Tag: Staatse Leger

  • Naarden is heroverd!

    DatumPlaats
    Geschreven15 september 1673Amsterdam
    Ontvangen20 september 1673Hamburg
    Lees hier de originele brief

    Naarden is heroverd! Typisch dit, Margaretha verstuurt net haar vorige brief waarin ze nog negatief is over het beleg van Naarden. Daarna komt er bericht. Jawel, Naarden is heroverd! Na een beleg van acht dagen en voortdurende beschietingen voor vier dagen is de vesting eindelijk weer in Staatse handen.

    Verslagen

    Dinsdagavond 12 september wordt het akkoord gesloten: de Fransen geven zich over en de 2600 Franse militairen moeten de stad de dag erna voor “de klocke tien Eure” verlaten. Veel van hen trekken naar Arnhem, dat nog in Franse handen is. Hun wapens mogen ze meenemen mits ze minstens zes weken niet tegen de Republiek of Willem III ten strijde trekken. De Hertog van Luxemburg moet zich maar eens tweemaal bedenken of hij zijn aanvallen in de Republiek wil doorzetten. Toch schijnt hij nog een flink leger in Utrecht te hebben

    [heeft begine te beschiete ov gemaeckt], nu hoope
    mij dat den hartooch van lutsenburch1François Henri de Montmorency Bouteville, Hertog van Luxemburg hem ock
    wel sal bedencke Eer hij op ons sal afkoome
    en so hijt doet hebbe wij nu de arme weer lijber2Mogelijk een variatie op de handen weer vrij hebben.
    tis seecker dat hij Een aensienlijcke macht van
    volck bij Een streckt het welcke meest leijt te
    vechte te oijeck3Odijk te werckhoofve4Werkhoven en daer ontrent
    te wttrecht is ock gepropt vol volck men seijt
    sij int geheel ontrent de 20000 man konne wt
    maecke, [en dat sij al de bruchge op den krome]

    Belegering en verovering van Naarden door de prins van Oranje, 12 september 1673. Op de voorgrond scènes uit het soldatenleven in het legerkamp. In het midden knielt de burgemeester van Naarden voor de prins die wordt omringd door zijn staf van officieren. In de verte het beleg en de bestorming van de stad. Bovenaan op een opgehangen doek een kaartje van de stad en de posities van de belegeraars, hiernaast een vers 'Op de Belegering van Naerden' in zes regels. Met meerdere opschriften in de voorstelling.
    Belegering en verovering van Naarden door de prins van Oranje, 1673, Romeyn de Hooghe, 1673. Collectie Rijksmuseum.

    Overwinning

    De Staatsen hebben eindelijk een grote overwinning behaald na meer dan een jaar oorlog: het leger heeft heldhaftig gevochten en zelfs minder mannen verloren dan in eerste plaats gezegd werd. Overal heerst vreugde en stadhouder Willem III en het Staatse leger genieten immense populariteit. Margaretha is met name te spreken over hoe Willem III geen kwaad met kwaad vergeldde en de Franse soldaten genade toonde. Al dit smaakt naar meer: wat voor plannen heeft Willem III liggen voor de toekomst?

    Brieffragment over Willem III en het Staatse leger

    rhijn hebbe afgebroocke, sijn hoocheijt treckt noch meest
    alt volck van de poste bij hem en leijt de burgers
    wt de steede daer weer in plaets, wat sijne ver
    dere deseijne5Desein: plan, doel sijn staet te verwachte en godt
    wel vierichlijck6Vuriglijk: Met veel inzet, toewijding, geestdrift, volharding; ijverig, toegewijd, enthousiast. te bidde dat hij wil kontini=
    weere het selfve te seegene en al het onse bij te
    staen, ick kan niet segge wat Een vruechde hier
    onder alle mense overt veroveren van deese
    stat is, de onse hebbe seer furijeus gevochte en
    met Een wtneemende koraesge7Courage: Kloekmoedigheid, dapperheid, stonde gereet
    om te storme, maer sijn niet wel te vreede dat
    me de vijande niet inde kerck heeft gesloote gelijck
    sij de onse het voorleedene ijaer hebbe gedaen,
    dan sijn hoocheijt doet in mijne sin wel dat hij
    geen quaet met quaet en loont8Mogelijk variant op kwaad met kwaad vergelden hoope de heere
    hem te meerder in sijn verdere deseijns9Desein: plan, doel sal
    seegene, wij hebbe ock nergens nae so veel volck

    Linksvoor staan een man met een fluit en een man met een viool. Rechtsvoor dansen een man en een vrouw hand in hand, de man heeft zijn hand in de lucht. Daarachter een tafel met borden en een kan. Achter de tafel zit een stelletje innig omarmd. Daarachter staat een stel dichter op elkaar te dansen dan bij mijn schoolfeesten toegestaan was.
    Muzikanten en dansende soldaten in een herberg, Hans Ulrich Frank, 1656. Collectie Rijksmuseum

    Nieuwe opdrachten voor Godard Adriaan?

    Toch is Margaretha niet enkel positief over Willem III: het lijkt er namelijk op dat hij Godard Adriaan een nieuwe bevelen wil geven terwijl Godard Adriaan al wel zijn demissie – zijn ontslag van de huidige opdracht – heeft gekregen. De demissie schijnt zonder het weten van Willem III afgegeven te zijn dus wat er nu gaat gebeuren is een beetje een raadsel. Uiteraard hoopt Margaretha dat Godard Adriaan snel weer naar Den Haag komt om samen met de familie te zijn. Nu maar hopen dat daar niet een stokje voor gestoken wordt.

    Brieffragment bevelen willem III

    wij hoope met godts hulpe merge weer nae
    den haech te gaen, sulle uhEd met verlange int
    gemoete sien, dus veer geschreefve hebbende ontfan
    ick uhEd aengenaeme vanden 8 deeser waer in
    sien het geene wel gevreest heb dat is dat uhEd
    van sijn hoocheijt weer Eenige beveelle ontrent de
    werfvine soude aende hant gedaen worde, dat
    men uhEd sijn demissie heeft gesonde geloof wel
    dat buijte kenisse van sijn hoocheijt is geschiet, [men]

    Uyttenboogaard

    Gelukkig heeft Margaretha ook nog goed nieuws te melden aan Godard Adriaan wat betreft de afhandeling van zijn zaken. Eindelijk krijgt ze namelijk een som van 2500 guldens van Johannes Uyttenboogaard voor Godard Adriaans diensten. Uyttenboogaard doet wel alsof hij Margaretha en Godard Adriaan hier een enorme gunst mee doet. Dat terwijl Godard Adriaan hard gewerkt heeft voor dit bedrag. Ach, Margaretha kan niet te boos zijn op Uyttenboogaard: hij had bij Naarden een fraai buitenhuis met op het terrein een mooi bos staan wat door de oorlog flink geruïneerd is.

    Een chicque geklede man zit achter een tafel met een groot boek voor zich en rechts naast zich een weegschaal. Links naast hem knielt een jongen op de grond aan wie hij een zak met geld geeft.
    Johannes Uyttenboogaard, ‘De goudweger’, Rembrandt van Rijn, 1639. Collectie Boymans van Beuningen. Rembrandt was regelmatig te gast op Uyttenboogaards buiten Kommerrust.

    Utrecht en Gelderland

    De oorlog is nog lang niet gewonnen of Margaretha hoort al geruchten over de toekomst van de Republiek. Men hoopt dat Willem III ook stadhouder van Utrecht en Gelderland wordt. Dit gerucht is al spannend genoeg omdat het de macht van Willem III immens veel zou vergroten, maar het is schijnbaar niet verwonderlijkste wat Margaretha heeft gehoord. De plannen die ze hoort zijn zo vreemd, dat ze deze niet aan een brief durft toe te vertrouwen. Godard Adriaan moet maar snel naar de Republiek terug komen ,want het politieke landschap gaat veel veranderen in de komende tijd.

    Brieffragment Utrecht en Gelderland

    p s so hort wort mij in konfidensi geseijt dat men
    hoop heeft tot de provinsie van wttrecht en gelderlant 
    en alsme daer toe soude geraecke sijnder van
    opijnie dat sijn hoocheijt daer in ijder wel Een stat=
    =houder mochte stelle, hier sijn al wondere konsepte
    op die men de pen niet kan vertrouwe, daer om
    mijns oordeels het wel goet sou sijn dat uhEd hier
    waert sal al vreemt toe hoore watter al om gaet
    mij verlanckt wat Antwoort uhEd op sijn briefve
    van sijn hoocheijt den raetpensionaris10Raadspensionaris Gaspard Fagel ende griffier fagel11Griffier Hendrik Fagel
    sal bekoome

    Aan een bureau zit een vrouw te schrijven. Ze heeft een van haar vingers naar haar lippen gebracht. Ze draagt een hoofdtooi met veren.
    Portret van een schrijvende vrouw, Carel de Moor (II), 1666 – 1738. Collectie Rijksmuseum.
  • Nog meer narigheid in Naarden

    DatumPlaats
    Geschreven12 september 1673Amsterdam
    Ontvangen20 september 1673Hamburg
    Lees hier de originele brief

    Margaretha hoort dagelijks van schermutselingen tussen de twee troepen rondom Naarden. Omdat ze zich grote zorgen maakt om haar zoon, heeft besloten nog twee dagen in Amsterdam te blijven. Samen met haar schoondochter logeert ze daar, zodat ze het nieuws over Naarden beter kunnen volgen. De drost is kort bij het leger geweest en heeft verteld dat haar zoon elk kwartier druk is en geen rust heeft, overdag niet en ‘s nachts ook niet.

    Nieuws uit Naarden

    Het lijkt erop dat de Fransen wachten op versterking van buitenaf en er kunnen inderdaad troepen uit Overijssel of Zeist komen. In Naarden wordt er van binnenuit met musketten geschoten: een wanhopige poging tot verdediging. Maar het is zeker dat de vijand bijna al zijn troepen heeft samengebracht en het leger over de IJssel heeft gestuurd. Men zegt dat ze nu ongeveer 14.000 man sterk zijn.

    Brieffragment over de schoten vanuit Naarden

    die van binne schiete weijnich met kanon maer
    heel seer met muskette hebbe haer vaendels op de
    stats walle geset, het schijnt zij op ontset hoope,
    tis seecker dat de vijant ontrent seijst al sijn
    macht bij Een treckt sij hebbe haer voclk wt over=
    ijssel en daer ontrent ontboode so veel se daer
    konne misse, men seijt sij te seijst wel over de 14000
    man sterck sijn, [donse hebbe Eergistere weer Een]

    Gewonden, gevangen en doden

    Twee dagen geleden was er een schermutseling. De troepen van Willem III bestonden uit ongeveer 200 man en hadden de overhand. Maar het noodlot sloeg toe, toen de vijand met ongeveer 2000 man een hinderlaag opzette. De Staatse troepen werden omsingeld, maar er werd dapper gevochten en velen konden ontsnappen. De majoor van het regiment is zwaar gewond geraakt, en er vielen ook doden. Aan beide kanten zijn mannen gevangen genomen.

    Eerste brieffragment gewonden, gevangenen en doden
    Tweede brieffragment gewonden, gevangenen en doden

    [man sterck sijn,] donse hebbe Eergistere weer Een
    reijnkontre1Rencontre: Min of meer toevallige ontmoeting tusschen twee vijandelijke strijdmachten ter zee of te land, ongeregeld gevecht, treffen. gehad wij waere maer over de twee
    hondert die Een troep vande vijant ontmoete en

    haer sloechge, doch sij hebbende noch ontrent 2000 man
    in ambuskade2Embuscade: hinderlaag legge daerdonse niet op verdacht
    waeren quame en omsingeldeese, daer donse haer
    door sloechge en dapper vochte ent meest ontkoome
    sijn troxses3Onbekend de Maijoor vant reesgement vande heer
    van langeraeck4Frederik Hendrik van den Boetzelaar die donsevolck komandeerde is
    swaerlijck gequetst de ritmeester heemskercke5Onbekend
    doot en so gevangene als doode ontrent de sestich
    gebleefve men seijt vande vijant niet min gebleef
    sijn donse hebbe ongemeen wel gevochte maer
    men geeft vrij wat schult aen ons offisiers dat
    sij niet voorsichtiger geweest sijn van konschape6Kondschap: Kennis, inlichtingen
    te neeme, [nu so komt schravemoor die hier bij bur]

    Belegering en verovering van Naarden door de prins van Oranje, 12 september 1673. Op de voorgrond het transport van kanonnen. In het midden knielt de burgemeester van Naarden voor de prins die wordt omringd door zijn staf van officieren. In de verte het beleg en de bestorming van de stad.
    Belegering en verovering van Naarden in 1673, Jan Luyken, 1680. Collectie Rijksmuseum.

    Vijandelijke troepen opkomst

    Maar dat was twee dagen geleden. Deze nacht hebben de troepen een deel van Naarden ingenomen, waar hevig gevochten is en opnieuw zijn veel mannen aan beide zijden gesneuveld. Er is bericht dat er nog veel meer vijandelijke troepen vanuit Utrecht richting Naarden gaan. Margaretha vreest voor het leger; een ontsnappingsroute lijkt bijna onmogelijk, dus zal er tot de dood gevochten moeten worden als Naarden zich niet overgeeft. Het zal veel inspanning vergen, en ze kan amper haar pen vasthouden van zorgen.

    Zoetelende vrouw

    Het goede nieuws is dat haar man heeft geschreven dat hij snel thuis zal zijn. Ze bidt tot God dat de reis spoedig en zonder problemen zal verlopen. Het zou goed zijn als hij eindelijk thuis is, want als zijn regiment zonder kolonel blijft, vreest ze dat het ten onder zal gaan. De ene officier heeft geen flauw idee waar hij mee bezig is en gebruikt geweld, de andere laat sjoemelt met geld en zijn vrouw zoetelt bij Nieuwersluis. Zoetelen is een mooi woord voor het drijven van een handeltje in proviand.

    Brieffragment zoetelende vrouw

    [=we en hoope,] wt uhEd vande 5 deeser sien ick deselfve
    staet maeckt om nu in korte thuijs te sijn godt de
    heere wil uhEd Een geluckige en spoediege reijse geefe
    het sal wel goet sijn dat deselfve hier waert want
    so sijn reesgement langer sonder kornel blijft
    vreese ick dat het selfve heel te niete sal gaen want
    weddel7Georg Ernst von Wedel so ick hoor slaet en smijt onder de offisiers
    met onverstant en staet hier ock maer tamelijck
    wel te hoof, kapteijn Miltenaer8Onbekend die teminck so
    wel voor sijn gelt alst geene uhEd hem heeft gedaen
    heeft doen maene en aenspreecke heeft hem niet
    gegeegve seijt noch paesijensi te moete hebbe tot dat
    hij weer gelt ontfanckt, sijn vrou soetelt9Zoetelen: Proviand, vaak ook toebereide eetwaar slijten inz. aan militairen te velde aende
    nieuwer sluijs verkoopt bier en alderhande Eet
    waere aende soldate, [lorijn de luijtenant vande heer]

    Vrouw zit achter tafeltjes met kannetjes en ze spreekt drie mannen met hoeden, en zwaarden aan die voor haar tafeltje staan.
    Fragment uit Drankverkopers, anoniem, naar Cornelis de Wael, 1613 – 1667. Collectie Rijksmuseum.

    Het arme beest

    En dan, het verdrietige nieuws dat nog eens bovenop alle ellende komt: het hondje Citroen is overleden. Het arme beest wilde vier dagen niet eten en was erg ziek. Ze had een zweer aan haar buik. Ook de kleinkinderen Frits en Tietje zijn erg bedroefd. Maar het is duidelijk dat het voor Margaretha zelf ook enorm zwaar valt. Ze heeft veel vriendschap voor het hondje gevoeld.

    onse Arme sijtroen, naer datse
    4 dage niet heeft wille Eeten
    en heel sieck was issij aen Een
    sweer in diessij onder aenden
    buijck had gistere merge hier ge=
    storfve, is van frits en tiege
    beweent, mij jamert het
    arme beest noch daer ick
    so veel vrienschape van ge=
    =hadt heb

    Een jonge vrouw zit op een stoel en laat haar hand besnuffelen door een klein hondje dat tegen haar linkerknie opspringt. In de rechterhand houdt zij een stokje.
    Jonge vrouw met een hondje, Eberhard Cornelis Rahms, naar Eglon van der Neer, 1861. Collectie Rijksmuseum.
  • De herovering van Naarden

    DatumPlaats
    Geschreven9 september 1673Amsterdam
    Ontvangen13 september 1673Hamburg
    Lees hier de originele brief

    De brief van 9 september is verstuurd vanaf Amsterdam. Ontvanger Uyttenboogaard heeft namelijk tegen de drost gezegd dat hij de ordinantie niet kan betalen, en ook geen termijn kan geven, waarop Margaretha naar Amsterdam vertrokken. Ze wilde er wat druk achter te zetten. Ook is er zeer belangrijk nieuws uit Naarden… En Van Ginkel is erbij betrokken!

    Geld en mannen

    Het is heel fijn dat de troepen van Godard Adriaan inmiddels gearriveerd zijn, maar het maakt het dagelijks leven wel ingewikkeld. Margaretha had al moeite om de financiën van haar man en haar zoon bij te houden, nu komt dit regiment er ook nog bij. Het is de vraag wie al geld gehad heeft en waarvoor. Daarbij kunnen deze mannen ook weer uit verschillende potjes betaald worden. Gelukkig is er de oude vertrouwde Temminck waar Margaretha op kan rekenen, of dat bij alle officiers van de troepen ook zo is, vraagt ze zich serieus af.

    Twee mannen, links de geldschieter met een vos met een vogel in de bek en rechts de burger met een hond.
    De geldschieter en de burger, anoniem, 1700 – 1800. Collectie Rijksmuseum

    Daarnaast is het de vraag welke troepen waar zijn en hoeveel man er nu echt zijn. Los van het feit dat er verschillende varianten zijn over de aantallen van de geleverde mannen, zijn goede manschappen ook bij andere regimenten zeer gewenst. Margaretha is er inmiddels achter dat meerdere mensen de mannen van Godard Adriaan claimen.

    Margaretha schrijft alles minutieus op, hopelijk kan Godard Adriaan het nog volgen.

    Brieffragment troepen, betaling, demissie, bandelieren en vaandel

    [wat dichter bij] ock hebbenderseer veel siecke onder
    die kompange geweest die meest al beetere, ick
    heb bij provijsie tot betaeline van de 25 man 50f
    aen gelt gesonde door den drost diet selfve aende
    sergant jochem nicklaij1Onbekende sergeant heeft gegeefve en belast
    alleen die 25 man daer meede te betaelle,
    uhEd sal nu sijn demissie2Demissie: Verlof om uit de dienst te vertrekken om thuijs te koome hebe
    ontfange, ick heb volgens uhEd schrijfve van Eerste
    deeser noch 50 bandeliere3Bandelier: Een door musketiers dwars over den schouder gedragen riem, waaraan een zeker aantal houten of metalen kruidmaatjes waren vastgehecht; later werd aan den bandelier de patroontasch gedragen bestelt te maecke en
    salt korlonels vaendel hier aent huijs vande
    drost bestelle, [nu leijt sijn hoocheijt met het]

    Een volwassen vrouw. Ze zit aan een tafel en telt geld uit een beurs.
    Vrouw die geld telt, Jan Chalon, 1793. Collectie Rijksmuseum

    Margaretha legerfinancier

    In haar vorige brief vroeg Margaretha zich nog af of ze de troepen uit eigen zak moest betalen. Nu heeft ze de knoop doorgehakt. Ze heeft 50 gulden gereserveerd voor betaling van 25 man. De drost moet het geld aan een sergeant te gegeven, die ALLEEN deze 25 mannen daarmee mag betalen, en niets of niemand anders.

    Maar dat is niet het enige dat Margaretha voor het leger doet. Ze laat op bestelling vijftig bandeliers maken en is nog van plan een kolonelsvaandel te laten maken.

    Beschrijving staat in het bijschrift
    Bandelier of schelkoord (fragment) van groen zijden ripslint, met florale motieven geborduurd van zilverdraad en vloszijde, aan uiteinde ornament met afhangende slingers, rondom afgezet met lusjesfranje van metaaldraad, anoniem, ca. 1700 – ca. 1750. Collectie Rijksmuseum

    Willem III met het leger voor Naarden

    Willem III ligt met het leger voor Naarden. De stad, die vorig jaar juni door de Fransen is ingenomen, is op dinsdag 5 september omsingeld. In de eerste dagen van september zijn troepen met uitleggers naar Naarden gebracht. Margaretha schrijft niets over uitleggers, maar ze wist op 1 september al wel te melden dat er iets groots op handen leek te zijn. Willem III heeft de stad opgeëist, maar de Fransen geven zich nog niet zo gemakkelijk over. Tot nu toe zijn de Staatse troepen nog bezig geweest met het op orde stellen van het geschut, maar Margaretha gelooft dat de beschietingen van de vesting vandaag van start zullen gaan.

    Brieffragment Willem III voor Naarden

    [drost bestelle,] nu leijt sijn hoocheijt met het
    leeger voor naerde dat de heer van ginckel
    voorleeden dijnsdach heeft berent4Berennen: Het insluiten van een plaats, zodat die plaats belegerd kan worden sij begrae
    fven haer daer voor sijn hoocheijt heeft de stat
    doen op Eijschen dan hebbe geantwoort hetsel
    =fve te wille defendeere, tot noch toe sijnse beesich
    geweest met de baterije5Batterij: Een verzameling geschut te stelle so datter noch
    niet op is gekanoneert maer gelooft me dat
    vandaech begine sal, [de heer van ginckel]

    Op de achtergrond Naarden. Op en om de wallen de rook van kanonnen. Helemaal op de voorgrond wat verschanste soldaten met kanonnen die naar de stad schieten. de baan van de kogel staat met een streepjeslijn aangegeven. Tussen de verschanste soldaten een zigzag loopgraaf naar de stad vol met soldaten.
    Belegering en verovering van Naarden (detail van de beschietingen), 1673, Jacobus Harrewijn, 1684. Collectie Rijksmuseum

    Van Ginkel op de linkerflank

    Margaretha heeft begrepen dat haar zoon het commando voert op de linkerflank. Hij heeft het zo druk; hij heeft nog geen dag rust gehad! Hij heeft laatst 40 uur achter mekaar op zijn paard gezeten en is oververmoeid. Ze hoop dat de Heer hem sterkt en gezondheid geeft en hem zal bijstaan.

    Levensgrote cartoon van een charmante jonge man in een blauw harnas met lang, golvend rossig haar en een witte sjaal om. Hij staat met zijn linkerbeen ergens op en zijn linkerhand rust op zijn been, zijn rechter hand rust op een zwaard.
    Godard van Reede van Ginkel in het Vestingmuseum Naarden.

    Brieffragment Van Ginkel op de linker flank

    [vandaech begine sal,] de heer van ginckel
    komandeert so mij geseijt wort de lincker vleu
    =gelt vant leeger en heeft so veel te doen dat
    hij nacht noch dach rust heeft heeft 40 Eure
    te paert geseete, hoope de heer almachtich hem
    sterckte en gesontheijt sal geefve om deese
    swaere fatijgees6Fatigeren: Vermoeien te konne wtstaen voor waer
    het komter op aen, [den vijant seijt me dat noch]

    Plattegrond van Naarden omsingeld door de troepen van Willem III. Rechts een regiment dat omcirkeld is.
    Belegering en verovering van Naarden door de prins van Oranje (detail, met door de auteur groen omcirkeld Van Ginkel met zijn troepen), 1673, Romeyn de Hooghe, 1673. Collectie Rijksmuseum

    Fransen, Spanjaarden en broodbakkers

    Hoewel het erop lijkt dat het Staatse leger bij Naarden een klinkende overwinning zal behalen, is er nog geen eindoverwinning in zicht. Het Franse leger is nog zeer goed vertegenwoordigd in de bezette provincies en lijkt met geweld een troepenmacht te verzamelen. Men vreest voor een aanval op het Staatse leger. En dan zijn er nog de Spanjaarden, notabene de bondgenoten van de Republiek, die de schaarse levensmiddelen innemen zodra de schepen aanmeren! Ze willen niet eens betalen. Naast gebrek aan overige levensmiddelen, is er gebrek aan brood. Daarom zijn alle bakkers nu gelast dag en nacht voor het leger te bakken.

    Eerste brieffragment Fransen, Spanjaardetn en broodbakkers
    Tweede brieffragment Fransen, Spanjaardetn en broodbakkers

    [het komter op aen,] den vijant seijt me dat noch
    wel inde 40000 man inde ge veroverde provinsie
    sterck is en dat se haer volck met gewelt
    bij Een trecke so dat men vreest sij noch Een

    Efort op ons leeger sulle doen, de spaense maecke groote
    dees ordere, alser scheepe met vijfvrees en andere
    behoefticheede in ons leeger koome so haellen sijtter
    wt en koopent sonder te wille betaelle, waerom
    de toevoer so groot niet is alser wel noodich
    waer, en se somtijt broot gebreck hebbe nu is hier
    aen al de backers gelast nacht en dach voort
    leeger te backe en worter gesonde, [ick Maestri]

    Portretten van de Leidse bakker Arent Oostwaard (Arend Oostwaert) en zijn vrouw Catharina Keizerswaard (Catharina Keyzerswaert) met allerlei verschillende soorten vers gebakken brood (broodjes, krakelingen, kadetten, duivekater) voor de bakkerij. In de deur van de bakkerij blaast een jongetje op een hoorn. Volgens een opschrift op de achterzijde van het schilderij gaat het hier om het zoontje van de schilder, Thaddeus, op 7 jarige leeftijd. Boven de deur groeien wijnranken.
    Bakker Arent Oostwaard en zijn vrouw Catharina Keizerswaard, Jan Havicksz. Steen, 1658. Collectie Rijksmuseum
    Links staat een bakker deeg te kneden voor het raam, een weegschaal boven zijn werkbank. Achter hem een man die takkenbossen verzameld voor de over waar de vlammen uit slaan, daarachter staat een vrouw met een mandje. Daaronder de tekst: O schepper van het lieve brood, tot voetsel van het tijd'lick leeven, hoe heeft uw mildheidt ons genood,  om ons uselfs tot brood te geeven, o brood dat uit den heemel viel, versaadigd ghij dan onse ziel
    Bakker, Jan Luyken, 1694. Collectie Rijksmuseum

    Troepen in Amerongen

    Maastricht is in elf dagen door de Fransen op de Republiek veroverd, hoe lang zal het nu duren voordat het Staatse leger Naarden op de Fransen verovert? Hopelijk staat de Heer ons bij. Margaretha zegt het niet met zoveel woorden, maar ze hoopt dat het allemaal snel voorbij is. In Amerongen zijn namelijk ook troepen gesignaleerd, en het schijnt dat er beesten gevorderd worden. En er was al niet veel meer over in het dorp…

    Brieffragment over Amerongen

    [leeger te backe en worter gesonde,] ick Maestri
    hebbe de franse van ons in Elf dage gekreechge
    hoet ons hier voor naerde gaen sal moete wij
    sien de heer wel ons bij staen en sijne seegen
    geefve, de partije loope tot Ameronge toe daer al
    beeste vandaen hebbe gehaelt, so dat nu weer
    op nieu alles bedurfve wort watter noch over
    is gebleefve, [het doet mij leet dat het ter plaet]

    Op het moment dat ze haar handtekening onder de brief van 9 september zet, heeft Margaretha maar liefst zes kantjes volgeschreven. Maar ze heeft nog meer te melden, want ze voegt nog een los briefje toe. Bij Wijk bij Duurstede schijnt de vijand een brug te hebben geslagen. Zouden ze de Betuwe zich willten terugtrekken? Ze hebben in ieder geval flink in de omgeving geplunderd. In Amerongen wonen nog maar drie inwoners: Teunis Huijbertse, de secretaris en ene Jan Evertse. Wat een ellendige oorlog is dit toch…

    Zicht op Wijk bij Duurstede over de Lek. Op de voorgrond de rivier, in het midden de kerk met de stompe toren, links het nog volledig staande kasteel Duurstede, rechts het stadje met twee molens en een kade.
    Gezicht op Wijk bij Duurstede, Adam Frans van der Meulen, 1672. Collectie Mobilier National Frankrijk
  • Soldaten in beweging

    DatumPlaats
    Geschreven4 september 1673Den Haag
    Ontvangen9 september 1673Hamburg
    Lees hier de originele brief

    Er zit schot in de troepenwervingen door Godard Adriaan. Langzaam beginnen de legeronderdelen binnen te druppelen. Eergisteren heeft zich overste Lützow bij Margaretha gemeld, die haar man in goede gezondheid heeft gezien. Gisteren overhandigde kapitein Miltenaer een brief van hem. Miltenaer wist ook te vertellen dat twintig man van de compagnie bij de luitenant van Van Ginkel in Nieuwersluis zijn afgeleverd. Zeven daarvan zijn ziek, maar toch… Margaretha heeft haar zoon gevraagd te zorgen dat de troep goed bij elkaar blijft.

    Brieffragment troepenwerving

    Eergiste is bij mij geweest den overste lutsou1Lützow die
    mij seijde vhEd in gesontheijt te hebbe gelaete daer
    godt voor gedanckt moet sijn, en gisteren kap2kapitein
    Miltenaer die mij uhEd schrijfvens vande 6
    Augusti heeft behandicht en geseijt volgens
    uhEd schrijfve 20 man voor uhEd komp3compagnie meede
    gebrocht te hebbe daervan hij seijt 13 man
    aen de luijtenant van heer van Ginckels komp
    tot Nieuwersluijs geleevert te hebbe en dat
    de resteerdende 7 daer sieck legge, ick heb aen de
    heer van ginckel hier voer geschreefve dat
    hij sijn luijtenant belaste sorch te drage dat die
    volckere bij een blijfve en niet en verloope

    Een kapitein, staande ten voeten uit met een stok in de hand. Op de achtergrond twee soldaten.
    Een kapitein, Willem Bartsius, ca. 1622 – ca. 1639. Collectie Rijksmuseum

    Margaretha legerfinancier?

    De mannen moeten natuurlijk betaald worden. Godard Adriaan had de heer van Heteren op het oog als solliciteur (geldschieter voor het leger) voor zijn regiment maar Margaretha denkt niet dat hij het doen zal, omdat hij voor eerdere voorschotten nog 20.000 gulden van het land te goed heeft. Margaretha vraagt zich af of ze nu zelf zal moeten voorschieten, want Den Haag zal niet betalen voor de monsteringen hebben plaatsgevonden.

    Brieffragment financiering

    Van heetere heb ick noch niet konne spreecke
    maer geloof niet dat hij t solisiteurschap vant
    selfve reesgement sal wille aeneeme so lang
    hij van sijn achterstallige vant lant niet
    voldaen is seijt noch 20.000 f te moete hebbe
    daer hij als noch niet een stuijver van kan
    krijge nu weet ick niet hoet sal maecke of ick
    dit volck niet sal moete betaelle sij sulle niet
    sonder gelt konne sijn ent lant geloof ick niet
    dat voor sij gemonstert4geïnspecteerd sijn gelt voor haer sulle

    (geefve)

    Aan de tafel links zitten drie secretarissen die de schuld noteren en uitbetalen aan de man aan de andere kant van de tafel. De mannen rechts staan op hun geld te wachten. Rechtsboven genummerd: 45. Tekening maakt deel uit van een album.
    Alexander de Grote betaalt de schulden van zijn soldaten af, Leonaert Bramer, ca. 1655 – ca. 1665. Collectie Rijksmuseum

    Voorlopig heeft ze van Ginkel gevraagd of hij de mannen die bij hem komen wil betalen naast zijn eigen compagnie. Ze zal het dan later met haar schoondochter verrekenen.

    Tweede brieffragment financiering

    [geefve,] ick heb mijn soon geschreefve dat hij sorch
    draecht dat se betaelt worde neffens sijn kompa5compagnie
    en salt gelt hier aen sijn vrou weer om geefve

    Laat je soldaten niet kapen

    Soldaten goed bij elkaar houden en ook betalen is noodzakelijk, want voor je het weet ben je ze kwijt. De officieren in de Republiek zitten zo om mannen te springen, dat ze 50 gulden de man bieden voor een transfer, zodra er een nieuwe compagnie uit Duitsland arriveert. Margaretha hoopt dat de officieren van Godard Adriaan zich niet laten omkopen.

    Brieffragment kapen soldaten

    uhEd sou niet geloofve hoe de ofisiers hier
    verleege sijn om volck en hoese op passe als als de
    duijtse ofisiers koome die Eenich volck over hebe
    sij geefve 50 f voor Een man, daerom als die
    offisiers ter goeder trouwe gaen die uhEd het
    volck meede heeft gegeefve is goet maer
    anders soudens al Een toer konne speelle6een toer spelen: een poets bakken, een kunstje flikken

    Verderop meldt ze dat Kapitein Miltenburg voor zijn eigen compagnie gelukkig toch rechtstreeks geld van de Staten heeft gekregen, nadat hij in Amsterdam bot had gevangen. Er schijnt ook een kapitein Vollenhove gearriveerd te zijn in Den Haag, maar die heeft ze nog niet gezien.

    Landschap met links op de achtergrond een kerk en recht op de achtergrond een molen. Vanaf de kerk een pad waarop een zwaar beladen ezel met daarachter een vrouw met een zweep in haar hand. Langs de weg staan drie grote bomen die veel wind vangen. Het regent pijpenstelen, de vrouw houdt haar hoed vast.
    De heide tussen ‘s-Graveland en Hilversum. Drielst, E. van 1745-1818
    Wit Jansz., I. de 1744-1809. Collectie Noord-Hollands Archief

    Beweging op de Veluwe en in het Gooi

    Ondertussen is het Staatse leger aan het bewegen. Willem III is met een deel op de Hoge Veluwe en de Graaf van Waldeck verschanst zich met een ander deel in ‘s-Graveland en Loosdrecht. Maar wat voor plannen Willem III precies heeft? De tijd zal het leren. Margaretha hoopt in ieder geval op Gods zegen.

    Brieffragment Willem III op Veluwe
    Brieffragment Waldeck op 's-Gravenland en Loosdrecht

    [dat betaelt heeft] , Wat nu belanckt ons
    leeger dat is met sijn hoocheijt op de hoochge
    veeluwe de graef van Waldeck heeft opt

    schrafelant7‘s-Graveland en te loosdrecht postgevat daer
    se haer begraefve8zich ingraven wat verder het deseijn9plan
    van sijn hoocheijt is sal ons den tijt leerde,
    de heer almachtich wilt selfve seegene en
    ons in alles bijstaen, inwiens beschermin
    =ge uhEd beveelle blijfve

    Rechtsboven aan de Zuiderzeekust met Naarden, direct daarnaast (midden boven het Naardermeer en links daarvan Weesp. Onder Naarden de woeste gronden waarin staat Goyland. Links hiervan de rechte ontginning van 's-Graveland en daaronder de ronde ontginning van Loosdrecht. De grens van Holland is roze, die van Utrecht is geel.
    Fragment (o.a. Loosdrecht en ‘s-Graveland) van de kaart van de provincie Utrecht met aangrenzende delen van Noord- en Zuid-Holland en Gelderland (Veluwe) door B. de Roij Sr., 1680. Collectie Het Utrechts Archief

    P.S.

    Er volgt nog een half kantje P. S.: Margaretha memoreert nog maar eens de blijde aankomst van de Parmezaanse kazen, maar ook dat de eerder verwachte kapitein Vollenhove alsnog bij haar langs is gekomen. Hier lijken de kaarten omgekeerd te liggen: hij heeft een schuld bij Godard Adriaan en hij had gedacht die in te lossen met een obligatie die bij de freule van Horn zou zijn, maar die obligatie is daar niet meer. Een maandje geduld nog.

    Een getekende man met onder zijn rechterarm een halve kaas, in zijn linkerhand houdt hij een stuk kaas omhoog. Aan zijn riem onder andere diverse messen en ander gereedschap.
    De kaasverkoper, Annibale Carracci. Collectie Musée du Louvre, Département des Arts graphiques.

    Verder stuurt ze een plakkaat mee dat overal hangt en gaat het opmerkelijke gerucht dat de Grebbedijk zou zijn doorgestoken door ‘ons volk’ en dat de provincie Utrecht onder water zou staan. Er zou daar iets te verwachten zijn…
    Er is geen dijkdoorbraak in die tijd bekend. De afbeelding van de kaart van de doorbraak van de Grebbedijk in 1855 laat zien hoeveel land er onder water zou komen te staan.

    Brieffragment plakkaat Grebbedijk

    dit neffensgaende plakaet is hier vandaech
    overal aengeslage, men seijt ook dat ons volck
    de grebbendijck hebbe door gesteecken waerdoor
    alles inde provincie van Wttrecht onder water
    soude sijn, en dat het op die provincie soude
    soude aangesien weesen

    Een kaart waarop te zien is dat het land tussen Rhenen en Wageningen via Veenendaal Scherpenzeel. Renswoude en Woudenberg tot aan Amersfoort onder gelopen is.
    Overzichtskaart van het overstroomde gebied in de Gelderse Vallei ten gevolge van de doorbraak van de Grebbedijk op de 5 maart 1855, het noorden ligt rechts. Collectie Gelders Archief
  • Niets schrijvenswaardigs

    DatumPlaats
    Geschreven10 juli 1673Den Haag
    Ontvangen15 juli 1673Hamburg
    Lees hier de originele brief

    Volgens Margaretha is er niets schrijvenswaardigs gebeurd. Maastricht is verloren en Lodewijk XIV zou al weer naar Parijs vertrokken zijn, hoewel in de ps blijkt dat hij nog bij Visé ligt. Willem III trekt zijn leger samen beneden de rivieren en bij de Engelsen rommelt het. Velen hopen op vrede. Maar waarom is Van Reede van Renswoude blijven zitten met zijn hoed op?

    Willem III naar De Langstraat

    Gezien het feit dat Lodewijk al weer onderweg naar Parijs zou zijn met een deel van zijn leger, gelooft men niet dat hij deze zomer nog tot extra aanvallen op de Nederlandse grenzen over zal gaan. Toch trekt prins Willem een groot deel van zijn leger samen in De Langstraat (omgeving Waalwijk en Raamsdonk), onder de Maas. Wat zijn plan daarbij is zal de tijd leren.

    Brieffragment Willem III naar De Langstraat

    [naer parijs gegaen,] soot so is gelooft me niet
    dat hij deese soomer op onse frontiere Eits1iets
    sal atenteere2Attenteren: ondernemen , nietemin treckt sijn hoocheijt Een
    gros van Een leeger bij Een het welcke so men
    seijt haer inde langestraet3De Langstraat was Hollands, maar valt inmiddels onder Noord-Brabant sulle vergaere
    daer se overmerge naer toe soude gaen,
    wat het deseijn4Dessein: plan is sal ons den tijt leeren, [de]

    Kaart van het gebied in Brabant tussen Heusden, Waalwijk en Geertruidenberg. Met de tocht van het Staatse leger van Ernst Casimir door Brabant en de legering in de Langestraat (de weg bij Waalwijk en Besoijen), 1625. Onder de plaat gedrukt een tekst in 3 kolommen in het Nederlands.
    Bijna vijftig jaar eerder: Fragment uit een afbeelding van de tocht van het leger van Ernst Casimir door Brabant en de legering in de Langestraat, 1625, anoniem. Collectie Rijksmuseum

    Muiderberg verlaten

    Bovendien is er ook beweging bij Franse troepen elders in het land. Ze schijnen een zelf opgeworpen verdedigingswerk op de Muiderberg verlaten te hebben. Margaretha is bang dat dat betekent dat ze de legeronderdelen gaan hergroeperen, waardoor de Nederlanders extra op hun hoede moeten zijn. Velen denken dat er vrede komt.

    Brieffragment Muiderberg

    [wat het deseijn is sal ons den tijt leeren,] de
    vijant die Een schans of Eenich foortres
    op de muijer berch5Muiderberg hadt gemaeckt hebbe so me
    seijt het selfve verlaeten, en soude het vande
    onse weer om veer geschoote sijn, wat dit vande
    vijant segge wil kan men niet dencken ten
    waere sij almee Een gos gros van Een
    leeger bij Een wille trecken waerom wij op
    ons hoede moeten sijn, veel sijn van opijnie
    dat wij nu wel tot Een vreede sulle geraecke

    Tekening van op de voorgrond en links een kaal landschap. Strand/duinachtig. Helemaal links een ruïne met een toren. Rechts de Zuiderzee met daarop een paar vage scheepjes. Aan de horizon liggen Muiden en Amsterdam.
    Gezicht van Muiderberg op Weesp, Muiden en Amsterdam, Wenceslaus Hollar, 1634 Collectie Rijksmuseum

    Engelse admiraal op zijspoor

    Ondertussen is er in Engeland onrust ontstaan rond James Stuart, hertog van York, en broer van koning Charles II. Toen deze hoogste admiraal van de marine bij het parlement om zijn nieuwe aanstellingsakte vroeg om de Engelse vloot weer aan te kunnen voeren, is deze hem geweigerd. Niet lang geleden is namelijk de Test Act aangenomen, die voorschrijft dat wie in Engeland een ambt wil bekleden, het avondmaal moet mee vieren in de Anglicaanse kerk. Als goed katholiek heeft James dat afgeslagen.

    Brieffragment James II

    men seijt ock datter in Engelant Eenige desensie6dissentie: verschil van mening soude
    sijn dat den hartooch van jorck7James Stuart II, Hertog van York, van 1685-1688 koning van Engeland beegeerende vant
    parlement sijn Ackte om opt konins vloot te
    komandeere en te gaen8James was tot 1673 Lord High Admiral van de Engelse marine. In 1673 weigerde hij de eed van de Test Act te doen en zoals Margaretha bedoelt de eucharistie van de Anglicaanse kerk te ontvangen. Hierdoor maakte hij eigenlijk bekend dat hij katholiek was, deselfve seijde volgens
    de preevileesie vant rijck9Margaretha heeft het hier over de Test Act hem dat niet konde
    geefve voor en al Eer hij neffens andere litmaete
    komuniseerde en belijdenis vande gereeformeerde
    reeligie deede het welcke hij weijgert te doen
    en sij hem tot alle bedieninge van Eenige schars
    =gees10verantwoordelijkheden vant rijck so lange hij en alle andere daer in kontiniweert
    onbequaem achten, dit sal daer int rijck al vrij ontstelte
    =nis veroorsaecke, [van onse scheeps vloot hoore]

    Portret van een serieus kijkende man met een dun snorretje, donkere ogen en een grote bos rossigbruine krullen. De achtergrond is bruin.
    Portret van James Stuart, hertog van York (1633-1701), later koning James II van Engeland, door Sir Peter Lely, circa 1665-1670. Collectie National Portret Gallery Londen, NPG 5211.

    Heer houdt hoed op

    De vertegenwoordigers van de vier provincies in de Staten-Generaal hebben inmiddels allemaal een eed tot geheimhouding afgelegd met betrekking tot de vredesonderhandelingen in Keulen. Ze stonden allen met opgestoken vingers. Alleen de heer van Renswoude, vertegenwoordiger van Utrecht, bleef zitten en hield zijn hoed op. Wat dat wel mocht betekenen? Met de vier provincies bedoelt Margaretha de niet-bezette provincies Holland, Zeeland, Groningen en Friesland. Het is bekend dat Lodewijk XIV de onderhandelingspositie van Johan van Reede van Renswoude afwees omdat hij hem als inwoner van het bezette Utrecht als zijn eigen onderdaan beschouwde.

    Hoed van zwart vilt, met brede rand, gevlochten koord van wit-blauw zilverdraad. Afkomstig van Hendrik Casimir I, graaf van Nassau-Dietz, gesneuveld bij Hulst 1640.
    Hoed van Hendrik Casimir I, anoniem, 1612 – 1640 Collectie Rijksmuseum
    Brieffragment geheimhouding

    de heere vande vier provinsie ter geeneraeliteijt hebbe alle haeren Eet van seeckreetie11geheimhoudingseed
    over de saecke vande vreedehandelin met op gesteeckene
    vingeren gedaen, behalfve de heer van rhijnswou die
    preesent was maer met sijn hoet opt hooft bleef sitte
    dat men niet weet hoet daer meede is of wat het bediet12beduidt, betekent

    Het gevoel. Een man loopt, gebogen onder het gewicht van de enorme hoed die hij op zijn rug draagt, naar links. Uit de hoed steken de kop en nek van een vogel. De nek van de vogel is doorboord met een mes. De prent maakt deel uit van een serie met de vijf zintuigen.
    Man met enorme hoed op zijn rug, Cornelis Saftleven, 1645 – 1706 Collectie Rijksmuseum

    Benen en banen

    Bovenstaande vermeldt Margaretha in haar ps, waarin ze ook een aantal benoemingen opsomt, de stand van de gewonden en wie er overleden is. Graaf d’ Estrades is door Lodewijk XIV, die toch nog in de buurt van Maastricht is gebleven, benoemd tot commandant van die stad. De gewonden, Graaf van Dohna, Adriaan van Gent en de heer van Weede zouden nu buiten gevaar zijn, ‘de tweede zijn been kwijt, en het andere zijn kuit eraf’.

    Brieffragment over Maastricht en benen

    [uhEd getrouwe wijff
    en dieners M Turnor]

    vandaech met de
    poste seijt me dat
    de koninck noch niet naer parijs is maer met sijn volck tusche visee13Visé
    en Maestricht noch leijt, da straede14Louis Godefroi d’Estrades koman=
    deert in Maestricht, de graef van dona15Wilhelm Albrecht, graaf van Dohna, ooster
    =wee16Adriaan van Gendt, heer van Oosterwedde en wee17George Johan van Weede sijn so pester18Joan Pesters schrijft buijte prij
    =ckel19perikel: gevaar de de tweede sijn been quijt en vant tande de kuijt af

    Portret van een oudere man met een getekend gezicht. Hij heeft lichte ogen en een prominente neus. Zijn haar is donker en hij heeft lange krullen. Hij draag een wit kanten befje.
    Portret van Louis Godefroi d’Estrades, Wallerant Vaillant, ca. 1647 – 1677. Collectie Rijksmuseum

    De heer van Werkendam20Daniël Oem van Wijngaarden zou als gezant zijn teruggeroepen uit Denemarken en vervangen worden door een ander. Dat zou volgens geruchten Godard Adriaan zijn, wat Margaretha niet gelooft. In Utrecht is de secretaris van de Staten van Utrecht Van de Poll overleden. In normale tijden zou zijn functie zijn vervallen aan de heer van Zuilen.

    Brieffragment over Daniël Oem van Wijngaarden

    men seijt ock dat den heer van werckendam21Daniël Oem van Wijngaarden te wt deenmerck22Denemarken
    weer komt en datter Een ander soude gesonde worden
    datter gesproocke wort van uhEd daer toe te versoecke
    het welcke niet wel kan aeneemen
    beusechem schrijft mij dat den ontfanger seeckreetaris
    vande state van wttrect vande pol te wttrecht aen
    sieckte overleeden is, wiens amt naer den ouden sleur
    aenden heer van suijlen soude vervalle sijn volgens
    sijn soer[?]23soer: zuster

  • Gedurig Alarm

    DatumPlaats
    Geschreven5 juni 1673Den Haag
    Ontvangen10 juni 1673Hamburg
    Lees hier de originele brief

    Aanval afgeslagen

    Bericht van Godard Adriaan: een deel van zijn geworven regiment is onderweg! En dat is hard nodig, want de afgelopen dagen waren vol gevaar. De aangekondigde aanval heeft nu echt plaats gevonden! 3000 Fransen raakten op 2 juni slaags met het Staatse leger, maar konden worden tegengehouden. Ze hebben zich nu op Jaarsveld teruggetrokken, maar als er meer hulp was geweest, was het misschien gelukt ze echt te verjagen.

    Plattegrond met drie groene vlakken die langs een lijn die schuin omhoog loopt. Rechts boven een windroos onder de kaart tekst in een oud handschrift.
    Kaart van de rivier de Lek ten oosten van Jaarsveld, door J. van Diepenem 1643. Collectie Het Utrechts Archief
    Brieffragment over Jaarsveld

    [hoet ons noch gaen sal] wij hebbe nu Etlijcke dagen
    in Een geduerigen alarm geseeten en sij noch
    niet vrij, de franse legge soot schijnt op haer loere1de Fransen liggen op de loer
    sijn te ijaersfelt wel 3000 sterck die de onse voorlee
    =de vrijdach hebbe geatackeert wmaer waeren te
    swack so geseijt wort was de vijant al aent reetie
    =reeren2retireren: terugtrekken hadden de onse maer Eenich seckoers3secour: hulp ge
    kreege daer was kans geweest om den vijant
    daer wt te slaen [daer wij nu hebbe moete doorga]

    En dat gaat naar Den Bosch toe…

    Hoewel het uiteindelijk goed is afgelopen zijn er natuurlijk wel doden en gewonden te betreuren, waaronder bekenden van Margaretha en Godard Adriaan. Dat weerhoudt het Staatse leger niet van plannen voor een tegen offensief, of minimaal het nog verder versterken van vestingen. Er is sprake van Breda, maar dat is eigenlijk best goed verdedigd. Den Bosch is een beter idee, want dat is slechter bezet en heeft een gouverneur die ‘suft en gehaat is’. Zou ze zich realiseren dat ze een portret van deze gouverneur geërfd heeft van haar oom? De Fransen kunnen steeds veel te makkelijk tussen Brussel en Den Bosch door Brabant marcheren, zonder dat men in Spaans Brabant een vinger uitsteekt. Margaretha heeft niet het idee dat de Spaanse Habsburgers echt met Frankrijk gebroken hebben.

    Plattegrond van Den Bosch. De stad is breed van onder en smaller aan de bovenkant. De versterkingen en muren zijn goed te zien. De kerken zijn ingetekend.
    Plattegrond van Den Bosch door Hubert Jaillot, ca. 1672. Collectie Bossche Encyclopedie

    wel bij de drije duijsent man, andere meene om
    dat breeda van alles so wel versien is dat sijt Eer
    op den bos4‘s-Hertogenbosch sulle aen legge daer so geseijt wort
    weijnich volck in is en Een goeverneur5John Kirkpatrick die
    suft6suffen:in de war zijn en gehaet is als de pest, altijt de koninck7Lodewijk XIV van Frankrijk
    met sijn volck is recht door brabant tuschen
    bruijsel8Brussel en die plaetse heen gemarscheert sonder
    dat de spaense de minste reesestensi9resistentie:verweer hebbe gedae
    is dat met vranckrijck breecken, [nu waert]

    Maar een actie van het Staatse leger met veel soldaten in het zuiden mag er natuurlijk niet toe leiden dat de posten in Holland weer onderbezet raken en een makkelijke prooi voor de vijand worden!

     Op het portret is een borststuk te zien van een blanke man, naar rechts gedraaid. Kirkpatrick staat voor een rustige, donkere achtergrond en is afgebeeld binnen een ovaal met in de hoeken van het rechthoekige paneel een rand van rolwerk. Hij heeft een harnas aan met een zilveren sjerp en een witte, platte kraag met kant langs de rand. Hij heeft een snor en een smalle sik en donker haar tot op zijn schouders. Het portret bevindt zich in een eenvoudige, zwarte houten lijs
    John Kirckpatrick (?? – 1681), Jacob Franszoon van der Merck, 1635. Collectie Kasteel Amerongen

    Vijandelijke vloten naderen elkaar

    Niet alleen op het land, ook 0p zee in de buurt van de Scheldemond, gaat het er om spannen. Cornelis Tromp heeft zich op Schooneveld bij de vloot van Michiel de Ruijter gevoegd. Die telt nu 70 grote schepen, branders en kleine scheepjes niet meegerekend. De Engelsen en Franse vloten liggen vlakbij, op slechts twee schoten afstand. Op 2 juni zijn sommige schepen nog dichter bij elkaar geweest, maar aangezien ze er niks meer over heeft gehoord, zullen ze vanwege de harde wind wel weer uit elkaar zijn gedreven.

    Kaart met links een soort rond eiland: Walcheren. Bovenaan Vlissingen, Rechts o.a. Zoutelande en Westkapelle. Bovenaan ligt nog een andere kust met Casandt, Sluys en Brugge. In de zee liggen zandbanken. De kaarten is doorsneden met allemaal lijnen met cijfers erbij.
    Fragment van een kaart de Vlaamse kust van Walcheren tot Boulogne, 1631, anoniem, 1631 – 1665. Collectie Rijksmuseum
    Brieffragment vloot

    ons scheeps vloote leijt
    noch opt schoonevelt daer tromp10Cornelis Tromp met sijn scheepe
    bij is daermee die 70 kapijtaelle scheepe sonder
    de branders entvaertuijch sterck sijn, de Engel
    gekonsijongeert11Conjungeren: Samen gaan met de franse legge op de hooch
    te van blanckendael12Onduidelijk waar dit is. Hier kan ook best Schooneveld mee bedoeld zijn. Beide namen kunnen een vertaling zijn van het Franse Clairvaux. geen twee schoote van
    d onse, men seijt de brantwachte den 2 deese13De tweede van deze [maand]: 2 juni
    al aen malkandere waere maar vermidts
    mender niet naer der van hoort gelooft me
    dat se door de stercke wint die wij Eenige dag
    en noch hebbe van Een sulle geraeckt sijn

    Vreemd volk goed betaald?

    Vreemd volk14Buitenlanders in Staatse dienst is overigens niet altijd te spreken over de betaling. Hannibal van Degenfeld, de aanvoerder van een regiment uit Saksen, schijnt zich beklaagd te hebben. Margaretha vindt het allemaal leugens: buitenlanders worden juist beter betaald dan ingezetenen. Dat Degenfelds mannen honger hebben geleden gelooft ze wel: hij steekt het geld immers in zijn eigen zak.

    Prent van een man in een tent die aan een tafel zit. Hij noteert iets in een boek en op tafel ligt geld. Aan de andere kant van de tafel zit een soldaat op een kist met een dolk op zijn rug. Daarnaast staat een soldaat met een zwaard aan zijn zijde en een dolk op zijn rug. De afbeelding is rond en eromheen is een soort lijst getekend met putti, engeltjes en plantachtige figuren.
    Betaling van soldaten zo’n honderd jaar eerder: Uitbetaling van soldij, Jost Amman, 1573. Collectie Rijksmuseum
    Brieffragment buitenlandse officieren

    dat deegevelt15Hannibal von Degenfeld, leider van een Duits regiment in Staatse Dienst. Hij zou in 1683 een belangrijke rol spelen in het ontzet van Wenen. so qualijck spreeckt en seijt dat
    de vreemde naesie16de vreemde natie: het buitenlandse krijgsvolk hier so qualijck getrackteer
    wort is van hem valslijck geloochgen de vreemde
    naesie sijn hier vrij beeter en promter betaelt als
    de ingeseetene of oude meliesie, doch dat deege
    =velts kompangi of volckeren onbetaelt honger
    moeste lijde geloof dat waer is, want hijt gelt
    in sijn sack stack ent volck onbetaelt liet

    Van Willem III geen kwaad

    Degenfeld zou ook nog eens gezegd hebben dat Willem III de vreemde troepen onbeschoft behandelt. Daar wil Margaretha helemaal niets van weten. Zijn hoogheid is, als ze de waarheid mag zeggen, ‘van geen brutaal humeur’. Dat heeft ze nog nooit gehoord en ze gelooft het ook niet.

    Brieffragment Willem III

    maer dat sijn hoocheijt hem of Eenige vreemde
    naesie qualijck of bruijske soude beijeegent
    hebbe heb ick noijt gehoort ter kontraeijreije17in tegendeel
    de ingeseetene hebbe altijt sijaloers geweest
    dat me de vreemdeline vrij beeter beijeegent
    de en trackteerde als haer, ock is sijnhooc
    =heijt als ick de waerheijt sal segge van geen
    brutael heumeur dat heb ick noijt gehoort
    kant ock niet geloofve,

    Defltsblauwe afbeelding van een buste van Willem III. Boven hem komen twee engeltjes met een trompet uit een medaillon, samen houden ze een lauwerkrans vast. de afbeelding is omgeven door bladeren.
    Fragment van een plaquette waarop Willem III een lauwerkrans krijgt, Adrianus Kocks, ca. 1690 Collectie Rijksmuseum

    Moeder en kind maken het goed

    Ach, Margaretha wou maar dat ze Godard Adriaan af en toe kon spreken. Ze wijdt nog een paar zinnen aan de tienduizend gulden die ze maar niet loskrijgt en de belastingpachters die niks opleveren. De heer van Dieden18Johan Walraven van Gent, heer van Dieden laat Godard Adriaan hartelijk danken voor het feit dat hij via zijn bemiddeling het drostambt van de Keurvorst19Johan Walravenvan Gent werd Drost van Goch en Gennep dat bij Kleef hoorde heeft gekregen. En fijn familienieuws: gerekend dat de bevalling pas veertien dagen geleden is, maken moeder en kind het zeer goed.

    Brieffragment over de kraamvrouw

    de vrou van ginckel die vandaech
    14 dage out inde kraem is, is
    heel wel naer den tijt so is ock het kint

  • Aanval op komst? Aanval op komst!

    DatumPlaats
    Geschreven29 mei 1673Den Haag
    Ontvangen3 juni 1673Hamburg
    Lees hier de originele brief

    Margaretha houdt het bij een korte brief vandaag. Ze begint met de melding dat het gelukkig goed gaat met haar schoondochter en kersverse kleinkind. En een gelukje: de aanval die dreigde, heeft nog niet plaatsgevonden.

    Dreiging

    Maar het gevaar is nog niet verdwenen, aangezien de vijand zich nog wel aan het voorbereiden is voor een aanval. Wel gaat het verhaal rond dat het eigen leger zich hier goed op voorbereid, het zou bijna onmogelijk zijn om door de verdediging heen te breken, maar Margaretha herinnert zich dat ze dit eerder heeft gehoord en dat de geschiedenis haar iets anders heeft geleerd. Oh god, en hoe moet dat toch met de bescherming van die schare kleinkinderen?

    Brieffragment over aanval en verdediging

    [godt niet genoech konne dancke,] tot noch toe sijn wij
    hier in rust en hebbe de vijantte op onse post noch
    niet geatenteert1Attenteren: ondernemen hoewel men seijt sij alle preeperaesi
    daertoe hebbe gemaeckt se hebbe Een bruch overden
    rhijn tuschen Ameronge en wijck geslage men seijt
    sij haere vergader plaets tot seijst hebbe en ock
    op de heij bij naerde en dat se Amersfoort slechte
    onse poste seijt me dat alle so wel versorcht en ver
    =sien sijn dat naer menselijckerwijse onmoogelijck
    is dat ser door konne, dan wij hebbe Een ijaer her
    =waerts so veel gesien dat onmoogelijck scheen, dat
    men daer niet gerust op kan sijn maer sitte in
    geduerige vrees ick insonderheijt met al de kindere
    en noch so Een versse kraemvrou [daer toe de heer]

    Van Ginckel in Gorinchem

    Haar zoon zit nog in Gorinchem. Daar voert de graaf van Hoorn het bevel. Naar de mening van Margaretha heeft de graaf zeker voldoende moed, maar of hij genoeg bekwaamheid bezit om zo’n belangrijke positie te bekleden, daar is ze niet zeker van. Margaretha vreest aan de lopende band. Het vertrouwen gunt ze alleen de almachtige Heer.

    Een vrouw met een helm op en een harnas onder een omslagdoek/toga heeft haar linkerhand in haar zij en haar rechterhand leunt op een grote knuppel. Achter haar ligt een leeuw die zijn rechter voorpoot opheft.
    Allegorie van de dapperheid, Christian Bernhard Rode, 1788, collectie Rijksmuseum.

    De dromen van de Zonnekoning

    Het gerucht over een mogelijke alliantie tussen de keurvorst van Brandenburg en de koning van Frankrijk wordt nu als waar beschouwd. Margaretha raakt politiek in de war. De Republiek heeft de keurvorst zo veel betaald voor het leger en nu het leger zo dichtbij is, sluit hij een vrede met de Fransen. Zonder het zijn bondgenoten te vertellen! Ze vraagt zich af waar het Lodewijk XIV eigenlijk om te doen is. De meeste mensen denken dat de koning van Frankrijk zijn zinnen heeft gezet op de titel Keizer van het Heilige Roomse Rijk. De keizer van het Heilige Roomse Rijk werd gekozen door de Duitse Keurvorsten, in 1658 had Lodewijk al een poging gedaan, maar was niet gekozen. Droomt Lodewijk XIV van een verzwakt Oostenrijk om zo de titel over te nemen?

    Brieffragment vrede Keurvorst en Zonnekoning

    [hoope ick dat ons bij sal staen,] men hout hier nu
    voorseecker dat de keurvorst met de koninck van
    vranckrijck is geackordeert daer men hier seer over
    roept dewijlle hij sulcke groote som gelts vande
    staet heeft heeft getrocken , tsijn voorwaer onbegrijp
    lijcke dinge dit dus buijten kennise van sijn gealiijeerde
    te doen, ick vreese wij niet beeter met spange ock
    sulle vaeren want hadden sij int sin gehadt te bree
    =cke met vranckrijck souden de scheepe die so rijcklij
    gelade met gelt en andere waere in haer havens
    lagen wel aengehoude hebbe, nu t gaet wonderlijck
    aen alle kante toe, nochtans geloofve veelle dat het
    vranckrijck meest omt huijs t oostenrijck te doen
    is en om roomskeijser te sijn , godt de heere weet
    alles, [uhEd schrijfvens vande 23 heb ick ontfange]

    Vlag van het Heilige Roomse (Duitse) Rijk met op een wit veld een dubbele zwarte adelaar onder een keizerskroon en met in de poten een zwaard en scepter, om de hals het ordeteken van het Gulden Vlies en op de borst een wapenschild met wederom het wapen van het Heilige Roomse (Duitse) Rijk met in het midden op dit wapenschild een blanco wapenschildje waar het wapen van de regerende koning of keizer ingetekend kon worden. Vlag op vlaggensteng en mastvoet.
    Vlag van het Heilige Roomse (Duitse) Rijk, anoniem, 1667 – 1670, collectie Rijksmuseum.

    Geen brief zonder kaas

    Gelukkig heeft Margaretha onlangs nog een brief van haar man ontvangen, waar ze dankbaar voor is. Ze hoopt dat er snel geld geregeld kan worden, zodat zijn troepen snel ter plaatse kunnen zijn. En natuurlijk mag er geen brief voorbijgaan zonder een vermelding van een kaasje. Ze heeft een aantal kazen met Teminck meegestuurd, in de hoop dat ze snel in Hamburg aankomen.

    Een tafel met in het midden een halve brokkelkaas met daarop een schoteltje boter. Links een bord met twee grotere vissen (haringen?) en daarachter een brandertje met kleinere visjes (sardientjes?). Rechts naar de kaas staat een tinnen kan, met daarnaast een bordje met schijfjes gedroogde worst. Voor de worst liggen op een servet witte broodjes.
    Tafel met servies, kaas, worst en vis, Alexander Adriaensen, Collectie Museo del Prado, Madrid.

    Toch een aanval!?

    En plots krijgt ze tijdens het schrijven nog bericht dat de vijand klaar staat om de posten tot Alphen aan de Rijn aan te vallen. God mogen haar en de haren beschermen! Hopelijk schenkt de Heer het leger moed. En wenst ze dat de vijand te schande wordt gebracht. Ze moet er niet aan denken, stel dat het vijandelijke leger toch doorbreekt? Wat te doen?

    Eerste brieffragment over aanval op Alphen aan de Rijn
    Tweede brieffragment over aanval op Alphen aan de Rijn met ondertekening

    [te bestelle,] so int schrijfve wort mij geseijt
    datter seeckere advertensie2Advertentie: kennisgeving, bericht sijn dat den vijant
    gereet staet om alle Eure onse post tot
    Alfhen te Atackeere3Attaqueren: aanvallen, de heer almachtich wil
    ons bewaeren en ons volck manlijcke harte

    geefven en onse vijanden te schande doen keere
    of se quaeme door te breecken wat sou ick doen
    ick hoop alleen op dien groote en almoogende
    godt, in wiens bescherminge uhEd beveelle en
    blijfve
    Mijn heer en lieste hartge

    uhEd getrouwe wijff
    M Turnor

  • Zware en bekommerde tijden

    DatumPlaats
    Geschreven19 mei 1673Den Haag
    Ontvangen24 mei 1673Hamburg
    Lees hier de originele brief

    Het geld waar Margaretha in haar twee vorige brieven over heeft geschreven, ligt bij huisbankier Adriaan Temminck in Amsterdam. Margaretha denkt dat het geld voor de wervingen door Willem III eveneens aan Temminck is overhandigd, maar ze weet het niet zeker. Erg blij is ze trouwens niet met die Prins van Oranje…

    Geen nieuwe Tocht naar Chatham

    De Staatse vloot ligt ergens in de contreien van Schoneveld. Het plan was om de Engelsen, net als in 1667, te verrassen. Maar de Engelse schepen hadden de zeilen al gehesen; het plan viel in het water. We zullen zien of de Staatse vloot de vereniging van de Engelse en Franse vloot nog kan beletten.

    Brieffragment over de Staatse vloot

    [hebbe die dat ambacht daer doet,] onse scheeps vloot
    leijt ontrent of opt schoone velt, quaeme wat te laet
    omt deseijn1Dessein: plan te voltrecken de Engelse scheepe laechge
    al seijl ree, nu sulle d onse sien ofse de konsijonsi2Conjunctie: vereniging
    van de franse met dEngelse konne beletten

    Gravure van twee grote zeilschepen. Het enge vaart naar links en heeft drie zeilen en de fok gehesen. Het ander vaart van ons af achter een andere schip aan. Beide schepen hebben een vlag met drie banen, waarschijnlijk de Hollandse driekleur. Bij de schepen is duidelijk te zien dat de luiken van de kanonnen open staan.
    Twee grote oorlogsschepen, Reinier Nooms Zeeman, 1650-1667. Collectie National Gallery Prague

    Mopperen op Mompeljan

    Wat Margaretha echt niet begrijpt, is dat Willem III het vacante commissaris-generaalschap aan Armand de Caumant, markies de Montpouillan, heeft gegeven. Godard van Ginkel is er ook zeer verbouwereerd over, maar daar hoeft Margaretha niet over uit te wijden – Godard Adriaan zal dit vast wel uit de brieven van zijn zoon kunnen opmaken. Als het niet zulke zware en bekommerde tijden waren, dan had Van Ginkel – uiteraard met toestemming van zijn vader – het leger adieu gezegd. Het is niet eerlijk, vindt Margaretha. Van Ginkel heeft de post al die tijd als waarnemer bekleed, en nu gaat een ander er mee vandoor! Het gaat Margaretha niet eens om het ambt of het geld dat met het commisaris-generaalschap gepaard gaat, maar om de aantasting van de eer. Een ingezetene van het land, die goed en bloed inzet, wordt gepasseerd voor een buitenlander. Zijn dit nu de vruchten van de mooie woorden en beloften van de Prins aan Godard Adriaan?

    Eerste Brieffragment over Mompeljan
    Tweede brieffragment over mompeljan

    dat sijn hoocheijt het vakante komijsarisgenerael
    =schap aen mompelijan3Armand de Caumont, marquis de Montpouillan die gisteren sijn Eet heeft
    gedaen heeft gegeefve sal uhEd wt het schrijfve
    vande heer van ginckel sien die daer vrij over ver=
    =set is en niet weet wat hij doen sal, waerende tijde
    niet so swaer en bekomert om de leefven alse sijn
    hij sou met uhEd premisie quiteere maer wat sal
    hij nu doen men heeft hem die plaets al den tijt
    laeten bediene sijn hoocheijt heeft selfs teegens ver
    scheijde geseijt dat hij sijn post wel heeft waergenoo
    =men en nu gaet men en Een ander booven sijn hooft

    tis voorwaer hart Een ingeseeten vant lant die goet
    en bloet daer bij op set, ick kan niet segge hoeseer
    mij dit speijt niet so seer om dit amt oft inkoome
    van dien als om de smaet voorde werlt dit sijn
    de vruchte vande schoone woorde en belofte die uhE
    van tijt tot tijt sijn gedaen [doch paesijensi wij]

    Schets met op de voorgrond links die soldaten te paard die staan te kletsen. Rechts zitten twee soldaten op de grond. De soldaten staan voor een klein boerderijtje. Op de achtergrond meer mensen en ruiters en verschillende tenten.
    Bereden soldaten in hun kwartier, Pieter de Molijn, 1650 – 1660. Collectie Rijksmuseum

    De hand die alles bestiert

    Margaretha vindt dat we niet moeten kijken naar de stok die ons tegenslag op tegenslag geeft, maar naar de hand die alles bestiert. En dan zegt ze iets heel interessants: was het niet beter geweest als we bij ‘t onze waren gebleven? Oftewel, als ze thuis in Amerongen waren gebleven? Dan hadden ze het huis wellicht kunnen redden. Ach, het heeft vast allemaal een reden: we moeten hier volgens Margaretha de bestiering van de allerhoogste in zien.

    Brieffragment over de hand die alles bestiert

    [van tijt tot tijt sijn gedaen doch paesijensi] wij
    moete niet sien op de stock die ons so slach op
    slach geeft maer op die hant die alles bestiert
    wie weet oft ons niet best waer geweest dat wij bijt
    ons waere gebleefve hadent ons noch gekonserveer
    en ons moogen behelpe so men best had gekost wie weet
    hoet ons nu noch gaen sal doch wij moeten hier in
    al meede sien op de bestierine der alderhoochste

    Gravure van onderaf van een man met korte krullen en een baard die naar beneden kijkt en zijn handen ten hemel steekt (of wacht, hij is waarschijnlijk al in de hemel... omhoog dan). Een Engeltje vliegt boven hem, twee kijken om het bovenste randje en vier Engeltjes verschuilen zich achter hem en aan zijn zijde.
    God omringd door putti (detail), Nicolas Dorigny, naar Rafaël, 1695. Collectie Rijksmuseum

    Stank voor dank

    Trouwens, nog even terug naar die benoeming van Mompeljan… Dat is dus allemaal bekokstoofd door een neef van Margaretha’s heer en liefste hartje. Hij bemoeide zich met de benoeming op verzoek van Hedwig van Brederode, een zus van Amelia van Brederode. En Amelia Wilhelmina van Brederode was, je raadt het al, getrouwd met de markies van Montpouillan! Nog een saillant detail, die neef van Godard Adriaan, waarschijnlijk Frederik van Reede, een zoon van nestor Johan van Reede van Renswoude, bewoog een jaar geleden nog hemel en aarde om een wit voetje te halen bij de De Witten. En nu loopt hij te slijmen bij de Prins! Hij waait met alle winden mee, of zoals onze briefschrijfster het verwoord, hij ‘hangt zijn huik naar de wind’. Vorig jaar was Margaretha nog door vorst, sneeuw en hagel van Amerongen naar Utrecht gereisd om hem en zijn neef Van Rossem te helpen met hun sollicitatie! En nu? Krijgt ze alleen maar stank voor dank.

    Brieffragment over de neef met een neef en een verzoek van een vrouw

    onse kosijn die uhEd naeme draecht4Vermoedelijk Frederik van Reede. Dit is in ieder geval de meest waarschijnlijke kandidaat heeft dit schoo
    =ne werck opt versoeck van hetwich van breederoode
    almeede helpe fasiliteere, maer ick sal ock daer
    kan ent Eenichsins te pas komt niet verswijgen
    wat Een vrint hij is geweest weijnich meer als Een
    ijaer geleede doen hij noch heemel en aerde be=
    weechde om onse vriende inde partij vande witte5Aanhangers van Johan en Cornelis de Witt, Staatsen te
    trecken, en nu hanckt hij so de huijck naer de wint6De huik naar de wind hangen: ‘zijn overtuiging wisselen met de omstandigheden’. Een huik is een mantel zonder mouwen. Betekent hetzelfde als ‘met alle winden mee waaien’
    en ist beste kint, hoe liep hij mij de voorleeden
    winter Een ijaer ten ooren en deed mij door vorst
    sneeuw en hagel van Ameronge naer wttrecht
    reijse niet Eens maer vrij meer om niet alleen
    hem maer sijn neef van rossom7Waarschijnlijk Adriaan van Rossem in haer solisi
    =tasie te helpen, dit is nu de loon daer van

    Een elegante dame met een rode rok met lange biezen. Ze draagt een zwarte huik met een witte kraag en witte manchetten. Op haar hoofd heeft ze een zwarte shawl en in haar hand een blauwe veer.
    Vrouw in een huik (detail), Gesina ter Borch, ca. 1652. Collectie Rijksmuseum

    Het is immers het een op het ander

    Op een gegeven moment dringt het tot Margaretha door dat ze wel erg veel aan het klagen is. Ze verontschuldigt zich en vraagt Godard Adriaan het haar niet kwalijk te nemen. Maar ze heeft het zo zwaar, en er is haast geen levende ziel waar ze vrijuit tegen durft te spreken. Het is een en al ellende. Eerst dat gedonderd met de compagnie, en nu weer dit… Oh, kon ze haar man maar weer eens onder twee ogen spreken. Eén ding weet ze zeker: wie op God vertrouwt, zal niet verloren gaan.

    Eerste brieffragment over het klagen
    Tweede brief over het klagen

    nu mijn lieste hartge neemt het mij niet qualij
    de moet is mij so vol dat ick haest meen te bersten
    en heb imers geen leevende siel daer ick vrij
    teegens derf spreecken, tis imers teen opt ander
    Eerst met de kompangi en nu weer dit, och mocht
    ick uhEd Eens spreecken, nu dat kan niet sijn
    paesijensi, naer deese tijt Een beeter die op godt
    vertrout sal Evewel niet verlooren gaen[, ick wil]

    Nieuwersluis en Nyenrode

    De Fransen hebben geprobeerd om enige huizen in de omgeving van de pas door de Staatsen heroverde post te Nieuwersluis in te nemen, maar ze zijn door de Staatse troepen verdreven. Er zijn ook een paar Fransen gesneuveld. Margaretha heeft gehoord dat kasteel Nyenrode of het huis Ter Aa is afgebrand, maar dat gerucht is nog niet bevestigd. Wel schrijft ze dat de gravin van Waldeck, Elisabeth Charlotte van Nassau-Siegen, bij haar is geweest en heeft verteld dat ze via via heeft gehoord dat huis Ter Aa is afgefikt. De gravin heeft dit in een brief van haar man, de graaf van Waldeck, gelezen. De graaf heeft het op zijn beurt weer van de Johan van Stockheim, die het commando voert over Nieuwersluis. Vreemd, want zover Margaretha weet hebben de eigenaren van Ter Aa wel betaald om het huis te bewaren.

    Brieffragment over Nieuwesluis en Nyenrode

    de post aende nieuwersluijs wort bij d onse noch
    ingehoude8Nieuwersluis is op 13 mei 1673 ingenomen door de Staatse troepen den vijant heeft getracht daeron=
    trent Eenige huijse inte neeme maer sijn van
    donse daer wt gedreefve met verlies van Eenig
    volck, nu seijt me datseet huijs te nieuwenroij9Nyenrode
    oft huijs te dr A10Ter Aa soude afgebrant hebbe
    doch hier is geen seeckerheijt van, so gaet de
    graefvin van waldeck11Elisabeth Charlotte van Nassau-Siegen, gravin van Waldeck van mij seijt de graef
    van waldeck12Georg Frederik van Wakdeck-Eisenberg briefve gehadt heef van stockom13Johan van Stockheim
    die aen nieuwer sluijs komandeert dewelcke
    schrijft dat huijs ter d A afgebrant is vande
    vijant, sij hebbe so ick meen almee tot afkoop
    van brande en schade betaelt[, de sweetse]

    Gravure van een ruïne. Midden een poort van twee pilaren met een fronton. Daarachter een zwartgeblakerde muur van ruim een verdieping hoog en de gaten van ramen. Een deel van de toren staat nog wel maar is ook geruïneerd. Drie mannen met een hondje staan naar het kasteel te kijken, links voor in de schaduw zitten ook twee personen. Midden boven staat de tekst "t Huys te Niewen rode"
    Ruïne van Nyenrode, Isaac Sorious, 1672 – 1676. Collectie Rijksmuseum

    Ongehoorde dingen

    De Zweedse ambassadeurs die op weg zijn naar Aken voor de vredesbesprekingen, zijn bij de Bessemer hei tegengehouden door een partij Fransen. De Fransen wilden niet hebben dat de ambassadeurs door Maastricht trokken, waardoor de ambassadeurs nu een omweg moeten maken. Margaretha vindt het ongehoord, en eindigt vervolgens haar brief met de gebruikelijke afscheidsgroet.

    Briefragment over de Zweeds ambassadeurs

    [van brande en schade betaelt,] de sweetse
    Ambassadeurs die naer Acke sijn koomende
    op de bessemer heij14Bessemer ligt tussen Genk, Maasmechelen en Lanaken, tegen Nationaal Park de Hoge Kempen aan hebbe Een partij franse
    daer gevonde die niet wilde lijde dat sij door
    Maestricht soude passeere hebbense Een
    ander wech om doen gaen, ongehoorde dinge
    nu moet ick blijfve

    Mijn heer en lieste hartge
    uhEd getrouwe wijff
    M Turnor


  • De vijand slaapt niet en is vol praktijken

    DatumPlaats
    Geschreven15 mei 1673Den Haag
    Ontvangen20 mei 1673Hamburg
    Lees hier de originele brief

    Godard Adriaan heeft dringend om geld gevraagd voor de werving van het nieuwe regiment in Duitsland. Maar zoals bekend zijn er geen contanten te krijgen. Margaretha legt haar man uit dat de soldaten thuis ook al nauwelijks betaald krijgen.

    Soldaten onbetaald

    Korporaalsvrouwen moeten bedelen om brood. Het schijnt dat sommige officieren het geld dat voor de soldaten bedoeld is, in hun eigen zak steken. Van Ginkels compagnie wordt gelukkig redelijk betaald, maar zijn salarisverhoging krijgt hij nog niet. Terwijl we het hier wel over een vitaal beroep hebben!

    Een vrouw zit tegen haar rugzak aangeleund, haar hoed bedekt haar gezicht. In haar linkerhand houdt ze een hoed op. In een draagzak zit een zuigeling.
    Bedelende soldatenvrouw, Daniel Nikolaus Chodowiecki, 1764 Collectie Rijksmuseum
    Brieffragment over betaling leger

    ick derf niet segge hoe de ruijters en arme soldate
    Een deel van wan betaeline1wanbetaling klaechge ija korperaels
    vrouwe gaen bidde om Een stuck broot, en konne
    niet subsijsteere, ick geloofve het ock veel aende
    offijsiers schort diet gelt in haer beurs steecke ende
    arme soldate onbetaelt laeten, de kompangi vande
    heer van ginckel wort nu reedelijck wel betaelt
    maer van sijn hoochge tracktement krijcht hij
    noch niet, [sijn hoocheijt is gistere weer hier gekoo]

    Willem waakt

    De veiligheidssituatie blijft precair, met de verse Franse troepen onder leiding van Condé in het land. Willem III heeft de posten bij Muiden en de Hinderdam geïnspecteerd. De zogenaamde aanval op de Hinderdam was inderdaad vals alarm, er zijn alleen wat paarden en koeien gestolen. Zijne hoogheid is waakzaam genoeg. Margaretha lijkt echt vertrouwen in hem te hebben. Alle legerposten zijn nu op orde, en menselijker wijs kan er niets misgaan. Maar ja, ze hebben afgelopen jaar wel meer meegemaakt, niets is zeker. Want ook de vijand slaapt niet en “is vol praktijken” (streken).

    Brieffragment wakende Willem

    sijn hoocheijt viegeleert2Vigileren: waken genoech bij sijn versuijm hebbe
    wij geen ongelucke te verwachten al de poste sijn wel
    versorcht, naer menschelijcker wijse ist onmoogelijc
    datser door konne breecke, dan wij hebbe so veel in
    Een ijaer herwaerts beleeft en gesien datter niet
    van te verseeckeren is, de vijant slaept niet is
    vol pracktijcke, [sijn hoocheijt sendt drije reesgemente]

    Een bruine tekening met op de voorgrond de oever van een rivier, links bosjes met een boom, rechts alleen bosjes. Op de rivier een zeilboot in het midden en daarachter wat minder goed uitgewerkte roeiboten. Aan de overkant van de rivier ligt een stad met een stadsmuur met torens en poorten. Boven de stad steken verschillende kerktorens uit, rechts een molen.
    Gezicht op Schoonhoven, Johannes Leupenius, 1653 – 1693. Collectie Rijksmuseum

    De prins heeft ook drie regimenten naar Friesland gestuurd. Zelf blijven hij en de graaf van Waldeck met een “vliegend” (flexibel) leger in de buurt van Alphen en Schoonhoven. Zodat ze bij een eventuele aanval snel ter plaatse zijn. Een mooi succes: Nieuwersluis is weer in eigen handen gekomen. God geve dat het zo blijft!

    Brieffragment vliegend leger

    men seijt sijn hoocheijt met de graef van waldeck
    met Een vliegent leeger ontrent schoonhoofve
    en Alfhen sulle blijfve om ofse Eenige van
    onse post mochte atackeere daer terstont
    bij te sijn donse3De onzen: ons leger hebbe aende nieuwe sluijs nu
    weer post gevat godt geefve sijt mooge behou
    =de,

    Oorlogsvloot

    Inmiddels is de uitgevaren oorlogsvloot gesignaleerd ter hoogte van Oostende, zeilend richting de Theems. Gaan de plannen slagen?

    Plattegrond van oostende. De bastionstructuur is duidelijk te zien. Aan de bovenkant de Noordzee en het strand, rechts de haven. Onder de plattegrond staan een paar gravures.
    Plattegrond van Oostende met stadsgezicht, Matthaeus Seutter (III), 1708 – 1757 Collectie Rijksmuseum
    Brieffragment vloot

    [voor swaerder wil bewaeren], onse scheepsvloot
    is voorleedene vrijdach smergens ontrent 4 Euren
    op de hoochte van oostende gesien en seijlde naer de
    teems4Thames van waer alle daege men verwacht te
    hooren wat suckses van het deseijn5Dessein: plan is, [dus verde int]

    Inwendige mens

    Margaretha vergeet als altijd de inwendige mens niet in haar brief. In de eerste plaats het inwendige mensje dat er bij haar schoondochter uit moet: volgende week zullen ze toch echt naar Amsterdam gaan om daar veilig te kunnen bevallen. En in de tweede plaats haar eigen inwendige mens die erg blij is met het vat wijn dat Godard Adriaan heeft gestuurd. Ze hebben het inmiddels aangebroken en de inhoud is heerlijk. Wijn is nu erg duur, en boter ook: 8 stuivers per pond.

    Brieffragment over de kraamvrouw en de wijn
    Brieffragment over de prijzen van wijn en boter

    wij sijn noch gereesolveert int begin vande toe
    koomende weeck met de vrouw van ginckel en haer
    kindere naer Amsterdam te gaen om haer
    kraem met godts hulpe daer wt te houde
    de heere wille Een goede verlossine en gesonde
    vrucht verleene, wij hebbe de wijn die uhEd mij
    heeft beliefve te sende ontsteecke is heel goet
    bedancke deselfve noch seer voorde goede sorchge


    die hij voor ons draecht, booter en wijn is hier seer
    dier het pont booter kost hier noch al 8 en 9
    stuijvers,

    Bouwmeester als boodschappenjongen

    De Parmezaanse kaas (verblijfplaats nog steeds onbekend) zit Margaretha hoog. Zo hoog zelfs, dat ze de keurvorstelijke bouwmeester, Michiel Mattheus Smits, inschakelt. Terwijl ze zit te schrijven staat hij op de stoep met een brief van Godard Adriaan. Hij heeft weinig tijd, want hij is op doorreis naar zijn familie in Breda. Hij belooft daar naar de kaas te informeren en op de terugreis wat langer te blijven.

    Michael Matthias Smidts (1626 – 1692) door Jacques Vaillant, 1685.
    Collectie: Stadtmuseum Berlin © Repro: Michael Setzpfandt Berlin
    Brieffragment over Michiel Mattheus Smits en de Parmezaanse kaas

    [hooren wat suckses van ht deseijn is] dus verde int
    schrijfve kom den boumeester vande heere keurvorst
    van brandenburch6Michiel Mattheus Smits was afkomstig uit Breda en heeft veel bouwprojecten in Brandenburg op zijn naam staan. In 1676 zou hij namens de Keurvorst het hout leveren voor de herbouw van Kasteel Amerongen die mij uhEd aengenaeme7aangename brief behandi8behandigt:overhandigt
    hij is so haestich dat hij niet wilde sitten maer so voort
    naer breeda vertrecken, sal daer naer de perme
    saense kaes verneemen, als hij weer komt heeft
    belooft weer aente sulle koome sal hem dan so wij
    noch hier sijn versoecke Een maetijt met ons te Eete
    en so veel onthael doen als wij konnen,

    Twee oude heren en nog meer kaas

    Met oom Dirk Adolf van Reede in Wijk bij Duurstede gaat het voor zijn doen goed, voor zover Margaretha weet, maar ze heeft eigenlijk al een poosje niet van hem gehoord. Blijkbaar heeft Godard Adriaan naar hem gevraagd. Deze oom is een broer van zijn vader en loopt al een eind in de zeventig. Een opmerkelijk familielid, want als twintiger is hij bij de Jezuïeten gegaan en ondertussen bedient hij al zo’n veertig jaar redelijk ongestoord als priester de katholieken in Wijk. Zijn gezondheid begint wat achteruit gegaan. Uiteindelijk zou hij in 1674 overlijden.

    Een man met gesloten ogen, een snot en een paar dagen baardje. Op zijn hoofd een zwarte kap waar grijze krullen onderuit steken. Om zijn nek een lichtblauwe stola met een rode rand. De kleding eronder is wit. Aan de rechter een opengetrokken blauw gordijn. Rechts in de hoek staat
RP Theod: Reede
M 1674 12 Dec
Art: 74 MIS 41
    Dirk Adolf van Reede op zijn doodsbed 12 december 1674 op de leeftijd van 74 jaar. Collectie: Parochie H. Suitbertus, Culemborg

    Van een andere oude heer die net ziek is geweest, Johan Temminck in Hamburg, vindt Margaretha zeker dat hij aan moet sterken, want ze stuurt hem…kaas. Geen Parmezaanse, maar ‘S-Gravenzandse kaas dit keer.

    Brieffragment Dirk Adolf van Reede en Johan Temminck

    [vant lant vereijst] onse oom van reede9Dirk Adolf van Reede weet ick niet
    beeter of is naer sijnen doen reedelijck wel is noch
    tot wijck10Wijk bij Duurstede, dan heb nu in Eenige tijt herwaerts niet van
    sijn hEd gehoort, ick sal met deerste geleegentheijt
    Een paer goede schraefvesantse11‘s Gravezandse kazen voor den goede
    oude heere teminck sende wenste te weete wat
    hem aengenaem mochte sijn, [sal nu blijfve]

  • Haagse heisa

    DatumPlaats
    Geschreven12 mei 1673Den Haag
    Ontvangen17 mei 1673Hamburg
    Lees hier de originele brief

    In haar vorige brief schreef Margaretha over de kwitantie. Het lijkt goed te gaan, in tegenstelling tot de ordinantie van de 10.000 gulden… daar heeft ze nog geen cent van gezien. En dan zijn er ook nog Franse troepen gesignaleerd bij de Hinderdam en weet ze zich geen raad met de hoogzwangere Philippota. Zal de vloot binnenkort misschien goed nieuws brengen…?

    Fransen aan de Hinderdam?

    Fort de Hinderdam in vogelvluchtperspectief. Onder stroomt horizontaal de vecht. Aan de linkerkant ligt een dam met een soort opening waar een bootje door vaart. Rechts vaart een trekschuit met een paard op het jaagpad. In het fort zijn  een paar soldaten. Naar boven toe ligt ook een water met een dam.
    Fort Hinderdam (detail). Afkomstig uit Lambert van den Bos, Toneel des Oorlogs (Amsterdam: Jacob van Meurs en Johannes van Someren, 1675). Wikipedia Commons

    Er is weer alarm geslagen! Het gerucht gaat dat de vijand zich rondom de Hinderdam begeeft. Een paar maanden geleden is de schans bij de Hinderdam omgevormd tot gebastioneerd fort. Margaretha vreest dat de vijand het op de Hinderdam heeft gemunt en een plaats zoekt om door te breken, maar er wordt geen woord over losgelaten.

    Brieffragment Hinderdam

    [tijt gehandicht,] nu mijn lieste hartge krijge
    wij alweer Eene alarm en seijt me dat
    de vijant aenden hinderdam1Fort Hinderdam ligt in Utrecht aan de Vecht tussen Nigtevecht en Uitermeer en was onderdeel van de stelling van Amsterdam. In 1673 is er een stenen bastion gebouwd. In 1674, nog tijdens de bezetting van Utrecht door de Fransen, heeft Amsterdam bij Muiden een zeesluis gebouwd en de sluis in de Vecht bij Hinderdam gesloopt en het recht van inundatie van Utrechts gebied opgeeist. Ben geen aanval bij Hinderdam tegen gekomen.  wil atack
    =queert daer is wat te doen dant wort
    seer geseeckreeteert ick vrees ick vrees
    dat wij der van sulle hebbe en dat den
    vijant op deene plaets of dander sal
    soecke door te breecke[, dat kraeme van]

    Krantenbericht:
Wesop den 11 Mey. Op gisteren vertoonden haer omtrent den Hinderdam, 150 Fransse Officieren, men meynt dat de Prince van Conde daer by geweest ism ode Duc de Anguyn, by haer hebbende 600 Soldaten; doch zijn weder vertrocken sonder yets te ondernemen. Op Gisteren zijn binnen Naerden noch 2 Regimenten gekomen, of sy nu tegens ons yets sullen attendere, moet men verwachten. wy zijn altoos op onse hoeden.
    Bericht uit de Oprechte Haarlemsche Courant van 13 mei 1673. Volgens het krantenbericht zouden zich op 10 mei inderdaad 150 Franse officieren en 600 soldaten bij de Hinderdam hebben opgehouden, maar zijn ze vertrokken zonder iets te ondernemen. Via Delpher.nl

    Hoogzwangere Philippota

    De toestand van haar schoondochter drukt zeer zwaar op de gemoedsrust van Margaretha. Zoals het er nu voor staat, is ze genoodzaakt de komende week met de hoogzwangere Philippota en de kleinkinderen richting Amsterdam te vertrekken. Oh, de heer almachtig wil ons land bewaren en ons allen bijstaan…

    Brieffragment hoogzwangere Philippota

    [soecke door te breecke,] dat kraeme van
    onse dochter leijt mij seer swaer opt
    hart en naer dat de saecke gaen sijn
    wij gereesolveert inde toekoomende
    weeck met haer en de kinderen naer
    Amsterdam te gaen, de heer almach
    =tich wil ons lant bewaere en ons alle
    bij staen[, onse pleijne potensiaerijse sij]

    In een ruimte staat een tafel, links zit een hoogzwangere vrouw met haar benen wijd. Ze steunt met haar linkerhand haar hoofd, haar elleboog rust op tafel. Recht een heer op een stoel druk te schrijven. Links in de ruimte staat een bed, erachter komt een vrouw een glas met pis brengen.
    Arts en vrouwelijke patiënt, Jan Steen, ca. 1665. Collectie National Gallery Prague

    Ambassadeurs in Aken

    De plenipotentiarissen – de hoogste rang die een zeventiende-eeuwse Staatse ambassadeur kon hebben! – zijn gisteren en vandaag vanuit de hofstad richting Aken vertrokken. Johan van Reede van Renswoude heeft uiteindelijk tóch toestemming van de Franse koning gekregen om als gevolmachtigde namens de Republiek in Aken te onderhandelen, en zal binnen een aantal dagen zijn collega’s volgen. Voor hem is er een slaapplaats gereserveerd bij Hieronymus van Beverningh in huis.

    Brieffragment ambassadeurs naar Aken

    [bij staen,] onse pleijne potensiaerijse2Plenipotentiaris: Gevolmachtigde, iemand die door een andergemachtigd is te handelen sij
    gistere en vandaech van hier naer
    Acken vertrocken, de heere van
    rhijnswou seijt me dat sijn pas vanden
    koninck om over de saecken van sijnhoo
    meede naer Acken te mooge gaen ge
    kreechgen en sal so geseijt wordt nu in
    weijnich dage volgen en bij den heere
    beeverline in Een huijs loosgeere[, onse]

    Komt de vloot in actie?

    De vloot is eergisteren met zo’n 48 schepen voorbij Scheveningen gezeild. Er gaan geruchten op dat het plan is om richting de rivier de Theems te varen om aldaar de vereniging van de Franse en de Engels vloot te beletten, waarbij ook de Engelse schepen in de haven in de hens zullen worden gezet. Afgelopen dagen heeft het goed gewaaid, dus de Staatse vloot zal zich waarschijnlijk al in de Engelse wateren begeven.

    [beeverline in Een huijs loosgeere,] onse
    scheeps vloot is met ontrent 48 scheep eergistere
    merge voor bij scheefveline3Scheveningen geseijlt so geseijt wort
    naer de teems om te sien ofse de konsijonsi4Conjunctie: vereniging, samengaan vande
    Engelse met de franse scheepe kan belette en
    de Engelse scheepe in haer havene ruweneere , die
    =wijl de wint seer goet is geweest en noch so is
    gelooft men datter onse vloot al is, de heere wil
    haer deseijn seegenen en ons wat geluck geefve

    Eerste brieffragment vloot
    Tweede brieffragment vloot
    Op de achtergrond een heuvelachtig landschap, op de voorgrond een riviermonding. Op de voorgrond liggen allemaal zeilschepen, aan de rook de zien schieten sommigen hun kanon af. Aan de kust en verder landinwaarts zie je diverse rookkolommen waar iets in de hens staat.
    De Staatse vloot verraste in 1667 de Engelse vloot bij Chatham, waarbij schepen in de hens werden gezet en tot zinken werden gebracht. Een herhaling van zetten…? Tocht naar Chatham, Willem Schellinks, ca. 1668. Collectie Rijksmuseum

    En het Staatse leger?

    Behalve op zee, woedt de oorlog ook op het land nog altijd door. Margaretha verlangt ernaar iets te horen. Prins Willem III is zojuist vertrokken, en op de Haagse wegen is het een hele heisa. Maar echt veel nieuws is er niet. En de postmeester wil weg, dus Margaretha moet afsluiten.

    Brieffragment heisa op de Haagse wegen

    mij verlanckt seer waert hier te lant te doen
    is sijn hoocheijt is so aenstonts vertrocke het rijdt
    hier door den haech seer dan men kan niet weete
    wat het is, en de post wil wech [ick blijf]

    Een man, met een gevederde hoed, leest een brief voor.
    Man met een brief, anoniem, 1667 – 1714. Collectie Rijksmuseum

    Toch nog een kattebelletje

    Blijkbaar heeft de postmeester toch niet zoveel haast, want Margaretha heeft nog tijd om belangrijk oorlogsnieuws in een PS op te nemen. Het schijnt dat de vijand een hoop troepen heeft gemobiliseerd. De Prins is naar Muiden vertrokken en heeft Van Ginkel gelast hem te volgen, waar Van Ginkel uiteraard gehoor aan heeft gegeven. Ach, zijn zwangere vrouw en vier kinderen…

    de post so geseijt wort, wert noch
    niet geatackeert maer men heeft
    advertensie5Advertentie: kennisgeving, bericht dat de vijant al sijn
    volck bij Een treckt, waerom sijn
    hoocheijt naer muije6Muiden en daer ont=
    trent wil heeft de heer van
    ginckel belast mee te gaen
    die hem so aenstonts volcht
    tis hier als heel in roor de
    heere wilse en ons alle be=
    waere wij sitten hier in geen
    kleijne benoutheijt had ick die
    swangere vrou met haer
    vier kinderen niet, gafver
    niet om sou mij selfve wage
    adieu mijn lieste hartge