Op 11 oktober 1674 wordt Godard Adriaan van Reede gedoopt in de Hoogduitse kerk in Den Haag. De Hoogduitse kerk deelt een kerkgebouw met de Engelse kerk en deze ligt in 1674 aan het Noordeind.
Godard Adriaan is het zevende kind van Ursula Philippota en Godard van Ginkel. Hij heeft één broer een vijf zussen boven zich, in 1670 werd er al een eerdere Godard Adriaan geboren, maar dat jongetje is nog geen jaar oud geworden.
Margaretha is in Utrecht geweest, waar ze de perikelen rondom de burgemeestersverkiezingen heeft kunnen aanschouwen. Alle ‘bekende lieden’ wantrouwen elkaar. Margaretha houdt alles nauwlettend in de gaten, en deelt de verworven informatie met haar heer en liefste hartje. Wat zijn ieders belangen? Wie doet met wie zaken? Godard Adraain moet het gevoel hebben dat hij eigenlijk helemaal niet weg is uit de Republiek.
[van den andere hebbe is niet wt te spreecke] ende sijalosije1Jaloezie van dat uhEd int huijs vande heer van sandenburch2Diederik Borre van Amerongen met Eenige heeft gesproocke buijten kenisse vand andere vriende, en dat dien Eene inden haech sou koome konense niet op Eenen, en sijn tegens de sollisitaesi vande luijte -nant kolonel als vijanden ingenoomen, hoet daer noch me gaen sal weet ick niet geloofve uhEd konfrater daer onder roeijt, de partij meende en segge sij hadde het kleijne maneken daer nu heel onder en so dat hij der noeijt weer op sou gekoome hebbe en waerent werck heel te boofven komt hijder nu weer op dat hij sijn oude nucken niet sal konne laeten en Erger sal sijn als voor dees in soma de sijalosij en murmeraesij3Murmeren: morren, mopperen is so groot dat te be droefve is wil hoopen alles noch Een goeden wtslach sal neeme
Factiestrijd
Margaretha heeft, zoals ze in haar vorige brief al aankondigde, in Utrecht met oud-burgemeester Johan van Nellesteyn gesproken. Ook sprak ze met domheer Everard Both van der Eem. Both van der Eem was de broer van vroedschapslid Pieter Both van der Eem. Maar goed, de hele situatie is ingewikkeld en Margaretha schrijft dat ze er niet verder over wil uitweiden omdat het zo’n lang verhaal is. Typisch Margaretha, volgt vervolgens tóch een lang verhaal. Jacob van Dinter, blijkt bereid te zijn alles aan Everard en Pieter Both over te laten. Mits zij er vrede mee hebben dat Jacob van der Dussen, de huidige burgemeester, er voor zorgt dat de broer van Jacob van Dinter, Johan van Dinter, afziet van zijn sollicitatie.
[Euren voor mijn vertreck noch seer disperaet] hoewel ick daechs te vooren de burgemeester Nellisteijn4Johan van Nellesteyn gesprocke hebende en daer Even te voorn den domheer bodt5Everard Both van der Eem niet ande dochte of alles sou wel sijn, alle die sirkomstansie6Circumstantie: omstandigheid sijn hier te lange te verhaelle, sal alleen segge dat bodt mij seijde dat van linteren7Jacob van Dinter alles aen hem bodt en sijn broeder differeerde als sij kontentement naeme dat hij te vreede was dat ock vander dusse8Jacob van der Dussen de burgemeester hem lintere en bodt gepreesenteert hadde van sijn broert de schouts9Johan van der Dussen, schout van Rhenen sollistaesie te disesteere10Desisteren: afzien van en haer wilde en koste versee ckeren vande nominaesije voor bodt [so sij sijn partij wil de]
Het klinkt allemaal ingewikkeld en dat is het ook. In ieder geval weten we dat zowel Jacob van Dinter als Jacob van der Dussen niet willen dat Johan van Nellesteyn weer burgemeester wordt. Godard Adriaan, en daarmee dus ook Margaretha, is wél voor de benoeming van Van Nellesteyn.
Verkiezingen in de 17e eeuw deden niet veel onder voor een hedendaagse verkiezingsstrijd…
De Berg bij Rhenen, of de Greb
Nadat Margaretha nog een heel essay heeft geschreven over de burgemeestersverkiezingen, stapt ze over op een nieuw onderwerp: de berg bij Rhenen, oftewel de Grebbeberg. Utrecht heeft het voornemen om de Grebbeberg te ‘bekramen’. Dit houdt in dat de berg door rieten matten tegen de golfslag van het water beschermd zal worden.
hier koomende verstaen ick dat men te wttrecht van sin is het bekramen11Bekramen: Het met strooien matten beschermen van bijvoorbeeld een dijk tegen golfslag van het water vanden berch bij rienen of de greb [int b publijck aen te besteede en dat de schout]
Schade en schande
Dan is er ook nog klein nieuws. Het heeft flink gewaaid maar Godzijdank is er heel weinig schade. Aaltje van Bemmel uit Amerongen is overleden. Aaltje had hoge schulden. Secretaris Kemp en predikant Keppel kibbelen over een aanzienlijk geldbedrag dat de kerk van haar tegoed zou hebben.
[hier Eits verders in wilt gedaen hebbe,] de schade die hier door de stercke wint is geschiet is heel weijnich de heere sij gedanckt, die ons so genadelijcke heeft bewaert de doot van Aeltge van bemel heb ick uhEd geschreefve waerdoor groote desensie tuschen onse gesupstituweerde seeckreetaris12Secretaris Kemp en de preedikant13Predikant Keppel is ontstaen, en dat over de twee hondert gul die de kerck van haer heeft te pree tendeere [daer velpe borch voor staet die wel sufi]
Margaretha vindt het maar niets dat er zo gekrakeelt wordt. Komende zondag wordt het Heilig Avondmaal gevierd in de kerk, daar hoor je niet ruziemakend heen te gaan. En het gaat hier nog wel om de predikant en de schoolmeester!
[ontboode sijn waer niet wel gedaen,] men sal hier toe koomende sondach het nachtmael14Heilig Avondmaal in de protestantse kerk dat maar een paar keer per jaar plaats vond wt deelle tis niet wel dat men teegens die tijt so krackeelt15ruzie maakt insonderheijt voor preedikant en schoolmeester dan sij sijn beijde vrij wat kreegel16halsstarrig , en de schoolmeester meent hij nu heel den baes is
Een prinsje voor Fritsje
Kleine Frits en zijn zusje Antje zijn bij oma Margaretha op bezoek. Fristje drinkt elke dag op opa’s gezondheid en hoopt dat opa hem een prinsje zal brengen. Vermoedelijk bedoelt hij een pop.
onse joncker van Ameronge met sijn suster Antge sijn weer hier bij mijn sij preesenteere beijde haeren kleijne ootmoedige dienst aen groote papa en frits drinckt alledaech grootpapaes gesontheijt en hoopt grootpapa hem haest een prinsge sal brenge
Margaretha heeft afscheid genomen van Godard Adriaan, hij is op weg voor zijn nieuwe missie naar Duitsland. Ze heeft hem naar Wesel gebracht en op de terugweg wordt ze door deze en gene aangesproken die wil dat ze nog even langs komt. In Rees logeert ze bij ene commisaris Lobbrecht2Waarschijnlijk Cornelis van Lobbrecht.
Familieroddels
Margaretha zou graag door reizen, maar het weer is slecht. Dus zijn ze een dag langer in Rees gebleven en hebben daar neef Adolph van Oostrum bezocht. Naar onze begrippen zouden we Adolph geen neef noemen. Voor de liefhebber: zijn overgrootmoeder (Maria van Reede) was een dochter van de overgrootvader van Godard Adriaan (Goert van Reede van Saesfelt) van Godard Adriaan. Hij was ook een kleinzoon uit het eerste huwelijk van de derde vrouw (Catharina van Merveld) van Godard Adriaans grootvader (Frederik van Reede). In de culturele antropologie zou je zeggen dat deze ‘neef’ tot de clan behoorde.
Er hangt overigens nog een saillant verhaal aan de ouders van deze neef: zijn moeder, Catharina de Wael zou eigenlijk met de vader van Ursula Philippota (Reinier van Raesfelt) trouwen. Het huwelijk ging niet door, omdat Catharina op weg naar het huwelijk geschaakt werd door haar geliefde, Johan van Oostrum. Ursula Philippota is inmiddels de schoondochter van Margaretha.
ick meende sanderendaechs te ver= = trecke maer derfde door de groote tempeest en onweer ons niet op de reijs begeefve, aeten dien Middach bij ons neef van gerfverskop3Adolph van Oostrum , savonts brocht tense haer spijs te saeme int huij van lobrecht daer wij doen aeten, en gistere avont hier gekoome sijn, mosten bij Dieren om rijde om dat de pont bruch voor doesburch doort onweer
teenemael is gaen drijfve, het was dien dach Een noot weer daer ick vreese men noch van sal hooren, en ben niet weijn met uhEd bekomert geweest ver lange seer te hoore hoe deselfve is over gekoome, [wij quame al reedelijck sterck]
De schipbrug
Bij Doesburg had Margaretha de ‘pontbrug’ bij Doesburg willen nemen om bij Kasteel Middachten te komen. Maar, schrijft Margaretha, de brug was gaan drijven door het onweer. Een oversteek per boot bij rivieren was gevaarlijk en bruggen waren er weinig. Bij een smalle rivier die veel in hoogte kon wisselen, werden schipbruggen aangelegd. Bij een schipbrug staan de pijlers van de brug op schepen en drijft de brug dus eigenlijk. Zulke schipbruggen vond je veel op de IJssel, bijvoorbeeld bij Arnhem en bij Deventer. Met zwaar weer kon een dergelijke brug natuurlijk makkelijk los slaan en wegdrijven.
De Hertog van Lotharingen
Tijdens het oponthoud in Rees is Margaretha ook nog een bekende tegen gekomen die bij de Hertog van Lotharingen (Karel IV) geweest was. Hij zei dat het een fraai heerschap was en dat Godard Adriaan hem wel zou mogen. Kennelijk zei deze persoon nog meer over de hertog, maar dat durfde ze haar pen niet toe te vertrouwen. Wie weet wie er mee leest. Karel IV had geen al te beste reputatie.
[gemoete sal sien,] te rees sprack ick den heere frens die van keulle quam daer hij den hartooch van looterine had gesproocke die hij seijt Een seer fraeij heer te sijn en gelooft uhEd wel sal aenstaen, voort derf ick de pen dit mael niet meer vertrouwe niet weeten =de of dees ter hande sal koome
Vandaag heeft Margaretha haar vel papier zo vol geschreven, dat er aan de voorkant op zijn kop nog iets bijgekrabbeld is: Men zegt dat de hertog van Hannover zesduizend man aan Frankrijk geeft. En ze heeft het precies op de plek gezet waar Godard Adriaan altijd noteert waar en wanneer hij de brief ontvangen heeft. Als goede ambtenaar kan hij dat natuurlijk niet overslaan, dus hij plaatst zijn noodzakelijke aantekening op de eerstvolgende witte plek: tussen de aanhef en de brief.
De 10.000-gulden-soap
Deze brief komt uit Amsterdam en dat is niet voor niets. Margaretha heeft een assignatie voor 10.000 gulden in handen, maar er wordt niet uitbetaalt. Morgen gaat Margaretha zelf dus maar weer eens naar de ontvanger toe. De belastingontvanger ontvangt niet alleen geld, maar mag het ook uitbetalen. Die assignatie geeft aan dat de heren politici, de Raadpensionaris en de griffier, akkoord zijn met uitbetaling. Alleen de ontvanger vertikt het. En dat terwijl de 10.000 gulden al op 24 april toegezegd zijn! Momenteel bemoeien zelfs de politici zich zelf met deze uitbetaling. Het schijnt dat andere diplomaten in het buitenland direct een wissel op kosten van de staat opnemen. Kennelijk is Godard Adriaan te bescheiden voor dit soort gehaaide methoden. Margaretha heeft zelfs Willem III benaderd, maar ze gelooft “dat zijn wil beter is als zijn macht”. Als er al geld binnenkomt van belastingen of staatsobligaties, dan gaat dat naar het leger. Margaretha vult meer dan de helft van haar brief met deze financiële sores.
Die arme Villeers…
Margaretha is nog steeds ontdaan van die arme heer van Villeers en de brief die zijn zoon geschreven heeft. Hoe komt de familie dit ooit weer te boven? En dan die jongen, hij heeft geen verlof en zit nu in Den Bosch met het risico vermoord te worden. En dat alleen vanwege die brief…
[wat aen is, want hij doet het aen meer,] nu mijn hartge ick heb al te veel geschreefve schrick als ick denck aenden soon vande heer van vieleers die doort geene uhEd voordees heb geschreefve, so ter maete is gekoome sien niet hoe hijt oijt weer te boove komt hij is noch ten bos heeft tot noch toe geen verlof konne krijge om inde haech te koome heeft ten bos so mij verhaelt is prijckel1Perikel: gevaar gelooppen om door de jteliaene vermoort te worde en dat al om dien brief en dat hij de kapijtelaesi van Maestricht niet heeft wille teijckenen, hoet noch met hem sal afloopen staet te verwachte, [bij greuninge is de]
De toestand in de wereld met M. Turnor
In een half kantje vat Margaretha de toestand in de wereld samen. Kolonel Aquila is na een mooie actie tegen de bisschop van Münster in Groningen overleden aan een ziekte. De diplomaten Hieronymus van Beverningh en Willem van Haaren doen iets geheims en die Spaanse gezant die in Den Haag was, schijnt naar Engeland te zijn. En in het geheim is ook neef Frederik van Reede van Renswoude die kant op. De Hertog van York2De broer van Koning Charles II, de latere James II schijnt in een klooster te zitten en twee vertrouwelingen van de koning schijnen uit de gratie te zijn. Oh, en Coenraad van Beuningen zat twee weken in Brussel. Het verbaast Margaretha niets dat hij de brief van Godard Adriaan niet beantwoord heeft…
afloopen staet te verwachte, bij greuninge is de nieuwerschans vande onse noch beleegert, den kolonel Aquila3Louis d’ Aquila is daer aen sieckte bestorfven daer
aen verloore wort want so men seijt heeft hij daer teege de bischopse4De bisschops’ troepen. De bisschop is Bernard van Galen, bisschop van Münster Een fraije acksi gedaen en Eer ingeleijt , wat den heere beeverlin5Hieronymus van Beverningh en haere6Willem van Haaren meede brenge wort geseeckreeteert, den spaense anvoije7Envoyé (Frans): gezant die laest inde haech is geweest is naer Engelant en so men seijt heel seeckreetelijck soude den heer van schoonouwe8Frederik van Reede van Renswoude ock derwaerts sijn hij is Een dach of twee wt den haech gemist, dat den hartooch van jorck9James Stuart II, Hertog van York, vanaf 1685 koning van Engeland in Een klooster wil kontiniweert10Continueert noch alsmeede dat bockingam11George Villiers, Hertog van Buckingham en Arlinton12Henry Bennet, Lord Arlington soude niet alleen gedis= graesijeert13Disgracieren: niet meer in de gratie zijn maer ock van haer Amte gedeporteert sijn14Dit klopt niet , wat wt het Een Ent ander sal broeije15Broeden: In figuurlijke toepassing op gebeurtenissen, plannen en toestanden; meestal in ongunstigen zin, van rampen, verraad, onraad, twist enz. verlanckt me te hoore, den heer van beunine16Coenraad van Beuningen is wel veertiendage of langer naer bruijsel geweest daerom niet vreemt hij uhEd briefve niet heeft beantwoort,
Boter, suiker en blije kinderen
De laatste halve pagina van de brief gaat over de echt belangrijk dingen. Kennelijk heeft ene Anneke de Wit Godard Adriaan wijs gemaakt dat de boter helemaal niet duur is. Nee, voor haar niet, zij krijgt het voor niets! Maar als je het op de markt moet kopen, ben je zo zeven stuivers per pond kwijt en voor goede boter zelfs zeven en een halve stuiver. Suiker is trouwens ook duur, dus wat witte en bruine suiker uit Hamburg zouden erg welkom zijn.
Kennelijk heeft Godard Adriaan in zijn vorige brief de kinderen goudstukken en een paard beloofd, want ze zijn door het dolle heen.
ick weet niet wat Anncke de witt al schrijfve mach de booter die uhEd heeft beliefve te sende is heel goet dat sij schrijft die hier so goetkoop is, is wel voor haer goet koop diese voor niet heeft maer diese koope moet moetter seeven stuijvers voort pont dat is 28f voort verendeel17Vierendeel: 33 à 34 kilo geefve en voor de suijcker die wit en drooch is ock 7 stuijvers en seeven en Een half die goet is, daerom so uhEd wat suijcker belieft te sende sal wel aengenaem sijn vrij wat bruijne en witte hier is sulcke vreuchde onder onse kinder met het paert en de stucke gouts die groote papa sijn kin der sal meede brenge dat niet te segge is, en sij alle groote papa ten hoochste voor bedancke ick blijf uhEd getrouwe wijff M Turnor
Godard Adriaan heeft Margaretha een kopie van een door hem verzonden brief mee gestuurd. Aan wie die gestuurd is en wat er precies in staat weten we niet, maar het heeft te maken met zijn demissie1Demissie: ontslag. Margaretha heeft de brief gelezen en is benieuwd naar het antwoord. Ze geeft haar man, uiteraard, groot gelijk.
De geworven troepen
Het Regiment Baron van Reede is nog op weg naar de Republiek. Margaretha zal blij zijn als het er eenmaal is, want dan kan Godard Adriaan zich ontheffen van die belangrijke, maar vooral prijzige taak. De legerkosten werden in eerste instantie door de eigenaars van de regimenten betaald. Het lijkt of Margaretha er een beetje zenuwachtig van wordt: het gaat om zo veel geld dat Godard Adriaan moet verantwoorden. Wat nou als hij het zelf om wat voor reden dan ook niet kan? Dan zouden Margaretha en haar zoon helemaal afhankelijk zijn van Godard Adriaans secretaris Isaäc de Blanche. Margaretha kijkt dagelijks naar de wind of die gunstig genoeg om de troepen vanuit Hamburg naar de Republiek te zeilen.
[ontmoet en geseijt wort,] sal wel blijde sijn alst gewerfvene volckere hier int lant sulle weesen en uhEd hem sal konne deschersgeere2Dechargeren: ontheffen van so Een notabele some gelts die deselfve heeft te ver= antwoorde, bij leefven of sterfve ick of onse soon soude het teenemael wt blaensche3Isaäc de Blanche moeten hebbe om te verreeckene, wil hoope en godt bidde
uhEd het selfver ingesontheijt sult konne verEffene , ick sien dagelijcks naer de wint die noch al kon =traerije blijft omt volck van hamburch af te sende
Toch nog een keer Schooneveld
De winst van onze vloot bij de Tweede Slag op het Schooneveld is kennelijk toch niet onbetwist. Maar Margaretha is stellig: de overwinning ligt bij ons. De Engelse vloot is gehavend terug naar Chatham gevaren. Een aantal van onze schepen zijn ter controle naar de monding van de Thames gevaren, maar zijn nu weer terug op het Schooneveld.
Interessant is haar overweging waarom ‘we’ gewonnen hebben: de onzen hebben met de meeste orde van de wereld gevochten en de vijand heeft het omgekeerde gedaan. De chaos was daar zo groot dat met de grootste verwarring door elkaar voeren. Men vindt zelfs dat ze de afstraffing verdiend hebben.
,dat d Engelse segge sij de vicktoorije te see soude gehadt hebbe is mis en blijcklijck genoech dat die volckoome aen onse kant is geweest want sij seer gedevaeli seert4Devaliseren: ernstig beschadigd zijn, zwaar verlies aan manschappen (eigenlijk bij schip), kan ook zijn dat men buiten bezit gesteld is van zijn uitrusting (ontwapend) de see hebbe moete verlaeten en sijn naer de reevier van londe tot voor schattam5Chatham geseijlt onse scheepe die tot inde voorseijde reevier sijn geweest sijn weer tot schoonevelt in heel goet postuer6Posturen: een goed figuur maken , den Admirael de ruijter is de heer sij gedanckt heel wel gelijck al onse hooft ofisiers, donse hebbe met de meeste ordere vande werlt gevochten daer de vijant kontraerij heeft gedaen en so deesorde derlijck datse met de meeste konfusie7Confusie: verwarring door Een hebbe geslage, ijae so dat sij alle so geschreefe wort gemeerijteert8Meriteren: verdienen hebbe gestraft te worden,
De blije belastingbetaler
De militaire overwinning op zee heeft wel een voordeel: iedereen betaalt zonder morren de honderdste penning (vermogensbelasting). Mensen betalen zelfs te vroeg! Margaretha staat te kijken van de hoeveelheid geld die binnenkomt.
[gedocht dat men ondert volck sou devulgeere ,] uhEd sou niet geloofve wat Een vreuchde en kontentement deese vicktoorije onder de gemeente heeft veroor saeckt
men siet het int geefve en betaelle vande honder =sten peninck die nu int begin van ijuli moet betaelt worden, tis ongelooflijck hoe de lieden die alreets betaelle en wat en gelt der te kantoor gebrocht wert, so dat deese vicktoorije noijt beeter te preepoost heeft konne koomen de heer almachtich wil ons liefve vaderlant voort seegenen, inwiens heijlige protexsi uhEd beveelle en blijfve
Afgeschoten been
Na dit einde in majeur, nog een PS in mineur: er is nieuws uit Maastricht. Het schijnt dat de zoon van Johan van Gent, Adriaan, bij een uitval zijn been is kwijt geraakt. Als het waar is, spijt dat Margaretha zeer.
Mijn heer en lieste hartge uhEd getrouwe wijff M Turnor
het geene de luijckse briefve vant belech van Maestricht segge sal uhEd wt dees vande heer van ginckel sien waer toe mij reefereere, hier is Een roep dat de heer van oosterwee9Adriaan van Gent outste soon vande heer ijan van gent10Johan van Gent die binne Maestricht is in Een wtval sij Een been sou afgeschoote sijn, daerme geen seeckerheijt van kan hebbe, soot waer is jam mert mij seer
Goed nieuws! De ‘s Gravezandse kaasjes zijn aangekomen! Er lagen er nog een paar bij Temminck, die ze door zou sturen. Hij heeft nu gevraagd of hij die zelf mocht houden. Margaretha heeft ze hem vereerd en geschreven dat hij ze vrij mag houden en gebruiken.
Verloop van de oorlog
Het laatste nieuws van onze vloot is dat die met nog tien extra schepen voor de Thames ligt. Zeker is dat er geen enkel schip van onze vloot vergaan is, terwijl de Engelsen en de Fransen wel 18 à 19 schepen kwijt zijn.
seedert mijne laeste is hier niet anders wt ons vloot als dat die met noch tien scheepe ver= sterckt sijnde en wel van volck met alle andere behoefticheede versien voor de reevier van londe legge, tis seecker datter van d onse niet Een schip in beijde de bataelie is gebleefve en vande vijant wel 18 a 19 kapitaelle scheepe, [den overste raebenhooft]
Münsterse troepen hebben geprobeerd Nieuweschans, dat al maanden belegerd wordt door Rabenhaupt, te ontzetten. Ze zijn door Rabenhaupt totaal verslagen en hij heeft alle wagens en bagage veroverd.
[kapitaelle scheepe,] den overste raebenhooft heeft bij greuninge de nieuwer schans beleegert daer men seijt maer vier hondert man is in is, vandaech komt tijdinge dat het reesgement van meijn son onder de munsterse soude ge tracht hebbe de nieuwerschans te ontsette, doch
dat sij van rabenhooft totaEliter soude geslagen sijn en al haer wagens en bogaesge van donse verovert, [van keule schrijfvense seeckere tijdine]
Maastricht wordt nog steeds door Lodewijk XIV belegerd. Men zegt dat daar de Nederlandse en Spaanse een uitval vanuit de stad gedaan gedaan hebben en zij hebben 600 Fransen omgebracht. De Heer wil geven dat het waar mag wezen.
[verovert,] van keule schrijfvense seeckere tijdine te hebbe dat donse binne Maestricht door Een be= deckte poort so sijt noemen Een wtval soude ge =daen hebbe door de welcke sij wel bij de 600 vande konins gardees die daer haer quartier hade soude doot geslage hebbe ija so datter maer drij a 4 van ontkoome soude sijn de heere wil geefve het waer mach weesen, [de luijtenant vande]
Het ongeloof over het verraad van de Keurvorst lijkt alweer vergeten. Men gelooft nu dat de Spanjaarden zullen breken met de Fransen en dat de Keizer van het Heilige Roomse Rijk nu wél echt wat wil doen tegen de Fransen. Margaretha houdt het devies ‘Eerst zien, dan geloven’.
[niet mee weer,] men gelooft de fra spaense in korte sulle breecke en dat de keijserse afkoome als ickt sien salt Een Ent ander geloofven,
Kolonel Godard Adriaan baron Van Reede
Margaretha is blij dat Godard Adriaan er echt werk van maakt om naar huis te komen, alleen er is haar iets ter ore gekomen. Stadhouder Willem III is heel blij met de regimenten die haar man in Duitsland en Denemarken geworven heeft. Alleen nou blijkt dat hij Georg Ernst von Wedel aangesteld heeft in ‘het regiment van de baron van Amerongen‘. Wat wil dat zeggen? Normaal gesproken werd een regiment genoemd naar zijn daadwerkelijke aanvoerder. Godard Adriaan is toch niet echt van plan om op zijn oude dag de oorlog in te gaan? Hij weet toch van zijn zoon dat de salarissen van de hoge militairen niet uitbetaald worden? Margaretha hoopt echt dat het alleen maar de naam van het regiment is en dat hij verder geen wilde plannen heeft. Hij weet waarschijnlijk zelf het best wat de bedoeling is.
ick ben blijde uhEd staet maeckt nu haest thuijs te koomen, sijn hoocheijt verlanckt so ick hoore dat de kompangie die uhEd werft hier mooge sijn so der ses waeren wildese patent geefven, mij is geseijt vande geene
die de ackte die sijn hoocheijt aenden baron wedel gegeefve heeft gesien heeft, dat hij hem daer in tijteeleert luijtenant kolonel vant reesge= =ment vande baron de Ameronge, wat dat segge wil kan ick niet dencke hoope niet uhEd in sijn oude dage noch inden oorlooch wil, ock worden de hoechge tracktemente niet betaelt, de heer van ginckel kan op sijn or =dinans niet Een stuijver krijge heeft al getracht die te verhanderen maer niemant wilder aen of Eits op geefve, wil hoope dit maer de naem sal sijn om dat dat reesgement als noch geen kolonel heeft of dat sijn hoocheijt de goetheijt mochte hebbe die apseluijt tot uhEd disposiesie te stelle, wat hier van is sal deselfve best weeten, [de sinten]
Financiële zorgen
Margaretha’s financiële zorgen blijven onverminderd. Het lukt nog steeds niet om geld te krijgen voor haar man’s werk. Terwijl ze het geld echt nodig heeft: binnenkort moeten de vermogensbelasting (100ste penning) en de OZB (verponding) weer betaald worden. Haar zorgen zijn echter niets vergeleken bij de financiële zorgen in de bezette provincies. De Fransen eisen in Utrecht drie maal 100.000 gulden. In Gelderland eisen ze van het Nijmeegs kwartier1Gelderland was in vier kwartieren opgedeeld: Nijmegen, Arnhem, Zutphen en de Veluwe 60.000 gulden en van het Arnhems kwartier 50.000 gulden. Momenteel deserteren er zo veel soldaten uit Franse dienst, dat ze er een regiment van zouden kunnen formeren. Het schijnt dat de Prins van Oranje dat half van plan is. Hij zou dat regiment dan in Friesland in kunnen zetten om tegen de Bisschop van Münster te vechten.
[waer sullent de mensche haellen,] tis ongeloof =lijck so veel volck so switsers als franse alse bij ons op alde poste koome dagelijxs overloope men seijt sijn hoocheijt half van meenin soude sijn daer Een reesgement van te formeere ent selfve naer vrieslant te sende om teege de bischopse volckeren te vechte, [hiermeede]
A dieu
Na de gebruikelijke groet van ‘uhEd getrouwe wijff’ en de altijd aanwezige opmerkingen onder de brief, voegt Margaretha nog een klein briefje extra toe. De inhoud is nogal oninteressant (iemand heeft een brief meegenomen, maar die niet bij zich ofzo), maar haar afsluiting van dat briefje is wel interessant. Enkel a dieu. Eigenlijk heel gewoon vaarwel, maar door de voor ons ongebruikelijke afbreking, realiseer je je waar het vandaan komt.
Er lijkt niet veel te melden op deze doordeweekse dag in juni. De toon past bij een lome zomerdag. Margaretha herhaalt en verduidelijkt een paar zaken uit haar vorige brief, heeft alle ruimte voor een roddel en sluit al na twee kantjes af. Maar dan komt er nog een P.S.
Vijandelijke vloot trekt zich terug
Sinds de laatste brief geen nieuws, schrijft Margaretha eerst. Het schieten van afgelopen zondag was niet meer dan een schermutseling tussen de brandwachten van de beide vloten. De vijandelijke schepen hebben zich teruggetrokken tot op de Thames. Vanuit Den Haag zijn er gedeputeerden aan boord gegaan van de Staatse vloot. Waarom? Dat is niet bekend.
seedert mijne laeste is hier niet nieus, de laeste briefve wt de scheeps vloote brenge niet ande meede als dat het geschiet datter voorlee den sondach is gehoort was de brandtwach te van beijde de vlooten te weeten donse en die vande vijant dewelcke dapper op den andere schooten daer op de vijant haer hebe gereetereert en naer de reevier van londe sijn geseijlt, daer sijn weer gedeputeerde van den staet naer onse vloot tot wat Eijnde weet men niet[, den luijtenant kolonel wedel]
Regiment van Reede bijna gereed
Luitenant-Kolonel Wedel, de aanvoerder van Godard Adriaans nieuwe regiment, heeft met zijne hoogheid gesproken die tevreden lijkt. Wedels vendel is klaar, de rest zal binnenkort ook gereed zijn. Twee compagnieën zijn al naar Alkmaar gestuurd. Ze moesten trouwens contant betaald worden, want aan uitstel van betaling doen ze niet!
[weet men niet,] den luijtenant kolonel wedel1Ernst Georg von Wedel (?-1682) is noch hier seijt sijn hoocheijt gesproocke te hebbe en alle kontentement ontfange, sijn vaendel heeft hij de andere sulle alle in korte dagen ock gereet sijn, tot twee kompangie sijnde maete die te rotterdam gemaeckt sijn af naer Alckmaer gesonde die twee hondert dartich gul aen gelt bedragen en kontant moste betaelt worde also die liede niet wille borgen, [de wijlle ick wt uhEd schrijfve vande 19]
Boter, kaas (en wijn)
Uit de brief van de 19e van Godard Adriaan blijkt dat de ‘s- Gravezandse kazen die ze heeft gestuurd, nog steeds niet zijn aangekomen. Daarom heeft ze eergisteren nog maar weer nieuwe gestuurd naar Temminck in Amsterdam, met de bedoeling dat die ze zo snel mogelijk doorstuurt. Ze bedankt haar man nog een keer voor wat hij haar heeft gezonden (wijn en boter) want boter is duur.
[borgen,] de wijlle ick wt uhEd schrijfve vande 19 deeser niet sien de gesondene schravesantse kaes doen noch niet was overgekoome heb
ick Eergister weer twee andere aenden heere teminck tot Amsterdam gesonden met ver =soeck hij die opt spoedichste aen uhEd voort wilde senden, ick bedancke uhEd noch opt hoochste voort geene deselfve ons heeft beliefve te sende salt verwachte hoope het wel sal overkoome de booter kost hier de beste seefven stuijvers het pont, [sijn hoocheijt is weer hier de poste alle]
Sommelsdijkje met Labadie getrouwd?
Na tevreden te hebben vastgesteld dat alle legerposten goed verzorgd zijn, en de algemene stemming wat geruster is, sluit ze af. Om na ondertekening nog eens terug te komen op een eerdere roddel. Is de jongste dochter van Cornelis van Aerssen van Sommelsdijk nu getrouwd met Jean de Labadie of niet, en zo ja, hoe lang dan? Kan Godard Adriaan Jenneke niet even inzetten om te informeren? Er is iemand die heel graag de waarheid wil weten. By the way, de heer en vrouwe van Villers, doen hun hartelijke groeten…
Jenneke is Godard Adriaans dienstbode. Zij heeft contacten met dienstbodes van andere rijke families en huispersoneel is natuurlijk zeer goed op de hoogte van familiegeheimen. De Labadisten zaten op dat moment in Altona, wat dicht bij Hamburg ligt, dus vlak onder de neus van Godard Adriaan en Jenneke. Godard Adriaan kan zijn neus moeilijk in andermans zaken steken, maar Jenneke kan wel haar oor te luisteren leggen.
Overigens ging het bij de eerdere roddel nog om dochter Maria (1645-1903). Nu gaat het om ‘de jongste dochter’, maar dat is Lucia (1649-1707). Van Lucia is bekend dat ze in 1695 trouwde met Peter Yvon, de assistent en latere opvolger van Jean de Labadie. De groeten van de Heer en Vrouw van Villers staat niet toevallig direct na deze opmerking. De Vrouw van Villers, Adriana van Aerssen van Sommelsdijk was de tante van de zusjes die zich aangesloten hadden bij de Labadisten. Heeft Margaretha het niet direct aan haar durven vragen of heeft zij er bij Margaretha op aangedrongen om zich te laten informeren?
[uhEd getrouwe wijff M Turnor]
ick bidt dat jeneken eens ter deege verneemt of labedije2Jean de Labadie, grondlegger van de Labadisten, een gereformeerde sekte met de jonste dochter vande heer van someldijck3Lucia van Aerssen van Sommelsdijk is getrout oft seecker is en hoe lan sij getrout sijn daer is mij om gebeeden die wenste de waerheijt te mooge weeten de heer en vrou van vieleers4Alexander de Soete van Laecke en Adriana van Aerssen preesenteere haere dienst aen uhEd
P.S.
Maar ho, als ze klaar is met schrijven komt er weer allemaal nieuws. Het is nu wel zeker dat de Engelse en de Franse vloten zwaar beschadigd bij Chatham liggen. De koning van Engeland schijnt not amused te zijn dat Lodewijk XIV uit Brabant is vertrokken zonder iets tegen de Republiek te hebben uitgericht en in plaats daarvan Maastricht is gaan belegeren. Nu willen de Engelsen een vrede en zijn misschien al in oorlog met Frankrijk.
p s naert schrijfve dees komt tijdine die voor seecker wert gehoude, dat beijde de vloote so wel d Engelse als de franse heel gedevaeliseert5gedevaliseerd: ernstig beschadigd voor schat =tan6Chatham sijn geloopen en noch leggen, dat de koninck van Engelant seer qualijck te vreede soude sijn dat de koninck van vranckrijck wt brabant is gegaen sonde Eits op ons wtgericht te hebbe en Maestricht beleegert heeft, ock hout men voorseecker dat de Engelse seer verlange naer de vreede met ons en dat sij met vranckrijck in oorlooch mochte sijn, [van Acken heeft me dat]
Uit Aken is meer nieuws over Maastricht gekomen. De Fransen zouden een buitenbolwerk van Maastricht hebben aangevallen, en daarbij 600 man zijn verloren. De Maastrichtenaren op hun beurt hebben bij een uitval een belegeringswerk van de Fransen belaagd waarbij 500 Fransen zouden zijn omgekomen. De stad lijkt stand te houden. De behaalde overwinning op zee zou groter zijn dan ooit te voren, en de koning zou spijt als haren op zijn hoofd hebben dat hij de zee moest verlaten. Gaat het eindelijk de goede kant op? Is de Nederlandse leeuw ontwaakt, zoals ook bovenstaande titelprent suggereert?
[mochte sijn,] van Acken heeft me dat de franse Een atacke7aanval op onse buijte wercke voor Maestricht hebbe gedaen daer dons dapper hebbe gevochte en wel ses hondert vande franse sijn geblee en afgeslaechge, ock dat die vande stat Een wtval hebbe gedaen op een vande vijants wercke daer meer als 500 so doode als gequetste vande vijant sijn geweest so dat men niet hoort of sij houden haer heel wel, onse vicktoorije ter see seggense dat so groot is alser oijt bij ons is bevochten de koninck seggense berst van spijt dat sij de see so hebbe moete verlaeten
Margaretha heeft een brief van Godard Adriaan van 13 juni jl. ontvangen. Uit de brief van Margaretha van 19 juni blijkt dat Godard Adriaan zich zorgen maakt over zijn familie. Ze verontschuldigt zich er dan ook voor dat ze tot nog toe alleen maar onheilstijdingen heeft medegedeeld. Maar in haar vorige brieven, die Godard Adriaan op het moment dat hij zijn brief op de 13de aan de postmeester meegeeft nog niet heeft gelezen, heeft Margaretha geschreven over het goede nieuws omtrent de strijd op zee. Welke toon overheerst in de brief van de 19de?
Onverschrokken en vol moed
In haar brieven van 12 en 16 juni heeft Margaretha uitgebreid geschreven over de twee zeeslagen bij het Schoonveld. Nu schijnt het dat er weer is geschoten, maar er is geen nader bericht over gekomen, dus het zal wel niet waar zijn. Wat wel waar is, aldus Margaretha, is dat de vijanden – en vooral de Engelsen – er zwaar de pest in hebben. Zij waren namelijk van plan om in Zeeland of op Walcheren aan land te komen.
Oh ja, er is trouwens ook strijd geleverd in Gorinchem, Muiden, en op de Nieuwerbrug. Wat Margaretha op dat moment niet weet, is dat het regiment dat Godard Adriaan geworven heeft nét in Alkmaar was aangekomen en al direct is ingezet bij Muiden. Alle aanvallen zijn succesvol afgeslagen, en daar is Margaretha wel van op de hoogte: het Staatse krijgsvolk is onverschrokken en zit vol moed. De hele gemeenschap heeft trouwens goede hoop! Als de vijand nóg een keer aanvalt, en de overwinning nóg een keer door onze jongens behaald wordt, dan staat ons een glorieuze vrede te wachten.
[hebbe gehadt,] nu wilmen weer segge dat se hebbe hoore schiete als of de vloote weer aenden an= =deren soude sijn geweest, dan also daer geen naerdere tijdine van is wort het niet gelooft dan dat is waer dat dat den vijant seer ver= =set is met de twee rankonterees die de vloote ter see hebbe gehadt, en dat sij hadde gemeent te lande in seelant oft lant van walgeren wants dengelse veel krijsvolckere op haer scheepe hadde om aen lant te setten en dat is de heere sij gedanckt gemist, te lant hebben se ock verscheijde aenslage gehadt als op gorckom muijde en ock op de nieuwer bruch en alles heeft met haer niet wille aengaen dat nu groote moet en koraesge1Courage/coragie: kloekmoedigheid so ondert
krijsvolck als onder onse gemeente2Gemeenschap geeft, mocht onse scheeps vloote die geseijt wort last te hebbe den vijant noch te atackeere weer de vicktoorije behoude, gelooft me dat ons Een seer gloorijeuse vreede sou doen hebbe[, ondertuschen is Maestri]
Maastricht
Maar al snel verandert de toon. Maastricht is belegerd en koning Lodewijk XIV zou in eigen persoon bij het beleg aanwezig zijn. De belegerden hebben genoeg proviand en munitie, hebben er alle vertrouwen in, behalen grote successen met hun uitvallen… Maar het blijven belegerden. De ogen zijn nu vooral gericht op de troepen van de keizer; maar liefst 30.000 man! Een ontzettingsleger? Iedereen hoopt dat de keizer en Spanje binnenkort de banden met Frankrijk zullen verbreken. Maar Margaretha is sceptisch; ze wil het pas geloven als ze het ziet. Want waarom is er niet eerder met de Fransen gebroken? De Fransen hebben immers al huisgehouden op Spaans grondgebied… Met de wispelturigheid van de Brandenburgse keurvorst in haar achterhoofd, vertrouwt Margaretha geen enkele vorst of prins meer. Daarom, om met profeet David te spreken, is het beter op God te hopen dan op prinsen of heren.
[vreede sou doen hebbe,] ondertuschen is Maestri3Maastricht beleegert daer men seijt de koninck selfs in Persoon voor te sijn, die van binne4Het garnizoen sijn van alles wel versien en heel wel gemoet, doen ver scheijde wtvalle met goet suckses maecken groote buijt, hoope op de troepe vande keijser die men seijt 30000 man sterck te sijn en af te koomen, men hoopt hij en spange met vranckrijck sulle breecke het welcke ick sal geloofve als ickt sien sal maer Eer niet want had de laeste dat int sin had het al moeten gedaen hebbe daer de franse haer reedene ge= noech toe hebbe gegeefve met de wtneemende insolensie5Insolentie: onbeschaamdheid, onbetamelijkheid en vijandelijcke feijtelijckheeden diese tuschen antwerpe en bruijsel sijnde opt spaense boodem hebbe gepleecht, sints men het veranderen vande keurvorst heeft gesien isser geen staet op vorste of prinsen te maecke nu seijt me dat die weer begint wat om te slaen in soma den salm6Psalm of proofheet david seijt seer wel dat het beeter is op godt te hoope als op prinse of heeren te staen[, tis alleen de]
Een oxhoofd Franse wijn
Moet Godard Adriaan binnenkort weer richting Berlijn, wanneer de wispelturige keurvorst tóch partij kiest voor de Republiek? Margaretha heeft enkele heren erover horen speculeren. Voorlopig zit hij in ieder geval nog in de Duitse gebieden. Ze is in ieder geval wel blij dat Godard Adriaan haar wij en boter heeft gestuurd, want in de Republiek is het allemaal niet meer te betalen. Een oxhoofd (231 liter) wijn kost ruim honderd gulden, en een pond boter zeven stuivers! Wel spijtig dat de groene kaas die Margaretha richting Hamburg heeft gestuurd niet aangekomen is. Ze zal deze week wel nieuwe sturen.
somige heere meene uhEd verlicht wel ordere sult krijge om weer naer berlijn te gaen insonderheijt soot waer is dat den keurvorst weer naer onse kant sou helle, ick wenste uhEd sijn reijse naer den hartooch van holsteijn7Johan Adolf van Sleeswijk-Holstein-Sonderburg-Plön hadt geEijndicht, ick bedancke deselfve seer dat hij ons weederom van wijn hee en booter heeft versorcht, hier kost Een oxshooft8Oxhoofd: 231 liter franse wijn die goet is over de hondert gul, het pont booter 7 stuijvers, de wijn die uhEd ons heeft gesonde is heel goet ick meen men in rinse fustaesie wel franse wijn van Hamburch sou konne sende maer krijge wij de vreede sal de wijn wel afslaen, het doet mij leet de groene kaes niet over is ge koomen, so ick met de briefve van merge niet hoor sal ick noch deese weeck weer andere sende[, en ondertusche blijfve]
Familie
Nadat Margaretha het laatste streepje in de ‘r’ van haar achternaam op het papier heeft gezet, vindt ze het toch nog even nodig om iets over de familie te melden. Van Ginkel verlangt naar zijn compagnie, zijn vrouw is weer hersteld van de bevalling en komt weer beneden eten, Frits, Tietge en Antge gaan naar de Franse school (maar Margaretha laat ze voor de handigheid ook Nederlands leren spellen en lezen). De trotse oma vertelt dat Frits het best van allemaal leert, hij kan zelfs al spellen! Als Godard Adriaan thuiskomst, zal Frits vragen: ‘Comment portez vous grand papa?’ (Hoe gaat het, grootvader?).
hetvolck dat uhEd heeft gesonde seggense heel schoon volck te sijn, de heer van ginckel verlanckt naer sijn kompangi, [tis goet dat de soon van brant]
de vrou van ginckel die met al haer kinder haeren dienst aen uhEd preesenteere is weer heel wel komt al beneeden Eeten, frits tietge en Antge gaen int franse school maer laetse duijts leere spelde en leesen frits leert int boeck best van alle leert al spelde sal als groote papa thuijskomt vrage komen porte voeu granpapa9Comment portez vous grand papa?, sij sijn de heere sij gedanckt heel wel vaerende en gesont
Al met al overheerst in Margaretha’s brief een positieve toon. Het glas is eindelijk halfvol. Zou er dan toch spoedig een einde aan de oorlog komen?
In haar vorige brief meldde Margaretha dat er schoten gehoord waren. Helaas moet ze deze brief meedelen dat het net zo plotseling als het begon weer opgehouden is. Men dacht dat de vloten weer een zeeslag leverden, maar het laatste nieuws is dat het bij een slag gebleven is, die we gewonnen hebben. En daar heeft ze God voor gedankt.
rec.1Recepteren van het Latijn receptare: ontvangen 20 Junij in Hamburgh2Handschrift van Godard Adriaan
haech den 16 ijuin 1673
Mijn heer en lieste hartge het viement3Ook wel vehement: hevig schiete dat men bij mijne laeste seijde weederom gehoort te sijn en men meende de scheeps vlooten voor de tweede mael aen malka =nderen waeren is op Een onseecker segge teenemael verwdweene en ist tot noch toe bijt eerste slaen gebleefve, daer bij wij volgens mijne voorgaende de avontaesge4Avantage: voordeel hebbe gehadt daer godt voor gedanckt moet sijn, [ick had volge]
Ze krijgt behalve medeleven weinig los. De heer van Asperen brengt het onderwerp nog op in een vergadering maar komt terug bij Margaretha met het harde antwoord dat er gewoon geen contant geld te vinden is in het land om haar te betalen. Al het geld wat de Staten-Generaal binnen krijgt stroomt meteen weg naar het leger en alle andere zaken die betaald moeten worden.
[daer godt voor gedanckt moet sijn ,] ick had volge toe seggine en belofte vande ontfanger wtdenboo gaert gemeent gelt te krijge maer in plaets van dat laet hij mij schrijfve wel tienduijsent gul ind post van defroijemente5Defroyement: onkostenvergoeding over betaelt te hebbe over sulcks mij niet Een stuijver kost geefve tenwaere de heere gekomiteerde rade Een Exstroordinarise subsidie hem liete toekoome hetwelcke ick bij moste versoecke, daer ick nu deese heelle weeck van smergens te ses Eure tot savonts toe om op de been ben geweest, en verscheijde heere over heb gesproocke den r p6Gaspar Fagel, raadspensionaris is hoe vroech of laet ick koom niet thuijs te vinde of als hij al thuijs is doet hem Exskuseere en niet aen
te treffe voor al die ick heb konne spreecke sijnde geweest den heer van Asperen7Philip Jacob van den Boetzelaer den heere tulp van Amsterdam8Tulp is Nicolaas Tulp, die we nu vooral kennen van Rembrandts Anatomische les. Hij was ook burgemeester van Amsterdam en zat in de Gecommiteerden Raad in Den Haag den heere van nael twijck van dort9Adriaan van Blijenburg, heer van Naaldwijk, uit Dordrecht den heere van gorckom10Kennelijk weet Margaretha niet hoe de gecommitteerde van Gorinchem heet. gaefve mij alle seer beleefde woorde en seijde haer best te wille doon, maer seijde alle en voornaemlijck Asperen en tulp vrij wat ronder wt11Vrij wat ronder uit: ronduit dat niet moogelijck is voor hollant ver midts dandere provinsie niet betaelde het te konne op brenge12Margaretha benadert nu de verschillende gecommiteerden van de Staten van Holland apart dat sij haer beste soude doen en alst niet weesen kost dat hij tup13Er staat “tup” maar dit hoort Tulp te zijn hoopte en versocht ick alsnoch paesijensie soude hebbe, waer op ick alles reeplijseerde14Repliceren: antwoorden wat tot ons Erlange15Erlangen: verwerven, verkrijgen diende, nu ben ick gistere avont weer bij den heer van Asperen gewee weest om te hoore wat daer dien merge in was gedaen also hij aengenoomen had het inde vergaderin voorte brenge, het welcke hij seijde gedaen te hebbe, maer ock hoewel alde heere ons geneegen waer het niet moogelijck was alsnoch Eenich gelt te geefve, datter so veel koste aent lant gedaen wierde dat al kontant gelt most sijn dat niet moogelijck was langer op te
[brenge,]
De terugkeer van Godard Adriaan?
Het zijn niet enkel de financiën die stroef lopen, ook de terugkeer van Godard Adriaan blijft maar spaak lopen. Dit keer met een wel heel erg unieke reden: Godard Adriaan heeft helemaal niet verzocht om naar huis te komen!
Tenminste, dat is wat de heer Van Asperen Margaretha probeert te vertellen. Wat een klinkklare onzin! Het is inmiddels al vier maanden geleden sinds Godard Adriaan een bericht aan Willem III stuurde met de vraag of hij terug mocht komen. Dat dat nog steeds niet gebeurd is, is wel heel raar aangezien van Asperen ook verteld dat Godard Adriaans verblijf in het buitenland nogal duur aan het worden is en het niet zeker is of de Republiek het wel kan betalen. Het is toch ook van de zotte! Deze redenering gebruikten Margaretha en Godard Adriaan maanden eerder om de Staten-Generaal en Willem III ervan te overtuigen om Godard Adriaan terug te laten komen en toen moest hij nog op zijn post blijven.
Duidelijk is hier iets fout aan het gaan in de bureaucratie, maar waar? En hoe is het op te lossen?
[brenge,] seijde ock met de r p16Gaspar Fagel, raadspensionaris daer over gesproocke te hebbe die van gelijcke seijde dat ick noch Een nige tijt paesijensie moste hebbe, of hij heer van Asperen verder met de heer r p onsent weege had gesproocke of niet is mij onbekent maer seijde mij ick moet v17Hier spreekt Margaretha haar man aan met u in plaats van uhEd… inkonfidensie segge dat ick vrees de heer van Ameronge langer wt sal blijfve als wij hem sulle konne betaelle, wij sijn verwondert dat hij niet versoeckt thuijs te koome waer op ick antwoorde uhEd het selfve al over 4 maende versocht hadt en so aen sijn hooch als aenden staet, dat ickt selfve wt uhEd naem noch booven de briefve die uhEd daer over had geschreefve aen sijn hoocheijt hadt versocht en tot antwoort bekoome dat het doen noch niet kost weesen, hem teegemoet voerenderen dat uhEd sonder gelt niet buij =tens lants koste sijn, dat ick dewijlt weese most noch wel Een korte tijt paesijensie soude hebbe maer badt hij toch sorch wilde drage mij die ordinansi mocht worde voldaen het welcke mij belooft heeft, ick sal met laete aen te houde en sien daer van voldaen te worde maer hoet in toekoomende sal gaen weet ick voorwaer niet, vrees sij difukulteij
Krappe kas
Die krappe kas waardoor Godard Adriaan niet betaald kan worden, leidt ook bij de milities tot problemen. De pagadoors krijgen geen geld meer en dus worden de soldaten niet meer betaalt. Het lijkt wel of de Republiek dreigt te gaan.
Om dit tegen te gaan hebben de Staten van Holland besloten om de 100e penning en 200e penning weer te gaan innen. Meer vermogensbelastingen dus. Dit was in januari ook al gebeurd en het bleek toen redelijk goed te werken. Hoe hoog de inkomsten deze keer zullen uitvallen is een beetje een raadsel want de waarde van goederen in Holland is ingestort sinds de oorlog begonnen is. Uit andere gewesten zal weinig tot niets gaan komen, deze zijn nog steeds bezet door de Fransen.
sulle maecke ordinansi te passeere, ick kan segge dat van ijder hoor der groote schaersheijt van gelt is, hoe het noch met de betaeline vande meliesi salsgaen vreest men seer, de meeste pagadoors18Pagador: betaler wildender weer wt scheijde, men heere van hollant sijn vergadert en beesich om weer den 100 ste penin in gift en den 200 pen19Vermogensbelasting bij forme van kapijtaelle leeninge in te willge hoe dat gaen sal weet ick niet de liede trecke hier in hollant de meeste niet en dandere heel weijnich van haer goet20Los van het feit dat de andere provincies niet meer betalen, omdat ze bezet zijn, zijn ook de inkomsten van de Hollandse goederen ingestort, waardoor belastingen instorten…, Een vreede diende ons best tis uhEd niet te schrijfve hoet hier is, [uhEd]
De grote mond van Welland
Margaretha’s brief eindigt met een klein nieuwtje over neef Welland: hij is de oorzaak van zijn eigen ongeluk. Zouden zijn avances bij Juffrouw van der Wijlle mislukt zijn misschien? Wat hij precies gedaan of gezegd heeft schrijft Margaretha niet maar haar conclusie is niet mals. Als hij nu maar had geluisterd naar wat zij van de winter zei…
[het selfve toch wel te overdencke ,] wat de heer van wellant aengaet die is selfs vrij wat oorsaeck van sijn ongeluck met sijn mont niet te konne snoere dat ick hem deese winter genoech vermaent en ge seijt heb uhEd sou niet geloofve hoemen sien moet wat en waermen Eits seijt, ick wenste uhEd alles wist maer kant so niet schrijfve, hiermeede blijfve uhEd getrouwe wijff M Turnor
P.S. Victorie!
Begint Margaretha haar brief nog met een aarzelende mededeling, de ps begin ze met een opgelaten kreet van blijdschap! De genade Gods waar ze eerder om smeekte is gekomen en de Republiek heeft de Tweede Slag bij Schooneveld gewonnen! De precieze details zijn nog wat vaag omdat het nieuws zo vers is maar één ding is voor Margaretha zeker: deze grootste overwinning zal bijdragen aan de vrede waar iedereen al zo lang naar smacht.
p s so aenstonts kome briefve van luijte Admi tromp21Luitenant-Admiraal Cornelis Tromp wt onse vloot hoe dat de selfve weer slaechs sijn geweest gelijcke uhE wt de kopije daer van hier neffens geaende kan sien wij konne godt niet genoech dancke voor sijne genade, maer is be =droeft donse door gebreck vande kruijt het welcke men voor de gemeente22Gemeente: Bij overdracht. Het geheel der personen die met elkander eene gemeenschap vormen, waarbij niet aan gemeenschappelijk bezit, maar aan gemeenschappelijke rechten en verplichtingen gedacht wordt. versust weer naer schoonevelt moste keere so schijnt hebbe donse noch moet omse noch Eens aen te legge, tis voorwaer Een groote vicktvorije voort lant nu heeft men hoop om t in korte tot Een goeije en gewenste vreede te geraecke het welcke ons dien groote godt wil geefven inwiens heijlige bescherminge uhEd beveelle
Deze brief begint net als veel brieven met een overzicht van de brieven die ontvangen zijn. Anders dan een paar maanden geleden, komt de post tegenwoordig keurig op tijd aan. Als het goed gaat, is het eigenlijk geen onderwerp meer om over te schrijven, maar Margaretha noemt het deze keer toch maar even. Godard Adriaan heeft een brief bijgesloten voor zijn zoon, die Margaretha ook maar even gelezen heeft. We weten niet wat er in staat, maar ze vindt het wel nodig liefste hartje even te waarschuwen. Hij weet niet hoe het hier is, en je kan niet alles aan het papier toevertrouwen. Ach, kon ze hem maar even een uurtje spreken…
[rec. 7. Junij in Hamburg]
haech den 2 ijuini 1673
Mijn heer en lieste hartge
uhEd schrijfvens van de 26 meij heb ick ter rechter tijt ontfange, en de ingeleijde aende heer van ginckel gesonde ick vinde deselfve wel heel wel gestelt maer mijn lieste hartge wij moete wel voorsichtich sijn uhEd kan hem niet inmaesgeneer1Imagineren: zich in den geest een voorstelling maken van hoet hier is dat hij de briefve alleen las en hielt waert wel, maer derf alle de pen niet vertrouwe wenste uhEd Eens maer Een Eur te konne spreecke d welcke niet weesen kan, [hoope als deese komisie]
Het regelwerk
Margaretha zou willen dat de missie van haar man nu eens voorbij was. Ze heeft gehoord dat ze er zelfs in de Staten Generaal over gesproken hebben. Wat betreft het nog openstaande geld is ze al eens naar Amsterdam geweest. Daar zit ‘ontvanger’ Uyttenboogaard2De schrijfwijze van zijn naam is divers, Margaretha schrijft zijn naam al vaak verschillend, maar ook op internet vind je verschillende schrijfwijzen. Een ontvanger int de belastingen en kan het geld uitkeren bij het overhandigen van een assignatie. Margaretha heeft nog steeds geen geld, dus eigenlijk moet ze weer eens naar Amsterdam. Ze heeft alleen een probleem: haar vers bevallen schoondochter durft ze niet alleen te laten. Later in de brief komt ze er op terug: Uyttenboogaard heeft laten doorschemeren dat er mogelijk geld beschikbaar is. Misschien kan ze dan over 14 dagen om de volgende ordinantie vragen…
De dreiging blijft. Nu schijnt de vijand van vier kanten tegelijk aan te willen vallen. Alle posten schijnen goed voorbereid te zijn, maar Margaretha kan nog geen uur rustig op bed liggen van al die alarmen.
[generael van gesproocken,] ick had al Eens naer Amsterdam geweest om
te sien of gelt vande ontfanger wtdenboo= gaert koste krijge maer derf niet van hier en de kraem vrou met alde kinden alleen hier laeten dewijlle aende poste seeckere advijsen sijn dat den vijant voorneemens is vier vande selfve te gelijck t Ackateere hoewel men seijt die alle wel versorcht en versien sijn kan me niet weeten hoet gaen mocht tis wel bedroeft in sulcke gestadige allarm te sitten men leijt niet Een r uer gerust ofs op sijn bedt, sijn
Nieuwersluis
Wat het rusten wat zou moeten helpen, is dat Zijn Hoogheid, Stadhouder Willem III, waakt. Dat de Staatse troepen de post op Nieuwersluis hebben ingenomen, zint de Fransen allerminst. Er wordt rond Breukelen flink gevochten en Gunterstein wordt zo beschoten dat de muren naar beneden vallen.
[r uer gerust ofs op sijn bedt,] sijn =hoocheijt treckt ock en reijst gestaedich vande Eene post opt dander die post die wij aende nieuwersluijs hebbe ge noomen inkomodeert den vijant seer beschietense op gundersteijn datter stucke van muere vant huijs valle en belette haere wercke diese te breuckelen opwerpe te maecke, [de]
De Fransen samen met…
Ook de oorlogsontwikkelingen buiten de Republiek houden Margaretha bezig. Iedereen heeft het over de Keurvorst die achter de rug van de Republiek om een verdrag sloot met de Fransen. Van de eigen vloot horen ze niets. Wel gaat het gerucht dat de Engelse en de Franse vloot geconjugeerd zijn: dat ze samen gegaan zijn tot één grote vloot.
uhEd kan niet geloofve hoe groot en kleijne hier vant doen vande keurvorst spreecken men schrickter van te hoore bij konsequensie krijge wij ock al vrij wat, van onse scheeps vloote hoore wij niets als dat somige wille segge dat de Engelse met de franse soude ge konsgingeert3Consigneren: in bewaring geven. Ze bedoelt waarschijnlijk conjugeren: zich verenigen sijnde doch niet seeckers
Kennelijk is Ursula Philippota inmiddels uit haar kraambed opgestaan en is tijdens het schrijven van de brief uit bed gebleven. Daardoor is Margaretha duidelijk opgelucht in de PS. Als de kraamvrouw 11 dagen na de bevalling een hele middag op kan zijn, dan kan ze ook mee in de koets als ze onverhoopt moeten vluchten.
sulle sijn, de groene kaes heb ick gesonde hoop het blickwerck wel overgekoome is , sal hier meede Eijndige blijfve
Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff M Turnor
de vrou van ginckel die nu 11 dage kraems is, is de heere sij gedanckt so wel alstder op aen sou koome dat godt verhoede souse wel inde koetse konne sitte sij is al heelle naer middage op