DatumPlaats
Geschreven3 juni 1672Utrecht
Ontvangen20 juni 1672
Lees hier de volledige brief

De Franse troepen zijn inmiddels aangekomen bij Wezel, één van de Rijnforten die de Republiek zou moeten verdedigingen. Wezel ligt in het hertogdom Kleef waar de Keurvorst van Brandenburg ook heerser over is. De Franse opmars heeft nu ook de belangen van de Keurvorst geschaad. De Franse troepen hebben een groep mannen verslagen, die ter voorbereiding van de oorlog nog op het laatste moment een palissade wilden aanleggen. Het is nu afwachten hoe de vestiging de aanval weerstaat, als deze komt.

Voorbereiding op het laatste moment

[sich al vrij verwonderen,] maer ick derf niet
de franse seijt men dat Een partij van honder
man die wt weesel1Wezel, een van de forten aan de Rijn ginge om palasade2palissade: verdedigingswerk bestaande uit staken die de grond in zijn geslagen. te
gaen houwen hebbe geslagen, tis nu wel tijt
noch om palesade te houwen, so doet men tis
alles opt lest [ick heb geen tijt meer, ben Eergister]

Margaretha sluit haar brief af met de mededeling dat ze geen tijd meer heeft om verder te schrijven. Ze is eergisteren naar Amsterdam gegaan om daar orde op zaken te stellen en is op het moment van schrijven in Utrecht op de terugweg naar Amerongen. Ze wil vanavond nog thuis zijn op het kasteel dus verder schrijven aan de brief zit er niet in.

Gezicht op Wezel, 1672. Naar een tekening van Adam Frans van der Meulen, ca. 1900-1903. Collectie Rijksmuseum

Een postscriptum

Een duidelijk latere toevoeging aan de brief vinden we onder haar afsluitende groet. Het P.S. bestaat uit een grote hoeveelheid ditjes en datjes die steeds met een enkele regel worden beschreven.

Voorbereiding op het laatste moment

tsal wel goet
sijn dat uhEd met
die kompangi twee sulcke aensienlijcke prins
oblijgeert3obligeren: verplichten maer daer sien ick niet dat Eit4iets
van sal koome, ent goet men daer aen doet
wort haest vergeeten,
ick twijfel niet of kapteijn meroode5Maximiliaan van Merode is een edelman met bezittingen zowel in de Republiek als in de Brandenburgse gebieden sal nu
bij uhE sijn, den heer van ginckel bedient het
komisaeris generaelschap noch momba6Jean Barton de Montbas gaet
vast inde haech int voorhout7het Lange Voorhout is een laan in Den Haag die bekend staat om zijn schoonheid en als plek om te flaneren wandelen dat is wel

Voorbereiding op het laatste moment

so gemacklijck, en noch wil men hier de hooch
offisiers geen tracktemente8salaris toe legge, hoe
wel die bij den staet van oorlooch9de staat van oorlog is een toevoeging aan de generale petitie (begroting) van de Republiek die specifiek over oorlogszaken en defensie gaat. De staat van oorlog is pas begin 1672 goedgekeurd wdeese
provinsie werde goetgedaen 

Bij het Staatse Leger is het hetzelfde liedje als eerder: het is nog steeds slecht georganiseerd. Er is bijvoorbeeld nog niet geregeld hoe de hoge officiers uitbetaald gaan worden, terwijl de oorlog nu wel heel dichtbij komt. Ook deelt Margaretha even trots mee, dat haar zoon nog steeds als commissaris-generaal mag optreden. Montbas, die eigenlijk commissaris-generaal is, loopt nog te flaneren in Den Haag, schertst Margaretha.

Mensen flaneren zorgeloos tussen de hoge bomen op het Lange Voorhout
Flaneren op het Lange Voorhout, J. van Call, ca. 1690, Haags Gemeentearchief