Datum | Plaats | |
Geschreven | 27 februari 1673 | Den Haag |
Ontvangen | 11 maart 1673 | Minden |
Lees hier de originele brief |
Het begint inmiddels een beetje traditie te worden: ook deze brief opent weer met Margaretha’s klachten over de trage post. Ze heeft nu net pas Godard Adriaans brief van 12 februari ontvangen. Ook deze brief die ze nu schrijft zal er uiteindelijk bijna een maand over doen om aan te komen. Bisdommer zweert dat hij zijn best doen om alles zo snel mogelijk te bezorgen, “datter sijn leefven aen hinck”. Dat zijn leven er van af hangt zou best nog wel eens kunnen. Inmiddels begint stadhouder Willem III ook te klagen over de te trage post en hij staat in het leger bekend als een man die weinig geduld heeft voor mensen die hun taak verzaken.
Godard Adriaan komt terug! Hopelijk…
Erg lang blijft Margaretha niet bij de posterijen hangen. Er is namelijk reden voor blijdschap en hoop: Godard Adriaan heeft aangegeven terug te willen komen naar de Republiek! Hopelijk keurt Willem III dit goed. Zoon Van Ginkel heeft een afspraak met de stadhouder gemaakt om dit én de aanhoudende dreiging bij het kasteel te bespreken.
Geruchten over de brand
Nog niemand heeft het Margaretha direct verteld, maar het gonst in heel Den Haag van de geruchten. Het schijnt dat de Fransen haar kasteel aan vier hoeken aan hebben gestoken en dat het twee hele dagen gebrand heeft. De lokale boeren hebben nog geprobeerd het te redden met hun laatste rooie centen, maar helaas, het heeft niet mogen baten.
[sijn hoocheijt het selfve sal toestaen] de heer van ginckel
is wt, om sijn hoocheijt daer over1Over de mogelijke thuiskomst van Godard Adriaan te spreecke alsmeede
weegens onshuijs te Ameronge daer gistere den heelle
haech vol van is geweest en aen verscheijde geschreefve
is dat de franse het selfve aende vier hoecke soude aen
brant gesteecke hebbe, dit soude voorleeden dijnsdach227 februari 1673 was een maandag, dus het huis is dinsdag 21 februari 1673 in brand gestoken. al
geschiet sijn so geseijt wort en dat onse arme boore noch
wt haer armoetge twee duijsent gul tot behoudenisva
vant selfve soude gepreesenteert hebbe,datdat niet helpe
kost het soude twee dage brant hebbe, en niemant schrijft
mij Een woort hier van dat mij doet hoope het niet waer
sal sijn den heer vande haechgedoorn seijt dat dat den
rentmeester Euwijck3Rentmeest Ewijk van wttrecht koomende seijde het
brande, den jonge vermeer heeft het ock aende soons
soon vande profeser voetsius4Gijsbert Voetius geschreefve ock ist aende
heer van rhijnswou5Johan van Reede van Renswoude en meer andere geschreefve, en
niet Een woort aen mijn daer ick mij niet genoech van
kan verwondere en weet niet wat ick dencke sal hoe
Niemand heeft haar een woord erover geschreven of iets tegen haar gezegd, dus misschien is het niet waar? Margaretha verkeert ernstig in de ontkenningsfase. Maar ja, wie zou dat niet zijn? Het huis, waar zij en Godard Adriaan tientallen jaren aan hebben gewerkt om het zo mooi mogelijk te krijgen, is niet meer. Ze is gewoon ziek van de stress. Zou God haar straffen? Als dat het geval is wil ze deze straf overwinnen en er als beter mens uit komen.
wel ick dit langenoech gehoort en sien koome heb heeft
het mij so gealtereert6Altereren: veranderen, verouderen en ontstelt7Ontstellen: verschrikken, maar ook iets ontredderen dat ick der half sieck
van ben doch wil noch al hoope het niet waer sal
sijn en alst al so is moet ick dencke het de wel ver
diende straffe van mijn sonde sijn godt biddende
ick hier door van soude mach gebeetert worde
hoope de heer almachtich sal geefve uhEd hier in
ock geduldich sult sijn en dencke worde wij hier
daer door van godt besocht dat hij hondert midlen
heeft om ons weer te seegenen alst sijn godlijcke
wil is, so niet sijne wil geschiede hij doet met ons
naer sijn wel behaechgen, [de vrou van wulfve heeft]
Ziekte in de familie
Ook binnen de familie gaat het niet goed. Haar eigen gezinnetje is gelukkig weer helemaal, maar elders in de familie gaat het wat minder goed. Anna van Renesse van Moermont, de vrouw van Godard Adriaans neef, de heer van Wulven, is ernstig ziek geworden. Ze heeft last van hevige koorts en flinke diarree. Morgen gaat Margaretha op ziekenbezoek naar Rotterdam, om haar aangetrouwde nicht en haar vijf kindjes te zien.
[naer sijn wel behaechgen,] de vrou van wulfve8Anna van Renesse van Moermont heeft
mij vandaech ock laeten segge dat sij Een kontin
weele koorts met Een swaere loop9zware loop: diarree heeft ick sal
merge met godtshulp naer rotterdam gaen om te
sien hoet met haer is, dat sij quam te sterfve wat
sou ick doen sij sit te rotterdam met haer vijf
kinderen de heer van wulfve10Neef Hieronymus van Tuyll van Serooskerken is te wttrecht de
vrou van sandenburch11Nicola van Baexem is ock naer wttrecht toe,
in soma12In somma: kortom ick hoope de heer almacht haer beeterschap
sal geefve en int leefve behoude , [den heere van]
Ook schrijft Margaretha dat de heer van Heeze en Leende weg bij het garnizoen is omdat zijn vrouw, een nicht van Godard Adriaan, zo ziek is. Het is de vraag hoeveel leden van de familie van Reede het Rampjaar gaan overleven.
Nog een brandschatting
Of het nog niet erg genoeg is dat Amerongen afgebrand is, nu krijgen zoon Godard en Philippota bericht uit Gelderland, dat ze een brandschatting voor Kasteel Middachten moeten betalen. Hun zoon gaat nog aan zijn vader schrijven, maar Margaretha stelt toch Godard Adriaan alvast op de hoogte. Met dit slechte nieuws er ook nog eens bij is het nog belangrijker dat hij snel thuis komt.
Stadhouder Willem III heeft gezegd Godard Adriaan te gaan schrijven, maar met de trage post is dat nog wel even duren. De stadhouder vraagt of Godard Adriaan wil blijven, tot Generaal Waldeck bij de keurvorst aangekomen is… Alles gaat zo traag, terwijl Margaretha het liefst haar echtgenoot nu al aan haar zijde had. Het tweede fragment lijkt op de afbeelding kleiner geschreven, maar Margaretha heeft haar briefpapier een kwartslag gedraaid, waardoor ze nu in de breedte schrijft. We hebben hier de grote van afbeelding aangepast aan de breedte van dit weblog.
[kontiniweelle koorts,] de heer van ginckel heeft
ock van sijns vrous goet wt gelderlant vandaech
geen goede tijdin gekreechge daer willense al
meede gelt hebbe, twijfele niet of hij salt uhEd
schrijfve alsmeede dat hij sijn hoocheijt niet heeft
konne spreecke maer so ick hoor heeft sijn hoocheijt uhEd self ge=
schreefve en versocht de wijleuhhij van meeninge is den
graef van waeldijck13Georg Frederik van Waldeck-Eisenberg aen de keurvorst te sende dat uhEd
noch so lange daer sout blijfve, ick verlan wel naer des
selfs overkomste en sal bekomert sijn hoe hij sonder
peerijckel14Perikel: dreigend gevaar, hachelijke toestand wel overkoome sal, de heer almachtich wil uhEd
op alle sijne weechge bewaeren met gesontheit bij ons bren
ge dit bid en wenst van harte
Mijn heer en lieste hartgeUhEd getrouwe wijff
MTurnor
P.S. Een gewaagde ontsnapping
In haar PS belooft Margaretha aan achterblijvers in Utrecht te schrijven om haar op de hoogte te houden. Margaretha en familie zijn niet de enige mensen die een enorm boete opgelegd gekregen hebben door de Fransen. Ook de heer Pieter Ruijsch lijdt onder de Fransen. Zijn vrouw en kinderen waren gevlucht en daar stond een geldstraf op van wel 42.000 guldens! In betalen had Ruijsch geen zin, dus heeft hij zichzelf Utrecht uit gesmokkeld met een slimme verkleedtruc.
ick schrijf nog van
deesen avont naer
wttrecht datsij mij
met den Eerste souden schrijfve hoet met Ameronge staet
den heer pieter rhuijs15Pieter Ruijsch, geëligeerde in de Staten van Utrecht ist in schipper of vissers kleere ontkoome
en te Amsterdam bij sijn vrou en kindere gearijveert de
franse binne wttrecht wilde van hem voor sijn vrou en
kindere en sijn vrous voor kindere twee en veertich duijsent
gulde hebbe