weer een belastingheffing aan: de 200ste penning op vermogen. Het spijt haar zo dat ze haar man niets anders dan zwarigheid kan schrijven. En dan is ze er nog niet eens. Je hoort haar bijna diep adem halen voor ze aan de volgende passage begint.
Amerongen
Secretaris Van den Doorslag is de belangrijkste informatiebron voor alles wat er in Amerongen gebeurt. En het is ook daar niets dan zwarigheid. Er zijn 100 soldaten in het dorp gelegerd. De gemeenschap draait op voor alle kosten en ze richten vernielingen aan. Ook aan het huis van Godard Adriaan en Margaretha zijn vernielingen aangericht, en in de tuin hebben ze de beelden omvergeworpen en in stukken gegooid. De weiden staan vol met paarden, en er schijnt overal artillerie te staan.
Ach, hoe zal het toch gaan op hun oude dag nu ze alles kwijt zijn…
[het meede brenge,] so aenstonts krijch ick Een
brief vande sc seekreetaris doerslach die wel
lamentabel luijt, voor Eerst datter 100
soldate int ons arm dorp tot laste van de
gemeente1Gemeenschap leijt die voor alles vernielle en
ock noch schade aent huijs doen al de beelde
in den hof om veer hebbe geworpen en ontstu
=cke gesmeeten, inde weijen en waerde gaen 5 a
600 paerde van vande karre het schijnt dat
ter artelgerij2Artillerie leijt, inde hoofve konnenser
niet houde, daer moet 12 man wt dat
dorp naer wijck gaen wercke so dat de luij
de die der noch sijn so seer ver armen dat
ser niet langer konne harden, och hoe salt
ons inde oude dach noch gaen so alles quijt te
weesen, [uhEd seijt wel van daert te pas]
Laatste nieuws
Margaretha sluit een brief van Van Heteren bij, daarin staat meer over wat er bij Schooneveld gebeurt. Men zegt ook dat Maastricht berend is…