Mijn heer en lieste hartge

Tag: Troepenwerving

Pyromanen, soldaten en een baby

DatumPlaats
Geschreven22 mei 1673Den Haag
Ontvangen27 mei 1673Hamburg
Lees hier de originele brief

Margaretha zit er duidelijk doorheen. Niet zo vreemd: De gemiste promotie van Van Ginkel ligt haar zwaar op de maag en weer is er een kasteel aan de Franse fakkels ten prooi gevallen. Bovendien zijn er nieuwe vijandelijke troepen in aantocht, terwijl naar het veiligere Amsterdam gaan voor de kraam al geen optie meer is. Want hoewel de vreugde in deze brief ver te zoeken is, is er heugelijk familienieuws…

Schets van een vrouw met een baby op schoot.
Fragment uit Twee studies van een vrouw met kind, Rembrandt van Rijn (manier van), na ca. 1650. Collectie Rijksmuseum

Godard Adriaan werft door

Maar daar begint ze niet mee, ze heeft nóg een teleurstelling te verwerken. Margaretha had verwacht dat haar man nu wel klaar zou zijn met de troepenwervingen, maar uit zijn laatste brief begrijpt ze dat dat niet het geval is. De heer van Renswoude is verbaasd (en Margaretha zelf vast ook) dat van Amerongen niet vaker om terugkeer verzoekt. Daarnaast weet Renswoude te melden dat Godard Adriaan zelfs een nieuwe opdracht heeft gekregen om naar Gottorp (Sleeswijk-Holstein) te gaan, om de werving daar verder te ondersteunen.

Brieffragment over de missie van Godard Adriaan

[is,] ick had gehoopt uhEd daer nu al haest meede sout
te recht geraeckt1terecht geraakt: in orde, klaar sijn, so ick hier verstae heeft sijn
hoocheijt ordere gestelt dat uhEd de geldere2het geld daer
toe sulle werde versorcht, vandaech seijt de heer
van rhijnswou mij dat hij verlanckt en wenste uhE
hier waert en verwondert te sijn dat de selfve daer
niet meer om schrijft, ock dat uhEd weer Een nieu
=we komissie gekreechge heeft om naer d godtdorp3Gottorp (Sleeswijk-Holstein) te
gaen om aldaer de werfvin te helpe fasieliteere4faciliteren

En nu is het uit!

Zo gaat het niet langer: wel nieuwe opdrachten geven, maar geen geld. Margaretha zal de heren van de gecommitteerde raden morgen eens flink op dit onbeschaamde uitgangspunt aanspreken. Zij móeten nu zorgen dat die tienduizend gulden worden betaald.

Brieffragment uitbetaling geld voor Godard Adriaans werk

weer nieuwe komisie5commissie: opdracht te sende en geen gelt te geefe
kan niet gaen, ick sal nu op dit preesopoost6(?) wrsch. van presumptie: aanname, vooronderstelling, maar ook arrogantie merge
Eenige heere vande gekomiteerde rade gaen
spreecke en versoecke dat sij ordere wille stelle
dat mij die ordinansi van tienduijsent gul
betaelt worde sal sien wat ick krijgen kan,

Kleine schets van een kanon met daarachter een groepje soldaten. Achter het kanon liggen kogels. De soldaten dragen speren en vlaggen.
Fragment(-je) uit Beleg van Brussel, (rechterhelft), 1697, Jacobus Harrewijn, 1697. Collectie Rijksmuseum

Goed werk wordt niet beloond

Maar geld is schaars, ook de betaling aan van Ginkels regiment hapert weer. Margaretha windt zich steeds verder op: dat haar zoon gepasseerd is voor promotie zit haar hoog. Van Ginkels compagnie kan zich meten met welke andere binnen het Staatse leger dan ook, maar ondertussen worden anderen die minder goed zijn voorgetrokken. Goed of slecht presteren: het maakt blijkbaar niet uit.

het gelt is seer qualijck te bekoomen t begint al
weer met de betaelline vande heer van ginckels
kompangi en reesgement te hapere, sijn reesge=
ment en insonderheijt sijn kompangi is so goet
alser Een in staten dienst is, daer andere die
voor hem gepreefereert worde op veel naer niet
tegens op en konne, dant schijnt of men hier wel of
qualijck doet dat Even veel is,

Slechts zes Zeeuwse schepen

Schepen onder de kust voor anker, waaronder een jacht van de West-Indische Compagnie, getuige het WIC-teken op de vlag op het achterschip. Links en rechts vissersschepen en roeiboten.
Schepen onder de kust voor anker, Willem van de Velde (II), ca. 1660. Collectie Rijksmuseum

De vloot ligt nog steeds bij Schoneveld te wachten op de Amsterdamse schepen die eerst waren blijven steken bij Pampus en nu onder Texel liggen, én op de Zeeuwse schepen, waarvan er nog maar zes gereed zijn. De Zeeuwen krijgen van Margaretha een veeg uit de pan: het is een schandaal hoe slecht ze leveren. Ze interesseren zich alleen maar voor hun eigen kaapvaart.

(onze scheepsvloot) leijt noch op schoonevelt wacht de rest van onse scheepe
die overt pamphes7Pampus niet koste maer nu int tessel
gereet om wt te loope lege in alsmeede de seuwse8Zeeuwse
scheepen daer der noch maer ses van wt sijn
de seuwe9Zeeuwen maeckent so slecht in alles dat
schande is, sorchge alleen voor haer kaperije,

Nieuwersluis houdt stand

De nieuwe versterking van Nieuwersluis door het Staatse leger blijkt een blijvertje. De Hertog van Luxemburg is weliswaar met een paar honderd man uit Utrecht komen kijken, maar heeft zich teruggetrokken onder achterlating van wat manschappen op Gunterstein.

Tekening van de schans van buitenaf. Recht voor ons een ophaalburg en de grote aarden wallen die daar bovenuit steken. Om de wallen heen, inde gracht, staan palen of een lage palisade. Voor de schans zit iemand te vissen en er staan twee mannen. Eén man staat op de ophaalbrug. Boven de wallen uit steken een paar daken.
“De schans Nieuwersluis in 1673”. Tekening van Louis Philip Serrurier uit ca. 1730 naar een prent in: ‘t Ontroerde Nederlandt , deel 2, uitgegeven in 1676. Collectie Het Utrechts Archief
Brieffragment over nieuwersluis

de post die onse aende nieuwersluijs hebbe gevat en
nu al in defensi is, heeft den vijant binnen wtrech
seer geanlarmeert10gealarmeerd, den hartooch van lutsenbur11François Henri de Montmorency Bouteville, Hertog van Luxemburg
die te breuckelen in Persoon is geweest heeft
hem vandaer met sijn volck gereetiereert12retireren: terugtrekken en
Eenich volck opt huijs te grundesteijn13Gunterstein geleijt

Franse pyromanen

Volgend op deze terugtrekking hebben de Fransen Breukelen bijna helemaal afgebrand. Wat ze in haar vorige brief al uit geruchten had gehoord blijkt waar: Ook Huis ter Aa ging in vlammen op, ondanks de brandschatting van 1500 gulden die de heer van der Aa had betaald! Kasteel, brouwerij, de bijgebouwen: alles in de fik. “Zij moeten groot vermaak in het branden nemen”, blijkbaar beleven ze aan brandstichting veel lol, merkt Margaretha bitter op.

Ingekleurde tekening van de ruïne van een kasteel. Het kasteel staat in de gracht en daar vaart een bootje met één persoon erin. Rechts boven in de lucht staat 'ter Aa'
Gezicht uit het noordoosten op de ruïne van het kasteel Aastein, ook wel Huis ter Aa genoemd, bij Ter Aa, Tekeningetje van Dirc Engel uit ca.1690. Collectie Het Utrechts Archief
Brieffragment Breukelen en Ter Aa

so men seijt hebbense breuckelen meest afgebrant
gelijcke sij ock het huijs te de a14te der Aa: in Ter Aa hebbe gedaen
niet teegenstaende dat de heer van der A15Frederik van Renesse van Moermont die
teegenwoordich hier is, 1500f tot afkoop of be
vrijdine van dien heeft betaelt en Een savegarde
vanden hartooch van lutsenburch16François Henri de Montmorency Bouteville, Hertog van Luxemburg daer op of
voor hadt, heeft den voornoemde hartooch selff
600 man gesonde Ent huijs met brouhuijs en al
watter omtrent stont laeten af brande,
sij moeten groot vermaeck int brande neemen

8000 Fransen onderweg naar Utrecht

Ondertussen ligt de hoogste Franse legeraanvoerder in Utrecht ziek te bed, maar dat maakt het gevaar niet minder. Er schijnen nog 8000 verse soldaten in aantocht te zijn. De Heer wil ons voor een inval bewaren…

Brieffragment van de Fransen op weg naar Utrecht

de prins van kondee17Louis II van Bourbon, prins van Condé seijtme dat te wtrrecht
aent fleerensijn leijt, en dat se daer noch
8000 man hebbe ontbooden men gelooft vast
dat sij teen of tander op ons sulle atenteere18Attenteren: ondernemen ,
de heer wil ons voor Eenich inval bewaeren

Genadige verlossing: Salomé Jacoba

Een Franse inval komt nu slechter uit dan ooit want…. Philippota is van een dochtertje bevallen. En dat met maar twee uur baren. Als het aan Margaretha had gelegen zaten ze nu in Amsterdam, maar ‘naar ouder gewoonte’ heeft het niet zo mogen zijn. Philippota heeft net als de vorige keer het vertrek steeds opgehouden. Moge de Heer Almachtig die haar een genadige verlossing en een “rechtschapen vrucht” heeft geschonken, hen ook een rustige kraamtijd geven. Margaretha maakt zich zoveel zorgen over haar schoondochter en de kinderen dat ze het bijna niet kan verwoorden. Ze sluit af met de wens dat de Heer hen wil geven wat zalig is, en Godard Adriaan wil beschermen. Na het zetten van haar handtekening moet ze haast wel in tranen zijn uitgebarsten.

Een grote leren stoel met een gat in de zitting. Op de leuningen zitten handgrepen waar je je (als bevallende vrouw) stevig kunt vastgrijpen. Voor de stoel staat een soort voetenbankje met twee stukken ervoor. De kraamvrouw kan haar voeten kwijt op het krukje en de   'verloskundige' kan knielen op de stukken die ervoor zitten.
Replica van een baarstoel naar een ontwerp van Cornelis Solingen uit 1684. Collectie Museum Boerhaave. Of Philippota er eentje gebruikt heeft is niet bekend.
Brieffragment bevalling.

se komen mij segge dat de vrou van ginckel niet wel
is, die nu naer twee Euren sittens19Zittens wordt in het woordenboek samen vermeld met zitster. Dat is dan een vrouw die een zittend leven leidt (door zittend werk) en het betekent daarmee ook een vrouw die vlijtig zit te werken. Waarschijnlijk heeft de bevalling dus twee uur geduurd van Een dochter
geleegen20Geliggen: Blijven liggen in het kraambed, daarvan afgeleid “bevallen” is21Ursula Philippota is bevallen van dochter Salomé Jacoba , ick had gewenst mij te Amsterdam
met haer geweest waere maer t heeft naer ouder
gewoonte met haer niet moogen weesen wil sij
wilde niet voort lest vandees oft Eerst vande toe
koomende weeck niet van hier, de heer almach
=tich die haer so genadige verlosine en Een recht
schape vrucht heeft gegeegve wil ons verleene
dat sij haer kraem in rust mach wt houde
maer ick ben so met haer en al die kleijne kinder
bekomert meer als ick kan segge, de heer wil
ons verleene wat salich is in wiens heijlige protex
=sie uhEd beveelle, blijfve

De vijand slaapt niet en is vol praktijken

DatumPlaats
Geschreven15 mei 1673Den Haag
Ontvangen20 mei 1673Hamburg
Lees hier de originele brief

Godard Adriaan heeft dringend om geld gevraagd voor de werving van het nieuwe regiment in Duitsland. Maar zoals bekend zijn er geen contanten te krijgen. Margaretha legt haar man uit dat de soldaten thuis ook al nauwelijks betaald krijgen.

Soldaten onbetaald

Korporaalsvrouwen moeten bedelen om brood. Het schijnt dat sommige officieren het geld dat voor de soldaten bedoeld is, in hun eigen zak steken. Van Ginkels compagnie wordt gelukkig redelijk betaald, maar zijn salarisverhoging krijgt hij nog niet. Terwijl we het hier wel over een vitaal beroep hebben!

Een vrouw zit tegen haar rugzak aangeleund, haar hoed bedekt haar gezicht. In haar linkerhand houdt ze een hoed op. In een draagzak zit een zuigeling.
Bedelende soldatenvrouw, Daniel Nikolaus Chodowiecki, 1764 Collectie Rijksmuseum
Brieffragment over betaling leger

ick derf niet segge hoe de ruijters en arme soldate
Een deel van wan betaeline1wanbetaling klaechge ija korperaels
vrouwe gaen bidde om Een stuck broot, en konne
niet subsijsteere, ick geloofve het ock veel aende
offijsiers schort diet gelt in haer beurs steecke ende
arme soldate onbetaelt laeten, de kompangi vande
heer van ginckel wort nu reedelijck wel betaelt
maer van sijn hoochge tracktement krijcht hij
noch niet, [sijn hoocheijt is gistere weer hier gekoo]

Willem waakt

De veiligheidssituatie blijft precair, met de verse Franse troepen onder leiding van Condé in het land. Willem III heeft de posten bij Muiden en de Hinderdam geïnspecteerd. De zogenaamde aanval op de Hinderdam was inderdaad vals alarm, er zijn alleen wat paarden en koeien gestolen. Zijne hoogheid is waakzaam genoeg. Margaretha lijkt echt vertrouwen in hem te hebben. Alle legerposten zijn nu op orde, en menselijker wijs kan er niets misgaan. Maar ja, ze hebben afgelopen jaar wel meer meegemaakt, niets is zeker. Want ook de vijand slaapt niet en “is vol praktijken” (streken).

Brieffragment wakende Willem

sijn hoocheijt viegeleert2Vigileren: waken genoech bij sijn versuijm hebbe
wij geen ongelucke te verwachten al de poste sijn wel
versorcht, naer menschelijcker wijse ist onmoogelijc
datser door konne breecke, dan wij hebbe so veel in
Een ijaer herwaerts beleeft en gesien datter niet
van te verseeckeren is, de vijant slaept niet is
vol pracktijcke, [sijn hoocheijt sendt drije reesgemente]

Een bruine tekening met op de voorgrond de oever van een rivier, links bosjes met een boom, rechts alleen bosjes. Op de rivier een zeilboot in het midden en daarachter wat minder goed uitgewerkte roeiboten. Aan de overkant van de rivier ligt een stad met een stadsmuur met torens en poorten. Boven de stad steken verschillende kerktorens uit, rechts een molen.
Gezicht op Schoonhoven, Johannes Leupenius, 1653 – 1693. Collectie Rijksmuseum

De prins heeft ook drie regimenten naar Friesland gestuurd. Zelf blijven hij en de graaf van Waldeck met een “vliegend” (flexibel) leger in de buurt van Alphen en Schoonhoven. Zodat ze bij een eventuele aanval snel ter plaatse zijn. Een mooi succes: Nieuwersluis is weer in eigen handen gekomen. God geve dat het zo blijft!

Brieffragment vliegend leger

men seijt sijn hoocheijt met de graef van waldeck
met Een vliegent leeger ontrent schoonhoofve
en Alfhen sulle blijfve om ofse Eenige van
onse post mochte atackeere daer terstont
bij te sijn donse3De onzen: ons leger hebbe aende nieuwe sluijs nu
weer post gevat godt geefve sijt mooge behou
=de,

Oorlogsvloot

Inmiddels is de uitgevaren oorlogsvloot gesignaleerd ter hoogte van Oostende, zeilend richting de Theems. Gaan de plannen slagen?

Plattegrond van oostende. De bastionstructuur is duidelijk te zien. Aan de bovenkant de Noordzee en het strand, rechts de haven. Onder de plattegrond staan een paar gravures.
Plattegrond van Oostende met stadsgezicht, Matthaeus Seutter (III), 1708 – 1757 Collectie Rijksmuseum
Brieffragment vloot

[voor swaerder wil bewaeren], onse scheepsvloot
is voorleedene vrijdach smergens ontrent 4 Euren
op de hoochte van oostende gesien en seijlde naer de
teems4Thames van waer alle daege men verwacht te
hooren wat suckses van het deseijn5Dessein: plan is, [dus verde int]

Inwendige mens

Margaretha vergeet als altijd de inwendige mens niet in haar brief. In de eerste plaats het inwendige mensje dat er bij haar schoondochter uit moet: volgende week zullen ze toch echt naar Amsterdam gaan om daar veilig te kunnen bevallen. En in de tweede plaats haar eigen inwendige mens die erg blij is met het vat wijn dat Godard Adriaan heeft gestuurd. Ze hebben het inmiddels aangebroken en de inhoud is heerlijk. Wijn is nu erg duur, en boter ook: 8 stuivers per pond.

Brieffragment over de kraamvrouw en de wijn
Brieffragment over de prijzen van wijn en boter

wij sijn noch gereesolveert int begin vande toe
koomende weeck met de vrouw van ginckel en haer
kindere naer Amsterdam te gaen om haer
kraem met godts hulpe daer wt te houde
de heere wille Een goede verlossine en gesonde
vrucht verleene, wij hebbe de wijn die uhEd mij
heeft beliefve te sende ontsteecke is heel goet
bedancke deselfve noch seer voorde goede sorchge


die hij voor ons draecht, booter en wijn is hier seer
dier het pont booter kost hier noch al 8 en 9
stuijvers,

Bouwmeester als boodschappenjongen

De Parmezaanse kaas (verblijfplaats nog steeds onbekend) zit Margaretha hoog. Zo hoog zelfs, dat ze de keurvorstelijke bouwmeester, Michiel Mattheus Smits, inschakelt. Terwijl ze zit te schrijven staat hij op de stoep met een brief van Godard Adriaan. Hij heeft weinig tijd, want hij is op doorreis naar zijn familie in Breda. Hij belooft daar naar de kaas te informeren en op de terugreis wat langer te blijven.

Michael Matthias Smidts (1626 – 1692) door Jacques Vaillant, 1685.
Collectie: Stadtmuseum Berlin © Repro: Michael Setzpfandt Berlin
Brieffragment over Michiel Mattheus Smits en de Parmezaanse kaas

[hooren wat suckses van ht deseijn is] dus verde int
schrijfve kom den boumeester vande heere keurvorst
van brandenburch6Michiel Mattheus Smits was afkomstig uit Breda en heeft veel bouwprojecten in Brandenburg op zijn naam staan. In 1676 zou hij namens de Keurvorst het hout leveren voor de herbouw van Kasteel Amerongen die mij uhEd aengenaeme7aangename brief behandi8behandigt:overhandigt
hij is so haestich dat hij niet wilde sitten maer so voort
naer breeda vertrecken, sal daer naer de perme
saense kaes verneemen, als hij weer komt heeft
belooft weer aente sulle koome sal hem dan so wij
noch hier sijn versoecke Een maetijt met ons te Eete
en so veel onthael doen als wij konnen,

Twee oude heren en nog meer kaas

Met oom Dirk Adolf van Reede in Wijk bij Duurstede gaat het voor zijn doen goed, voor zover Margaretha weet, maar ze heeft eigenlijk al een poosje niet van hem gehoord. Blijkbaar heeft Godard Adriaan naar hem gevraagd. Deze oom is een broer van zijn vader en loopt al een eind in de zeventig. Een opmerkelijk familielid, want als twintiger is hij bij de Jezuïeten gegaan en ondertussen bedient hij al zo’n veertig jaar redelijk ongestoord als priester de katholieken in Wijk. Zijn gezondheid begint wat achteruit gegaan. Uiteindelijk zou hij in 1674 overlijden.

Een man met gesloten ogen, een snot en een paar dagen baardje. Op zijn hoofd een zwarte kap waar grijze krullen onderuit steken. Om zijn nek een lichtblauwe stola met een rode rand. De kleding eronder is wit. Aan de rechter een opengetrokken blauw gordijn. Rechts in de hoek staat
RP Theod: Reede
M 1674 12 Dec
Art: 74 MIS 41
Dirk Adolf van Reede op zijn doodsbed 12 december 1674 op de leeftijd van 74 jaar. Collectie: Parochie H. Suitbertus, Culemborg

Van een andere oude heer die net ziek is geweest, Johan Temminck in Hamburg, vindt Margaretha zeker dat hij aan moet sterken, want ze stuurt hem…kaas. Geen Parmezaanse, maar ‘S-Gravenzandse kaas dit keer.

Brieffragment Dirk Adolf van Reede en Johan Temminck

[vant lant vereijst] onse oom van reede9Dirk Adolf van Reede weet ick niet
beeter of is naer sijnen doen reedelijck wel is noch
tot wijck10Wijk bij Duurstede, dan heb nu in Eenige tijt herwaerts niet van
sijn hEd gehoort, ick sal met deerste geleegentheijt
Een paer goede schraefvesantse11‘s Gravezandse kazen voor den goede
oude heere teminck sende wenste te weete wat
hem aengenaem mochte sijn, [sal nu blijfve]

Een zeventiende-eeuwse status-update

DatumPlaats
Geschreven5 mei 1673Den Haag
Ontvangen9 mei 1673Hamburg
Lees hier de originele brief

Zelfs in oorlogstijd zijn er momenten dat er weinig gebeurt. Zo ook op vijf mei. Margaretha’s brief is met name een status-update over de onderwerpen die ze in haar vorige brief noemde.

Financiële perikelen

Godard Adriaan werft uit eigen zak een regiment soldaten voor zijn zoon. Zoonlief is hier erg blij mee maar het moet wel allemaal betaald worden. Eigenlijk al sinds het begin van de oorlog krijgt Godard Adriaan met grote moeite uitbetaald en het lijkt niet beter te worden. Margaretha is er recentelijk met hernieuwde energie tegenaan gegaan en ze heeft eindelijk de griffier zover gekregen dat weer over de vergoeding voor Godard Adriaans rustwagen gepraat gaat worden.

Schets van twee wagens met een huif. De linker wagen is het meest schetsmatig en laat de achterkant zien, mrt de as en twee wielen die schuin naar buiten steken. Rechts een uitgewerkte wagen schuin van voren, De dissel staat omhoog. De wagen heeft vier wielen, twee kleinere voor en grotere achter. De wagen heeft een halfronde huif met een opening aan de zijkant. Voor een kleine bok.
Twee reiswagens, Gilles Neyts, 1633 – 1687. Collectie Rijksmuseum

Dat dit nog niet afgehandeld is, is simpel te verklaren: Daniël van Hogendorp had deze zaak in handen maar is helaas gestorven. Nu is het wachten tot nieuwe heren zijn geïnstalleerd bij de Staten-Generaal. Er is ook altijd wel wat zeg! Margaretha blijft stug volhouden en doet steeds haar best maar het zit haar maar niet mee.

uhEd aengenaeme vande 28 pasato is mij behandich
geloofve wel uhEd veel moijlijckheede met de werfvine 
heeft, ick oordeelle de heer van ginckel geluckich
dat uhEd die kompangi voor hem werft, daer sal
noch al meer als niet van koomen, brant sijn soon
schrijft Eenich gelt van uhEd ontfange te hebbe
maer niet hoeveel, den heer griffier fagel1Griffier Hendrik Fagel belooft
mij noch de reesoluijsi weegens de rustwage bij den
staet, nu als de nieuwe heere inde vergaderine sulle
sijn gekoome te bestelle, hoochgendorp2Daniël van Hogendorp diet in hande had is
doot het welcke, so hij seijt oorsaeck is het so lange
heeft getraeijneert3Traineren: langzaam zijn, talmen, uitstellen, de ordinansi4Ordinantie: verordening ter som van tien
duijsent gul heb ick nu met haer volkoomene leede
in hande doch sien daer noch so haest geen gelt 
van te bekoomen sal niet op houd mijn best
daer om te doen , [de sweetse Ambassideurs hebbe]

Een Brabants offensief?

De vredesconferentie in Aken nadert en eindelijk zijn de Zweedse ambassadeurs vertrokken. Uiteraard zullen er ook ambassadeurs van de Republiek aanwezig zijn. Deze zijn – natuurlijk – nog niet vertrokken. Het zou allemaal toch eens vlot lopen. Hopelijk doen de ambassadeurs hun werk goed en komt er snel een gunstige vrede voor de Republiek.

[daer om te doen,] de sweetse Ambassideurs hebbe
haer aftscheijt vande staet en sijnhoocheijt genoome
vertrecke merge so geseijt wort de onse sulle En
woonsdach volgen de heere wil geefse sij wat
goets ten beste van ons liefve vaderlant mooge
wt wercken, [den prinse van konde is te wttre
=cht]

Vrede lijkt te naderen maar de Fransen lijken niet rustig te blijven wachten tot dit gebeurt. Generaal Condé is weer in Utrecht en er gaan geruchten over een nieuwe Franse aanval. Ditmaal in Brabant. Margaretha hoort dat Den Bosch, Heusden of Breda mogelijk doelwitten zijn. Waakzaamheid is dus vereist. Dat zit dan wel weer goed, stadhouder Willem III is langsgegaan bij alle posten. Als de aanval komt, is de Republiek er klaar voor!

[wt wercken,] den prinse van konde5Lodewijk II van Bourbon, prins van Condé is te wttre
=cht
alwaer men seijt veel vaertuijch reet gemaeckt wort
men gelooft sij twee a drij plaetse te gelijck sulle
soecken te atackeeren, men spreeckt van den bos 
heusde of breeda dan dit sijn maer raetselen
wij moeten op alle kante op onse hoode sijn, sijn
hoocheijt heeft selfs in Persoon alle onse poste
weesen besichtigen en so geseijt wort wel besorcht
gevonden, nu alledaech sulle wij weer deen
alarm of dander hebbe te verwachten de heer 
wil ons bijstaen en geefve wat salich is, inwien
heijlige bescherminge uhEd beveelle blijfve
Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff
M Turnor

Tekening van een gracht. Links struiken en daarachter een kade, rechts enen oever met gras en daarachter bomen. In het midden een burcht met een grote kerk met een toren erachter.
Gezicht op Breda, Philips Huygens, 1651. Collectie Rijksmuseum

Groeten van de kleinkinderen

Na al dit bloedserieuze nieuws eindigt Margaretha haar brief met een briesje frisse lucht: voor het eerst in tijden krijgt Godard Adriaan ook weer iets van de kleinkinderen te horen. Ze “presenteren hun trouwe dienst” aan hun grootpapa en Fritsje bidt zelfs dat opa Godard Adriaan snel gezond thuis komt. Het komt voor ons allemaal erg formeel over maar voor Godard Adriaan zal dit vast een fijne afsluiting van de brief zijn geweest. Behalve… de Parmesaanse kaas is nog steeds niet boven water. Schandalig nieuws!

onse vier kleijne 
preesenteere
haere oot moedige6Ootmoedig, van ootmoed: Het gevoel van iemand tegenover anderen die boven hem staan, het gevoel van onderdanigheid en ondergeschiktheid tegenover een grootere in macht; nederigheid. Een gebruikelijke ondertekening van brieven.
dienst aende groote papa
so doet insonderheijt7Inzonderheid: voornamelijk fritsge 
die seer groot en sterck wort
en alledaech voor groote
papa bidt dat hij in ge
sontheijt t huijs mach koome
vande permesaense kaes hoor ick noch niet vrees
die in verkeerde hande is geraeckt, hoope uhEd

nu het gesonde blicke servies sal hebbe ontfange

Een Parmezaanse kaas met een zwarte korst en een stuk eruit ligt op een plank. De plank zit tegen een muur waar een deel van het stucwerk af is en de bakstenen te zien zijn. Links naast de kaas zit een muis, rechts een witte kitten met bruine ogen en een blauwe strik om. Op het randje van de plank ligt een kaasmes.
Handelsmerk van het bedrijf Pelagatti, Osvalde Ballerio, ca 1930. Collectie Museo del Parmigiano Reggiano

Oude brieven en een veeleisende intendant

DatumPlaats
Geschreven15 februari 1673Den Haag
Ontvangen23 februari 1673Bielefeld
Lees hier de originele brief

Al eerder schreef Margaretha over gedonder met de post. Nu schrijft ze dat ze gisteravond drie brieven van Godard Adriaan heeft ontvangen. Het zijn oude brieven; twee van begin februari en één van 30 januari. Zou er misschien iemand zijn die de brieven ophoudt…?

Een andere postdienst

Ondertussen krijgt Willem III brieven van de keurvorst van Brandenburg van veel recentere datum dan de brieven die Margaretha van Godard Adriaan ontvangt. Margaretha besluit haar brieven met de Brandenburgse gezant Matthias Romswinckel mee te geven.

Brieffragment post

[daermeede Een part soecke te speelle,] want so
ick bericht wort krijcht sijn hoocheijt wt het leeger
vande keurvorst briefve die wel Een post verser
sijn als die van uhEd koome, ick sal nu de mijne
met romswinckel sien te sende, en sien ofse beeter
sulle bestelt worden[, nu moet ick tot mijn leet]

Een schilderij van een serieus kijkende man met golvend haar tot op de schouders en een vlassig snorretje. Hij draagt een roodfluwelen mantel en daaronder iets met een witte, rechte kraag. Hij zit op een stoel met naast hem een tafel waar zijn rechter arm op ligt. Op tafel ligt een persisch tapijt met onder zijn arm papieren. Aan de rechterkant achter hem een raam met uitzicht op een burcht met torens die donker afsteekt tegen de ondergaande (of komende?) zon.
Portret van Matthias Romswinckel, Caspar Netscher, ca. 1670. Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Amersfoort (C11)

Drieduizend gulden

Margaretha moet zich verontschuldigen voor het slechte nieuws: intendant Louis Robert eist nu echt drieduizend gulden van de Van Reedes. Wanneer de Franse ambtenaar het geld niet ontvangt, zal hij het huis in Amerongen in vlammen doen opgaan. Margaretha’s smeekbede heeft dus geen enkele zin gehad. Zoon Van Ginkel heeft aangeraden het bedrag te betalen, maar Margaretha twijfelt. De intendant beweert dat het bedrag maar eenmalig dient te worden betaald, maar geeft tegelijkertijd aan dat hij dat niet zwart op wit kan zetten. Louis Robert is immers ook afhankelijk van de wil van de Zonnekoning.

Brieffragment over de brandschatting 1

[sulle bestelt worden,] nu moet ick tot mijn leet
weesen alweer van swaericheijt spreecken, hierkoo=
=mende viend briefve van de seeckreetaris van
Ameronge en vande prockereur generael, daer
de heer van ginckel uhEd de kopijen van
heeft met de laeste post gesonde, die segge
dat den intendant perforse1Parforce: met (alle) geweld drije duijsent gul
van ons wil hebbe of wil met de Exsckusi
van ons huijs te doen springe en voort
alles te ruweeneere voort gaen[, ick ben]

Brieffragment brandschatting 2

[alles te ruweeneere voort gaen,] ick ben
ten hoochste bekomert niet weetende wat hier in sal doen
den heer van ginckel sou niet gaere sien dat sij tot
d Exsekusi soude koomen hij meent wij daer die
3000f aen hoorde te wagen, de intendant seijt
dat het maer voor Eens te geefve sal vrij sijn
doch wil daer geen verseeckerin vandoen seijt
het opt woort van koninck moet aen laete koo
=me se segge ock dat onse ackte van garant
als der op Aen sou koome maer Een acksi sou
sijn daer mij het naer loope meede sulle hebbe
ick kan niet segge hoe benaut ick hier over
ben [sou ock wel licht het gelt geefve om ons]

Wat wil Godard Adriaan?

Margaretha weet zich geen raad. Als ze wist dat Godard Adriaan van mening is dat ze het geld moeten betalen om het huis te behouden, dan zou Margaretha dat in een oogwenk doen. Maar ze heeft geen tijd om zijn advies af te wachten en besluit bij goede vrienden te rade te gaan.

Brieffragment Godard Adriaan

[ben] sou ock wel licht het gelt geefve om ons
huijs te konserveere so ick wist uhEd aengenam
sou sijn, daer is geen tijt om uhEd advijs af
te wachte sal met goede vriende te rade gaen

Verse rekruten

Ondertussen heeft Willem III in de vergadering van de Ridderschap voorgesteld om de oude regimenten te ontbinden en verse rekruten uit Duitsland aan te nemen. Hier is niet iedereen het mee eens; er wordt flink over gemopperd. Margaretha zegt het niet met zo veel woorden, maar het is duidelijk dat haar man verantwoordelijk gaat zijn voor het werven van nieuwe rekruten. Het is een korte brief geworden. De stalmeester van Georg-Friedrich von Waldeck-Eisenberg is namelijk met spoed door Willem III naar Godard Adriaan gestuurd en staat op het punt te vertrekken. Margaretha geeft de voorliggende brief dus niet met Romswinckel mee, maar met de stalmeester van de graaf van Waldeck.

Brieffragment recruteren troepen

sijn hoocheijt heeft inde va vergaderin van rider
schap, alhier geprooponeert2Proponeren: ter tafel brengen om de oude reesge
=ment die heel wat gedevaeliseert3Devaliseren: ernstige beschadigd zijn, zwaar verlies aan manschappen (eigenlijk bij schip), kan ook zijn dat men buiten bezit gesteld is van zijn uitrusting (ontwapend) sijn te
kasseere4Casseren: afzetten, uit ambt ontzetten en weere nieuwe aenteneeme die wt
duijtslant soude koomen, hier murmereere veel
seer over, brenger dees is de stalmeester vande
graef van waldijck die Espres van sijnhoo
aen uhEd wort afgesonde en so vertreckt
daerom dees moet Eijndige blijf

Prent van een man met een bos kroezend haar tot over zijn schouders. Hij draagt een harnas met een kanten kraagje en kanten manchetten en een sjaal om zijn middel. In zijn handen een maarschalksstaf. Hij kijk geamuseerd naar de toeschouwer, terwijl achter hem oorlog gevoerd wordt.
Prent van Georg Friedrich, prins van Waldeck-Eisenberg, Christiaan Hagen, ca. 1663-1695. Collectie Rijksmuseum

P.S.: Hoe gaat het met u?

Op het laatste moment besluit Margaretha toch nog even snel te vragen hoe het er voor staat met de Brandenburgse troepen. En oh ja, niet onbelangrijk, hoe gaat het eigenlijk met Godard Adriaan?

Brieffragment ps

sal seer naer uhEd briefve verlange
hoet daer met de leegers van heere
keurvorst sal sijn, en insonderheijt5Inzonderheid: voornamelijk
met uhEd, de heer almachtich wil
twerck tot onsen beste seegene en
uhEd bewaere

Een machtich leeger

DatumPlaats
Geschreven18 februari 1672Amerongen
Ontvangen26 februari 1672
Lees hier de originele brief

Een week geleden kon Margaretha eindelijk goed nieuws doorgeven aan Godard Adriaan. Gelukkig voor haar kan dat deze week ook weer. De Republiek heeft er namelijk een bondgenoot bij in de strijd tegen Frankrijk! De vroegere aartsvijand Spanje maakt zich zorgen dat Frankrijk door de Spaanse Nederlanden wil trekken en sluit zich daarom aan bij de Republiek. Dat geeft Margaretha weer hoop!

nu de raetifikasie ratificatie wt spange1Spanje is gekoome
en men voor seecker hout dat den keijser2Keizer Leopold I van het Heilige Roomse Rijk
met ons is, schept men hier weer wat moet
Evenwel seijt me datter booven de werfvine 
daerse de offisiers van hebbe gemaeckt
noch twintich duijsent man sulle werfen
dat sal Een machtich leeger maecken,
ent lant veel koste daer sulle weer nieuw
schattine moeten sijn, doch tis beeter te
geefve als vande vijanden verijaecht3verjaagd te
worde daer de heer ons voor wil behoede

Naast het verbond met Spanje schrijft Margaretha ook weer over de troepenwerving. Op 15 februari schrijft ze nog dat er nog dertigduizend troepen geworven moeten worden maar nu, slechts drie dagen later, zijn het er ineens tienduizend minder. Of Margaretha hier een foutje maakt in de aantallen of dat er echt in drie dagen tienduizend mannen in het leger zijn bijgekomen is een raadsel. Ongeacht de precieze hoeveelheden wordt het wel een “machtich leeger.” Margaretha is nu een stuk positiever dan eerder. Een nadeel hiervan is wel dat de enorme kosten die hiermee gepaard gaan doorwerken op de adel. Beter om iets meer te betalen aan de staat dan om veroverd te worden, aldus de pragmatische Margaretha. Margaretha houdt Godard Adriaan ook op de hoogte van de dagelijkse zaken: zo is ze begonnen met het verkopen van hun vee.

“Slechte en droncke bloede”

DatumPlaats
Geschreven15 februari 1672Amerongen
Ontvangen23 februari 1672
Lees hier de originele brief

Naast de aankoop van de molen schrijft Margaretha op 15 februari ook over de werving. Voorbereidingen op de aankomende oorlog gaan door en de Staten van Utrecht en de Staten van Holland werven meer en meer soldaten. Margaretha is echter niet echt te spreken over de kwaliteit van deze soldaten:

[jo sefs te harte neemt], men heeft in den haech en
te wttrecht tot de nieuwe werfvine de offisiers
gemaeckt so geseijt wort sijnder Eenige fraeije
lie1lieden onder, maer meest sulcke slechte en dron-
cke bloede dat het bedroeft is, vermidts men
no men spreeckt van noch booven dit niewe volck
30000 man te werfve vrees ick dat se die volcke-
ren van de goede gein tensioneer de vorste niet
sulle aeneeme, en hier meer volck te werfve weet
ick niet waer sijse krijge sulle, wanter seer weij-
nich liede van merijte2verdienste te wttrecht sijn ge-
weest die haer nu tot deese werfvine hebbe
aee aen gepreesenteert maer in hollant seijt
– mee datse al braefve3dappere offijsier hebbe laeten gaen
, men spreeckt ock te wttrecht vande bekende
kompangi dat die so qualijck gehoude wort
dat se heel te niet gaet en nootsaecklijck sal moete
vergeefve worde [tot het geene uhEd]

Margaretha maakt zich zorgen: nu wordt er al slecht volk geworven maar er zijn plannen om daarbovenop nog eens dertigduizend extra soldaten te werven. Waar moeten ze vandaan komen? Enkel tijd zal leren hoe deze pasgeworven troepen zijn in de strijd.

Klik hier om de originele brief te lezen

Wat te doen, wat te doen?

DatumPlaats
Geschreven25 januari 1672Amerongen
Ontvangen1 februari 1672
Lees de volledige brief hier

ondertuschen vermeerdere
van dach tot dach de geruchte van oorlooch so dat
men schrickt daer aen te dencke en heeft men te
meer reedene daer toe vermidts men siet hier noch
so weijnich ordere op alles gestelt1orde op zaken gesteld wort, inden
haech is men noch al met het werck van sijn hoocheij2Zijne Hoogheid, Prins Willem III van Oranje
beesich dat bij hollant3de Staten van Holland en West-Friesland noch niet deur en wil, in
middels wortter noch int stuck vande werfvin4werving van soldaten en anders niets vast gestelt noch gedaen,

De Republiek doet niets. Zo velt Margaretha haar vonnis over wat er gaande is in Den Haag op het moment van schrijven. Godard Adriaan had al in november 1671 gewaarschuwd voor de Franse bedreiging maar nu, bijna drie maanden later, hebben de politici in Den Haag nog steeds niets gedaan.

In de Staten-Generaal heerst een patstelling tussen de prinsgezinden die Prins Willem III van Oranje willen benoemen tot Stadhouder en de Staatsen (ook wel “Loevesteiners”) die willen voorkomen dat Willem III meer macht krijgt dan strict noodzakelijk. De Stadhouder is traditioneel gezien de opperbevelhebber van het landleger van de Republiek maar sinds de dood van Stadhouder Willem II, de vader van Willem III, is er geen Stadhouder meer noch een sterk landleger om leiding aan te geven. Nu de oorlogsdreiging steeds dichterbij komt zal er toch echt iets moeten gebeuren. Geen van beide partijen wil toegeven en de goedkeuring van de oorlogsbegroting blijft uit. Pas als deze begroting door de Staten-Generaal is kan de landelijke werving voluit van start gaan. Pas dan kan Godard Adriaan concrete beloftes doen aan de Keurvorst.

In tegenstelling tot de Staten-Generaal blijft Margaretha niet stil zitten. Wanneer de familie weg moet vluchten uit Amerongen wil ze er voor zorgen dat ze ergens terecht kunnen. De familie heeft een huis aan de Kneuterdijk in Den Haag, een prachtig pand wat Margaretha geërfd heeft van haar oom Jacques Wijts. Maar, als de Engelse vloot de Nederlandse vloot verslaat en weet te landen in de Republiek dan ligt Den Haag onbeschermd. Amsterdam is een veel veiligere keuze maar daar heeft de familie helaas nog geen onderkomen. Margaretha vraagt dus de drost van Amerongen om te zoeken naar een huis wat ze kan huren.

Eerment denckt daerom ick ten hoochste bekomert5bekommert: met zorg vervuld ben en weet niet of wij inde haech6Den Haag al sulle verseeckert7veilig weesen, heb onsen drost8een drost is een ambtenaar die een bepaald gebied bestuurd die merge naer Amsterdam gaet last9opdracht gegeefve om te hoore of daer niet Een huijs of Een gedeelte van Een huijs al wast achter af voor Een reedelijcke prijs daer wij ons soude konne behelpe te krijgen is, Eer hijt huert sal ick uhEd goetvinde en beliefte hier op verwachte

Door de patstelling in de Staten-Generaal heeft Margaretha weinig hoop dat de Republiek Frankrijk alleen aan kan. Ze sluit haar brief dus door het uitspreken van hoop in het slagen van de missie van haar man:

mij sal wel verlange of den keurvorst10Keurvorst Frederik Willem I van Brandenburg met ons in alliansie sal treede

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema gemaakt door Anders Norén