Blog

  • Niets nieuws?

    DatumPlaats
    Geschreven23 juni 1673Den Haag
    Ontvangen27 juni 1673Hamburg
    Lees hier de originele brief en voor het P.S. een scan eerder

    Er lijkt niet veel te melden op deze doordeweekse dag in juni. De toon past bij een lome zomerdag. Margaretha herhaalt en verduidelijkt een paar zaken uit haar vorige brief, heeft alle ruimte voor een roddel en sluit al na twee kantjes af. Maar dan komt er nog een P.S.

    Vijandelijke vloot trekt zich terug

    Schepen na de slag. Gehavende Nederlandse oorlogsschepen en een buitgemaakt Engels schip worden in een haven gekalefaterd. Links de Brederode, zonder galjoen, rechts de Amalia.
    Schepen na de slag, Willem van de Velde (I), 1630 – 1672. Collectie Rijksmuseum

    Sinds de laatste brief geen nieuws, schrijft Margaretha eerst. Het schieten van afgelopen zondag was niet meer dan een schermutseling tussen de brandwachten van de beide vloten. De vijandelijke schepen hebben zich teruggetrokken tot op de Thames. Vanuit Den Haag zijn er gedeputeerden aan boord gegaan van de Staatse vloot. Waarom? Dat is niet bekend.

    Brieffragment over de vloot

    seedert mijne laeste is hier niet nieus, de laeste
    briefve wt de scheeps vloote brenge niet ande
    meede als dat het geschiet datter voorlee
    den sondach is gehoort was de brandtwach
    te van beijde de vlooten te weeten donse en
    die vande vijant dewelcke dapper op den
    andere schooten daer op de vijant haer hebe
    gereetereert en naer de reevier van londe
    sijn geseijlt, daer sijn weer gedeputeerde
    van den staet naer onse vloot tot wat Eijnde
    weet men niet[, den luijtenant kolonel wedel]

    Regiment van Reede bijna gereed

    Luitenant-Kolonel Wedel, de aanvoerder van Godard Adriaans nieuwe regiment, heeft met zijne hoogheid gesproken die tevreden lijkt. Wedels vendel is klaar, de rest zal binnenkort ook gereed zijn. Twee compagnieën zijn al naar Alkmaar gestuurd. Ze moesten trouwens contant betaald worden, want aan uitstel van betaling doen ze niet!

    Profiel van de stad, met bastions, molens en kerktorens. Boven de stad het wapen-van-Alkmaar. Op de voorgrond zitten twee mannen, op de rug gezien, op de grond, de rechter is een "tekenaar"
    Alkmaar : profiel van de stad, met bastions, molens en kerktorens. Anoniem, ca. 1700. Collectie Noord-Hollands Archief

    [weet men niet,] den luijtenant kolonel wedel1Ernst Georg von Wedel (?-1682)
    is noch hier seijt sijn hoocheijt gesproocke te hebbe
    en alle kontentement ontfange, sijn vaendel
    heeft hij de andere sulle alle in korte dagen
    ock gereet sijn, tot twee kompangie sijnde
    maete die te rotterdam gemaeckt sijn af
    naer Alckmaer gesonde die twee hondert
    dartich gul aen gelt bedragen en kontant
    moste betaelt worde also die liede niet wille
    borgen, [de wijlle ick wt uhEd schrijfve vande 19]

    Boter, kaas (en wijn)

    Uit de brief van de 19e van Godard Adriaan blijkt dat de ‘s- Gravezandse kazen die ze heeft gestuurd, nog steeds niet zijn aangekomen. Daarom heeft ze eergisteren nog maar weer nieuwe gestuurd naar Temminck in Amsterdam, met de bedoeling dat die ze zo snel mogelijk doorstuurt. Ze bedankt haar man nog een keer voor wat hij haar heeft gezonden (wijn en boter) want boter is duur.

    Staande man die boter aan het karnen is. Onderdeel van een reeks illustraties van volksklederdrachten uit 1779.
    Man boter aan het karnen, Pieter de Mare, naar Christina Chalon, 1777 – 1779. Collectie Rijksmuseum
    Eerste brieffragment verzonden kaas
    Tweede brieffragment verzonden kaas

    [borgen,] de wijlle ick wt uhEd schrijfve vande 19
    deeser niet sien de gesondene schravesantse
    kaes doen noch niet was overgekoome heb

    ick Eergister weer twee andere aenden heere
    teminck tot Amsterdam gesonden met ver
    =soeck hij die opt spoedichste aen uhEd voort
    wilde senden, ick bedancke uhEd noch opt hoochste
    voort geene deselfve ons heeft beliefve te sende
    salt verwachte hoope het wel sal overkoome
    de booter kost hier de beste seefven stuijvers
    het pont, [sijn hoocheijt is weer hier de poste alle]

    Sommelsdijkje met Labadie getrouwd?

    Na tevreden te hebben vastgesteld dat alle legerposten goed verzorgd zijn, en de algemene stemming wat geruster is, sluit ze af. Om na ondertekening nog eens terug te komen op een eerdere roddel. Is de jongste dochter van Cornelis van Aerssen van Sommelsdijk nu getrouwd met Jean de Labadie of niet, en zo ja, hoe lang dan? Kan Godard Adriaan Jenneke niet even inzetten om te informeren? Er is iemand die heel graag de waarheid wil weten. By the way, de heer en vrouwe van Villers, doen hun hartelijke groeten…

    Jenneke is Godard Adriaans dienstbode. Zij heeft contacten met dienstbodes van andere rijke families en huispersoneel is natuurlijk zeer goed op de hoogte van familiegeheimen. De Labadisten zaten op dat moment in Altona, wat dicht bij Hamburg ligt, dus vlak onder de neus van Godard Adriaan en Jenneke. Godard Adriaan kan zijn neus moeilijk in andermans zaken steken, maar Jenneke kan wel haar oor te luisteren leggen.

    Een inkijkje in een interieur van een groot huis. Helemaal links staat een deur open en zien we een stoel staan. Midden links een trap omhoog met aan het eind kamer een gezelschap aan tafel waar een vrouw het glas heft. Op de trap een meisje net een rode jurk en een wit schort en hoofddoekje die haar vinger omhoog voor haar mond houd. Midden rechts een gang die leidt naar een buitendeur. Op de achtergrond een tuin en in de verte een ander groot huis. In het halletje voor de deur staat een stelletje omarmd. Rechts nog een open deur naar een niet nader te identificeren ruimte en op de voorgrond hangt onder een landkaart een rode mantel over een stoel, een zwaard staat er tegenaan en op de zitting ligt een hoed.
    De luistervink, Nicolaes Maes, 1654. Collectie Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Amersfoort

    Overigens ging het bij de eerdere roddel nog om dochter Maria (1645-1903). Nu gaat het om ‘de jongste dochter’, maar dat is Lucia (1649-1707). Van Lucia is bekend dat ze in 1695 trouwde met Peter Yvon, de assistent en latere opvolger van Jean de Labadie. De groeten van de Heer en Vrouw van Villers staat niet toevallig direct na deze opmerking. De Vrouw van Villers, Adriana van Aerssen van Sommelsdijk was de tante van de zusjes die zich aangesloten hadden bij de Labadisten. Heeft Margaretha het niet direct aan haar durven vragen of heeft zij er bij Margaretha op aangedrongen om zich te laten informeren?

    Brieffragment over de Labadisten en roddels

    [uhEd getrouwe wijff
    M Turnor]

    ick bidt dat
    jeneken eens
    ter deege verneemt
    of labedije2Jean de Labadie, grondlegger van de Labadisten, een gereformeerde sekte met de
    jonste dochter vande
    heer van someldijck3Lucia van Aerssen van Sommelsdijk
    is getrout oft seecker
    is en hoe lan sij getrout sijn
    daer is mij om gebeeden die wenste de waerheijt
    te mooge weeten
    de heer en vrou van vieleers4Alexander de Soete van Laecke en Adriana van Aerssen preesenteere haere
    dienst aen uhEd

    P.S.

    Maar ho, als ze klaar is met schrijven komt er weer allemaal nieuws. Het is nu wel zeker dat de Engelse en de Franse vloten zwaar beschadigd bij Chatham liggen. De koning van Engeland schijnt not amused te zijn dat Lodewijk XIV uit Brabant is vertrokken zonder iets tegen de Republiek te hebben uitgericht en in plaats daarvan Maastricht is gaan belegeren. Nu willen de Engelsen een vrede en zijn misschien al in oorlog met Frankrijk.

    Brieeffragment over de diplomatieke breuk tussen Engeland en Frankrijk.

    p s naert schrijfve dees komt tijdine die
    voor seecker wert gehoude, dat beijde
    de vloote so wel d Engelse als de
    franse heel gedevaeliseert5gedevaliseerd: ernstig beschadigd voor schat
    =tan6Chatham sijn geloopen en noch leggen, dat de
    koninck van Engelant seer qualijck te
    vreede soude sijn dat de koninck van
    vranckrijck wt brabant is gegaen sonde
    Eits op ons wtgericht te hebbe en
    Maestricht beleegert heeft, ock
    hout men voorseecker dat de Engelse
    seer verlange naer de vreede met ons
    en dat sij met vranckrijck in oorlooch
    mochte sijn, [van Acken heeft me dat]

    Titelpagina voor: Nederlands verquikking, of d'ontwaekte leeuw, 1673. Allegorische voorstelling over de positie van de Republiek tijdens het eerste halfjaar van 1673. De Hollandse Tuin aan alle kanten aangevallen door de Engelsen, Munstersen en de Franse koning Lodewijk XIV. De Franse koning houdt de provincies Gelderland, Overijssel en Utrecht gevangen aan kettingen. Links komt prins Willem III de Nederlandse Maagd te hulp. Onderaan het beleg van Maastricht door de Fransen.
    Titelpagina voor: Nederlands verquikking, of d’ontwaekte leeuw, 1673, anoniem, 1673 Collectie Rijksmuseum. Zowel de twee zeeslagen als het beleg op Maastricht zijn hier op te zien.

    Uit Aken is meer nieuws over Maastricht gekomen. De Fransen zouden een buitenbolwerk van Maastricht hebben aangevallen, en daarbij 600 man zijn verloren. De Maastrichtenaren op hun beurt hebben bij een uitval een belegeringswerk van de Fransen belaagd waarbij 500 Fransen zouden zijn omgekomen. De stad lijkt stand te houden. De behaalde overwinning op zee zou groter zijn dan ooit te voren, en de koning zou spijt als haren op zijn hoofd hebben dat hij de zee moest verlaten. Gaat het eindelijk de goede kant op? Is de Nederlandse leeuw ontwaakt, zoals ook bovenstaande titelprent suggereert?

    Brieffragment Maastricht

    [mochte sijn,] van Acken heeft me dat
    de franse Een atacke7aanval op onse buijte
    wercke voor Maestricht hebbe gedaen
    daer dons dapper hebbe gevochte en
    wel ses hondert vande franse sijn geblee
    en afgeslaechge, ock dat die vande
    stat Een wtval hebbe gedaen op een vande vijants wercke daer
    meer als 500 so doode als gequetste
    vande vijant sijn geweest so dat men
    niet hoort of sij houden haer heel wel,
    onse vicktoorije ter see seggense dat so
    groot is alser oijt bij ons is bevochten
    de koninck seggense berst van spijt dat
    sij de see so hebbe moete verlaeten

  • Het glas halfvol

    DatumPlaats
    Geschreven19 juni 1673Den Haag
    Ontvangen23 juni 1673Hamburg
    Lees hier de originele brief

    Margaretha heeft een brief van Godard Adriaan van 13 juni jl. ontvangen. Uit de brief van Margaretha van 19 juni blijkt dat Godard Adriaan zich zorgen maakt over zijn familie. Ze verontschuldigt zich er dan ook voor dat ze tot nog toe alleen maar onheilstijdingen heeft medegedeeld. Maar in haar vorige brieven, die Godard Adriaan op het moment dat hij zijn brief op de 13de aan de postmeester meegeeft nog niet heeft gelezen, heeft Margaretha geschreven over het goede nieuws omtrent de strijd op zee. Welke toon overheerst in de brief van de 19de?

    Onverschrokken en vol moed

    In haar brieven van 12 en 16 juni heeft Margaretha uitgebreid geschreven over de twee zeeslagen bij het Schoonveld. Nu schijnt het dat er weer is geschoten, maar er is geen nader bericht over gekomen, dus het zal wel niet waar zijn. Wat wel waar is, aldus Margaretha, is dat de vijanden – en vooral de Engelsen – er zwaar de pest in hebben. Zij waren namelijk van plan om in Zeeland of op Walcheren aan land te komen.

    Een gravure van een zeeslag, verschillende groepen schepen liggen dicht bij elkaar. Uit de groepjes komt rook naar boven. Op de voorgrond staan twee schepen in brand. Boven de zeeslag drie groepjes van drie medaillons. Links in het midden Lodewijk XIV en daarnaast de dauphin en admiraal d'Estrées. In het middelste groepje Willem III met de admiralen De Ruyter en Tromp aan zijn zijde en rechts Karel II tussen de Hertog van York (de latere Jacobus II) en Prins Ruprecht.
    De twee zeeslagen op Schoonevelt, 1673, Romeyn de Hooghe (omgeving van), 1673. Collectie Rijksmuseum

    Oh ja, er is trouwens ook strijd geleverd in Gorinchem, Muiden, en op de Nieuwerbrug. Wat Margaretha op dat moment niet weet, is dat het regiment dat Godard Adriaan geworven heeft nét in Alkmaar was aangekomen en al direct is ingezet bij Muiden. Alle aanvallen zijn succesvol afgeslagen, en daar is Margaretha wel van op de hoogte: het Staatse krijgsvolk is onverschrokken en zit vol moed. De hele gemeenschap heeft trouwens goede hoop! Als de vijand nóg een keer aanvalt, en de overwinning nóg een keer door onze jongens behaald wordt, dan staat ons een glorieuze vrede te wachten.

    Tweede brieffragment Tweede Slag van het Schooneveld

    [hebbe gehadt,] nu wilmen weer segge dat se hebbe
    hoore schiete als of de vloote weer aenden an=
    =deren soude sijn geweest, dan also daer geen
    naerdere tijdine van is wort het niet gelooft
    dan dat is waer dat dat den vijant seer ver=
    =set is met de twee rankonterees die de vloote
    ter see hebbe gehadt, en dat sij hadde gemeent
    te lande in seelant oft lant van walgeren
    wants dengelse veel krijsvolckere op haer
    scheepe hadde om aen lant te setten en dat is
    de heere sij gedanckt gemist, te lant hebben
    se ock verscheijde aenslage gehadt als op
    gorckom muijde en ock op de nieuwer bruch
    en alles heeft met haer niet wille aengaen
    dat nu groote moet en koraesge1Courage/coragie: kloekmoedigheid so ondert

    krijsvolck als onder onse gemeente2Gemeenschap geeft, mocht
    onse scheeps vloote die geseijt wort last te hebbe
    den vijant noch te atackeere weer de vicktoorije
    behoude, gelooft me dat ons Een seer gloorijeuse
    vreede sou doen hebbe[, ondertuschen is Maestri]

    Maastricht

    Maar al snel verandert de toon. Maastricht is belegerd en koning Lodewijk XIV zou in eigen persoon bij het beleg aanwezig zijn. De belegerden hebben genoeg proviand en munitie, hebben er alle vertrouwen in, behalen grote successen met hun uitvallen… Maar het blijven belegerden. De ogen zijn nu vooral gericht op de troepen van de keizer; maar liefst 30.000 man! Een ontzettingsleger? Iedereen hoopt dat de keizer en Spanje binnenkort de banden met Frankrijk zullen verbreken. Maar Margaretha is sceptisch; ze wil het pas geloven als ze het ziet. Want waarom is er niet eerder met de Fransen gebroken? De Fransen hebben immers al huisgehouden op Spaans grondgebied… Met de wispelturigheid van de Brandenburgse keurvorst in haar achterhoofd, vertrouwt Margaretha geen enkele vorst of prins meer. Daarom, om met profeet David te spreken, is het beter op God te hopen dan op prinsen of heren.

    Brieffragment Beleg van Maastricht

    [vreede sou doen hebbe,] ondertuschen is Maestri3Maastricht
    beleegert daer men seijt de koninck selfs in
    Persoon voor te sijn, die van binne4Het garnizoen sijn van
    alles wel versien en heel wel gemoet, doen ver
    scheijde wtvalle met goet suckses maecken
    groote buijt, hoope op de troepe vande keijser
    die men seijt 30000 man sterck te sijn en
    af te koomen, men hoopt hij en spange met
    vranckrijck sulle breecke het welcke ick sal
    geloofve als ickt sien sal maer Eer niet want
    had de laeste dat int sin had het al moeten
    gedaen hebbe daer de franse haer reedene ge=
    noech toe hebbe gegeefve met de wtneemende
    insolensie5Insolentie: onbeschaamdheid, onbetamelijkheid en vijandelijcke feijtelijckheeden
    diese tuschen antwerpe en bruijsel sijnde opt
    spaense boodem hebbe gepleecht, sints men het
    veranderen vande keurvorst heeft gesien isser
    geen staet op vorste of prinsen te maecke nu
    seijt me dat die weer begint wat om te slaen
    in soma den salm6Psalm of proofheet david seijt
    seer wel dat het beeter is op godt te hoope als
    op prinse of heeren te staen[, tis alleen de]

    Bombardement van Maastricht tijdens het beleg van de stad door de Franse legers van 27-30 juni 1673. Bovenaan een medaillon met het portret van de Franse koning Lodewijk XIV. Op de voorgrond licht Wick, dan de Maas en daarachter MAastricht. Op de afbeelding zien we de bogen die de kanonskogels maken. Helemaal op de voorgrond de legers van Lodewijk XIV
    Beschieting van Maastricht door de Fransen, 1673 (detail), anoniem, 1673. Collectie Rijksmuseum

    Een oxhoofd Franse wijn

    Moet Godard Adriaan binnenkort weer richting Berlijn, wanneer de wispelturige keurvorst tóch partij kiest voor de Republiek? Margaretha heeft enkele heren erover horen speculeren. Voorlopig zit hij in ieder geval nog in de Duitse gebieden. Ze is in ieder geval wel blij dat Godard Adriaan haar wij en boter heeft gestuurd, want in de Republiek is het allemaal niet meer te betalen. Een oxhoofd (231 liter) wijn kost ruim honderd gulden, en een pond boter zeven stuivers! Wel spijtig dat de groene kaas die Margaretha richting Hamburg heeft gestuurd niet aangekomen is. Ze zal deze week wel nieuwe sturen.

    Brieffragment Franse wijn

    somige heere meene uhEd verlicht wel ordere sult
    krijge om weer naer berlijn te gaen insonderheijt
    soot waer is dat den keurvorst weer naer onse
    kant sou helle, ick wenste uhEd sijn reijse naer
    den hartooch van holsteijn7Johan Adolf van Sleeswijk-Holstein-Sonderburg-Plön hadt geEijndicht,
    ick bedancke deselfve seer dat hij ons weederom
    van wijn hee en booter heeft versorcht, hier
    kost Een oxshooft8Oxhoofd: 231 liter franse wijn die goet is over
    de hondert gul, het pont booter 7 stuijvers, de
    wijn die uhEd ons heeft gesonde is heel goet
    ick meen men in rinse fustaesie wel franse
    wijn van Hamburch sou konne sende maer
    krijge wij de vreede sal de wijn wel afslaen,
    het doet mij leet de groene kaes niet over is ge
    koomen, so ick met de briefve van merge
    niet hoor sal ick noch deese weeck weer
    andere sende[, en ondertusche blijfve]

    De wijnproevers. In een wijnkelder houdt een man een glas met wijn tegen het licht. Rechts een rij wijnvaten, op de achtergrond kijken een man en een vrouw toe. Links op een houten bank liggen allerlei soorten gereedschap: emmers, slangen, blaasbalg etc.
    De wijnproevers, Jacob Duck, ca. 1640 – ca. 1642. Collectie Rijksmuseum

    Familie

    Nadat Margaretha het laatste streepje in de ‘r’ van haar achternaam op het papier heeft gezet, vindt ze het toch nog even nodig om iets over de familie te melden. Van Ginkel verlangt naar zijn compagnie, zijn vrouw is weer hersteld van de bevalling en komt weer beneden eten, Frits, Tietge en Antge gaan naar de Franse school (maar Margaretha laat ze voor de handigheid ook Nederlands leren spellen en lezen). De trotse oma vertelt dat Frits het best van allemaal leert, hij kan zelfs al spellen! Als Godard Adriaan thuiskomst, zal Frits vragen: ‘Comment portez vous grand papa?’ (Hoe gaat het, grootvader?).

    hetvolck dat uhEd
    heeft gesonde seggense
    heel schoon volck
    te sijn, de heer van ginckel verlanckt naer sijn
    kompangi, [tis goet dat de soon van brant]

    de vrou van ginckel die met al haer kinder
    haeren dienst aen uhEd preesenteere is weer
    heel wel komt al beneeden Eeten, frits
    tietge en Antge gaen int franse school
    maer laetse duijts leere spelde en leesen
    frits leert int boeck best van alle leert
    al spelde sal als groote papa thuijskomt
    vrage komen porte voeu granpapa9Comment portez vous grand papa?, sij sijn
    de heere sij gedanckt heel wel vaerende
    en gesont

    brieffragment Van Ginkels compagnie

    brieffragment schoondochter en kleinkinderen
    Een schoolmeester schrijvend aan zijn lessenaar voor de klas. Op de lessenaar liggen een zandloper en papieren. Voor hem staan een meisje en een jongen, rechtsvoor zit een jongen te schrijven.
    De schoolmeester, Jan Adriaensz. van Staveren (kopie naar), 1650 – 1750. Collectie Rijksmuseum

    Al met al overheerst in Margaretha’s brief een positieve toon. Het glas is eindelijk halfvol. Zou er dan toch spoedig een einde aan de oorlog komen?

    Fragment uit het eerdere schilderij: de man die het glas tegen het licht houdt, het glas is halfvol
    De wijnproevers (detail), Jacob Duck, ca. 1640 – ca. 1642. Collectie Rijksmuseum
  • Zeeslagen en geldnood

    DatumPlaats
    Geschreven16 juni, 1673Den Haag
    Ontvangen20 juni, 1673Hamburg
    Lees hier de originele brief

    In haar vorige brief meldde Margaretha dat er schoten gehoord waren. Helaas moet ze deze brief meedelen dat het net zo plotseling als het begon weer opgehouden is. Men dacht dat de vloten weer een zeeslag leverden, maar het laatste nieuws is dat het bij een slag gebleven is, die we gewonnen hebben. En daar heeft ze God voor gedankt.

    Brieffragment schoten

    rec.1Recepteren van het Latijn receptare: ontvangen 20 Junij in Hamburgh2Handschrift van Godard Adriaan

    haech den 16
    ijuin 1673

    Mijn heer en lieste hartge
    het viement3Ook wel vehement: hevig schiete dat men bij mijne laeste seijde
    weederom gehoort te sijn en men meende
    de scheeps vlooten voor de tweede mael aen malka
    =nderen waeren is op Een onseecker segge
    teenemael verwdweene en ist tot noch toe
    bijt eerste slaen gebleefve, daer bij wij volgens
    mijne voorgaende de avontaesge4Avantage: voordeel hebbe gehadt
    daer godt voor gedanckt moet sijn, [ick had volge]

    De beruchte 10.000 guldens

    Na het spannende nieuws over de zeeslag gaat de brief weer over op de orde van de dag. Een groot deel van deze brief wijdt Margaretha namelijk aan haar pogingen om de vergoeding van 10.000 gulden voor Godard Adriaans werk te krijgen. Er zit nog steeds weinig schot in. Na al haar eerdere pogingen om de raadpensionaris en de griffier te spreken heeft ze nu besloten om haar doel op een andere manier te bereiken. Ze is de individuele gecommiteerden van Holland gaan benaderen.

    Ze krijgt behalve medeleven weinig los. De heer van Asperen brengt het onderwerp nog op in een vergadering maar komt terug bij Margaretha met het harde antwoord dat er gewoon geen contant geld te vinden is in het land om haar te betalen. Al het geld wat de Staten-Generaal binnen krijgt stroomt meteen weg naar het leger en alle andere zaken die betaald moeten worden.

    Eerste brieffragment 10000 gulden

    [daer godt voor gedanckt moet sijn ,] ick had volge
    toe seggine en belofte vande ontfanger wtdenboo
    gaert gemeent gelt te krijge maer in plaets van
    dat laet hij mij schrijfve wel tienduijsent gul ind 
    post van defroijemente5Defroyement: onkostenvergoeding over betaelt te hebbe over
    sulcks mij niet Een stuijver kost geefve tenwaere
    de heere gekomiteerde rade Een Exstroordinarise
    subsidie hem liete toekoome hetwelcke ick bij
    moste versoecke, daer ick nu deese heelle weeck
    van smergens te ses Eure tot savonts toe
    om op de been ben geweest, en verscheijde heere
    over heb gesproocke den r p6Gaspar Fagel, raadspensionaris is hoe vroech of
    laet ick koom niet thuijs te vinde of als hij
    al thuijs is doet hem Exskuseere en niet aen

    Tweede brieffragment 10000 gulden

    te treffe voor al die ick heb konne spreecke
    sijnde geweest den heer van Asperen7Philip Jacob van den Boetzelaer den heere
    tulp van Amsterdam8Tulp is Nicolaas Tulp, die we nu vooral kennen van Rembrandts Anatomische les. Hij was ook burgemeester van Amsterdam en zat in de Gecommiteerden Raad in Den Haag den heere van nael
    twijck van dort9Adriaan van Blijenburg, heer van Naaldwijk, uit Dordrecht den heere van gorckom10Kennelijk weet Margaretha niet hoe de gecommitteerde van Gorinchem heet.
    gaefve mij alle seer beleefde woorde en seijde
    haer best te wille doon, maer seijde alle en
    voornaemlijck Asperen en tulp vrij wat ronder
    wt11Vrij wat ronder uit: ronduit dat niet moogelijck is voor hollant ver
    midts dandere provinsie niet betaelde het
    te konne op brenge12Margaretha benadert nu de verschillende gecommiteerden van de Staten van Holland apart dat sij haer beste soude doen
    en alst niet weesen kost dat hij tup13Er staat “tup” maar dit hoort Tulp te zijn hoopte
    en versocht ick alsnoch paesijensie soude
    hebbe, waer op ick alles reeplijseerde14Repliceren: antwoorden wat
    tot ons Erlange15Erlangen: verwerven, verkrijgen diende, nu ben ick gistere
    avont weer bij den heer van Asperen gewee
    weest om te hoore wat daer dien merge in
    was gedaen also hij aengenoomen had
    het inde vergaderin voorte brenge, het
    welcke hij seijde gedaen te hebbe, maer
    ock hoewel alde heere ons geneegen waer
    het niet moogelijck was alsnoch Eenich
    gelt te geefve, datter so veel koste aent lant
    gedaen wierde dat al kontant gelt most sijn
    dat niet moogelijck was langer op te

    [brenge,]

    7 mannen met ontblote hoofden en witte kragen staan over een naakte dode man met een lendedoek gebogen. Rechts staat een man (dr. Tulp) met een hoed op en een bescheidener kraagje. Hij heeft in zijn rechterhand een schaar waarmee hij een pees of spier in de opengelegde linkerarm van de dode man wil doorknippen.
    Amsterdams burgemeester en lid van de Gecommiteerden Raad Nicolaas Tulp geeft een anatomische les, Rembrandt van Rijn, 1632. Collectie Mauritshuis Den Haag

    De terugkeer van Godard Adriaan?

    Het zijn niet enkel de financiën die stroef lopen, ook de terugkeer van Godard Adriaan blijft maar spaak lopen. Dit keer met een wel heel erg unieke reden: Godard Adriaan heeft helemaal niet verzocht om naar huis te komen!

    Tenminste, dat is wat de heer Van Asperen Margaretha probeert te vertellen. Wat een klinkklare onzin! Het is inmiddels al vier maanden geleden sinds Godard Adriaan een bericht aan Willem III stuurde met de vraag of hij terug mocht komen. Dat dat nog steeds niet gebeurd is, is wel heel raar aangezien van Asperen ook verteld dat Godard Adriaans verblijf in het buitenland nogal duur aan het worden is en het niet zeker is of de Republiek het wel kan betalen. Het is toch ook van de zotte! Deze redenering gebruikten Margaretha en Godard Adriaan maanden eerder om de Staten-Generaal en Willem III ervan te overtuigen om Godard Adriaan terug te laten komen en toen moest hij nog op zijn post blijven.

    Duidelijk is hier iets fout aan het gaan in de bureaucratie, maar waar? En hoe is het op te lossen?

    Brieffragment de terugkeer van Godard Adriaan

    [brenge,] seijde ock met de r p16Gaspar Fagel, raadspensionaris daer over gesproocke
    te hebbe die van gelijcke seijde dat ick noch Een
    nige tijt paesijensie moste hebbe, of hij heer
    van Asperen verder met de heer r p onsent
    weege had gesproocke of niet is mij onbekent
    maer seijde mij ick moet v17Hier spreekt Margaretha haar man aan met u in plaats van uhEd… inkonfidensie
    segge dat ick vrees de heer van Ameronge
    langer wt sal blijfve als wij hem sulle
    konne betaelle, wij sijn verwondert dat
    hij niet versoeckt thuijs te koome waer op
    ick antwoorde uhEd het selfve al over
    4 maende versocht hadt en so aen sijn hooch
    als aenden staet, dat ickt selfve wt uhEd
    naem noch booven de briefve die uhEd daer
    over had geschreefve aen sijn hoocheijt hadt
    versocht en tot antwoort bekoome dat het
    doen noch niet kost weesen, hem teegemoet
    voerenderen dat uhEd sonder gelt niet buij
    =tens lants koste sijn, dat ick dewijlt weese
    most noch wel Een korte tijt paesijensie soude
    hebbe maer badt hij toch sorch wilde drage
    mij die ordinansi mocht worde voldaen het
    welcke mij belooft heeft, ick sal met laete
    aen te houde en sien daer van voldaen te
    worde maer hoet in toekoomende sal gaen
    weet ick voorwaer niet, vrees sij difukulteij

    Een rechthoekig schema van veren en bewegende metalen staafjes. Die worden aangestuurd door een sleutelgat in het midden en zorgen er voor dat er metalen staven aan de zijkant uitzetten in de zijkanten van de kist.
    Ontwerp voor het sluitsysteem aan de binnenkant van het deksel van een geldkist, anoniem, ca. 1680 – ca. 1740. Collectie Rijksmuseum
    (Het kan ook de route kaart zijn die Margaretha moet volgen om geld uit betaald te krijgen voor het werk van haar man)

    Krappe kas

    Die krappe kas waardoor Godard Adriaan niet betaald kan worden, leidt ook bij de milities tot problemen. De pagadoors krijgen geen geld meer en dus worden de soldaten niet meer betaalt. Het lijkt wel of de Republiek dreigt te gaan.

    Om dit tegen te gaan hebben de Staten van Holland besloten om de 100e penning en 200e penning weer te gaan innen. Meer vermogensbelastingen dus. Dit was in januari ook al gebeurd en het bleek toen redelijk goed te werken. Hoe hoog de inkomsten deze keer zullen uitvallen is een beetje een raadsel want de waarde van goederen in Holland is ingestort sinds de oorlog begonnen is. Uit andere gewesten zal weinig tot niets gaan komen, deze zijn nog steeds bezet door de Fransen.

    Brieffragment belastingen

    sulle maecke ordinansi te passeere, ick kan segge dat
    van ijder hoor der groote schaersheijt van gelt is, hoe
    het noch met de betaeline vande meliesi salsgaen vreest 
    men seer, de meeste pagadoors18Pagador: betaler wildender weer wt
    scheijde, men heere van hollant sijn vergadert en
    beesich om weer den 100 ste penin in gift en den
    200 pen19Vermogensbelasting bij forme van kapijtaelle leeninge in te
    willge hoe dat gaen sal weet ick niet de liede
    trecke hier in hollant de meeste niet en dandere
    heel weijnich van haer goet20Los van het feit dat de andere provincies niet meer betalen, omdat ze bezet zijn, zijn ook de inkomsten van de Hollandse goederen ingestort, waardoor belastingen instorten…, Een vreede diende ons
    best tis uhEd niet te schrijfve hoet hier is, [uhEd]

    Interieurscène met schrijvende man aan een lessenaar; links een openstaande geldkist en een wachtende man; rechts een deur met in de omlijsting een familiewapen. Boven: maatverdeling op een balk in duimen (?).
    Interieurscène met schrijvende man aan een lessenaar naast een openstaande geldkist, Abraham van Strij (I), 1763 – 1826. Collectie Rijksmuseum

    De grote mond van Welland

    Margaretha’s brief eindigt met een klein nieuwtje over neef Welland: hij is de oorzaak van zijn eigen ongeluk. Zouden zijn avances bij Juffrouw van der Wijlle mislukt zijn misschien? Wat hij precies gedaan of gezegd heeft schrijft Margaretha niet maar haar conclusie is niet mals. Als hij nu maar had geluisterd naar wat zij van de winter zei…

    brieffragment over neef welland

    [het selfve toch wel te overdencke ,] wat de heer
    van wellant aengaet die is selfs vrij wat oorsaeck
    van sijn ongeluck met sijn mont niet te konne snoere
    dat ick hem deese winter genoech vermaent en ge
    seijt heb uhEd sou niet geloofve hoemen sien moet
    wat en waermen Eits seijt, ick wenste uhEd alles
    wist maer kant so niet schrijfve, hiermeede
    blijfve
    uhEd getrouwe wijff
    M Turnor

    P.S. Victorie!

    Begint Margaretha haar brief nog met een aarzelende mededeling, de ps begin ze met een opgelaten kreet van blijdschap! De genade Gods waar ze eerder om smeekte is gekomen en de Republiek heeft de Tweede Slag bij Schooneveld gewonnen! De precieze details zijn nog wat vaag omdat het nieuws zo vers is maar één ding is voor Margaretha zeker: deze grootste overwinning zal bijdragen aan de vrede waar iedereen al zo lang naar smacht.

    brieffragment tweede slag bij het schooneveld

    p s so aenstonts kome briefve van luijte Admi
    tromp21Luitenant-Admiraal Cornelis Tromp wt onse vloot hoe dat de selfve
    weer slaechs sijn geweest gelijcke uhE
    wt de kopije daer van hier neffens geaende
    kan sien wij konne godt niet genoech
    dancke voor sijne genade, maer is be
    =droeft donse door gebreck vande kruijt het
    welcke men voor de gemeente22Gemeente: Bij overdracht. Het geheel der personen die met elkander eene gemeenschap vormen, waarbij niet aan gemeenschappelijk bezit, maar aan gemeenschappelijke rechten en verplichtingen gedacht wordt. versust
    weer naer schoonevelt moste keere
    so schijnt hebbe donse noch moet omse
    noch Eens aen te legge, tis voorwaer
    Een groote vicktvorije voort lant
    nu heeft men hoop om t in korte
    tot Een goeije en gewenste vreede
    te geraecke het welcke ons dien
    groote godt wil geefven inwiens
    heijlige bescherminge uhEd beveelle

    Gravure met een scheepsslag. Verschillende schepen liggen in groepjes bij elkaar, zo nu en dan zie je scheve masten, rookwolken en vooraan ligt een zinkend schip.
    Object: Tweede Victorieuse Zee-slag, door de Nederlanders tegen de Franse en Engelse Zee-machten bevochten, den 14 Iuny Ao. 1673. Collectie: British Museum
  • Verslag

    DatumPlaats
    Geschreven12 juni 1673Den Haag
    Ontvangen16 juni 1673Hamburg
    Lees hier de originele brief

    Margaretha valt maar gelijk met de deur in huis. Sinds de vorige brief is er niks gebeurd. Er is alleen een brief van Michiel de Ruyter gepubliceerd, waarin hij eigenlijk hetzelfde zegt als wat Van Heteren vorige keer in zijn brief al zei. Toch vond ze het nodig om alles nog even te herhalen en het klinkt bijna alsof ze aan het begin van de vergadering het afspraken lijstje doorneemt.

    De Eerste Slag bij het Schooneveld

    • Cornelis Tromp is op zijn vierde schip over gegaan
    • Onze vloot is twee maal door de vijands vloot geslagen
    • De vijand trok terug en bleef op twee uur liggen, maar wel in het zicht van de onzen
    • Die wilden gelijk door
    • Onze vloot was moedig
    • Er zijn wat lieden die het niet overleefd hebben, waaronder de twee vice-admiraals Schram en Vlug
    Portret van Volkert Schram, Vice-admiraal van Holland en West-Friesland, Jan Veenhuysen, 1656 – 1686. Collectie Rijksmuseum
    Portret van David Vlugh, Schout bij Narcht van Holland en West-Friesland, onbekend. Collectie Skoklosters Slott, Skokloster, Zweden
    • Van de vijand zijn er meer omgekomen
    • De branders hebben nauwelijks iets gedaan
    • Het gevecht was op afgelopen woensdag de zevende en het begon rond één uur
    • Het begon hevig en ging door tot ‘s avonds negen uur

    Een nieuwe brief van Tromp

    Terwijl Margaretha aan het schrijven is, komen de berichten uit een brief van Tromp binnen. Ze weten nu dat de vijand twaalf grote schepen en een paar kleinere kwijt is geraakt. Vast staat dat de onzen absoluut gewonnen hebben. Bij Maassluis en andere zeehavens spoelt wrakhout aan waar de lelie1Frankrijk en de roos2Engeland op staat. Gisteren hebben ze weer horen schieten en drie schepen horen springen. Tot zover de verslagen van anderen, nu is Margaretha zelf aan de beurt. Zij begint natuurlijk met de Heer te vragen om ze bij te staan als er weer gevochten wordt en dat het eind maar net zo goed mag zijn als het begin.

    Brieffragment brief van Tromp

    [ten neegene,] nu so komter Een brief wt onse
    vloot van tromp dewelcke seijt nu Eerst te
    weeten wat schade den vijant heeft gehadt
    datter wel 12 van vijants kapijtaelle groote
    scheepe behalfve Eenige kleijne vaertuijch so ge=
    soncke als gespronge sijn en dat d onse tot dier
    tijt toe apseluijt de vicktoorije hebbe behoude, te
    maeslant sluijs en op andere seehavens komt
    meenichte van hout als stucke van scheepe aen
    drijfve daer so geseijt wort de leelije en de roos op
    staet, gistere hebbense weer seer hoore schieten
    en so sij meene perfeckt drij scheepen hoore springe
    de heer almachtich wisse3wil ze weederom bij staen so
    se weer aen malkandere sijn en geefve dat het
    Eijnde so goet alst begin geweest is mach sijn,

    Een vrij vage tekening van een veldslag op zee met vooral heel veel boten tot aan de horizon. Op sommige plekken zie rook en rechts voor staat een sloep in brand.
    De Eerste Slag bij het Schooneveld, 28 mei 1673, Willem van de Velde, 1684. Collectie National Maritime Museum, Greenwich, London, Caird Collection

    Jantje huilt, Jantje lacht

    De droeverigheid lijkt weg te zijn, iedereen is vrolijk: eerst zijn de Fransen tegen gehouden bij Nieuwersluis en nu hebben de Engelsen klop gekregen. Margaretha sloot haar vorige brief af met de melding dat Maastricht berend (belegerd) was, hier zegt ze daar niks over, alleen dat de Franse koning uit Brabant trekt en men vermoedt dat hij richting Maastricht gaat. Daar liggen voldoende troepen die goed zijn uitgerust, dus hij wordt opgewacht!

    Brieffragment vreugde
    Tweede brieffragment vreugde

    hier is sulcke vreuchde onder de gemeente4Gemeente: Bij overdracht. Het geheel der personen die met elkander eene gemeenschap vormen, waarbij niet aan gemeenschappelijk bezit, maar aan gemeenschappelijke rechten en verplichtingen gedacht wordt. dat
    niet te spreecke is, so goet is die groote godt dat
    hij ons tot hier toe so genadelijck heeft bij gestaen
    so wel te water als te lande, die wercke die de
    onse aende nieuwersluijs hebbe gemaeckt doen
    alreets sulcke operaesie dat die aen die post
    legge verscheijde vijande atackeere telckens
    met groot suckses en verlies vant vijantsvolcke
    men begint hier heel goede moet te krijge en
    seijt me dat den koninck met sijn volck wt brabant
    hoochger op treckt men meent het op Maestricht

    gemunt is daer sij so wel van volck en alderhande
    noottrufticheede5Nooddruftigheid: Wat nodig is tot levensonderhoud versien sijn dat sij hem getroost
    sijn te verwacht, [men meent dat me vandaech]

    In een heuvelachtig landschap trekken paarden, pakezels, lopende mensen en honden van links naar rechts. Er zit geen orde in. op de voorgrond loopt een vrouw met haar kind op de rug. Rechts kijken twee mannen toe met een hond aan hun voeten. Daarachter staat een ruiter te praten met een man waarnaast een vrouw knielt bij een kind.
    Het optrekkende leger, Hendrik Verschuring, 1678. Collectie Rijksmuseum

    Militaire zoon

    In een paar zinnen wordt ook duidelijk hoe ingewikkeld het is om moeder van een militair te zijn. Er zijn schoten rond Schoonhoven gehoord en haar zoon is gelegerd in Gorinchem. Hij ligt dus daar ergens op een post. Tegelijkertijd is er ook reden tot tevredenheid: ene van Benthem heeft Van Ginkel een compliment gebracht van Willem III zelf! Het zou fijn zijn als dat in de toekomst nog wat effect zou hebben.

    Een console met de vrouwelijke personificatie van Lof. Ze heeft een rozenkrans in het haar. In haar rechterhand een trompet waaruit licht komt. Met haar andere hand wijst ze. De prent maakt deel uit van een album.
    Personificatie van Lof, Robert van Audenaerd, 1673 – 1743. Collectie Rijksmuseum

    Werving en kraam

    In de afsluiting van de brief reageert ze op wat Godard Adriaan kennelijk geschreven heeft over de moeilijkheden die hij ondervindt bij het werven van troepen. Ze begrijpt hem en het moet ook maar eens gedaan zijn, maar ze begrijpt ook dat het nou eenmaal tijd kost. Het is inmiddels drie weken geleden dat schoondochter Philippota bevallen is. Het gaat goed met de kraamvrouw, ze hoopt morgen of overmorgen beneden te komen eten.

    Uiteindelijk rest de dankbaarheid.

    Brieffragment afsluiting brief

    wij konne godt niet genoech dancke voor alle
    sijne genade, inwiensheijlige bescherminge
    uhEd beveelle blijfve

    Mijn heer en lieste hartge
    uhEd getrouwe wijff
    M Turnor

  • Droeverig

    DatumPlaats
    Geschreven9 juni 1673Den Haag
    Ontvangen14 juni 1673Hamburg
    Lees hier de originele brief

    Margaretha zit er helemaal doorheen. Ze is in een ingewikkelde discussie gewikkeld met haar zoon en haar man en allemaal op afstand en per brief.

    Met of zonder man

    Ze komt er niet uit of ze nou beter af is in deze tijden met haar man thuis of met haar man in het buitenland. Feit is dat ze hem mist. Kennelijk heeft Godard Adriaan in zijn brief wat commentaar gehad op haar geklaag, want ze vraagt of hij het haar niet kwalijk wil nemen dat ze schrijft wat er zoal gezegd wordt.

    eerste deel brieffragment aanwezig of afwezig
    Tweede deel brieffragment aanwezig of afwezig en eenzaamheid

    is, tis waer tis bij deese tijt Een raetsel te kiesen,
    want men niet kan weete wat ons best soude sijn

    ick heb almeede dewijlle de tijde so loope dickmael
    bij mijn selfve gedacht niet te weeten of uhEd
    preesensie of apsensie ons best is, het welcke sou
    konne sijn al naer dat het wtvalt wil hoope
    en godt bidde hij alles tot onsen beste wil
    bestieren, onderttuschen kan ick uhEd verseeck
    =ren dat sijn landuerijge apsensie indeese be=
    komerlijcke tijde mij niet weijnich verdrietich
    in mijn Eensaenheijt valt inde welcke ick dick
    =mael sonder raet ben, dan daer moet ick
    paesijensie in hebbe, wil hoopen uhEd niet qualij
    sal neemen wij somtijts schrijfve wat hier
    om gaet en geseijt wort so wel het geene ons
    teegen als meede gaet men moet het weete
    of me sijn meesuerees daer wat naer konde
    neemen, uhEd sou niet geloofve hoe de liede
    spreecke insonderheijt vant werck vande keur
    =vorst men heeft geschrickt bij de mense te
    koomen nu begint het wat te stille,

    Staande dame met een zwarte hoofddoek en de blik neergeslagen. Ze draagt een rode met gouddraad versierde rok, een kortere bruine overrok die van achter iets langer is en een zwart jak met een brede witte kraag of stola die over haar schouders valt en witte manchetten. In haar rechterhand heeft ze een zakdoek.
    Staande dame, Gesina ter Borch, ca. 1654. Collectie Rijksmuseum

    10.000 gulden

    Een beetje plichtmatig heeft Margaretha het over het geld dat ze nog steeds niet krijgt. Ze probeert haar man ervan te overtuigen dat ze echt doet wat ze kan en ze verontschuldigt zich: de milities krijgen ook nog steeds niet uitbetaald. Kennelijk is het geld er echt niet, want er komt weer een belastingheffing aan: de 200ste penning op vermogen. Het spijt haar zo dat ze haar man niets anders dan zwarigheid kan schrijven. En dan is ze er nog niet eens. Je hoort haar bijna diep adem halen voor ze aan de volgende passage begint.

    Rechts voor een formeel bloemenperkje. Het geheel is vierkant met in het midden ronde perkjes. de losse perkjes zijn afgezet met buxus haagjes. Rechtdoor kijken we in de verte een loofgang in, waar twee mensen lopen. Aan weerszijden van het pad ernaar toe witte balustrades met gezellige bolle pijlers. Op de rechter balustrade zit een pauw, op het pad twee rennende honden en potten met bloemen. Links struikgewas en een boom. Rechts achter het bloemen perk een doorkijkje naar een vergelijkbare bloementuin met in het midden een fontein met een beeld erop, rechts nog een stuk balustrade. Achter de formele tuin landerijen en helemaal aan de horizon een stad.
    Fragment uit Geliefden in een formele tuin, Gesina ter Borch, 1658. Collectie Rijksmuseum

    Amerongen

    Secretaris Van den Doorslag is de belangrijkste informatiebron voor alles wat er in Amerongen gebeurt. En het is ook daar niets dan zwarigheid. Er zijn 100 soldaten in het dorp gelegerd. De gemeenschap draait op voor alle kosten en ze richten vernielingen aan. Ook aan het huis van Godard Adriaan en Margaretha zijn vernielingen aangericht, en in de tuin hebben ze de beelden omvergeworpen en in stukken gegooid. De weiden staan vol met paarden, en er schijnt overal artillerie te staan.

    Ach, hoe zal het toch gaan op hun oude dag nu ze alles kwijt zijn…

    brieffragment over Amerongen

    [het meede brenge,] so aenstonts krijch ick Een
    brief vande sc seekreetaris doerslach die wel
    lamentabel luijt, voor Eerst datter 100
    soldate int ons arm dorp tot laste van de
    gemeente1Gemeenschap leijt die voor alles vernielle en
    ock noch schade aent huijs doen al de beelde
    in den hof om veer hebbe geworpen en ontstu
    =cke gesmeeten, inde weijen en waerde gaen 5 a
    600 paerde van vande karre het schijnt dat
    ter artelgerij2Artillerie leijt, inde hoofve konnenser
    niet houde, daer moet 12 man wt dat
    dorp naer wijck gaen wercke so dat de luij
    de die der noch sijn so seer ver armen dat
    ser niet langer konne harden, och hoe salt
    ons inde oude dach noch gaen so alles quijt te
    weesen, [uhEd seijt wel van daert te pas]

    Aan de linkerkant zien we twee mannen op de rug. Ze zien er vergelijkbaar uit maar met andere kleuren. Ze hebben beide een grote hoed op met lang golvend haar, ze dragen een cape met een kraag waar een zwaard onder uit steekt. Ze hebben rijkelijk versierde beenmode:  een soort kragen met linten, zowel net boven de knie (rand van een broek) als net onder de knie (een soort kousen?). Ze dragen schoenen met een lage hak. De rechter heeft een lichte hoed met rood-witblauwe veren, een rode cape over één schouder, in zijn rechterhand draagt hij zijn handschoenen in de hand. Hij heeft rode kousen en lichte schoenen. De rechter heeft een zwarte hoed, grijze cape, witte kousen en zwarte schoenen. Rechts staat een stevig gebouwde vrouw in het zwart: zwart kapje, zwarte jurk, witte kraag en witte manchetten. Ze staat wat voorover gebogen en heeft haar linkerhand in haar zij. Tussen de vrouw en de mannen staat een zwart witte hond. Een witbruine hond komt van rechts aangerend. De vrouw lijkt de mannen aan te spreken, zij negeren haar.
    Een vrouw pratend met twee mannen, Gesina ter Borch, 1651 – 1655. Collectie Rijksmuseum

    Laatste nieuws

    Margaretha sluit een brief van Van Heteren bij, daarin staat meer over wat er bij Schooneveld gebeurt. Men zegt ook dat Maastricht berend is…

  • Gedurig Alarm

    DatumPlaats
    Geschreven5 juni 1673Den Haag
    Ontvangen10 juni 1673Hamburg
    Lees hier de originele brief

    Aanval afgeslagen

    Bericht van Godard Adriaan: een deel van zijn geworven regiment is onderweg! En dat is hard nodig, want de afgelopen dagen waren vol gevaar. De aangekondigde aanval heeft nu echt plaats gevonden! 3000 Fransen raakten op 2 juni slaags met het Staatse leger, maar konden worden tegengehouden. Ze hebben zich nu op Jaarsveld teruggetrokken, maar als er meer hulp was geweest, was het misschien gelukt ze echt te verjagen.

    Plattegrond met drie groene vlakken die langs een lijn die schuin omhoog loopt. Rechts boven een windroos onder de kaart tekst in een oud handschrift.
    Kaart van de rivier de Lek ten oosten van Jaarsveld, door J. van Diepenem 1643. Collectie Het Utrechts Archief
    Brieffragment over Jaarsveld

    [hoet ons noch gaen sal] wij hebbe nu Etlijcke dagen
    in Een geduerigen alarm geseeten en sij noch
    niet vrij, de franse legge soot schijnt op haer loere1de Fransen liggen op de loer
    sijn te ijaersfelt wel 3000 sterck die de onse voorlee
    =de vrijdach hebbe geatackeert wmaer waeren te
    swack so geseijt wort was de vijant al aent reetie
    =reeren2retireren: terugtrekken hadden de onse maer Eenich seckoers3secour: hulp ge
    kreege daer was kans geweest om den vijant
    daer wt te slaen [daer wij nu hebbe moete doorga]

    En dat gaat naar Den Bosch toe…

    Hoewel het uiteindelijk goed is afgelopen zijn er natuurlijk wel doden en gewonden te betreuren, waaronder bekenden van Margaretha en Godard Adriaan. Dat weerhoudt het Staatse leger niet van plannen voor een tegen offensief, of minimaal het nog verder versterken van vestingen. Er is sprake van Breda, maar dat is eigenlijk best goed verdedigd. Den Bosch is een beter idee, want dat is slechter bezet en heeft een gouverneur die ‘suft en gehaat is’. Zou ze zich realiseren dat ze een portret van deze gouverneur geërfd heeft van haar oom? De Fransen kunnen steeds veel te makkelijk tussen Brussel en Den Bosch door Brabant marcheren, zonder dat men in Spaans Brabant een vinger uitsteekt. Margaretha heeft niet het idee dat de Spaanse Habsburgers echt met Frankrijk gebroken hebben.

    Plattegrond van Den Bosch. De stad is breed van onder en smaller aan de bovenkant. De versterkingen en muren zijn goed te zien. De kerken zijn ingetekend.
    Plattegrond van Den Bosch door Hubert Jaillot, ca. 1672. Collectie Bossche Encyclopedie

    wel bij de drije duijsent man, andere meene om
    dat breeda van alles so wel versien is dat sijt Eer
    op den bos4‘s-Hertogenbosch sulle aen legge daer so geseijt wort
    weijnich volck in is en Een goeverneur5John Kirkpatrick die
    suft6suffen:in de war zijn en gehaet is als de pest, altijt de koninck7Lodewijk XIV van Frankrijk
    met sijn volck is recht door brabant tuschen
    bruijsel8Brussel en die plaetse heen gemarscheert sonder
    dat de spaense de minste reesestensi9resistentie:verweer hebbe gedae
    is dat met vranckrijck breecken, [nu waert]

    Maar een actie van het Staatse leger met veel soldaten in het zuiden mag er natuurlijk niet toe leiden dat de posten in Holland weer onderbezet raken en een makkelijke prooi voor de vijand worden!

     Op het portret is een borststuk te zien van een blanke man, naar rechts gedraaid. Kirkpatrick staat voor een rustige, donkere achtergrond en is afgebeeld binnen een ovaal met in de hoeken van het rechthoekige paneel een rand van rolwerk. Hij heeft een harnas aan met een zilveren sjerp en een witte, platte kraag met kant langs de rand. Hij heeft een snor en een smalle sik en donker haar tot op zijn schouders. Het portret bevindt zich in een eenvoudige, zwarte houten lijs
    John Kirckpatrick (?? – 1681), Jacob Franszoon van der Merck, 1635. Collectie Kasteel Amerongen

    Vijandelijke vloten naderen elkaar

    Niet alleen op het land, ook 0p zee in de buurt van de Scheldemond, gaat het er om spannen. Cornelis Tromp heeft zich op Schooneveld bij de vloot van Michiel de Ruijter gevoegd. Die telt nu 70 grote schepen, branders en kleine scheepjes niet meegerekend. De Engelsen en Franse vloten liggen vlakbij, op slechts twee schoten afstand. Op 2 juni zijn sommige schepen nog dichter bij elkaar geweest, maar aangezien ze er niks meer over heeft gehoord, zullen ze vanwege de harde wind wel weer uit elkaar zijn gedreven.

    Kaart met links een soort rond eiland: Walcheren. Bovenaan Vlissingen, Rechts o.a. Zoutelande en Westkapelle. Bovenaan ligt nog een andere kust met Casandt, Sluys en Brugge. In de zee liggen zandbanken. De kaarten is doorsneden met allemaal lijnen met cijfers erbij.
    Fragment van een kaart de Vlaamse kust van Walcheren tot Boulogne, 1631, anoniem, 1631 – 1665. Collectie Rijksmuseum
    Brieffragment vloot

    ons scheeps vloote leijt
    noch opt schoonevelt daer tromp10Cornelis Tromp met sijn scheepe
    bij is daermee die 70 kapijtaelle scheepe sonder
    de branders entvaertuijch sterck sijn, de Engel
    gekonsijongeert11Conjungeren: Samen gaan met de franse legge op de hooch
    te van blanckendael12Onduidelijk waar dit is. Hier kan ook best Schooneveld mee bedoeld zijn. Beide namen kunnen een vertaling zijn van het Franse Clairvaux. geen twee schoote van
    d onse, men seijt de brantwachte den 2 deese13De tweede van deze [maand]: 2 juni
    al aen malkandere waere maar vermidts
    mender niet naer der van hoort gelooft me
    dat se door de stercke wint die wij Eenige dag
    en noch hebbe van Een sulle geraeckt sijn

    Vreemd volk goed betaald?

    Vreemd volk14Buitenlanders in Staatse dienst is overigens niet altijd te spreken over de betaling. Hannibal van Degenfeld, de aanvoerder van een regiment uit Saksen, schijnt zich beklaagd te hebben. Margaretha vindt het allemaal leugens: buitenlanders worden juist beter betaald dan ingezetenen. Dat Degenfelds mannen honger hebben geleden gelooft ze wel: hij steekt het geld immers in zijn eigen zak.

    Prent van een man in een tent die aan een tafel zit. Hij noteert iets in een boek en op tafel ligt geld. Aan de andere kant van de tafel zit een soldaat op een kist met een dolk op zijn rug. Daarnaast staat een soldaat met een zwaard aan zijn zijde en een dolk op zijn rug. De afbeelding is rond en eromheen is een soort lijst getekend met putti, engeltjes en plantachtige figuren.
    Betaling van soldaten zo’n honderd jaar eerder: Uitbetaling van soldij, Jost Amman, 1573. Collectie Rijksmuseum
    Brieffragment buitenlandse officieren

    dat deegevelt15Hannibal von Degenfeld, leider van een Duits regiment in Staatse Dienst. Hij zou in 1683 een belangrijke rol spelen in het ontzet van Wenen. so qualijck spreeckt en seijt dat
    de vreemde naesie16de vreemde natie: het buitenlandse krijgsvolk hier so qualijck getrackteer
    wort is van hem valslijck geloochgen de vreemde
    naesie sijn hier vrij beeter en promter betaelt als
    de ingeseetene of oude meliesie, doch dat deege
    =velts kompangi of volckeren onbetaelt honger
    moeste lijde geloof dat waer is, want hijt gelt
    in sijn sack stack ent volck onbetaelt liet

    Van Willem III geen kwaad

    Degenfeld zou ook nog eens gezegd hebben dat Willem III de vreemde troepen onbeschoft behandelt. Daar wil Margaretha helemaal niets van weten. Zijn hoogheid is, als ze de waarheid mag zeggen, ‘van geen brutaal humeur’. Dat heeft ze nog nooit gehoord en ze gelooft het ook niet.

    Brieffragment Willem III

    maer dat sijn hoocheijt hem of Eenige vreemde
    naesie qualijck of bruijske soude beijeegent
    hebbe heb ick noijt gehoort ter kontraeijreije17in tegendeel
    de ingeseetene hebbe altijt sijaloers geweest
    dat me de vreemdeline vrij beeter beijeegent
    de en trackteerde als haer, ock is sijnhooc
    =heijt als ick de waerheijt sal segge van geen
    brutael heumeur dat heb ick noijt gehoort
    kant ock niet geloofve,

    Defltsblauwe afbeelding van een buste van Willem III. Boven hem komen twee engeltjes met een trompet uit een medaillon, samen houden ze een lauwerkrans vast. de afbeelding is omgeven door bladeren.
    Fragment van een plaquette waarop Willem III een lauwerkrans krijgt, Adrianus Kocks, ca. 1690 Collectie Rijksmuseum

    Moeder en kind maken het goed

    Ach, Margaretha wou maar dat ze Godard Adriaan af en toe kon spreken. Ze wijdt nog een paar zinnen aan de tienduizend gulden die ze maar niet loskrijgt en de belastingpachters die niks opleveren. De heer van Dieden18Johan Walraven van Gent, heer van Dieden laat Godard Adriaan hartelijk danken voor het feit dat hij via zijn bemiddeling het drostambt van de Keurvorst19Johan Walravenvan Gent werd Drost van Goch en Gennep dat bij Kleef hoorde heeft gekregen. En fijn familienieuws: gerekend dat de bevalling pas veertien dagen geleden is, maken moeder en kind het zeer goed.

    Brieffragment over de kraamvrouw

    de vrou van ginckel die vandaech
    14 dage out inde kraem is, is
    heel wel naer den tijt so is ock het kint

  • Dagelijks leven in oorlogstijd

    DatumPlaats
    Geschreven2 juni 1673Den Haag
    Ontvangen7 juni 1673Hamburg
    Lees hier de originele brief

    Deze brief begint net als veel brieven met een overzicht van de brieven die ontvangen zijn. Anders dan een paar maanden geleden, komt de post tegenwoordig keurig op tijd aan. Als het goed gaat, is het eigenlijk geen onderwerp meer om over te schrijven, maar Margaretha noemt het deze keer toch maar even. Godard Adriaan heeft een brief bijgesloten voor zijn zoon, die Margaretha ook maar even gelezen heeft. We weten niet wat er in staat, maar ze vindt het wel nodig liefste hartje even te waarschuwen. Hij weet niet hoe het hier is, en je kan niet alles aan het papier toevertrouwen. Ach, kon ze hem maar even een uurtje spreken…

    Brieffragment over het ontvangen, doorsturen en schrijven van brieven

    [rec. 7. Junij in Hamburg]


    haech den
    2 ijuini 1673


    Mijn heer en lieste hartge


    uhEd schrijfvens van de 26 meij heb ick
    ter rechter tijt ontfange, en de ingeleijde
    aende heer van ginckel gesonde ick vinde
    deselfve wel heel wel gestelt maer mijn
    lieste hartge wij moete wel voorsichtich sijn
    uhEd kan hem niet inmaesgeneer1Imagineren: zich in den geest een voorstelling maken van hoet
    hier is dat hij de briefve alleen las en
    hielt waert wel, maer derf alle de pen
    niet vertrouwe wenste uhEd Eens maer
    Een Eur te konne spreecke d welcke
    niet weesen kan, [hoope als deese komisie]

    Het regelwerk

    Margaretha zou willen dat de missie van haar man nu eens voorbij was. Ze heeft gehoord dat ze er zelfs in de Staten Generaal over gesproken hebben. Wat betreft het nog openstaande geld is ze al eens naar Amsterdam geweest. Daar zit ‘ontvanger’ Uyttenboogaard2De schrijfwijze van zijn naam is divers, Margaretha schrijft zijn naam al vaak verschillend, maar ook op internet vind je verschillende schrijfwijzen. Een ontvanger int de belastingen en kan het geld uitkeren bij het overhandigen van een assignatie. Margaretha heeft nog steeds geen geld, dus eigenlijk moet ze weer eens naar Amsterdam. Ze heeft alleen een probleem: haar vers bevallen schoondochter durft ze niet alleen te laten. Later in de brief komt ze er op terug: Uyttenboogaard heeft laten doorschemeren dat er mogelijk geld beschikbaar is. Misschien kan ze dan over 14 dagen om de volgende ordinantie vragen…

    De dreiging blijft. Nu schijnt de vijand van vier kanten tegelijk aan te willen vallen. Alle posten schijnen goed voorbereid te zijn, maar Margaretha kan nog geen uur rustig op bed liggen van al die alarmen.

    [generael van gesproocken,] ick had
    al Eens naer Amsterdam geweest om

    te sien of gelt vande ontfanger wtdenboo=
    gaert koste krijge maer derf niet van
    hier en de kraem vrou met alde kinden
    alleen hier laeten dewijlle aende poste
    seeckere advijsen sijn dat den vijant
    voorneemens is vier vande selfve te
    gelijck t Ackateere hoewel men seijt
    die alle wel versorcht en versien sijn
    kan me niet weeten hoet gaen mocht
    tis wel bedroeft in sulcke gestadige
    allarm te sitten men leijt niet Een
    r uer gerust ofs op sijn bedt, sijn

    Portret van een man, vermoedelijk Augustijn Wtenbogaert (1577-1655), Govert Flinck, ca. 1643. Collectie Rijksmuseum.
    Lang is gedacht dat dit ‘Margaretha’s’ ontvanger Johannes Wtenbogaert was, ook de schilder was lange tijd onduidelijk. Toen men zeker wist dat Govert Flinck de schilder was, kon het Johannes niet meer zijn, want hij was in 1643 nog maar 35. De man op het schilderij is veel ouder, dus nu vermoedt men dat het Johannes’ vader Augustijn is.

    Nieuwersluis

    Wat het rusten wat zou moeten helpen, is dat Zijn Hoogheid, Stadhouder Willem III, waakt. Dat de Staatse troepen de post op Nieuwersluis hebben ingenomen, zint de Fransen allerminst. Er wordt rond Breukelen flink gevochten en Gunterstein wordt zo beschoten dat de muren naar beneden vallen.

    Brieffragment Willem III en Nieuwesluis

    [r uer gerust ofs op sijn bedt,] sijn
    =hoocheijt treckt ock en reijst gestaedich
    vande Eene post opt dander die post
    die wij aende nieuwersluijs hebbe ge
    noomen inkomodeert den vijant seer
    beschietense op gundersteijn datter
    stucke van muere vant huijs valle
    en belette haere wercke diese te
    breuckelen opwerpe te maecke, [de]

    Gezicht op het omgrachte kasteel Gunterstein te Breukelen uit het noorden, met links een gedeelte van de voorburcht en rechts op de achtergrond de Vecht, vóór de verwoesting in 1672.
    Kasteel Gunterstein, Willem van Drielenburg, 1655-1665. Collectie: Het Utrechts Archief. Dit is een digitale reproductie van het schilderij dat op een schoorsteenboezem in het tegenwoordige huis is bevestigd.

    De Fransen samen met…

    Ook de oorlogsontwikkelingen buiten de Republiek houden Margaretha bezig. Iedereen heeft het over de Keurvorst die achter de rug van de Republiek om een verdrag sloot met de Fransen. Van de eigen vloot horen ze niets. Wel gaat het gerucht dat de Engelse en de Franse vloot geconjugeerd zijn: dat ze samen gegaan zijn tot één grote vloot.

    Brieffragment over de Fransen en de Keurvorst en de Franse en de Engelse vloot

    uhEd kan niet geloofve hoe groot en
    kleijne hier vant doen vande keurvorst
    spreecken men schrickter van te hoore
    bij konsequensie krijge wij ock al vrij
    wat, van onse scheeps vloote hoore wij
    niets als dat somige wille segge dat
    de Engelse met de franse soude ge
    konsgingeert3Consigneren: in bewaring geven. Ze bedoelt waarschijnlijk conjugeren: zich verenigen sijnde doch niet seeckers

    Veld van achtenveertig tegels met schepen, anoniem, ca. 1650 – ca. 1680. Collectie Rijksmuseum

    Opgeluchte PS

    Margaretha eindigt haar brief met de gebruikelijke huishoudelijke mededelingen: neef Van Wulven is in Rotterdam en moeder en kind maken het goed. Groene kaasjes zijn onderweg naar Duitsland en is het blikken servies al aangekomen?

    Kennelijk is Ursula Philippota inmiddels uit haar kraambed opgestaan en is tijdens het schrijven van de brief uit bed gebleven. Daardoor is Margaretha duidelijk opgelucht in de PS. Als de kraamvrouw 11 dagen na de bevalling een hele middag op kan zijn, dan kan ze ook mee in de koets als ze onverhoopt moeten vluchten.

    Twee panoramaglazen in een houten vatting. Links: een span paarden, waarvan een paard met ruiter, trekt een rijtuig met man en vrouw. Achter het rijtuig loopt een man met staf. Rechts: een gesloten koets met drie span paarden. Op één van de voorste paarden zit een ruiter, op de bok zit een koetsier.
    Toverlantaarnplaat met twee rijtuigen, anoniem, ca. 1700 – ca. 1790. Collectie Rijksmuseum
    Brieffragment met de opgeluchte ps

    sulle sijn, de groene kaes heb ick gesonde
    hoop het blickwerck wel overgekoome is
    , sal hier meede Eijndige blijfve

    Mijn heer en lieste hartge

    uhEd getrouwe wijff
    M Turnor

    de vrou van
    ginckel die nu
    11 dage kraems
    is, is de heere sij
    gedanckt so wel
    alstder op aen
    sou koome dat godt
    verhoede souse wel
    inde koetse konne sitte
    sij is al heelle naer middage op

  • Aanval op komst? Aanval op komst!

    DatumPlaats
    Geschreven29 mei 1673Den Haag
    Ontvangen3 juni 1673Hamburg
    Lees hier de originele brief

    Margaretha houdt het bij een korte brief vandaag. Ze begint met de melding dat het gelukkig goed gaat met haar schoondochter en kersverse kleinkind. En een gelukje: de aanval die dreigde, heeft nog niet plaatsgevonden.

    Dreiging

    Maar het gevaar is nog niet verdwenen, aangezien de vijand zich nog wel aan het voorbereiden is voor een aanval. Wel gaat het verhaal rond dat het eigen leger zich hier goed op voorbereid, het zou bijna onmogelijk zijn om door de verdediging heen te breken, maar Margaretha herinnert zich dat ze dit eerder heeft gehoord en dat de geschiedenis haar iets anders heeft geleerd. Oh god, en hoe moet dat toch met de bescherming van die schare kleinkinderen?

    Brieffragment over aanval en verdediging

    [godt niet genoech konne dancke,] tot noch toe sijn wij
    hier in rust en hebbe de vijantte op onse post noch
    niet geatenteert1Attenteren: ondernemen hoewel men seijt sij alle preeperaesi
    daertoe hebbe gemaeckt se hebbe Een bruch overden
    rhijn tuschen Ameronge en wijck geslage men seijt
    sij haere vergader plaets tot seijst hebbe en ock
    op de heij bij naerde en dat se Amersfoort slechte
    onse poste seijt me dat alle so wel versorcht en ver
    =sien sijn dat naer menselijckerwijse onmoogelijck
    is dat ser door konne, dan wij hebbe Een ijaer her
    =waerts so veel gesien dat onmoogelijck scheen, dat
    men daer niet gerust op kan sijn maer sitte in
    geduerige vrees ick insonderheijt met al de kindere
    en noch so Een versse kraemvrou [daer toe de heer]

    Van Ginckel in Gorinchem

    Haar zoon zit nog in Gorinchem. Daar voert de graaf van Hoorn het bevel. Naar de mening van Margaretha heeft de graaf zeker voldoende moed, maar of hij genoeg bekwaamheid bezit om zo’n belangrijke positie te bekleden, daar is ze niet zeker van. Margaretha vreest aan de lopende band. Het vertrouwen gunt ze alleen de almachtige Heer.

    Een vrouw met een helm op en een harnas onder een omslagdoek/toga heeft haar linkerhand in haar zij en haar rechterhand leunt op een grote knuppel. Achter haar ligt een leeuw die zijn rechter voorpoot opheft.
    Allegorie van de dapperheid, Christian Bernhard Rode, 1788, collectie Rijksmuseum.

    De dromen van de Zonnekoning

    Het gerucht over een mogelijke alliantie tussen de keurvorst van Brandenburg en de koning van Frankrijk wordt nu als waar beschouwd. Margaretha raakt politiek in de war. De Republiek heeft de keurvorst zo veel betaald voor het leger en nu het leger zo dichtbij is, sluit hij een vrede met de Fransen. Zonder het zijn bondgenoten te vertellen! Ze vraagt zich af waar het Lodewijk XIV eigenlijk om te doen is. De meeste mensen denken dat de koning van Frankrijk zijn zinnen heeft gezet op de titel Keizer van het Heilige Roomse Rijk. De keizer van het Heilige Roomse Rijk werd gekozen door de Duitse Keurvorsten, in 1658 had Lodewijk al een poging gedaan, maar was niet gekozen. Droomt Lodewijk XIV van een verzwakt Oostenrijk om zo de titel over te nemen?

    Brieffragment vrede Keurvorst en Zonnekoning

    [hoope ick dat ons bij sal staen,] men hout hier nu
    voorseecker dat de keurvorst met de koninck van
    vranckrijck is geackordeert daer men hier seer over
    roept dewijlle hij sulcke groote som gelts vande
    staet heeft heeft getrocken , tsijn voorwaer onbegrijp
    lijcke dinge dit dus buijten kennise van sijn gealiijeerde
    te doen, ick vreese wij niet beeter met spange ock
    sulle vaeren want hadden sij int sin gehadt te bree
    =cke met vranckrijck souden de scheepe die so rijcklij
    gelade met gelt en andere waere in haer havens
    lagen wel aengehoude hebbe, nu t gaet wonderlijck
    aen alle kante toe, nochtans geloofve veelle dat het
    vranckrijck meest omt huijs t oostenrijck te doen
    is en om roomskeijser te sijn , godt de heere weet
    alles, [uhEd schrijfvens vande 23 heb ick ontfange]

    Vlag van het Heilige Roomse (Duitse) Rijk met op een wit veld een dubbele zwarte adelaar onder een keizerskroon en met in de poten een zwaard en scepter, om de hals het ordeteken van het Gulden Vlies en op de borst een wapenschild met wederom het wapen van het Heilige Roomse (Duitse) Rijk met in het midden op dit wapenschild een blanco wapenschildje waar het wapen van de regerende koning of keizer ingetekend kon worden. Vlag op vlaggensteng en mastvoet.
    Vlag van het Heilige Roomse (Duitse) Rijk, anoniem, 1667 – 1670, collectie Rijksmuseum.

    Geen brief zonder kaas

    Gelukkig heeft Margaretha onlangs nog een brief van haar man ontvangen, waar ze dankbaar voor is. Ze hoopt dat er snel geld geregeld kan worden, zodat zijn troepen snel ter plaatse kunnen zijn. En natuurlijk mag er geen brief voorbijgaan zonder een vermelding van een kaasje. Ze heeft een aantal kazen met Teminck meegestuurd, in de hoop dat ze snel in Hamburg aankomen.

    Een tafel met in het midden een halve brokkelkaas met daarop een schoteltje boter. Links een bord met twee grotere vissen (haringen?) en daarachter een brandertje met kleinere visjes (sardientjes?). Rechts naar de kaas staat een tinnen kan, met daarnaast een bordje met schijfjes gedroogde worst. Voor de worst liggen op een servet witte broodjes.
    Tafel met servies, kaas, worst en vis, Alexander Adriaensen, Collectie Museo del Prado, Madrid.

    Toch een aanval!?

    En plots krijgt ze tijdens het schrijven nog bericht dat de vijand klaar staat om de posten tot Alphen aan de Rijn aan te vallen. God mogen haar en de haren beschermen! Hopelijk schenkt de Heer het leger moed. En wenst ze dat de vijand te schande wordt gebracht. Ze moet er niet aan denken, stel dat het vijandelijke leger toch doorbreekt? Wat te doen?

    Eerste brieffragment over aanval op Alphen aan de Rijn
    Tweede brieffragment over aanval op Alphen aan de Rijn met ondertekening

    [te bestelle,] so int schrijfve wort mij geseijt
    datter seeckere advertensie2Advertentie: kennisgeving, bericht sijn dat den vijant
    gereet staet om alle Eure onse post tot
    Alfhen te Atackeere3Attaqueren: aanvallen, de heer almachtich wil
    ons bewaeren en ons volck manlijcke harte

    geefven en onse vijanden te schande doen keere
    of se quaeme door te breecken wat sou ick doen
    ick hoop alleen op dien groote en almoogende
    godt, in wiens bescherminge uhEd beveelle en
    blijfve
    Mijn heer en lieste hartge

    uhEd getrouwe wijff
    M Turnor

  • Geruchten over aanvallen en allianties

    DatumPlaats
    Geschreven26 mei 1673Den Haag
    Ontvangen31 mei 1673Hamburg
    Lees hier de originele brief

    Tegenwoordig is men daar niet meer zo open en eerlijk over, maar Margaretha start haar brief met te zeggen aan haar man dat ze liever een kleinzoon had gehad in plaats van een kleindochter. Maar, uiteraard is het Gods keuze geweest en is ze vooral dankbaar dat het kindje er in goede gezondheid is gekomen.

    Salomé Jacoba van Reede

    Op 25 mei 1673 in de ochtend is het kind gedoopt en kreeg het de naam Salome Jacoba, vernoemd naar Margaretha’s moeder en oom. De kraamvrouw, moeder Philipotta, maakt het redelijk en ook het kindje doet het goed. En de vader? Het is duidelijk dat er nog geen geboorteverlof bestond in de 17e eeuw, want de heer van Ginckel is vandaag naar Gorinchem vertrokken naar zijn regiment. Er blijkt veel onderlinge ruzie gemaakt te worden tussen de officieren aldaar. Alsof er niet genoeg vijanden zijn…

    Gravure van het interieur van een kerk, links de preekstoel, de dominee staat op de onderste tree. Rechts staat een hele groep mensen, vooraan staat een man die een baby voor de dominee houdt, achter hem een (zijn?) vrouw. een oudere vrouw zit op een stoel. De groep bestaat uit mannen vrouwen en kinderen, allemaal door elkaar. Een oudere vrouw zit op een stoel. Links voor zitten een paar oudere vrouwen op stoelen. Onder de gravure staat Le Baptême du reformés.
    Doop bij de Gereformeerden, Bernard Picart, 1732, Collectie Rijksmuseum.

    Aanval op Muiden en Gorinchem?

    Wat betreft die vijanden, er gaan geruchten rond dat Muiden en Gorinchem vannacht of morgen zullen worden aangevallen – beiden plaatsen tegelijkertijd. Margaretha bidt tot God in de hoop dat de bevelhebbers wijsheid en voorzichtigheid zullen tonen, en dat alle krijgshelden moed en een “manelijcke harte” zullen hebben.

    Allegorie met centraal in een grot drie figuren: een oude vrouw, een man met een puntmuts en een beest met drie koppen zonder ogen die symbool staan voor de eigenschappen Voorzichtigheid, Kracht en Moed. Achter hen links een landschap met een monument voor de vrijheid waarboven onweer losbarst, rechts een landschap met oorlogsgeweld en verdrukking.
    Voorzichtigheid, Kracht en Moed, anoniem, 1787 – 1788, Collectie Rijksmuseum. De oude vrouw, de man met een puntmuts en het beest met drie koppen zonder ogen die symbool staan voor de eigenschappen Voorzichtigheid, Kracht en Moed. Achter hen links een landschap met een monument voor de vrijheid waarboven onweer losbarst, rechts een landschap met oorlogsgeweld en verdrukking.

    Dag en nacht onrust

    Angst overheerst opnieuw, het is bijzonder dat Margaretha haar kalmte in haar pen weet te bewaren. Ze schrijft dat ze dag en nacht onrust ervaart omdat er zoveel gevaar dreigt voor haar zoon en andere geliefden. Hoe kan ze een kraamvrouw met vijf jonge kinderen en zichzelf beschermen? Daarnaast zijn er ook geruchten over een mogelijk verdrag tussen de Keurvorst en de Fransen. Zucht… Er valt nog veel meer te vertellen, maar ze zou liever hebben dat hij hier was. Het is gemakkelijker om alles persoonlijk te bespreken dan het allemaal op te schrijven.

    Brieffragment dreiging

    [in sijn heijlige bescherminge neemen,] och ick ben so
    bekomert kan nacht noch dach ruste dat ons wat
    over quam wat soude ick met Een kraem vrou die
    maer 4 a 5 dagen out inde kraem en 5 sulcke
    kleijne kinderkens gaen beginne, de heere hoope
    ick sal ons bij staen ist sijn godlijcke wil ons aen
    te taste en noch swaerder te besoecken mij ten
    beste raden en Een genaedige wtkomste geefve

    En nu is het uit (2)!

    En dan de kwestie van de tienduizend gulden, die de heren van de gecommitteerde raden nog steeds niet hebben betaald. Ze is daadwerkelijk naar hen toe gegaan, maar niemand was aanwezig. Volgende week gaat ze het nog eens proberen in Amsterdam en de ontvanger persoonlijk te vragen de betaling te regelen. Ze vreest echter het ergste en dat de andere problemen die op hen afkomen nog erger zullen zijn.

    In dit stilleven liggen kazen, krakelingen en vijgen op tafel uitgestald, samen met kostbare voorwerpen als een verguld Venetiaans glas en een Chinese schotel.
    Stilleven met kazen, amandelen en krakelingen, Clara Peeters, 1615. Collectie Mauritshuis. De voorste kaas is een groene kaas.

    Pakketje, brief en kazen

    De heer van Ginckel heeft gisteren een brief aan Godard Adriaan geschreven en deze persoonlijk naar Temminck in Amsterdam gestuurd. Margaretha heeft zelf ook een brief in een deken verpakt, samen met een mandje met verschillende kazen, en verzocht dat Temminck deze met de eerste gelegenheid aan haar man zou bezorgen. En hoewel er een luchtje aan deze zaak hangt, is het niet de lucht van Parmezaanse kaas, want die is nog steeds niet aangekomen…

    Brieffragment kaas

    [sende,] ick heb aenden selfve teminck in Een man=
    deken gepackt 3 schraefvesantse kaese twee groene
    met Een witte gesonde met versoeck hij die met
    deerste geleegentheijt aen uhEd wilde bestelle
    mij verwondert noch niet te hoore dat de blicke
    serviesie uhEd ter hande sijn gekoome, vande per=
    mesaense kaes hoore ick ock niet, men seijt hier
    al Een reesgement van uhEd nieu geworfvene

    Bericht van overlijden

    Tot slot meldt Margaretha haar man dat er een aantal personen uit Amerongen zijn overleden. Zo is Huibert van Velpen niet meer onder hen en ook de oude juffrouw van Amerongen en juffrouw van Nijevelt te Wittevrouwen zijn overleden. Alsof Margaretha wil benadrukken dat naast de vreugde van het nieuwe leven van hun kleindochter ook altijd de dood om de hoek ligt.

  • Pyromanen, soldaten en een baby

    DatumPlaats
    Geschreven22 mei 1673Den Haag
    Ontvangen27 mei 1673Hamburg
    Lees hier de originele brief

    Margaretha zit er duidelijk doorheen. Niet zo vreemd: De gemiste promotie van Van Ginkel ligt haar zwaar op de maag en weer is er een kasteel aan de Franse fakkels ten prooi gevallen. Bovendien zijn er nieuwe vijandelijke troepen in aantocht, terwijl naar het veiligere Amsterdam gaan voor de kraam al geen optie meer is. Want hoewel de vreugde in deze brief ver te zoeken is, is er heugelijk familienieuws…

    Schets van een vrouw met een baby op schoot.
    Fragment uit Twee studies van een vrouw met kind, Rembrandt van Rijn (manier van), na ca. 1650. Collectie Rijksmuseum

    Godard Adriaan werft door

    Maar daar begint ze niet mee, ze heeft nóg een teleurstelling te verwerken. Margaretha had verwacht dat haar man nu wel klaar zou zijn met de troepenwervingen, maar uit zijn laatste brief begrijpt ze dat dat niet het geval is. De heer van Renswoude is verbaasd (en Margaretha zelf vast ook) dat van Amerongen niet vaker om terugkeer verzoekt. Daarnaast weet Renswoude te melden dat Godard Adriaan zelfs een nieuwe opdracht heeft gekregen om naar Gottorp (Sleeswijk-Holstein) te gaan, om de werving daar verder te ondersteunen.

    Brieffragment over de missie van Godard Adriaan

    [is,] ick had gehoopt uhEd daer nu al haest meede sout
    te recht geraeckt1terecht geraakt: in orde, klaar sijn, so ick hier verstae heeft sijn
    hoocheijt ordere gestelt dat uhEd de geldere2het geld daer
    toe sulle werde versorcht, vandaech seijt de heer
    van rhijnswou mij dat hij verlanckt en wenste uhE
    hier waert en verwondert te sijn dat de selfve daer
    niet meer om schrijft, ock dat uhEd weer Een nieu
    =we komissie gekreechge heeft om naer d godtdorp3Gottorp (Sleeswijk-Holstein) te
    gaen om aldaer de werfvin te helpe fasieliteere4faciliteren

    En nu is het uit!

    Zo gaat het niet langer: wel nieuwe opdrachten geven, maar geen geld. Margaretha zal de heren van de gecommitteerde raden morgen eens flink op dit onbeschaamde uitgangspunt aanspreken. Zij móeten nu zorgen dat die tienduizend gulden worden betaald.

    Brieffragment uitbetaling geld voor Godard Adriaans werk

    weer nieuwe komisie5commissie: opdracht te sende en geen gelt te geefe
    kan niet gaen, ick sal nu op dit preesopoost6(?) wrsch. van presumptie: aanname, vooronderstelling, maar ook arrogantie merge
    Eenige heere vande gekomiteerde rade gaen
    spreecke en versoecke dat sij ordere wille stelle
    dat mij die ordinansi van tienduijsent gul
    betaelt worde sal sien wat ick krijgen kan,

    Kleine schets van een kanon met daarachter een groepje soldaten. Achter het kanon liggen kogels. De soldaten dragen speren en vlaggen.
    Fragment(-je) uit Beleg van Brussel, (rechterhelft), 1697, Jacobus Harrewijn, 1697. Collectie Rijksmuseum

    Goed werk wordt niet beloond

    Maar geld is schaars, ook de betaling aan van Ginkels regiment hapert weer. Margaretha windt zich steeds verder op: dat haar zoon gepasseerd is voor promotie zit haar hoog. Van Ginkels compagnie kan zich meten met welke andere binnen het Staatse leger dan ook, maar ondertussen worden anderen die minder goed zijn voorgetrokken. Goed of slecht presteren: het maakt blijkbaar niet uit.

    het gelt is seer qualijck te bekoomen t begint al
    weer met de betaelline vande heer van ginckels
    kompangi en reesgement te hapere, sijn reesge=
    ment en insonderheijt sijn kompangi is so goet
    alser Een in staten dienst is, daer andere die
    voor hem gepreefereert worde op veel naer niet
    tegens op en konne, dant schijnt of men hier wel of
    qualijck doet dat Even veel is,

    Slechts zes Zeeuwse schepen

    Schepen onder de kust voor anker, waaronder een jacht van de West-Indische Compagnie, getuige het WIC-teken op de vlag op het achterschip. Links en rechts vissersschepen en roeiboten.
    Schepen onder de kust voor anker, Willem van de Velde (II), ca. 1660. Collectie Rijksmuseum

    De vloot ligt nog steeds bij Schoneveld te wachten op de Amsterdamse schepen die eerst waren blijven steken bij Pampus en nu onder Texel liggen, én op de Zeeuwse schepen, waarvan er nog maar zes gereed zijn. De Zeeuwen krijgen van Margaretha een veeg uit de pan: het is een schandaal hoe slecht ze leveren. Ze interesseren zich alleen maar voor hun eigen kaapvaart.

    (onze scheepsvloot) leijt noch op schoonevelt wacht de rest van onse scheepe
    die overt pamphes7Pampus niet koste maer nu int tessel
    gereet om wt te loope lege in alsmeede de seuwse8Zeeuwse
    scheepen daer der noch maer ses van wt sijn
    de seuwe9Zeeuwen maeckent so slecht in alles dat
    schande is, sorchge alleen voor haer kaperije,

    Nieuwersluis houdt stand

    De nieuwe versterking van Nieuwersluis door het Staatse leger blijkt een blijvertje. De Hertog van Luxemburg is weliswaar met een paar honderd man uit Utrecht komen kijken, maar heeft zich teruggetrokken onder achterlating van wat manschappen op Gunterstein.

    Tekening van de schans van buitenaf. Recht voor ons een ophaalburg en de grote aarden wallen die daar bovenuit steken. Om de wallen heen, inde gracht, staan palen of een lage palisade. Voor de schans zit iemand te vissen en er staan twee mannen. Eén man staat op de ophaalbrug. Boven de wallen uit steken een paar daken.
    “De schans Nieuwersluis in 1673”. Tekening van Louis Philip Serrurier uit ca. 1730 naar een prent in: ‘t Ontroerde Nederlandt , deel 2, uitgegeven in 1676. Collectie Het Utrechts Archief
    Brieffragment over nieuwersluis

    de post die onse aende nieuwersluijs hebbe gevat en
    nu al in defensi is, heeft den vijant binnen wtrech
    seer geanlarmeert10gealarmeerd, den hartooch van lutsenbur11François Henri de Montmorency Bouteville, Hertog van Luxemburg
    die te breuckelen in Persoon is geweest heeft
    hem vandaer met sijn volck gereetiereert12retireren: terugtrekken en
    Eenich volck opt huijs te grundesteijn13Gunterstein geleijt

    Franse pyromanen

    Volgend op deze terugtrekking hebben de Fransen Breukelen bijna helemaal afgebrand. Wat ze in haar vorige brief al uit geruchten had gehoord blijkt waar: Ook Huis ter Aa ging in vlammen op, ondanks de brandschatting van 1500 gulden die de heer van der Aa had betaald! Kasteel, brouwerij, de bijgebouwen: alles in de fik. “Zij moeten groot vermaak in het branden nemen”, blijkbaar beleven ze aan brandstichting veel lol, merkt Margaretha bitter op.

    Ingekleurde tekening van de ruïne van een kasteel. Het kasteel staat in de gracht en daar vaart een bootje met één persoon erin. Rechts boven in de lucht staat 'ter Aa'
    Gezicht uit het noordoosten op de ruïne van het kasteel Aastein, ook wel Huis ter Aa genoemd, bij Ter Aa, Tekeningetje van Dirc Engel uit ca.1690. Collectie Het Utrechts Archief
    Brieffragment Breukelen en Ter Aa

    so men seijt hebbense breuckelen meest afgebrant
    gelijcke sij ock het huijs te de a14te der Aa: in Ter Aa hebbe gedaen
    niet teegenstaende dat de heer van der A15Frederik van Renesse van Moermont die
    teegenwoordich hier is, 1500f tot afkoop of be
    vrijdine van dien heeft betaelt en Een savegarde
    vanden hartooch van lutsenburch16François Henri de Montmorency Bouteville, Hertog van Luxemburg daer op of
    voor hadt, heeft den voornoemde hartooch selff
    600 man gesonde Ent huijs met brouhuijs en al
    watter omtrent stont laeten af brande,
    sij moeten groot vermaeck int brande neemen

    8000 Fransen onderweg naar Utrecht

    Ondertussen ligt de hoogste Franse legeraanvoerder in Utrecht ziek te bed, maar dat maakt het gevaar niet minder. Er schijnen nog 8000 verse soldaten in aantocht te zijn. De Heer wil ons voor een inval bewaren…

    Brieffragment van de Fransen op weg naar Utrecht

    de prins van kondee17Louis II van Bourbon, prins van Condé seijtme dat te wtrrecht
    aent fleerensijn leijt, en dat se daer noch
    8000 man hebbe ontbooden men gelooft vast
    dat sij teen of tander op ons sulle atenteere18Attenteren: ondernemen ,
    de heer wil ons voor Eenich inval bewaeren

    Genadige verlossing: Salomé Jacoba

    Een Franse inval komt nu slechter uit dan ooit want…. Philippota is van een dochtertje bevallen. En dat met maar twee uur baren. Als het aan Margaretha had gelegen zaten ze nu in Amsterdam, maar ‘naar ouder gewoonte’ heeft het niet zo mogen zijn. Philippota heeft net als de vorige keer het vertrek steeds opgehouden. Moge de Heer Almachtig die haar een genadige verlossing en een “rechtschapen vrucht” heeft geschonken, hen ook een rustige kraamtijd geven. Margaretha maakt zich zoveel zorgen over haar schoondochter en de kinderen dat ze het bijna niet kan verwoorden. Ze sluit af met de wens dat de Heer hen wil geven wat zalig is, en Godard Adriaan wil beschermen. Na het zetten van haar handtekening moet ze haast wel in tranen zijn uitgebarsten.

    Een grote leren stoel met een gat in de zitting. Op de leuningen zitten handgrepen waar je je (als bevallende vrouw) stevig kunt vastgrijpen. Voor de stoel staat een soort voetenbankje met twee stukken ervoor. De kraamvrouw kan haar voeten kwijt op het krukje en de   'verloskundige' kan knielen op de stukken die ervoor zitten.
    Replica van een baarstoel naar een ontwerp van Cornelis Solingen uit 1684. Collectie Museum Boerhaave. Of Philippota er eentje gebruikt heeft is niet bekend.
    Brieffragment bevalling.

    se komen mij segge dat de vrou van ginckel niet wel
    is, die nu naer twee Euren sittens19Zittens wordt in het woordenboek samen vermeld met zitster. Dat is dan een vrouw die een zittend leven leidt (door zittend werk) en het betekent daarmee ook een vrouw die vlijtig zit te werken. Waarschijnlijk heeft de bevalling dus twee uur geduurd van Een dochter
    geleegen20Geliggen: Blijven liggen in het kraambed, daarvan afgeleid “bevallen” is21Ursula Philippota is bevallen van dochter Salomé Jacoba , ick had gewenst mij te Amsterdam
    met haer geweest waere maer t heeft naer ouder
    gewoonte met haer niet moogen weesen wil sij
    wilde niet voort lest vandees oft Eerst vande toe
    koomende weeck niet van hier, de heer almach
    =tich die haer so genadige verlosine en Een recht
    schape vrucht heeft gegeegve wil ons verleene
    dat sij haer kraem in rust mach wt houde
    maer ick ben so met haer en al die kleijne kinder
    bekomert meer als ick kan segge, de heer wil
    ons verleene wat salich is in wiens heijlige protex
    =sie uhEd beveelle, blijfve