Mijn heer en lieste hartge

Tag: Hertogdom Kleef

Een tijd van ellende

DatumPlaats
Geschreven9 juni 1672Amerongen
Ontvangen17 juni 1672
Lees hier de originele brief

Het is drie dagen sinds de laatste brief naar Godard Adriaan wanneer Margaretha hem weer schrijft. De gebeurtenissen in de Republiek zijn in een stroomversnelling beland en het tempo van Margaretha’s brieven laat dat goed merken. Zoals wel vaker begint Margaretha met familienieuws: ze is namelijk bij haar zoon in Arnhem op bezoek geweest. Met Godard Junior gaat het absoluut niet goed. Eeuwig plichtsgetrouw vraagt hij of Margaretha zijn excuses aan zijn vader kan aanbieden, hij heeft namelijk in geen 2 of 3 postrondes geschreven. Godard van Ginkel slaapt door alle drukte nog maar 3 uur per nacht en zit vrijwel constant in het zadel. Margaretha is bezorgd: als haar zoon nu maar gezond blijft.

Mijn heer en lieste hartge
tis mij lief wt uhEd mesiefve1missive: brief vande Eerste deeser21 juni te
sien deselfve weer tot berlijn wel is gearijveert, ick ben
gisteren op dien dach wecl en weer tot Aernhem3Arnhem ge-
weest om den heer van ginckel noch Eens te sien die
daer bij ons quam, hij bidt uhEd hem belieft te Excku
seere4excuseren: vergeven dat hij in 2 a 3 poste niet heeft geschreefven
heeft het omoogelijcke niet konnerbij brenge door sijn
meenichvuldage affaerees5affaires: zaken, hij slaept geen drije
Euren op Een nacht en is meest gedurich te paert
als hij maer gesont blijft, [ist noch goet maer mijn]

De Frans opmars

Ondertussen verloopt de Franse opmars gestaag. In drie dagen tijd hebben Lodewijks troepen evenveel dorpen veroverd: het Rijnfort Wesel, een kernpunt van de verdediging van de Republiek is gevallen, net als Orsoy en Büderick. De Fransen trekken op langs de Rijn richting de stad Kleef en daarna Nijmegen. Margaretha vreest dat het op de IJssellinie aan gaat komen. Erg veel vertrouwen heeft ze niet daarin: haar zoons verwachte dood ziet ze als een nutteloos offer.

Fragment kaart “De Rijn van Nijmegen tot Rijnberch”, collectie Leiden University Libraries. Voor de complete, scherpe afbeelding volg deze link.

[maer] men gelooft, het almeede over is, en dat de
koninck6koning Lodewijk XIV daer7Reijnberck inpersoon voor is geweest, die men seijt
deese Middach van meeninge was binne kleefe8de stad Kleef ligt in het gelijknamige hertogdom. Hoewel de stad in modern Duitsland ligt was Kleef in 1672 de facto deels onder controle van de Republiek te
Eeten, en so voort recht op Nimweechge9Nijmegen aen te
Marscheere welcke stat so geseijt wort van alles
wel versien is, en hoopt men die haer sal konne def
– fendeere10defenderen: verdedigen, dan vreest ick het op den ijsel11rivier de IJssel en de IJssellinie aldaar aensal koomen
mijn hart int lijf bloeijt als ick der aen denck och wat
droefheijt is mij aenstaende ick derf niet al schrijfve

Soldaten en generaals naar het front

Ook over het Staatse leger heeft Margaretha nog iets te melden. Eindelijk, na lang dralen, is commissaris-generaal Montbas aangekomen bij zijn positie in het leger! Hij heeft het commando gekregen over de troepen in de Betuwe en heeft als hoofdkwartier de Schenkenschans. Volgens de geruchten wordt Montbas te veel verantwoordelijkheid toevertrouwt. De toekomst zal het leren. Ook is luitenant-generaal Van Steenhuizen aangekomen bij zijn troepen alsof hij alle tijd van de wereld heeft. Duidelijk neemt Margaretha de beide generaals nog niet serieus, haar zoon moest immers steeds hun werk doen.

Kaart van Gelderland, omgeving van Nijmegen. 1664, Atlas van Loon. De Schenkenschans waar Montbas gestationeerd is ligt helemaal rechts op de kaart waar de Rijn splits in de Waal en de Nederrijn.

Er gaan dagelijks nog steeds nieuwe troepen naar het (verwachte) front. Zo kwam er afgelopen nacht een troep Spaanse soldaten langs Amerongen. Deze soldaten dwongen de boeren om hun eten en drinken te geven, nog een teken dat het leger slecht georganiseerd is. Margaretha heeft de brug van het kasteel maar omhoog laten halen om moeilijkheid te voorkomen. Een stuk minder onbehouwen was een Zeeuws regiment dat eerder langs kwam. Het is wel duidelijk welk land de beste soldaten levert. Over de voortgang van de oorlog op zee is Margaretha kort: het schijnt dat de Staatse vloot verwikkeld is geweest in een zeeslag maar meer weet ze zelf ook nog niet. Hopelijk is het een overwinning.

vreesende de poste aengehoude mochte worde, uhEd heeft sijn
soon tot dienst vant lant op geoffert maer ick vreese
hij wel Een rechte offerhande12offrande: offer sal sijn en vrees hem niet
weer te sulle sien, momba13Commissaris-generaal Jean Barton de Montbas is Entelijck int leeger ge
koome, die men het komanda overt alt volck dat inde
beetuwe14Betuwe leijt15leijen: liggen heeft gegeegve daer niet weijnich op
gesproocke wort dat men hem so veel tte vertrout
steenhuijse16Luitenant-generaal Ludolf van Steenhuizen is op sijn muijltges int leeger gekoome17op zijn muiltjes komen: op zijn gemak, erg kalm
ondertusche moet de heere van ginckel het werck
doen en wat noot waert dat het daer noch gin soot
hoorde maer de disordrees18disordre: wanorde sulle ons ruwineere19ruïneren: ten gronde richten
hoe roept men nu om de troepees vande keurvorst en
verlanck men daer naer die hier indeesen hoochgen
noot wel van doen sijn, deese nacht is hier int dorp
ontrent de 800 spaense voet knechte20De Republiek heeft in 1672 een bondgenootschap gesloten met Spanje. Er is afgesproken dat Spanje troepen levert tegen de Franse invasie. die naert leeger
gaen en Een reesgement21regiment wt seelant geweest dewel
– cke saeme over de 1600 man maeckte de seuwe ginge
naer nimweege, die hebbe deminste insolensie22insolentie: onbeschaamdheid, onbetamelijkheid, lompheid niet
gedaen maer deerste hebbe vrij wat deesordere23disordre: wanorde ge
maeckt de boere mostense Eeten en drincke geefve
of so dwongense, ick liet de bruchge vant huijs op treck
vreesde voor swaericheijt24zwarigheid: moeilijkheden, problemen, vandaech krijch ick ock tijdine25tijdingen: nieuws
dat onse scheeps vloote van Eengistere merge
aen Een sijn geweest sonde dat men weet hoet daermee
staet, als dat men seer fuijrijEus26furieus: op zeer krachtige, heftige wijze heeft hooren schiete
ontrent doeversans27Doeverenschans, nabij Heusden de heer almachtich wilse bij staen
ende vicktoorije28victorie: overwinning geefve, [gisteren isser te wttrecht]

Onrust in Utrecht

Ook binnen landsgrenzen begint het te rommelen. Waar Margaretha eerder nog in één enkel zinnetje schrijft over onrust in Utrecht wijdt ze nu flink uit. Daar ontstond een volksoproer toen een aantal regenten erop betrapt werden samen met hun bezittingen de stad te willen ontvluchten. De vrouwen van het houtsgilde, een onderdeel van het Utrechtse Zakkendragersgilde, vonden dat dit absoluut niet kon. “Zullen de heren die onze mannen hebben doen uitgaan om te vechten, vluchten en ons hier ten prooi achterlaten?” Zo luidde hun aanklacht. De vrouwen rukten koffers open en strooiden de bezittingen van de regenten uit op straat. Enkel met geweld werd de rust enigszins hersteld. Volgens Margaretha lijkt het er op dat nu iedereen die de stad Utrecht uit wil onderhevig is aan controle door de burgers.

[ende vicktoorije29victorie: overwinning geefve], gisteren isser te wttrecht  
inde stat ock geen kleijne ontsteltenisse30ontsteltenis: oproer, opschudding geweest door
Eenich goet dat de luijtenant kolonel wel en andere wt
de stat meende te vluchte, het welcke de vrouwe
vande hout schilde31de houtsgilde is onderdeel van het Utrechtse zakkendragersgilde. Leden van het houtsgilde mogen zakken dragen tot 3 el. niet wildea lijde roepen sullende
heere vluchte die onse mans hebbe doen wtgaen
om te vechte en ons hier ten proij32prooi geefve dat wille

wij niet lijden, een rockte de koffers open dat het silver ent gout
dat daer in was door de weech verstroijde, de burgers moste inwa
– pene om de vrouwe te stille, nu maegcher33mag er so geseijt wort niet wt
of inde stat oft moet besichticht worde, [uhEd denckt Eens hoe men]

Een tijt van elende

Overal om heer heen ziet Margaretha de klauwen van de angst om zich heen grijpen. Zelf begint ze nu opniew te twijfelen of Amsterdam wel veilig is. Koning Lodewijk XIV heeft immers beloofd deze stad te zullen belegeren en plunderen. In de steden en op het platteland heerst een verslagen gevoel. Mensen pakken hun spullen en vluchten weg. Margaretha wil dat ook doen maar ze weet niet waarheen. Ze is ten einde raad.

[of inde stat oft moet besichticht worde,] uhEd denckt Eens hoe men
hier sit ock nu ist wel Een tijt van Elende , en derf ick met de
kindere en vrou van Ginckel niet langer hier te blijfve en weet noch
niet waer ons derf vertrouwe tot Amsterdam is meest al ons
goet, en seijt men nu dat de konin34Koning Lodewijk XIV het daer teenemael op heeft
aengesien, en dat hij die stat sal wille beleegeren, dat mij seer
bekomert35bekommeren: zorgen maken want met vier sulcke kleijne kinderen in Een beleeger
de stat te sijn sou wel benout36benauwd weesen, ock nu komt het de op
aen en is den tijt van onse Elende voor hande hoe sit ick nu
in Eensaemheijt en sonder raet en weet niet wat ick doen
sal, heb sulcke koste met wech doen van mijn goet gehadt
en weet nog niet oft verseeckert is, ick ben so bedroeft dat
ick mij niet weet te laeten, hier te platte lande en inde steeden
is sulcken verslagentheijt dats niet wt te spreecken alle mense
packen hier en vluchten haer goet, och wat tijt beleefve wij
de heer almachtich wil ons bijstaen en behoede dat wij in hande
van die tierane37tirannen niet en valle want sij leefve groulijck38gruwelijk met
de mense daer sij koome, hiermeede blijfve

Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff
M Turnor

Franse terreur aan de grens

DatumPlaats
Geschreven6 juni 1672Amerongen
Ontvangen13 juni 1672
Lees hier de originele brief

De brief die Margaretha op 6 juni aan haar man schrijft bevat amper goed nieuws. De Franse troepen zijn de grens genaderd en hun terreur schokt Margaretha. Ze hebben Wesel omsingeld en een nabijgelegen landhuis en klooster geplunderd en de inwoners geschonden. “Het is verschrikkelijk om te horen hoe ze te werk gaan”, schrijft Margaretha. Het lijkt er op dat de Franse troepen zich nu naar de IJssel bewegen. Daar wachten Staatse troepen ze op en, als God met hen is, zal daar de Franse aanval worden afgeslagen.

Mijn heer en lieste hartge
met de laeste post heb ick geen briefve van uhE
gehad geloofve de selfve naert afgaen van
post tot berlijn sal sijn gearijveert, hier hoort
men niet als alle daege arger tijdine, so men
seijt hebbe de franse weesel1Wesel berent2berennen: insluiten om te belegeren ent huijs
disfoort3Slot Diersfordt neffens4naast het dorp biselich5Bislich: dorp net aan de andere kant van de Rijn bij Xanten ent kloos-
ter sleenhorst6Klooster Sleenhorst ligt in Gendringen (tussen Doetinchem en de huidige Duitse grens) wt geplundert het selfve klooster
seer schandelijck getrackteert7trakteren: bejegenen, behandelen de
bagijne8Begijnen: een kloosterorde die enkel uit vrouwen bestaat geschofiert9schofferen: verkrachten en 2 a 3 daerwt meede
genoomen, tis schricklijck te hoore hoese te
werck gaen, men verwacht nu dat sij alledach
haer naer den ijsel kant sulle begeefven daer
maer tamelijck met volckeren is versien10voorzien, de heer
almachtich hoope ick dat ons bij sal staen en
helpen dat wijse daer moogen keeren, [ick]

Franse terreur in een dorp, 1672, anoniem, naar Romeyn de Hooghe, 1673-1677. Collectie Rijksmuseum

Hoe vordert de verhuizing?

Ook de verhuizing van spullen van Kasteel Amerongen naar het huis in Amsterdam gaat door. Een eerste schip vol goederen is al naar Amsterdam gestuurd, morgen volgt hopelijk een tweede. De verhuizing van goederen gaat misschien dan wel vlot maar Margaretha loopt bij de verhuizing van de familie tegen weerzin aan. Philippota wil met haar kinderen zo dicht mogelijk bij haar man die in Doesburg zit blijven. Margaretha wil juist dat ze naar het veilige Amsterdam gaan, nu de oorlog dreigt.

Franse terreur aan de grens

[ick]
heb uhEd met de laeste post geschreefve hoe
ick Een schip vol goet naer Amsterdam heb ge
brocht merge hoope ickder noch Een schip
vol naer toe te sende dan wenste ick de
vrou van ginckel met onse kinderkens daer
ock heen was, maert schijnt sij liefver
noch wat naerder bij haer man is om te
meer te kome, hoor

Oorlogsnieuws

Met dat achter de rug is gaat Margaretha weer snel over tot oorlogszaken. In een kort stukje tekst ratelt ze alle grote thema’s af. Wat betreft de Staatse prestaties is er weinig te melden. De Staatse vloot heeft nog niets gedaan volgens de geruchten en de mobilisering van het leger is nog steeds gaande. Dagelijks komen er boeren langs die naar de IJssel moeten om te vechten. Uit Amerongen zijn ook 14 mannen naar het front gestuurd. Hoe dat gaat uitpakken valt te bezien. Er spreekt weinig vertrouwen uit Margaretha’s woorden. Met de enorme droogte die heerst staat het water ook nog eens extreem laag. Laag water komt de IJssellinie helemaal niet ten goede.

[hoor] hoet van heeteren11Heer van Heteren gaat over financiële zaken int versoeck vande 5000f12Godard Adriaan is al sinds januari 1672, mogelijk zelfs al langer, niet betaald voor zijn werk. Margaretha zit constant achter de vergoeding aan maar zonder succes maeckt
en hoor ick niet Een woort, heb hem gistere noch al
geschreefve ick wenst uhEd de wijlle hij gereesol
– veert13resolveren: besluiten, voornemen is so lange wt te blijfve, 10000f in plaets
vande vijf Eijste het soude Even veel moeijte sijn
, van onse scheeps vloot14Staatse Vloot hoort men noch niet dat sij
Eits hebbe gedaen, men vreest den vijant op de oostin
dissche scheepen die opt inkoome sijn wacht, hier
is dagelijxs groote doortocht van boere en ander
volck die so wt hollant als hier wt sticht15‘t Sticht, een regio in de provincie Utrecht waar ook Amerongen ligt op ont –
boode sijn en naer den ijsel kant moeten, van hier
wt deese heerlijckheijt16De heerlijkheid Amerongen is het gebied waar Godard Adriaan vrijheer van is. is 14 man gegaen met ge –
weer om te vechten, daer is is man geweest om
te wercken die alle sonder verlof sijn weer ge
koome niet tegenstaende17in tegenstelling tot wat sijn hoocheijt18Prins Willem III had geboo19geboden
sij noch daer soude blijfve hoe dat vergaen sal
staet te besien, wij hebbe hier sulcken droochte dat
alles inde hoofven ent gras staet als hooij, wt de
revier valt alt water gans wech, de liede
spreecken hier en inde steede van somige regente20regenten: stadsbestuurders
seer hoope het geloochge is21Op het moment van schrijven is er onrust in verschillende steden in de Republiek. De regenten zijn niet per se populair meer. Margaretha wijdt helaas niet echt uit over de situatie, en dat de heere ons
sal bij staen, inwiens heijlige bescherminge uhE
beveelle en blijfve

Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijf
M Turnor

frits22kleinzoon Frederik Christiaan van Reede en sijn susters
kusse groote papa
ootmoedich de hande23een typische groet die jonge wort seer sterck en robust

Voorbereiding op het laatste moment

DatumPlaats
Geschreven3 juni 1672Utrecht
Ontvangen20 juni 1672
Lees hier de volledige brief

De Franse troepen zijn inmiddels aangekomen bij Wezel, één van de Rijnforten die de Republiek zou moeten verdedigingen. Wezel ligt in het hertogdom Kleef waar de Keurvorst van Brandenburg ook heerser over is. De Franse opmars heeft nu ook de belangen van de Keurvorst geschaad. De Franse troepen hebben een groep mannen verslagen, die ter voorbereiding van de oorlog nog op het laatste moment een palissade wilden aanleggen. Het is nu afwachten hoe de vestiging de aanval weerstaat, als deze komt.

Voorbereiding op het laatste moment

[sich al vrij verwonderen,] maer ick derf niet
de franse seijt men dat Een partij van honder
man die wt weesel1Wezel, een van de forten aan de Rijn ginge om palasade2palissade: verdedigingswerk bestaande uit staken die de grond in zijn geslagen. te
gaen houwen hebbe geslagen, tis nu wel tijt
noch om palesade te houwen, so doet men tis
alles opt lest [ick heb geen tijt meer, ben Eergister]

Margaretha sluit haar brief af met de mededeling dat ze geen tijd meer heeft om verder te schrijven. Ze is eergisteren naar Amsterdam gegaan om daar orde op zaken te stellen en is op het moment van schrijven in Utrecht op de terugweg naar Amerongen. Ze wil vanavond nog thuis zijn op het kasteel dus verder schrijven aan de brief zit er niet in.

Gezicht op Wezel, 1672. Naar een tekening van Adam Frans van der Meulen, ca. 1900-1903. Collectie Rijksmuseum

Een postscriptum

Een duidelijk latere toevoeging aan de brief vinden we onder haar afsluitende groet. Het P.S. bestaat uit een grote hoeveelheid ditjes en datjes die steeds met een enkele regel worden beschreven.

Voorbereiding op het laatste moment

tsal wel goet
sijn dat uhEd met
die kompangi twee sulcke aensienlijcke prins
oblijgeert3obligeren: verplichten maer daer sien ick niet dat Eit4iets
van sal koome, ent goet men daer aen doet
wort haest vergeeten,
ick twijfel niet of kapteijn meroode5Maximiliaan van Merode is een edelman met bezittingen zowel in de Republiek als in de Brandenburgse gebieden sal nu
bij uhE sijn, den heer van ginckel bedient het
komisaeris generaelschap noch momba6Jean Barton de Montbas gaet
vast inde haech int voorhout7het Lange Voorhout is een laan in Den Haag die bekend staat om zijn schoonheid en als plek om te flaneren wandelen dat is wel

Voorbereiding op het laatste moment

so gemacklijck, en noch wil men hier de hooch
offisiers geen tracktemente8salaris toe legge, hoe
wel die bij den staet van oorlooch9de staat van oorlog is een toevoeging aan de generale petitie (begroting) van de Republiek die specifiek over oorlogszaken en defensie gaat. De staat van oorlog is pas begin 1672 goedgekeurd wdeese
provinsie werde goetgedaen 

Bij het Staatse Leger is het hetzelfde liedje als eerder: het is nog steeds slecht georganiseerd. Er is bijvoorbeeld nog niet geregeld hoe de hoge officiers uitbetaald gaan worden, terwijl de oorlog nu wel heel dichtbij komt. Ook deelt Margaretha even trots mee, dat haar zoon nog steeds als commissaris-generaal mag optreden. Montbas, die eigenlijk commissaris-generaal is, loopt nog te flaneren in Den Haag, schertst Margaretha.

Mensen flaneren zorgeloos tussen de hoge bomen op het Lange Voorhout
Flaneren op het Lange Voorhout, J. van Call, ca. 1690, Haags Gemeentearchief

Oorlogsvoorbereidingen

DatumPlaats
Geschreven22 december 1671Utrecht
Ontvangen24 december 1671
Lees hier de originele brief

Godard Adriaan is na zijn bezoek aan de Staten Generaal weer vertrokken en Margaretha is blij dat hij veilig in Keulen is aangekomen, aan het eind van de brief wenst ze hem een goede reis, want hij moet nog door naar Berlijn. Zijn nieuwe missie is aan het hof van de keurvorst van Brandenburg. Reizen in de winter over bevroren zandwegen (waarschijnlijk meer modderwegen) is geen pretje.

Oorlogsdreiging

De heer van Ginkel (Margaretha’s zoon Godard) wordt opgeroepen om naar Wezel te vertrekken. Volgens Margaretha is hij al onder weg, maar het is raar, de compagnie heeft nog geen andere order dan gereed te staan. Volgens Willem III is het een foutje van de Raad van State geweest: het regiment moet wel gaan, maar Godard moest eigenlijk thuis blijven.

(wil ons behoede,) de heer van ginckel heeft neffe1naast
andere kolonels aenschrijfvens om hem aenstont
naer weesel2Wesel een plaats in het hertogdom Kleef (hedendaags Duitsland)nabij de grens van de Republiek. De Republiek onderhoudt hier een fort aan de Rijn om het land te verdedigen te begeefve geloofve hij al op wech
is, geen kompangie hebbe alsnoch patente3Lastbrief die worden uitgegeven ten behoeve van het verplaatsen en inkwartieren van troepen
niet anders als last om haer gereet te houde
om op deerste patent binne ses Eure te mars
scheere4marcheren op peene5straffe van kassasie6Cassatie: ontslag van een officier, de heer van lan
geraeck7Frederik Hendrik van den Boetzelaar, heer van Langerak had ock ordere vande raet van staten8Raad van State, een bestuursorgaan in de Republiek
om naer weesel te gaen, dach heeft sijn hoocheijt
hem door ouwerkercke9Hendrik van Nassau-Ouderkerk doen schrijfve dat het Een
Abuijs10vergissing bij den raet is geweest, en dat sijn reesge
ment11regiment wel sal gaen maer hij voor sijn persoon
thuijs sal maete blijfve, …

Hij is helaas al op weg en daardoor is zijn vrouw Ursula Philippota alleen thuis. Margaretha heeft haar geschreven om naar Amerongen te komen, voor het reizen over het platteland te gevaarlijk wordt door de aanhoudende vorst.

Ook Prins Willem III is actief, hij logeert weer bij Zuylestein en gaat met een aantal officieren de grens aan de rijnoevers controleren.

[wil hoope het dan beeteren sal,] sijn hooch
heijt12zijne hoogheid: prins Willem III is vandaech met Eenige offisiers hier
door gepasseert om te nacht op suijlisteijn13Slot Zuylestein, nabij Leersum en dus ook vlakbij Kasteel Amerongen
te slaepen en voort op de rhijn14rivier de Rijn kant de
frontiere15grenzen te be gaen besichtige, [mij sal]

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema gemaakt door Anders Norén