Mijn heer en lieste hartge

Tag: Kasteel Zuylestein

Wispelturige vrienden

DatumPlaats
Geschreven9 oktober 1671Amerongen
Ontvangen11 oktober 1671
Lees hier de originele brief

Margaretha heeft een brief van Godard Adriaan van 6 oktober binnengekregen en geeft hem het grootste gelijk van de wereld dat hij daarin verontwaardigd is over het handelen van Pieter Both en de zijnen. Sinds ze terug is uit Utrecht blijken ze al weer bijna bij de partij van Nellesteyn weg te hebben willen lopen, totdat Cornelis van Beeck zich opeens vóór Nellesteyn verklaarde. Toen kozen ze eieren voor hun geld en bleven ook.

Brieffragment de strijd tussen Pieter Both van der Eem en Johan van Nellesteyn

uhEd schrijfvens vande 6 deeser heb ick heede
ontfange vinde uhEd het grootste gelijck vande
werlt heeft misnoegen overde proseduere
van bodt1Pieter Both van der Eem en de sijne te neeme, naer mijn
vertreck van wttrecht verstaen ick dat sij
al weer hebbe gedifukulteert2moeite hebben gehad de partij van
nellisteijn3Johan van Nellesteyn te houde tot dat sij sagen dat de
van beeck4Cornelis van Beeck hem voor nellisteijn deklaereerde
en sij niet beeter en koste,

Twee vrienden in antieke kleding geven elkaar een hand. De ene geeft een munt of een ander rond voorwerp aan de ander.
Twee mannen schudden elkaar de hand, Abraham Bloteling, naar anoniem, 1670. Collectie Rijksmuseum

Aan zulke vrienden heb je niets

Margaretha heeft laten weten dat ze zich niets van zulke ‘variabele vrienden’, waar je toch niet op kunt rekenen, wil aantrekken. Ze hoopt maar dat Nellesteyn zonder hen ook wel aan zijn meerderheid komt, dan doen ze maar wat ze niet laten kunnen.

Brieffragment variabele vrienden

[en sij niet beeter en koste,] ick heb geseijt
dat ons seer weijnich aen sulcke varijabelle5variabele: wisselvallige, wispelturige
vriende of liede seer weijnich geleechge was
daer men doch geen staet op kost maecke
hoope nellisteijn6Johan van Nellesteyn het sonder haer wel te
booven sal koomen laetse dan doen watse wille

In de PS begint Margaretha er wéér over: nu blijkt Borre van Amerongen zich weer bij Both en Van Dinter te hebben aangesloten. Maar ja, dat was toen ze uit Utrecht vertrok, het kan nu zomaar weer anders zijn. Met zulke mensen weet je niet waar je aan toe bent.

Brieffragment Diederik Borre van Amerongen met Pieter Bothe van der Eem en Jacob van Dinter

de heer van sandenburch7Diederik Borre van Amerongen hout het nu heel met bot8Pieter Both van der Eem en
van linteren9Jacob van Dinter , doen ick van wttrecht ginck wast
so, maer men weet niet hoe ment met dat volck
heeft

Hoog bezoek op Zuylestein

Bij de buren, Frederik van Nassau-Zuylestein en zijn vrouw, is prins Willem III op bezoek. Ze kennen elkaar goed, want Frederik, een onechte half-broer van Willems vader, was zijn gouverneur geweest tot hij zestien werd. De vrouwe van Zuylestein was hofdame van Willems moeder Mary. Het bezoek bezorgt Margaretha enige geluidsoverlast, want de vele paarden die gedrenkt moeten worden zorgen voor veel lawaai als ze naar het water rijden.

Aquarel van het kasteel Zuilenstein bij Amerongen met links het poortgebouw, uit het zuiden. Er onder staat geschreven 'Het Huis Zuylestein boorenden aan den Graaf van Rochfort.
Gezicht op het kasteel Zuylenstein bij Amerongen met links het poortgebouw, uit het zuiden. Anoniem, ca. 1800. Collectie Het Utrechts Archief
Brieffragment Prins Willem III  op bezoek bij Frederik van Nassau Zuylestein

sijn hoocheijt is
noch op Suijlisteijn alwaer de heer en vrou
van Suijllisteijn deese middach sijn gekoome
hier is sulcken gerij van paerde diese te
water brenge den gansen dach overt voorbu
rch dat het niet te hade10niet te harden is sij breecken
en maecken het voorburch en de singen
als Een dijck datter niet door te koome
is ock so de steech, [deese sendt ick tot]

Portret van een staande vrouw, kniestuk, voor een landschap. Ze draagt een licht grijze jurk met een brede hals. Er omheen een blauwe omslagdoek die met een soort kralenketting om haar schouder en middel gebonden is. Ze kijkt serieus uit haar ooghoeken naar de schilder heeft opgestoken haar met krullen in haar nek, rode lippen en iets te roze wangen. In haar oren hangende parels en een parelketting om haar hals.
De vrouwe van Zuylestein: Mary Killigrew (1627-1677) echtgenote van Frederik van Nassau-Zuylestein (1624-1672) door M. L. A. Clifford /A., Hanneman. Collectie Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

Regen

Het is nog net zulk nat herfstweer als een paar dagen geleden. Op Amerongen hebben ze nog niet één van de diverse soorten wintergranen kunnen zaaien.

Brieffragment regen

het reegent hier alledaech noch so dat ick niet en
weete hoe ment koorn weer in daerde11de aarde de sal krijge
wij hebben noch niet Een kooren in daerde

Landschap met een ruïne en een ploegende boer in de regen. Over een weg komt een koets aangereden en er loopt een man met een hond die zijn hoed vast houdt. De kale bomen buigen in de wind.
Landschap met een ruïne en een ploegende boer in de regen, Izaak Jansz. de Wit, naar Jacob Cats, 1807. Collectie Rijksmuseum

Donkere wolken

DatumPlaats
Geschreven30 januari 1672Den Haag
Ontvangen14 februari 1672Bielefeld
Lees hier de originele brief

Margaretha zit nog steeds met twee doodzieken in huis: de keukenmeid en de jongen. Ze zijn nog steeds buiten hoop van leven. De jongen dolt zo dat hij nauwelijks in bed te houden is. ‘De Heere wil ze geven wat zalig is’, verzucht ze.

Nieuws uit Amerongen

De intendant van Utrecht, Louis Robert, heeft de secretaris van Amerongen naar Den Haag gestuurd met een dreigende boodschap. De intendant heeft opdracht gekregen om het Huys in Amerongen op te blazen, tenzij Margaretha 3000 gulden contant betaalt. De secretaris heeft ook een brief van Abraham van Wesel bij zich, advocaat van het Hof van Utrecht. De secretaris en Van Wesel denken beiden dat de Fransen wel met minder genoegen zullen nemen. De secretaris denkt dat 2000 gulden ook wel genoeg is, maar weet ook zeker dat als Margaretha dat niet betaalt, ze het plan om het huis te laten springen uit zullen voeren.

brieffragment dreigement intendant Robert over Amerongen

de seeckretaris van Ameronge is hier van den inten
=dant robbert die te wttrecht is gesonde om mij te sege
dat hij last heeft omt huijs te Ameronge te doen
springe ten waere men met hem wilde ackordeer
en soude hem met Een som van drije duijsent gul
kontant laete kontenteere, de seckretaeris seijt
en den heere weesel schrijft sij geloofve hij met
minderwel te vreede sou sijn ija so de seekretaer
meent wel met twee duijsent gul sij beijde
meene ick dit hoorde te geefve sondert welcke
ongetwijfelt so sij segge sij tot de Exsekusie sulle
voort gaent, dat mij int binenste van mijn hart
sou jamere en seer doen, weet niet wat ick doen

Margaretha komt gelijk bij de kern van haar dilemma: als ze nu geld geeft, willen ze snel weer geld, want ze hebben geld voor de oorlog nodig. Bovendien is voor de Fransen geld net zo schaars als voor haar.

Brieffragment over geld

[sou jamere en seer doen,] weet niet wat ick doen
sal
tot konservaesi van mijn huijs sou ick veel doen en
meer als ick kan, maer vreese alsmen nu al gelt
geeft dat het in korte alweer te doen sal sijn,
want sij wille gelt hebbe, dat bij mijn ock so wel als
bij haer schaers is, ick ben hier seer in bekomert

Winterlandschap. Een vierkante toren en enkele huizen langs een bevroren water in een besneeuwd landschap. Op het ijs enkele figuren met een slede, links een boerenschuur. In deze voorstelling domineren de donkere onheilspellende wolken, die van links worden beschenen door de laagstaande zon. De dik ingepakte mensen op het ijs steken nietig af tegen deze onbarmhartige natuur. In zo’n winterlandschap van Ruisdael zou een vrolijke menigte schaatsers niet op zijn plaats zijn.
Winterlandschap met donkere wolken, Jacob Isaacksz van Ruisdael, ca. 1665. Collectie Rijksmuseum

Compassie

Margaretha besluit om op het gemoed van de Fransen te spelen. Ze stuurt de secretaris terug met de boodschap dat ze alles wat Godard Adriaan en zij bezitten in handen hebben en dat ze daar nu geen inkomsten van hebben. Voor wat extra dram voegt ze toe dat ze zelfs niet genoeg heeft om zelf van te leven. Als kers op de taart hoopt ze op de goedertierendheid en de compassie van Lodewijk XIV. En ze spreekt de Fransen ook aan op de praktische consequenties: als het goed (het kasteel) in brand gestoken wordt, dan hebben ook de Fransen er zelf ook niks meer aan. Tot slot stelt ze ook een eigen eis: als ze betaalt, dan wil ze ook de garantie dat er niks beschadigd wordt.

Brieffragment waarin Margaretha compassie van Lodewijk XIV vraagt

heb de seeckretaris die merge weerom gaet
belast te segge dat hij mij gesproocken heeft
en dat ick seg, sij al het onse in haere hande
hebbe daer ick als waer is niet Een stuijver
van kan trecke dat mijn goet so bedurfve is
dat ick selfs niet heb om van te leefve daerom
ick geen gelt heb en niet kan geefve, dat ick
hoop de goedertierenheijt vande koninck so groot
sal sijn en ock sijn kompassie, dat sij sulle bewoo
=ge worde van sulcks niet ter Exsekusi te stelle daer
sij niet int minste vande konne proofijteere, en
alsmen al wat sou geefve, of sij mij soude kone
verseeckeren dat mijn huijs int toekoomende
niet soude beschadicht worde, sal hierop het
antwoort vande seeckretaris verwachte ent
voort de heer almachtich beveelle in wiens
hande alles staet hij heeft het ons gegeefve hij
kant ons neeme als sijne godlijcke wille is, ick
kan niet segge hoe bedroeft ick ben, als wij ons

Geld

Het probleem om aan geld te komen is reëel: ze heeft nog steeds het duplicaat van de ordinantie niet, dus er wordt nog steeds niet uitbetaald. Ze verwacht dat dat deze week geregeld is, maar dan moet ze de ontvanger nog overtuigen haar het geld daadwerkelijk te geven. Zodra dit gelukt is, zal ze gelijk een verzoek tot een volgende uitbetaling doen. Margaretha is niet de enige met geldproblemen: de compagnie van Van Ginkel is ook al drie maanden niet betaald. Kortom, het is niets dan misère.

Brief fragment over de schaarste van geld

uhEd kan niet geloofve hoe schaers het gelt is,
de heer van ginckel is sijn kompangi bij de drij
maende ten achtere van sijn tracktement krijcht
hij niet, in soma tis niet als miseerij, de luijde

De oorlog

De mensen beginnen ook de stad weer uit te vluchten, de angst voor vriesweer is nog steeds groot. De Franse troepen in Utrecht komen weer in beweging, dus daar staat wat te gebeuren, en ook de Prins van Oranje schijnt nog een plan te hebben. Het vervelende is dat het weer zo ‘wankelbaar’ is, dat er nauwelijks iets te plannen is.

Brieffragment over het vriesweer

[hij niet, in soma tis niet als miseerij,] de luijde
vluchte weer van hier met gewelt nu weer be=
gint te vriesen, hoope het niet aenhoude sal, in
en ontrent wttrecht treckense weer seer veel volck
ock Eenige ruijterij, men vreest sij weer Eenich de
seijn op hande hebbe, daer wij voor moete schricke
want het geluckt haer meest wat sij beginne ist
niet al int geheel altijt ten deelle, [nu begint]

Er is goed nieuws gekomen uit Keulen! Men zegt dat de troepen van de Keurvorst 3000 Münstersen verslagen zouden hebben! Margaretha hoopt maar dat het waar is.

Venijn

Het venijn zit in de staart. De secretaris heeft gezegd dat intendant Robert een lijstje heeft met huizen die hij wil laten springen. Op dat lijstje staan vijf huizen en Amerongen is erbij! Daarnaast worden Zuilesteyn, Moersbergen, Hindersteyn en een huis dat ze zich niet kan herinneren genoemd.

Er schijnen ook huizen veilig te zijn: Renswoude, Schonauwen, Hardenbroek en Groenewoude. Laten dit nu net allemaal huizen zijn waar familie van Johan van Reede van Renswoude woont! Zijn zoon Frederik woont op Schonauwen, dochter Jacoba is getrouwd met Hendrik Gijsbert van Hardenbroek en Groenewoude is net door dochter Mechteld gekocht voor haar zoon Gijsbert Johan van Hardenbroek. En dan schijnt ook nog dat Gilles Sautijn bemiddeld heeft. Zouden de roddels dan toch waar zijn? Margaretha had eerder gehoord dat Sautijn buskruit aan de Fransen had verkocht en ze had Van Reedes van Renswoude ook al aan Sautijn gelinkt

de seeckretaris
seijt dat den intendant
5 huijse op sijn briefge
heeft om te doen springe
alst huijs te Ameronge suijlisteijn moersberge
hindersteijn het ander is mij ontgaen,
rhijnswou schoonouwe hardenbroeck en groenewou
dat de maijoor hardenbroeck lest gekocht heeft
sijn so geseijt wort door reeckomandasi van
Arlinton , en soutijn van Amsterdam vrij

Vrede of verbranden?

DatumPlaats
Geschreven5 december 1672Den Haag
Ontvangen10 december 1672Rüsselstein
Lees hier de originele brief

Wellicht voor het eerst in tijden begint Margaretha haar brief met goed nieuws: de Franse generaals Turenne en Condé zijn met hun troepen terug naar Frankrijk getrokken! In haar vorige brief smeekte Margaretha nog om vrede, nu lijkt dat tot haar grote vreugde bereikt te zijn. Het schijnt zelfs dat de Franse ambassadeur gezegd heeft dat Frankrijk alle veroverde steden terug zal geven.

Brieffragment Turenne en Condé

dat tureijne1Henri de la Tour d’Auvergne, burggraaf van Turenne en kondee2Louis II van Bourbon, prins van Condé met haer troepees naer
vranckrijck sijn heeft hier Een groote vreuchde
so wel onder groote als kleijne gegeefve, insonder=
heijt dat den Ambassadeur van vranckrijck geseijt
heeft dat den koninck sijn meester de vreede be=
geerde alwaerde met restitusi3restitutie: teruggave van alle de gekon
kesteerde steede, ock waeren wij maer so veer dat
wij Een goede vreede hadde, [wt het leeger van sijn]

Het moet wel even gezegd worden dat de vrede er nog niet is. Op het moment van schrijven schijnen er nog zo’n 40.000 man vijandige troepen in de Republiek te zijn. Hopelijk zijn zij ook snel het land uit; nu zitten ze nooit stil en vallen ze regelmatig ‘deene of dandere plaets’ aan.

De ziekenboeg blijft

In haar vorige brief berichtte Margaretha nog dat Tietge beter was maar haar huis is nog niet ziekenboeg-af. De jonge Fritsge is nu ziek geworden. Ook met de pokken lijkt het. Zijn zus heeft deze overwonnen en met Gods zegen zal Fritsge dat ook doen.

Brieffragment Fritsge en Tietge 1
Brieffragment Fritsge en Tietge 2

[gaen,] tietge is so goet als weer wel maer
nu begint mijn fritsge die is vandaech
heel niet wel geweest doet niet als slapen
geloof het al meede poxkens sulle sijn, ben
met hem heel bekomert, wil hoope de heere hem
so genadich sal aentaste als tietge dieder
heel wel af is gekoome, of hem geefve wat hem
salich is, alst godt beliefde wenste wel Eens

wt gesieckt te hebbe dan niet ons maer sijne wile
moet geschiede, [teunis huijbertse is van]

Een pentekening van het dorp amerongen. Op de voorgrond een heuveltje waar een man uitrust, rechts een paard en wagen die het heuveltje op moeten. Bovenop het heuveltje wat bomen en daarnaast de kerk. Een hoog koor, een lager middenschip en dan de toren. Naast de kerk een molen en boven de bomen uit steken nog wat hogere torens en een dak.
Een tekening van Amerongen uit 1620 met daarop de Andrieskerk en de molen. Gemaakt door Andries Schoemaker. Collectie Koninklijke Bibliotheek

Nieuws uit Amerongen

Margaretha heeft bezoek uit Amerongen: dorpsgenoot Teunis Huijbertse is langsgekomen om te vertellen hoe het kasteel en het dorp er voor staat. Kort samengevat, het is bedroevend. De hoven zijn woest overgroeid en er ligt geen steen meer op de straten. Er woont niemand meer in het dorp.

Brieffragment over het nieuws uit Amerongen

[moet geschiede], teunis huijbertse is van
Ameronge hier seijt het daer int dorp seer
deesolaet4desolaat: verlaten siet datter haest niet Een steen inde
straete meer leijt insonderheijt op den hoff
en die straete lans, opt huijs is sonderlin geen
schade geschiet wats noch doen sulle staet te ver
=wachte de hoofve legge seer woest macht noch
maer so blijfve, de inwoonders sijn meest tot
wijck5Wijk bij Duurstede of en rhiene6Rhenen weijnich huijsgesine int dorp
de doortochte valle daer so dickmael en kort op
Een datter de mense niet dueren konne, want
dan neemenser weer alles af, den oude ijan qui
=nt is op suijlisteijn7Slot Zuylestein gaet seer af so se segge, opt
voorburch van ons huijs is teunis baerentse 
ijan den oorber met sijn soon teunis huijbertse
en meer andere, sij hebbe mij alweer Een
brief gedruckt gesonde als voor dees om die
konterebuijsie of brant schatine ter som
van 12000 patakons8Patagon: een zilveren munt, ter waarde van ongeveer 50 stuivers en so veel hoeij en stroo
en haver bine 14 7 dage op te brenge op
peene9op peene van: op straffe van van brande en boome af te houwe
ick heb als voordees geantwoort a de sekretae
sulcks niet te konne opbrenge wat sij doen
sulle moete wij almeede afwachte, hier
meede Eijndigende blijfve

Mijn heer die uhEd kent

Naast een update over het dorp bezorgt Teunis Margaretha ook het nieuws over de brandschatting. Nu is de eis dat Margaretha binnen een week 12.000 zilveren patagons betaalt en een grote hoeveelheid paardenvoer levert. Een onmogelijke klus bijna: Margaretha heeft al zilverwerk moeten verkopen om genoeg geld te hebben voor eten. Bovendien zal de regering ook niet bij kunnen springen: het kleinere bedrag van de vergoeding van Margaretha’s man is al te veel voor ze. Geld is overal schaars. Voor hooi, stro en haver geldt hetzelfde: dit is broodnodig voor de Staatse legers.

Haar brief begon met een voorzichtige hoop op vrede maar eindigt op een flinke domper. De ondertekening is weer summier, dit keer duidelijk uit wanhoop. Margaretha staat er alleen voor in een hopeloze situatie. De laatste paar maanden waren al uitdagend en naar en nu dreigt ze ook nog haar kasteel kwijt te raken. Wat moet ze doen?

Afbeelding van een oud handschrift. Bovenaan staat dat het een Cijffer is voor Majoor Blanche. Daaronder staat een alfabet met daaronder vervangende letters. Daaronder de tekst: Als men sigh van dit bovenstaande cijffer wil bedienen, schrijft men t' concept in korte woorden met letteren een weijnig van malkander gesepareert, daarnaa stelt men boven ijder vande voors letters sijn cijfferletter uit de onderste rije. bij exempel

ikldbhmbpm 
Franciscus

en dan meer voorbeelden ook voor het ontcijfferen.
Voorbeeld van een geheime cijfercode die door Godard Adriaan gebruikt werd. Collectie Kasteel Amerongen, bron: Het Utrechts Archief

Geheimschrift

Na de ondertekening volgt er nog een lang, maar praktisch naschrift. Gaspard van Kinschot wil Godard Adriaan een bericht sturen dat hij geheim wil houden. Hij heeft alleen geen cijfercombinatie waarmee hij met Godard Adriaan kan communiceren. Margaretha geeft soms al aan dat ze dingen niet aan de pen toevertrouwt, of ze beschrijft mensen zo cryptisch dat ze erop vertrouwt dat meelezers niet zullen weten over wie het gaat. Voor officiële communicatie werd geheimschrift of een cijfercode gebruikt. Je moet dan allebei wel dezelfde cijfercode hebben. Kennelijk regelt Margaretha dat in dit geval voor Godard Adriaan. Voorbeelden van cijfercodes en geheimschriften die Godard Adriaan gebruikte, worden bewaard in Huisarchief van Kasteel Amerongen, dat in het Utrechts Archief ligt.

Brieffragment over geheimschrift

naert schrijfve dees is den heere kinschot10Gaspard van Kinschot pensi
=onaris van delft bij mij geweest seijt wel
aen uhEd te wille schrijfve maer derft niet
om de strickte ordere dieder tot de seekretesse11Geheimhouding
vande besijonngees12Besognes: zaken is, versoeckt uhEd hem Een
sijffer13Cijfer: code voor geheimschrift belieft te sende waerdoor hij met uhEd
kan korespondeere, hij heeft goede moet tot
het werck seijt dat men heere van hollant bee
=sich sijn om ordere op de finansie te stelle,
dan dat heeft so lange geduert dat ment moe
gehoort wort, men seijt ock datter noch somi
ge, ontdeckt sijn die met den vijant sou hebbe
gekorespondeert, het welcke aen sijn hoocheijt is
geschreefve se segge dat schricklijck is [te hoope]

Kennelijk zijn er inmiddels ook mensen uit De Republiek die heulen met de vijand. Ze vervolgt met een verhaal dat rondgaat in Utrecht over een brief van Godard Adriaan. Hij zou geschreven hebben dat de Keurvorst niet op de troepen van de keizer zou vertrouwen. De Fransen zouden erg blij zij met dit bericht en iedereen afstraffen die het tegendeel beweerde. Weer eindigt ze haar brief met de verzekering dat ze het echt alleen maar vertelt om hem op de hoogte te houden. Het is géén roddel en ze verklapt géén geheimen, want dit wordt allemaal openlijk gezegd…

Brieffragment

[hadt,] dit segge ick alleen op dat uhEd
moocht weeten hoet daer is en soot Een see=
=kreet mochte sijn, dat uhE verdacht kan
weesen in sijn schrijfve, want dit heeft hij
opentlijck geseijt

Oorlogsvoorbereidingen

DatumPlaats
Geschreven22 december 1671Utrecht
Ontvangen24 december 1671
Lees hier de originele brief

Godard Adriaan is na zijn bezoek aan de Staten Generaal weer vertrokken en Margaretha is blij dat hij veilig in Keulen is aangekomen, aan het eind van de brief wenst ze hem een goede reis, want hij moet nog door naar Berlijn. Zijn nieuwe missie is aan het hof van de keurvorst van Brandenburg. Reizen in de winter over bevroren zandwegen (waarschijnlijk meer modderwegen) is geen pretje.

Oorlogsdreiging

De heer van Ginkel (Margaretha’s zoon Godard) wordt opgeroepen om naar Wezel te vertrekken. Volgens Margaretha is hij al onder weg, maar het is raar, de compagnie heeft nog geen andere order dan gereed te staan. Volgens Willem III is het een foutje van de Raad van State geweest: het regiment moet wel gaan, maar Godard moest eigenlijk thuis blijven.

(wil ons behoede,) de heer van ginckel heeft neffe1naast
andere kolonels aenschrijfvens om hem aenstont
naer weesel2Wesel een plaats in het hertogdom Kleef (hedendaags Duitsland)nabij de grens van de Republiek. De Republiek onderhoudt hier een fort aan de Rijn om het land te verdedigen te begeefve geloofve hij al op wech
is, geen kompangie hebbe alsnoch patente3Lastbrief die worden uitgegeven ten behoeve van het verplaatsen en inkwartieren van troepen
niet anders als last om haer gereet te houde
om op deerste patent binne ses Eure te mars
scheere4marcheren op peene5straffe van kassasie6Cassatie: ontslag van een officier, de heer van lan
geraeck7Frederik Hendrik van den Boetzelaar, heer van Langerak had ock ordere vande raet van staten8Raad van State, een bestuursorgaan in de Republiek
om naer weesel te gaen, dach heeft sijn hoocheijt
hem door ouwerkercke9Hendrik van Nassau-Ouderkerk doen schrijfve dat het Een
Abuijs10vergissing bij den raet is geweest, en dat sijn reesge
ment11regiment wel sal gaen maer hij voor sijn persoon
thuijs sal maete blijfve, …

Hij is helaas al op weg en daardoor is zijn vrouw Ursula Philippota alleen thuis. Margaretha heeft haar geschreven om naar Amerongen te komen, voor het reizen over het platteland te gevaarlijk wordt door de aanhoudende vorst.

Ook Prins Willem III is actief, hij logeert weer bij Zuylestein en gaat met een aantal officieren de grens aan de rijnoevers controleren.

[wil hoope het dan beeteren sal,] sijn hooch
heijt12zijne hoogheid: prins Willem III is vandaech met Eenige offisiers hier
door gepasseert om te nacht op suijlisteijn13Slot Zuylestein, nabij Leersum en dus ook vlakbij Kasteel Amerongen
te slaepen en voort op de rhijn14rivier de Rijn kant de
frontiere15grenzen te be gaen besichtige, [mij sal]

De komende winter

DatumPlaats
Geschreven24 oktober 1671Amerongen
Ontvangen29 oktober 1671
Lees hier de originele brief

In Margaretha’s brieven komen een aantal elementen regelmatig terug. Ze begint vaak met een reactie op de brief van haar man en goedkeuring over zijn werk of medeleven met dingen die niet goed gaan. Dan is er alle ruimte voor de actualiteit. Soms is dat de politiek, maar in het rampjaar ook vaak de toestand op de plek waar zij is, of wat ze gehoord heeft van anderen.

Huis Zuylestein, Abraham Rademaker, 1685 – 1735. Collectie Rijksmuseum

Bureaucratie

Iets wat ook in heel veel brieven terug keert, is het verkrijgen van geld. Wie denkt dat we nu in een bureaucratie leven: dat is zo omdat we al héél lang ervaring hebben. Margaretha’s man, Godard Adriaan, wordt betaald door de Republiek ofwel de Staten-Generaal, maar soms ook de Staten van Holland of de Staten van Utrecht. Als Margaretha ergens aanklopt voor geld, doet men haar meestal eerst allerlei beloftes en wijst men anderen aan die eigenlijk over de betaling gaan. Dan schrijft iemand een assignatie (aanwijzing tot betaling), waarmee ze dan naar iemand anders moet die vervolgens vaak weer iets moet regelen. Doordat er zo veel schakels in de betaling zitten, lopen de bedragen nogal op. Soms gaat het maanden achter elkaar door voor ze een betaling daadwerkelijk binnen heeft.

Familie

Een belangrijke opdracht voor Margaretha is het bij elkaar houden van de familie. Dus lees je in haar brieven regelmatig over de kleinkinderen, maar ook over “De vrouw van Middachten”: haar schoondochter. In deze brief vermoedt Margaretha dat haar schoondochter in februari of maart moet gaan bevallen. Ze moppert erover: waarom in de winter en wat dan als het de komende winter ook nog oorlog wordt?

Sijn hoocheijt

Het meest bijzondere in deze brief is het bezoek van “sijn hoocheijt”, zoals ze stadhouder Willem III noemt. Hij is op dit moment nog geen stadhouder “slechts” prins van Oranje: de functies van zijn voorvaders, kapitein-generaal van het Staatse leger en stadhouder, zijn door Johan de Witt zorgvuldig geblokkeerd. In deze brief is wat ze over de prins schrijft eigenlijk maar een voetnoot.

…, sijn hoocheijt vertreckt van=
daech van suijlisteijn 1Zuylestein naerden haech, was
voorleeden sondach wen Een Eur2uur bij mij
versocht sijn dienst aen uhEd3u te preesen=
=teere, hier meede blijfve

Mijn heer en lieste hartge
uhEd4uw getrouwe wijff
en dieners M Turnor

De prins logeerde op Zuylestein. Frederik van Nassau-Zuylestein, buurman van Margaretha en Kasteel Amerongen, was zijn voogd geweest en Willem was zeer op zijn oude leermeester gesteld. Waarover zou ze gesproken hebben met de prins? En waar denkt de prins Godard Adriaan mee te kunnen helpen? Margaretha schrijft wijselijk niets op. Ze weet dat de kans groot is dat de post door anderen gelezen wordt. Bovendien, als Keulen niet geblokkeerd wordt, komt haar man snel thuis.

Trage Haagsche politiek

DatumPlaats
Geschreven16 oktober 1671Amerongen
Ontvangen18 oktober 1671
Lees hier de originele brief

Vandaag heeft Margaretha slechts tijd voor een kattenbelletje: ze schrijft slechts één kantje. Over de traagheid van de Haagse politiek, ze vertrouwd meer op de Heer Almachtig dan op de politici.

[lijckheeden heeft en dat alles so staet] in den1het streepje boven “in” betekent dat er de of den achter komt
haech is men noch al naer ouder gewoonte
seer traech int schrijfve2Als wet, als leefregel opstellen of vaststellen en reesolveere3resolveren:oplossen in
saecke van inportansie dat wij ons noch
wel mochte beklagen, dan de heer almach
tich hoope ik dat alles tot onsen beste
sal schicken , [hier ist de heer sij gedanckt]


Desalniettemin houdt ze zichzelf, heel impliciet, zelf ook met politiek bezig. Ze beschrijft welke heren bij de buurman van Zuylestein op bezoek geweest zijn. Inhoudelijk laat ze er niets over los, haar man begrijpt vast wel waarom de heren daar waren en waar ze het over gehad zullen hebben.

Kleinkinderen

Aan het eind van de brief doet ze ook nog de groeten van de kleinkinderen Fritsje (dan bijna drie jaar oud) en Antje (twee jaar oud).

Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwer
wijff M Turnor

frits en antge kusse
groote papa ootmoedich4Ootmoedig, van ootmoed: Het gevoel van iemand tegenover anderen die boven hem staan, het gevoel van onderdanigheid en ondergeschiktheid tegenover een grootere in macht; nederigheid. Een gebruikelijke ondertekening van brieven.
de hande en bidt alledaech dat groote papa
haest macht thuijs koome

Grote papa is natuurlijk opa en ootmoedig was toen vrij gebruikelijk in de ondertekening van brieven. Het betekend ongeveer nederig, een gevoel van onderdanigheid. In de brieven kom je vaker woorden tegen die niet meer dagelijks gebruikt worden. Een grote hulp daarbij zijn de online woordenboeken van het Insituut voor de Nederlandse Taal, ze hebben een handige online zoekmachine, waarmee je door meters woordenboek kan zoeken met woorden van 500 tot nu.

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema gemaakt door Anders Norén