Op 11 oktober 1674 wordt Godard Adriaan van Reede gedoopt in de Hoogduitse kerk in Den Haag. De Hoogduitse kerk deelt een kerkgebouw met de Engelse kerk en deze ligt in 1674 aan het Noordeind.
Godard Adriaan is het zevende kind van Ursula Philippota en Godard van Ginkel. Hij heeft één broer een vijf zussen boven zich, in 1670 werd er al een eerdere Godard Adriaan geboren, maar dat jongetje is nog geen jaar oud geworden.
Als ze in de koets wil stappen begint haar schoondochter te ‘kraken’: de bevalling begint! Omtrent half tien in de ochtend is het eindelijk zo ver: bijna 3 maanden nadat Philippota op Kasteel Amerongen aan kwam is ze bevallen van een dochtertje, gezond en wel geschapen. Een jonge Godard was natuurlijk zeer welkom geweest, maar Margaretha is dankbaar voor spoedige en makkelijke verlossing en het gezonde kind.
voorleedene dijnsdach sijnde den 8 deeser so mijn koets gereet stont en ick daer meede naer wttrecht meende te gaen begost de vrou van ginckel te kraecken1de voorteekenen van de naderende bevalling vertoonen, barensweeën hebben, en is door de hulpe des heere dien merge ontrent de klocke half tien seer genadelijck en spoedich van Een dochter verlost het welcke een gesont en wel geschaepe vrucht is, hadde wel gewenst het Een jonge godert hadde geweest, dan het sijn gaefve des al= der hoochste, die wij niet genoech konne dancke voor so Een spoedige en genadelijcke verlos= =sine en gesonde vrucht, de kraemvrou is on gemeen wel naer den tijt hoope godt den heere haer hEd voort sterckte en volkoome gesontheijt sal verleenen, de heer van ginckel is deesen Middach wt den haech hier gekoomen verwacht ten nu alle Eure de heere van wulfve en wel =lant die over het kint ten doop sulle staen en soude wij noch gaeren sijne kristelijcke doop alhier in onse kercke deesen avont laeten geefven om daer in niet te versuijmen, [beuseckom heeft te]
Doop
Twee dagen na de bevalling is de vader van het kind, Godard van Reede – van Ginkel uit Den Haag aangekomen en nu wachten ze op de beide neven van de vader: de heer van Wulven en de heer van Welland. Zodra zij aankomen, kan het kind gedoopt worden.
Margaretha vervolgt haar brief nog met allerhande wederwaardigheden. Ze verzucht dat het haar niet lijkt te lukken om in Utrecht te geraken om haar zakelijke afspraken na te komen. Ze stopt met schrijven en gaat de volgende dag verder.
dus verde heb ick deese gistere geschreefve, ons kint heeft gistere avont sijn kristelijcken doop ontfange met de naem van reijniera, naer de vrou van ginckels vader, heb dit so goet ge docht om of ons de heer almacht noch Een soon gaf dat wij de naem van godert adrijaen mochte daer voor reeserveere, de heer van wulfve en wellant sijn deese merge weer vertrocken, mosten de vergaderin vande state bij woonen onse joncker van Ameronge sijn sijn acksie gereesen, de kraem vrou ent kint sijn noch heel wel naer de geleegentheijt pesenteert haeren dienst, s en ick blijf Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff M Turnor
Op 10 maart 1672 krijgt het kind zijn christelijke doop ontvangen in de Andrieskerk in Amerongen. Dit is voor Margaretha een belangrijk moment. Haar schoondochter is katholiek en ze wil er alles aan doen om haar kleinkinderen goede protestanten te laten worden. De nieuwste telg uit het geslacht Van Reede wordt Reiniera genoemd, naar de vader van Philippota, Reinier van Raesfelt. Dit vindt Margaretha een goede keuze, want als er nog een zoon geboren wordt, dan is de naam Godard Adriaan in ieder geval nog vrij. In 1670 was de eerste zoon geboren die al Godard Adriaan heette, maar het jochie overleed al in 1671. Met de kennis van nu kunnen we zeggen dat die inderdaad nog komt: in 1674 wordt zoon Godard Adriaan geboren. In 1678 wordt nog een zoon geboren, dus ook Reinier wordt nog vernoemd: Reinhardt.