Mijn heer en lieste hartge

Tag: Post verzenden

De zoon van Brant

DatumPlaats
Geschreven18 april 1673Den Haag
Ontvangen28 april 1673Hamburg
Lees hier de originele brief

Ondanks dat Margaretha gisteren al geschreven heeft, toch nog even een kattenbelletje. Wijnkoper Brant stuurt zijn zoon naar Hamburg, omdat er in Amsterdam niets meer te verdienen is. Nu is zijn vraag of Godard Adriaan zijn zoon bij aankomst wat geld wil geven, zodat hij niet met veel geld hoeft te reizen.

Een trompe l'oeuil van een plank met links daarop twee flessen de flessen staan op een briefje met een tekst dat naar beneden hangt. Op het briefje staat een latijnse tekst. Rechts op de plank wat opgerolde papieren. Erboven een schilderijtje van Bacchus. Daarboven een tekening die half los hangt.
Stilleven in een trompe l’oeuil: de wijn. Een allegorie op de smaak, Bernardo Lorente Germán, ca. 1730. Collectie: Louvre
De tekst op het briefje luidt: “Fide Deo. Dic saepe preces. P…/Sic humili. Parem Dilige. Magna fuge / Multa audi. Dic pauca. Tace abdita. Scito minori / Parcere. Majori cedere; Ferre parem / Propria fac. Non differ opus. Sis aequus egeno / Pacta tuere. Pati disca. Memento Mori. / B. German pingebat.”

En als ze dan toch schrijft, ook nog even het blikken servies. Ze schrijft nog een keer wat er allemaal verstuurd is: 24 ovalen schalen, 36 teljoren en 4 kandelaars. Gisteren schreef ze nog dat ze 6 dozijn teljoren stuurde, 36 borden lijkt toch wel voldoende…

Wat het leuke is van dit kattenbelletje, is dat ze niet de moeite heeft genomen om een apart omslag te vouwen. De brief is de envelop en je ziet heel mooi hoe hij gevouwen is. De basis is een dubbelgevouwen blad waarvan ze de voorkant beschreven heeft en de binnenkant leeg gelaten heeft. Op de achterkant zit de adressering, dus ze heeft de inhoud naar binnen gevouwen. Met een zegel heeft ze de envelop vervolgens dichtgeplakt.

Complete brieftekst
De brief op de voorkant van het vel
Een leeg vel, de tekst die op de andere kant staat (links de brief en rechts overdwars de adressering) is doorgedrukt. Je ziet ook de zegel door het papier heen zitten. Aan de rechterkant zit een gat in het papier, war het zegel is losgemaakt.
De lege binnenkant van het vel
De achterkant van het briefje. Midden op het vel staat hoog Eedele gebore heer Baron de Reede vrij heer van Ameronge ginkel elst et
tot hambeurgh. Boven het adres zie de vouwen van de punt die de achterkant van de envelop werden. Net onder het adres de vouw overdwars van de voorkant naar de achterkant van de envelop. Direct daaronder het zegel. De zijkanten waren naar binnen gevouwen.
De adressering met vouwlijnen en zegel

Post

DatumPlaats
Geschreven26 februari 1672Amerongen
Ontvangen4 maart 1672
Lees hier de originele brief

Elke brief begint Margaretha met het bedanken van Godard Adriaan voor de brieven die ze ontvangen heeft. Kennelijk doet Godard Adriaan dat ook in zijn brieven, want als één van haar brieven mist, schrijft ze dat ze echt met elke post geschreven heeft. Het verzenden van een brief had meer voeten in de aarde dan je verwacht.

Ameronge den 26 febrijwa 1672

Mijn heer en lieste hartge

ick ben verwondert wt uhEd aengenaeme vande
17 deeser te sien dat onse briefve niet sijn overge
koome ick geduerende uhEd wt weese niet meer
als Eene post overgeslaechge, dat int Eerst doen
uhEd te berlijn quan is geweest, en sint noijt
gemangueert ick heb beuseckhom gelast de
briefve voort den strijcker over Amsterdam
te sende het welcke geloofve hij nu doet, [ick]

De post was toen net zo commercieel als dat hij nu is en er waren verschillende manieren om brieven te versturen. Vanuit Nederland waren er een paar opties, maar binnen Europa kreeg je al vrij snel te maken met het postimperium van Thurn und Taxis. Margaretha probeert verschillende routes en bezorgers uit. Hier kiest ze voor Strijker in Amsterdam. Ze was niet de enige voor wie het verzenden en ontvangen van post een avontuur op zich was: ook Johan de Witt worstelde hiermee.

Verder gaat het in deze brief over het betaald krijgen van het geld voor Godard Adriaans werk. Maar dat inkijkje in de 17e eeuwse bureaucratie bewaren we voor later.

Speciaal in het fragment van vandaag ook de kop van de brief. Links boven “Rec. 4e Martij”, de aantekening wanneer Godard Adriaan de brief ontvangen heeft: op 4 maart. De brief heeft er 7 dagen over gedaan, Margaretha schreef hem op 26 februari en het was een schrikkeljaar. Let vooral ook op de briljante spelling van “februari”. En natuurlijk het begin van elke brief: Mijn heer en lieste hartge…

De adressering op een brief van Agnes aan groote papa Godard Adriaan in 1690. Normaal gesproken vouwde men een brief tot een soort envelop en stond de adressering dus op de brief zelf. Bij Margaretha’s brieven zie je dit nooit. Zij gebruikte dus kennelijk (een soort) enveloppen. Brief uit Het Utrechts Archief HUA1001.2737

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema gemaakt door Anders Norén