Tag: Kasteel Amerongen

  • Droeverig

    DatumPlaats
    Geschreven9 juni 1673Den Haag
    Ontvangen14 juni 1673Hamburg
    Lees hier de originele brief

    Margaretha zit er helemaal doorheen. Ze is in een ingewikkelde discussie gewikkeld met haar zoon en haar man en allemaal op afstand en per brief.

    Met of zonder man

    Ze komt er niet uit of ze nou beter af is in deze tijden met haar man thuis of met haar man in het buitenland. Feit is dat ze hem mist. Kennelijk heeft Godard Adriaan in zijn brief wat commentaar gehad op haar geklaag, want ze vraagt of hij het haar niet kwalijk wil nemen dat ze schrijft wat er zoal gezegd wordt.

    eerste deel brieffragment aanwezig of afwezig
    Tweede deel brieffragment aanwezig of afwezig en eenzaamheid

    is, tis waer tis bij deese tijt Een raetsel te kiesen,
    want men niet kan weete wat ons best soude sijn

    ick heb almeede dewijlle de tijde so loope dickmael
    bij mijn selfve gedacht niet te weeten of uhEd
    preesensie of apsensie ons best is, het welcke sou
    konne sijn al naer dat het wtvalt wil hoope
    en godt bidde hij alles tot onsen beste wil
    bestieren, onderttuschen kan ick uhEd verseeck
    =ren dat sijn landuerijge apsensie indeese be=
    komerlijcke tijde mij niet weijnich verdrietich
    in mijn Eensaenheijt valt inde welcke ick dick
    =mael sonder raet ben, dan daer moet ick
    paesijensie in hebbe, wil hoopen uhEd niet qualij
    sal neemen wij somtijts schrijfve wat hier
    om gaet en geseijt wort so wel het geene ons
    teegen als meede gaet men moet het weete
    of me sijn meesuerees daer wat naer konde
    neemen, uhEd sou niet geloofve hoe de liede
    spreecke insonderheijt vant werck vande keur
    =vorst men heeft geschrickt bij de mense te
    koomen nu begint het wat te stille,

    Staande dame met een zwarte hoofddoek en de blik neergeslagen. Ze draagt een rode met gouddraad versierde rok, een kortere bruine overrok die van achter iets langer is en een zwart jak met een brede witte kraag of stola die over haar schouders valt en witte manchetten. In haar rechterhand heeft ze een zakdoek.
    Staande dame, Gesina ter Borch, ca. 1654. Collectie Rijksmuseum

    10.000 gulden

    Een beetje plichtmatig heeft Margaretha het over het geld dat ze nog steeds niet krijgt. Ze probeert haar man ervan te overtuigen dat ze echt doet wat ze kan en ze verontschuldigt zich: de milities krijgen ook nog steeds niet uitbetaald. Kennelijk is het geld er echt niet, want er komt weer een belastingheffing aan: de 200ste penning op vermogen. Het spijt haar zo dat ze haar man niets anders dan zwarigheid kan schrijven. En dan is ze er nog niet eens. Je hoort haar bijna diep adem halen voor ze aan de volgende passage begint.

    Rechts voor een formeel bloemenperkje. Het geheel is vierkant met in het midden ronde perkjes. de losse perkjes zijn afgezet met buxus haagjes. Rechtdoor kijken we in de verte een loofgang in, waar twee mensen lopen. Aan weerszijden van het pad ernaar toe witte balustrades met gezellige bolle pijlers. Op de rechter balustrade zit een pauw, op het pad twee rennende honden en potten met bloemen. Links struikgewas en een boom. Rechts achter het bloemen perk een doorkijkje naar een vergelijkbare bloementuin met in het midden een fontein met een beeld erop, rechts nog een stuk balustrade. Achter de formele tuin landerijen en helemaal aan de horizon een stad.
    Fragment uit Geliefden in een formele tuin, Gesina ter Borch, 1658. Collectie Rijksmuseum

    Amerongen

    Secretaris Van den Doorslag is de belangrijkste informatiebron voor alles wat er in Amerongen gebeurt. En het is ook daar niets dan zwarigheid. Er zijn 100 soldaten in het dorp gelegerd. De gemeenschap draait op voor alle kosten en ze richten vernielingen aan. Ook aan het huis van Godard Adriaan en Margaretha zijn vernielingen aangericht, en in de tuin hebben ze de beelden omvergeworpen en in stukken gegooid. De weiden staan vol met paarden, en er schijnt overal artillerie te staan.

    Ach, hoe zal het toch gaan op hun oude dag nu ze alles kwijt zijn…

    brieffragment over Amerongen

    [het meede brenge,] so aenstonts krijch ick Een
    brief vande sc seekreetaris doerslach die wel
    lamentabel luijt, voor Eerst datter 100
    soldate int ons arm dorp tot laste van de
    gemeente1Gemeenschap leijt die voor alles vernielle en
    ock noch schade aent huijs doen al de beelde
    in den hof om veer hebbe geworpen en ontstu
    =cke gesmeeten, inde weijen en waerde gaen 5 a
    600 paerde van vande karre het schijnt dat
    ter artelgerij2Artillerie leijt, inde hoofve konnenser
    niet houde, daer moet 12 man wt dat
    dorp naer wijck gaen wercke so dat de luij
    de die der noch sijn so seer ver armen dat
    ser niet langer konne harden, och hoe salt
    ons inde oude dach noch gaen so alles quijt te
    weesen, [uhEd seijt wel van daert te pas]

    Aan de linkerkant zien we twee mannen op de rug. Ze zien er vergelijkbaar uit maar met andere kleuren. Ze hebben beide een grote hoed op met lang golvend haar, ze dragen een cape met een kraag waar een zwaard onder uit steekt. Ze hebben rijkelijk versierde beenmode:  een soort kragen met linten, zowel net boven de knie (rand van een broek) als net onder de knie (een soort kousen?). Ze dragen schoenen met een lage hak. De rechter heeft een lichte hoed met rood-witblauwe veren, een rode cape over één schouder, in zijn rechterhand draagt hij zijn handschoenen in de hand. Hij heeft rode kousen en lichte schoenen. De rechter heeft een zwarte hoed, grijze cape, witte kousen en zwarte schoenen. Rechts staat een stevig gebouwde vrouw in het zwart: zwart kapje, zwarte jurk, witte kraag en witte manchetten. Ze staat wat voorover gebogen en heeft haar linkerhand in haar zij. Tussen de vrouw en de mannen staat een zwart witte hond. Een witbruine hond komt van rechts aangerend. De vrouw lijkt de mannen aan te spreken, zij negeren haar.
    Een vrouw pratend met twee mannen, Gesina ter Borch, 1651 – 1655. Collectie Rijksmuseum

    Laatste nieuws

    Margaretha sluit een brief van Van Heteren bij, daarin staat meer over wat er bij Schooneveld gebeurt. Men zegt ook dat Maastricht berend is…

  • Donkere wolken

    DatumPlaats
    Geschreven30 januari 1672Den Haag
    Ontvangen14 februari 1672Bielefeld
    Lees hier de originele brief

    Margaretha zit nog steeds met twee doodzieken in huis: de keukenmeid en de jongen. Ze zijn nog steeds buiten hoop van leven. De jongen dolt zo dat hij nauwelijks in bed te houden is. ‘De Heere wil ze geven wat zalig is’, verzucht ze.

    Nieuws uit Amerongen

    De intendant van Utrecht, Louis Robert, heeft de secretaris van Amerongen naar Den Haag gestuurd met een dreigende boodschap. De intendant heeft opdracht gekregen om het Huys in Amerongen op te blazen, tenzij Margaretha 3000 gulden contant betaalt. De secretaris heeft ook een brief van Abraham van Wesel bij zich, advocaat van het Hof van Utrecht. De secretaris en Van Wesel denken beiden dat de Fransen wel met minder genoegen zullen nemen. De secretaris denkt dat 2000 gulden ook wel genoeg is, maar weet ook zeker dat als Margaretha dat niet betaalt, ze het plan om het huis te laten springen uit zullen voeren.

    brieffragment dreigement intendant Robert over Amerongen

    de seeckretaris van Ameronge is hier van den inten
    =dant robbert die te wttrecht is gesonde om mij te sege
    dat hij last heeft omt huijs te Ameronge te doen
    springe ten waere men met hem wilde ackordeer
    en soude hem met Een som van drije duijsent gul
    kontant laete kontenteere, de seckretaeris seijt
    en den heere weesel schrijft sij geloofve hij met
    minderwel te vreede sou sijn ija so de seekretaer
    meent wel met twee duijsent gul sij beijde
    meene ick dit hoorde te geefve sondert welcke
    ongetwijfelt so sij segge sij tot de Exsekusie sulle
    voort gaent, dat mij int binenste van mijn hart
    sou jamere en seer doen, weet niet wat ick doen

    Margaretha komt gelijk bij de kern van haar dilemma: als ze nu geld geeft, willen ze snel weer geld, want ze hebben geld voor de oorlog nodig. Bovendien is voor de Fransen geld net zo schaars als voor haar.

    Brieffragment over geld

    [sou jamere en seer doen,] weet niet wat ick doen
    sal
    tot konservaesi van mijn huijs sou ick veel doen en
    meer als ick kan, maer vreese alsmen nu al gelt
    geeft dat het in korte alweer te doen sal sijn,
    want sij wille gelt hebbe, dat bij mijn ock so wel als
    bij haer schaers is, ick ben hier seer in bekomert

    Winterlandschap. Een vierkante toren en enkele huizen langs een bevroren water in een besneeuwd landschap. Op het ijs enkele figuren met een slede, links een boerenschuur. In deze voorstelling domineren de donkere onheilspellende wolken, die van links worden beschenen door de laagstaande zon. De dik ingepakte mensen op het ijs steken nietig af tegen deze onbarmhartige natuur. In zo’n winterlandschap van Ruisdael zou een vrolijke menigte schaatsers niet op zijn plaats zijn.
    Winterlandschap met donkere wolken, Jacob Isaacksz van Ruisdael, ca. 1665. Collectie Rijksmuseum

    Compassie

    Margaretha besluit om op het gemoed van de Fransen te spelen. Ze stuurt de secretaris terug met de boodschap dat ze alles wat Godard Adriaan en zij bezitten in handen hebben en dat ze daar nu geen inkomsten van hebben. Voor wat extra dram voegt ze toe dat ze zelfs niet genoeg heeft om zelf van te leven. Als kers op de taart hoopt ze op de goedertierendheid en de compassie van Lodewijk XIV. En ze spreekt de Fransen ook aan op de praktische consequenties: als het goed (het kasteel) in brand gestoken wordt, dan hebben ook de Fransen er zelf ook niks meer aan. Tot slot stelt ze ook een eigen eis: als ze betaalt, dan wil ze ook de garantie dat er niks beschadigd wordt.

    Brieffragment waarin Margaretha compassie van Lodewijk XIV vraagt

    heb de seeckretaris die merge weerom gaet
    belast te segge dat hij mij gesproocken heeft
    en dat ick seg, sij al het onse in haere hande
    hebbe daer ick als waer is niet Een stuijver
    van kan trecke dat mijn goet so bedurfve is
    dat ick selfs niet heb om van te leefve daerom
    ick geen gelt heb en niet kan geefve, dat ick
    hoop de goedertierenheijt vande koninck so groot
    sal sijn en ock sijn kompassie, dat sij sulle bewoo
    =ge worde van sulcks niet ter Exsekusi te stelle daer
    sij niet int minste vande konne proofijteere, en
    alsmen al wat sou geefve, of sij mij soude kone
    verseeckeren dat mijn huijs int toekoomende
    niet soude beschadicht worde, sal hierop het
    antwoort vande seeckretaris verwachte ent
    voort de heer almachtich beveelle in wiens
    hande alles staet hij heeft het ons gegeefve hij
    kant ons neeme als sijne godlijcke wille is, ick
    kan niet segge hoe bedroeft ick ben, als wij ons

    Geld

    Het probleem om aan geld te komen is reëel: ze heeft nog steeds het duplicaat van de ordinantie niet, dus er wordt nog steeds niet uitbetaald. Ze verwacht dat dat deze week geregeld is, maar dan moet ze de ontvanger nog overtuigen haar het geld daadwerkelijk te geven. Zodra dit gelukt is, zal ze gelijk een verzoek tot een volgende uitbetaling doen. Margaretha is niet de enige met geldproblemen: de compagnie van Van Ginkel is ook al drie maanden niet betaald. Kortom, het is niets dan misère.

    Brief fragment over de schaarste van geld

    uhEd kan niet geloofve hoe schaers het gelt is,
    de heer van ginckel is sijn kompangi bij de drij
    maende ten achtere van sijn tracktement krijcht
    hij niet, in soma tis niet als miseerij, de luijde

    De oorlog

    De mensen beginnen ook de stad weer uit te vluchten, de angst voor vriesweer is nog steeds groot. De Franse troepen in Utrecht komen weer in beweging, dus daar staat wat te gebeuren, en ook de Prins van Oranje schijnt nog een plan te hebben. Het vervelende is dat het weer zo ‘wankelbaar’ is, dat er nauwelijks iets te plannen is.

    Brieffragment over het vriesweer

    [hij niet, in soma tis niet als miseerij,] de luijde
    vluchte weer van hier met gewelt nu weer be=
    gint te vriesen, hoope het niet aenhoude sal, in
    en ontrent wttrecht treckense weer seer veel volck
    ock Eenige ruijterij, men vreest sij weer Eenich de
    seijn op hande hebbe, daer wij voor moete schricke
    want het geluckt haer meest wat sij beginne ist
    niet al int geheel altijt ten deelle, [nu begint]

    Er is goed nieuws gekomen uit Keulen! Men zegt dat de troepen van de Keurvorst 3000 Münstersen verslagen zouden hebben! Margaretha hoopt maar dat het waar is.

    Venijn

    Het venijn zit in de staart. De secretaris heeft gezegd dat intendant Robert een lijstje heeft met huizen die hij wil laten springen. Op dat lijstje staan vijf huizen en Amerongen is erbij! Daarnaast worden Zuilesteyn, Moersbergen, Hindersteyn en een huis dat ze zich niet kan herinneren genoemd.

    Er schijnen ook huizen veilig te zijn: Renswoude, Schonauwen, Hardenbroek en Groenewoude. Laten dit nu net allemaal huizen zijn waar familie van Johan van Reede van Renswoude woont! Zijn zoon Frederik woont op Schonauwen, dochter Jacoba is getrouwd met Hendrik Gijsbert van Hardenbroek en Groenewoude is net door dochter Mechteld gekocht voor haar zoon Gijsbert Johan van Hardenbroek. En dan schijnt ook nog dat Gilles Sautijn bemiddeld heeft. Zouden de roddels dan toch waar zijn? Margaretha had eerder gehoord dat Sautijn buskruit aan de Fransen had verkocht en ze had Van Reedes van Renswoude ook al aan Sautijn gelinkt

    de seeckretaris
    seijt dat den intendant
    5 huijse op sijn briefge
    heeft om te doen springe
    alst huijs te Ameronge suijlisteijn moersberge
    hindersteijn het ander is mij ontgaen,
    rhijnswou schoonouwe hardenbroeck en groenewou
    dat de maijoor hardenbroeck lest gekocht heeft
    sijn so geseijt wort door reeckomandasi van
    Arlinton , en soutijn van Amsterdam vrij

  • Goet en Bloet

    … geen redelijke ziel
    zal bij leven of sterven
    ons komen culperen omdat wij
    goedt en bloet voor de dier
    gevochte vrijheid hebben
    opgeofferd…

    Godard Adriaan, 5 juli 1672
    Goet en Bloet
    De drie hoofdpersonen van Goet en Bloet: Godard Adriaan, Margaretha en Godard

    Vandaag opent de expositie Goet en Bloet op Kasteel Amerongen, het kasteel dat Margaretha na het Rampjaar heeft gebouwd. Aan de hand van de verhalen van Margaretha, Godard Adriaan en hun zoon Godard van Reede van Ginkel worden de bezoekers meegenomen langs de gebeurtenissen in het Rampjaar.

    Rampjaar

    Dit jaar is het 350 jaar geleden dat de Fransen, de Engelsen en twee Duitse bisschopen de Republiek de oorlog verklaarden en dit wordt uiteraard in Nederland ruim herdacht. Met Margaretha, Godard Adriaan en Van Ginkel heeft Kasteel Amerongen hoofdrolspelers die elk op hun eigen plek het Rampjaar mee maken. Hun verhaal moet natuurlijk op Amerongen verteld worden.

    Goet

    Het belangrijkste goed van Godard Adriaan en Margaretha is hun Kasteel in Amerongen. Het staat er nog steeds, maar niet meer zoals voor het Rampjaar. Door de dramatische gebeurtenissen in het huis zelf ook een hoofdpersoon geworden.

    Bloet

    De familieband, het bloed, is sterk, maar Margaretha, Godard Adriaan en Godard weten niet of en wanneer ze elkaar weer zullen zien. Margaretha zit achter de waterlinie, in het waarschijnlijk veilige Holland. Godard Adriaan zit als diplomaat aan het hof van de Keurvorst van Brandenburg. Hun zoon Godard is aanvoerder in het Staatse leger. De brieven die zij elkaar schrijven, zijn hun levenslijn. De expositie is een duik in hun levens én in de vaderlandse geschiedenis.

    Dit blog en de expositie

    Dit blog en de expositie staan los van elkaar, maar gaan over hetzelfde. Vanuit het blog is de expositie een manier om de plek, de tijd en de tijdsgeest te beleven. Vanuit de expositie is het blog een persoonlijker kennismaking met Margaretha. Bovendien is in de expositie het Rampjaar al begonnen en voorbij, terwijl het hier voor Margaretha nog moet beginnen. En ook al weet je hoe het afloopt: het blijft spannend.

    Goet en Bloet - Strijdvaardige familie verliest Kasteel in Rampjaar 1672
  • Het dak van de slaapkamer

    DatumPlaats
    Geschreven20 oktober 1671Amerongen
    Ontvangen22 oktober 1671
    Lees hier de originele brief

    Kennelijk heeft Godard Adriaan Margaretha opdracht gegeven om door te gaan met de nieuwe leien van het dak. De leidekker, Jan Hendriks uit Tiel, is langs geweest en Margaretha doet verslag van zijn bevindingen.

    … hier heefens gaet de memoo
    =rije van de leijen die uhEd mij hebt gesonde
    met de antwoort van ijan henderixse den
    leijdecker van tiel op de inhoudende vrage
    hij meent dat wij het pannedack booven ons
    slaepkamer behoorde af te laete neeme ent
    selfve dack met leijen te decke om dat het
    so seer int noorde staet dat de panne daer op
    gans niet duerabel sijn, dieder op legge seijt hij
    dat wel meer als de helft van tijt tot tijt
    vernieut sijn en nu al weer meest al vergaen
    , wij hebbe deesen dach sulcken Extraoordinaer
    =risse hette met schoone sonneschijn gehadt…

    Kennelijk was het dak (of de daken) met pannen belegd, en moesten dat echt leien worden, want dat was veel duurzamer.

    In 1646/1647 tekende Roelant Roghman veel Utrechtse kastelen en hij maakte ook twee tekeningen van Amerongen. Misschien is het mogelijk om op deze tekeningen de slaapkamer van Godard Adriaan en Margaretha te vinden. Ze schrijft in haar brief dat hij onder een schuin dak op het noorden ligt.

    Kasteel vanuit het Oosten (voorkant) door Roelant Roghman (ca. 1646), collectie Rijksmuseum

    Van de voorkant gezien ligt het noorden rechts. Ze zou natuurlijk onder de kap van één van de torens kunnen slapen, maar die hebben waarschijnlijk een zolderfunctie. De enige mogelijkheden vanaf deze kant is dan het rechterbovenraam onder de trapgevel of in de uitbouw rechtsachter.

    Het kasteel vanuit het noordwesten (achterkant) door Roelant Roghman (ca. 1646), bron: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed, Amersfoort, 030751

    Vanuit het noordwesten gezien lijkt het ook goed mogelijk dat de slaapkamer aan de noordkant was bij de drie ramen links. Dat is waarschijnlijk de uitbouw die we op de vorige afbeelding vanuit het oosten zien.