Tag: Ordinantie

  • Geld

    DatumPlaats
    Geschreven26 januari 1673Den Haag
    Ontvangen12 februari 1673Lippstadt
    Lees hier de originele brief NB De brief is niet in de juiste volgorde gescand. Leesadvies: 23 rechts, 24 links, 26, 27 links, 24 rechts, 25 links.

    Vandaag schrijft Margaretha een lange, lange brief. Om het hier een beetje behapbaar te houden, hebben we de brief in drie stukken geknipt met de volgende onderwerpen:

    Godard Adriaan heeft als bijlage bij zijn brief een declaratie toegevoegd. Margaretha begrijpt het helemaal. Godard Adriaan maakt kosten voor De Republiek, maar de vergoeding voor zijn werk komt maar niet.

    Brieffragment over de declaratie en het verkrijgen van de toestemming

    beijde uhEd aengenaeme vande 9 en 13 deeser met
    de bijgevoechde konsept deklaraesi, is mij gistere
    behandicht, ick verstaen die heel wel, uhEd is Een
    merckelijcke som aent lant ten achtere kost men
    maer gelt krijgen, ick houde niet op daer om
    te spreecke nu het konsent1Consent: toestemming daertoe van men
    heere van hollant daer is, daer wij den heere
    valckenier van Amsterdam wel voor veroblij
    =geert2Verobligeren: in een verhouding brengen waarin men tot dankbaarheid of wederdienst gehouden is sijn die mij met groote beleeftheijt seer be
    hulpsaem hier in geweest is, [nu is de Eerste]

    Inkomsten

    Het krijgen van geld wordt steeds ingewikkelder. Geld is schaars en de oorlog blijft geld kosten. Margaretha rapporteert elk stapje in het proces keurig aan haar man, alleen heeft ze nu een onverwachte tegenvaller. Ze weet ook niet zo goed wat ze ermee moet. Ze had in september uiteindelijk de ordinantie (het uitbetalingsverordening) van de Heeren van Holland gekregen met hulp van de Amsterdamse burgemeester Gilles Valckenier. Dat was in ieder geval stap één. Stap twee zou dan zijn dat de raadpensionaris die moest ondertekenen. Alleen heeft Gaspard Fagel, de raadpensionaris, de ordinantie “verlegd”. Hij is hem dus gewoon kwijt geraakt. De traag lopende raderen van de bureaucratie komen weer knarsend tot stilstand.

    Een schilderij van grote ruimte met daarin aan de rechterkant één balie en aan de achterkant twee balies. Boven de balies aan de achter kant zitten twee ramen in vieren gedeeld met kleine ruitjes. Aan de muren hangen planken met daarop boeken en heel veel papieren. Er hangen ook papieren aan de muur en boven, tegen het plafond, hagen witte zakken.  De balies staan op een verhoginkje. Bij elke balie staat een klerk en bij elke balie staan mensen te wachten en in het midden van de ruimte is een soort rij met mensen van allerlei pluimage: mannen, vrouwen, kinderen, rijk, arm. Er lopen ook een paar honden. Op de grond liggen ook allemaal papieren.
    Voorbeeld van een 17e eeuws kantoor met ‘verlegde’ papieren. Het kantoor van de advocaat, Pieter de Bloot, 1628. Collectie Rijksmuseum

    Wat nu? Margaretha heeft raad gevraagd: er moet een duplicaat komen. Dat is aangevraagd, maar nu vragen de Heren van Holland een borg (garantie), zodat de eerste assignatie niet omgezet wordt in een ordinantie. Margaretha twijfelt over die garantie, want de assignatie is kwijt gemaakt door Fagel, en nu moet zij garanderen dat hij er niets mee doet. Aan de andere kant: als ze het niet regelt, komt er helemaal geen geld. En de raadspensionaris erop aanspreken… Daarvoor is Margaretha iets te afhankelijk van hem.

    Brieffragment over de verlegde ordinantie

    hulpsaem hier in geweest is, nu is de Eerste
    ordinans die inde maent van septem lest leede
    bij de heere vanden raet verleent, en door van
    heeteren aende heer r p fagel ter hande gestelt
    bij hem fagel verleijt die daer nae gesocht heeft
    maer tot noch toe niet konne vinde, daerom
    genootsaeckt ben aende heere vande raet Een
    duplijkaet te versoecke het welcke gedaen heb
    en sij niet weijgeren maer wille voorde ver=
    miste ordinansi borch gestelt hebbe, daer
    ick mij wat in beswaert vinde vermits die
    niet bij mij maer van Een ander verleijt is
    niet weetende in wiens hande die sou mooge
    raecke, de heere van den raet segge noijt ande

    Tweede brieffragment over de verlegde ordinantie en de borg

    in diergelijcke saecke gedaen te hebbe, of noijt geen
    duplijkaet sonder borge te geefven, so dat ick geen
    wtkomst ter werlt en sien of sal moete
    voor die ses duijsent gul borchge worde so het
    welcke gereesolveert ben te doen so sij nu met
    mijn borch te vreede sijn, de raet pensinaris
    souder wel de naeste toe sijn dewijlle de ordi
    =nansi in sijne hande moet weese maer derft
    hem niete vergen3Vergen: voorleggen , hoope hij se noch vinde sal en
    ick dan vande borchtoch sal konne ontslage worde

    Links de kant van de munt met de ruiter (ridder in harnas met getrokken zwaard) naar rechts. Onder het ongekroonde wapen van de provincie Utrecht. Tekst rondom: MO NO ARG PRO CON FOE BELG TRAJ
Aan de rechterkant de kant van de munt met het gekroonde generaliteitswapen, vastgehouden door twee leeuwen. Tekst rondom: CONCORDIA RES PARVAE CRESCVNT 1664
    Utrechtse dukaton (ook wel Zilveren rijder) uit 1664

    Uitgaven

    Ze loopt maar vast op de goede afloop vooruit en vraagt of Godard Adriaan vast aan wil geven waaraan ze het geld uit moet geven. In ieder geval moet ze de zadelmaker betalen.

    Ze heeft van de oude heer Van Heteren 1000 dukatons4Dukaton: zilveren munt ter waarde van 63 stuivers geleend. Ze doet echt haar best om een zuinige huishouding (ménage) te voeren, maar al die zieken! En alles is zo duur… Zo duur als ze nog nooit gezien heeft. Een eend: van zes stuivers naar twaalf of dertien stuivers, een paar konijnen van vijftien à zestien stuivers naar zesentwintig stuivers. Dat geldt voor alles! En hoenderen heeft ze sowieso al lang niet gezien.

    Brieffragment over de dukatons

    heb van den oude van heeteren hondert duij=
    katons geleent, ick lecht so nau in alles over
    alst Eenichsins moogelijck is noch hoop de
    huijshoudin hooch ben sterck van menaesge
    en alles is so dier5Duur dat ickt in mijn leefve noijt

    Brieffragment over de kosten van levensonderhoud

    beleeft heb Een hoen dat me voor dees voor 12 en 13
    stuijvers plach te koope moet men nu Een daelder
    voor geefve, Een Entvoogel6Eend voordees 6 stuij nu
    12 en 13 stuij, Een paer konijne voor 15 a 16 stuij
    nu 26 stuijvers en so alles naer venant7Navenant , hoende
    =re, heb ick in Een maent of ses weecke niet in
    huijs gehadt, ock heb ick Een seer kostelijcke8Kostelijk: duur
    winter met al de siecke die nacht en dach vier9Vuur
    en licht moeten hebbe behalfve alles dat sij
    voorts w van noode hebbe dit heeft nu vijf maende
    aen Een geduert, [soot schijnt komt het quaetste]

    Links de kant van de munt met de ruiter (ridder in harnas met getrokken zwaard) naar rechts. Onder het gekroonde wapen van de provincie Holland. Tekst rondom: MON NOV ARG CONI BELG PROV HOLLAND
Aan de rechterkant de kant van de munt met het gekroonde generaliteitswapen, vastgehouden door twee leeuwen. Onder het generaliteitswapen het wapen van Amsterdam. Tekst rondom: CONCORDIA RES PARVAE CRESCVNT 1672
    Amsterdamse dukaton (ook wel Zilveren rijder) uit 1672

    Godard Adriaan, de huisvrouw

    Margaretha heeft Coenraad Burgh, de Thesaurier Generaal van de Unie bij de Raad van State, gesproken. Kennelijk heeft Godard Adriaan hem afschriften van zijn huishouding (huishoudfinanciën) gestuurd. Zijn vrouw is onder de indruk, nu ziet ze dat hij een huishouding draaiende kan houden zonder vrouw. Toch wekt ze niet de indruk dat ze zichzelf overbodig voelt.

    Brieffragment over Godard Adriaans huishoudvaardigheden

    [toe, Mevrou de prinses is beeter,] den heer
    treesovier burch die ick heeden heb weesen
    sien preesenteert sijnen diens aen uhEd
    tis mij lief uhEd hem so wel van provijsie
    voorsiet en de huijshoudine so wel verstaet
    nu sien ick dat uhEd hem wel sonder vrou
    sal konne huijshoude, [de heer en vrou van]

    Lees verder bij Gruwelen

  • De bureaucratie van ordinanties en assignaties

    Wij Nederlanders kennen een lange traditie van uitgekiende bureaucratie. Doen we het nu met regeltjes en zelfdenkende computers, in Margaretha’s tijd ging het om ordinanties en assignaties. Dit waren briefjes waarmee je van het kastje naar de muur gestuurd werd. Als iemand ooit een onderzoek naar bureaucratie in de Republiek gaat doen, dan zijn de brieven van Margaretha verplichte kost: je voelt de wanhoop.

    De theorie

    Godard Adriaan was in dienst van wat we nu “de overheid” zouden noemen. Alleen was net natuurlijk niet zo dat zijn salaris op een bankrekening werd overgemaakt. Hij had al helemaal geen praktische en/of-rekening met zijn vrouw. Hoe regel je dan een gezamenlijk huishouden verspreid over Berlijn, Amerongen, Amsterdam en Den Haag?

    Margaretha moest bij de werkgever regelen dat er een ordinantie kwam: een verordening dat Godard Adriaan (en dus Margaretha) recht had op het geld. Met die verordening kon Margaretha dan naar de griffier van de werkgever, die een assignatie schreef, een betalingsverzoek. Daarmee kon ze dan naar de ontvanger die op basis van die assignatie mocht betalen. Een ontvanger was een ambtenaar die over het innen (ontvangen) van belastingen ging en ze dus ook uit geld uit kon geven. Als Margaretha dan het geld had, kon ze een wissel regelen waarmee Godard Adriaan dan in het buitenland geld kreeg. Het lijkt een waterdicht systeem.

    De bureaucratische praktijk: de werkgever

    Een man in een zwart pak voor een kast vol papieren: de bureaucratie van ordinanties en assignaties
    Fragment uit De pachtbetaling, Quiringh Gerritsz. van Brekelenkam (toegeschreven aan), 1660 – 1668. Collectie: Rijksmuseum

    De “overheid” in de 17e eeuw was niet zo georganiseerd als nu. De provincies waren relatief autonoom en veel taken waren niet strikt gescheiden tussen landelijk en provinciaal. Het kon best dat Godard Adriaan op missie naar het buitenland ging, maar dat zijn missie betaald werd door Utrecht. Of dat meerdere provincies een eigen afgezant stuurden en die afgezanten vormden dan samen de missie.

    In 1672 werd Godard Adriaan betaald door de Staten van Utrecht. Toen de Fransen in juni Utrecht bezetten, werd Utrecht Frans, en daarmee viel de opdrachtgever van Godard Adriaan weg. Omdat zijn missie nationaal belangrijk was, werden de kosten overgenomen door de Staten Generaal en de Staten van Holland. Alleen waren de Staten Generaal ook weer een samenraapsel van provinciale belangen, dus daar konden provincies dwars gaan liggen voor specifieke betalingen. Het maakte het leven voor Margaretha niet makkelijker.

    De bureaucratische praktijk: de ordinantie

    Om een ordinantie te krijgen moet Margaretha meestal bij de raadspensionaris (of de secretaris van de Staten van Holland of Utrecht, maar die zijn intern natuurlijk weer niet hetzelfde georganiseerd) zijn. Die is natuurlijk altijd heel welwillend, maar kan formeel natuurlijk niets zelf beslissen.

    Ik denk dat Raadspensionaris Gaspard Fagel zich regelmatig door Margaretha gestalkt voelde. Zo schrijft ze op 24 april 1673:

    daer ick deese merge al voor seefven Eure over wtgeweest
    ben maer heb hem niet konne vinde men sou niet
    geloofve hoe qualijck deselfve aen te treffe is,

    Zou hij lastig aan te treffen zijn of zou hij zich effectief voor Margaretha verbergen?

    Margaretha vraagt altijd een ordinantie voor een specifiek bedrag. Daar denkt ze goed over na. Hoeveel geld heeft ze nodig? Hoe lang duurt het voordat je je geld krijgt? Meer geld kost waarschijnlijk meer tijd. Of toch niet? Heel 1672 is ze bezig om een ordinantie van 6000 gulden los te peuteren. Het is een terugkerende zin in haar brieven: de ordinantie van 6000 gulden heeft ze nog niet gekregen, met daarbij wat ze allemaal ondernomen heeft om die ordinantie te krijgen. Aan het eind van het jaar verzucht ze dat ze net zo goed 10000 had kunnen vragen, want dat zou evenveel tijd gekost hebben.

    De bureaucratische praktijk: de assignatie

    Als de ordinantie eindelijk binnen is, kan Margaretha daarmee naar de griffier om een assignatie te regelen: een betalingsverzoek. Dat wil zeggen: als er niet ook nog een “kontre ordinansie” gevraagd wordt. Kontre komt van conter-: een conterbrief is een brief in directe relatie met andere brief of verstrekt als verplicht dubbel. Er raakt ook wel eens een ordinantie kwijt en dan is er een duplicaat nodig, dan begint het hele circus weer opnieuw.

    Met de ordinantie, de kontre ordinansie en/of het duplicaat kan Margaretha de assignatie regelen. Meestal valt dit mee. De griffier kijkt vooral hoe de uitgave valt ten opzichte van de andere uitgaven. Zo nu en dan krijgt Margaretha te horen dat andere uitgaven belangrijker zijn en dat ze een week (of twee) moet wachten.

    De bureaucratische praktijk: het geld

    Met de assignatie kan Margaretha dan eindelijk naar de ontvanger om geld te krijgen. In het Rampjaar wordt door de inflatie geld schaars, dus dat kan dan nog problemen opleveren.

    Als ze Margaretha het geld in handen heeft, schrijft ze haar man heel trouw wat ze ermee gaat of wil doen. Uiteraard wacht ze op zijn toestemming en voegt ze een memorie (overzicht) bij. Zo kan hij zien dat ze niks verspilt en verstandig omspringt met zijn financiën. Een deel van het geld gaat met een wissel naar het buitenland voor Godard Adriaan. Hij moet de kosten van zijn missie zelf dragen. Hierbij kan je denken aan reiskosten, personeel, postzegels, maar ook officiële ontvangsten en dinertjes.

    De praktische uitvoering van de wissels en het beheer van geld ligt voor een deel bij de secretaris van de familie. Er zijn nog al veel mensen die aan die benaming voldoen. Het kan de secretaris van het dorp zijn of een solliciteur. Een solliciteur kan eenvoudige juridische en administratieve handelingen verrichten.