Floortje Tuinstra is historica en archivaris en deed voor Het Utrechts Archief het inhoudelijke onderzoek voor de tentoonstelling "Rampjaar 1672-1673" en de bijbehorende podcast.
Het was Lodewijks generaals al ruim vóór de verovering van Bonn in november duidelijk, dat de bezetting van de Republiek op den duur niet te handhaven was. De verovering van Maastricht en het beleg van Trier eind augustus zorgden voor een kentering. Deze eigenzinnige acties van Lodewijk XIV hadden zijn Duitse buren het laatste zetje gegeven voor het bondgenootschap met Willem III. De Duitse legers sloten zich nu daadwerkelijk aan bij het Staatse leger! In september en oktober moesten dan ook steeds meer Franse troepen noodgedwongen naar het zuiden: de Republiek begon langzamerhand leeg te lopen.
Karrenvrachten vol
Met lege handen vertrekken de Fransen niet. Behalve hun eigen voorraden munitie, graan en meel, die opgeslagen hadden gelegen in de kerken, nemen ze ook alle wapenrustingen van de Utrechtse garnizoenen mee. Een hele logistieke operatie: honderden karren en schepen zijn nodig om alles via de Rijn en de Veluwe richting Duitsland te krijgen. Everhard Booth, zoon van Utrechtse burgemeester en arts Cornelis Booth, doet er in de eerste helft van november dagelijks verslag van in zijn dagboek.
De Franschen sijn bij nacht ende dag besigh met het inladen van haere magasijnen in de schepen, maer men kan niet beseffen hoe sij op sullen kunnen geraken met dese oosten wind.
Op den naernoen1namiddag sijn hier gekomen over de 400 wagens van Zutphen, om mede volladen te werden.
Noch ettelijke 100 wagens sijn hier gekomen van Grol, Brevoort ende andere dorpen, noch verder om te laden al d’ ammonitie ende voorraet van meel ende graen.
Op den avond sijn hier wel over de 1000 ledige wagens gearriveert van boven Nimwegen, ja Emmerik ende daer rontsom, Terwijle op desen dagh een mennichte van kleyn der vaertuyg met ammonitie geladen, den Crommen Rhijn op naer Wijk is gevaren, daer onder vier Cromme Rhijn-schuyten alleen met geblaude harnassen uyt het Staten Magasijn dat sij gansch ledig hebben gemaekt, gelijk ook dat van de Stad.
Een half miljoen gulden
Terwijl de logistieke operatie in volle gang is, slaan de Fransen nog één slag. Hoewel het aanvankelijk het plan was Utrecht en andere steden plat te branden, lijkt het voordeliger om ze allemaal nog een laatste grote heffing op te leggen. De provincie moet binnen een paar weken meer dan een half miljoen gulden hebben opgehoest, anders wordt de stad alsnog platgebrand. Zo goed als onmogelijk: er was het afgelopen jaar al een miljoen betaald en de stads- en provinciekassen waren leeg. Maar met behulp van particuliere leningen komt toch de helft van het geld bij elkaar.
Om nu deze 250 duyzent guldens zo haast bij een te krijgen, was de Magistraat zeer bekommert, maar het geldt quam evenwel te voorschijn: en dede een aanzegging aan grooten en kleynen, dat ieder zo veel penningen als mogelijk was, aan de Provintie wilde te leen op brengen, tegen 6 ten hondert ‘s Jaars; en wel verwondert waren die Heeren, datze met der haast zo veel geldts zagen opschieten; De Bank van Leeningh, of Lombert gaf 6000 gulden, zekere Juffr. Krieks 4000 gulden, een andere zo al voore, ja uyt kleyne Steegjes en Slopjes, quam zo veel te voorschijn, dat zij noyt hadden vertrout, zo genegen was Groot en Kleyn, Rijk en Arm, om van ‘t Jok der Fransen Slavernye te worden ontlast
Gijzelaars
Maar dat is dus nog maar de helft. Hoe kunnen de Fransen zich straks van de andere helft verzekeren, als ze zelf al vertrokken zijn? De oplossing is ingrijpend: gijzelaars. In Woerden worden op 7 november twaalf mannen gegijzeld. Een week later worden ook vijftien burgers uit bovenlaag van de stad Utrecht van hun bed gelicht. De predikanten, vroedschapsleden, oud-burgemeesters, een brouwer, een graanhandelaar, een arts, een advocaat en zo voort, worden opgesloten in het huis van de Zwitserse commandant. De volgende dag voeren de Fransen ze op vier wagens af naar het oosten. Na een meerdaagse tocht langs Arnhem en Doetinchem over besneeuwde karrenpaden, worden ze uiteindelijk honderd kilometer verderop vastgezet in de Duitse vestingstad Rees. Hoe lang ze daar zullen moeten blijven is ongewis…
Definitief vertrek
Er is ook goed nieuws. Op donderdagochtend 23 november (13 november Utrechtse kalender) tussen half 6 en 9 uur verlaten de laatste Franse infanteristen, ruiters en paarden de stad Utrecht door de Wittevrouwenpoort. De poort gaat daarna onmiddellijk op slot. Everard Booth slaat in zijn aantekeningen een zucht van verlichting:
den Almachtigen sij gelooft voor sijne genade ons hierinne bewesen. Het is remar= quabel dat de Franschen den 13 Junij 72, sijnde donderdagh, hier in sijn gekomen, ende op heden, sijnde mede donderdag, ende ook den 13, weder de stad hebben gequiteert, alsulx net 17 maenden de borgerye tot een on= draechelijke last sijn geweest.
Margaretha heeft een brief van Godard Adriaan van 6 oktober binnengekregen en geeft hem het grootste gelijk van de wereld dat hij daarin verontwaardigd is over het handelen van Pieter Both en de zijnen. Sinds ze terug is uit Utrecht blijken ze al weer bijna bij de partij van Nellesteyn weg te hebben willen lopen, totdat Cornelis van Beeck zich opeens vóór Nellesteyn verklaarde. Toen kozen ze eieren voor hun geld en bleven ook.
uhEd schrijfvens vande 6 deeser heb ick heede ontfange vinde uhEd het grootste gelijck vande werlt heeft misnoegen overde proseduere van bodt1Pieter Both van der Eem en de sijne te neeme, naer mijn vertreck van wttrecht verstaen ick dat sij al weer hebbe gedifukulteert2moeite hebben gehad de partij van nellisteijn3Johan van Nellesteyn te houde tot dat sij sagen dat de van beeck4Cornelis van Beeck hem voor nellisteijn deklaereerde en sij niet beeter en koste,
Aan zulke vrienden heb je niets
Margaretha heeft laten weten dat ze zich niets van zulke ‘variabele vrienden’, waar je toch niet op kunt rekenen, wil aantrekken. Ze hoopt maar dat Nellesteyn zonder hen ook wel aan zijn meerderheid komt, dan doen ze maar wat ze niet laten kunnen.
[en sij niet beeter en koste,] ick heb geseijt dat ons seer weijnich aen sulcke varijabelle5variabele: wisselvallige, wispelturige vriende of liede seer weijnich geleechge was daer men doch geen staet op kost maecke hoope nellisteijn6Johan van Nellesteyn het sonder haer wel te booven sal koomen laetse dan doen watse wille
In de PS begint Margaretha er wéér over: nu blijkt Borre van Amerongen zich weer bij Both en Van Dinter te hebben aangesloten. Maar ja, dat was toen ze uit Utrecht vertrok, het kan nu zomaar weer anders zijn. Met zulke mensen weet je niet waar je aan toe bent.
de heer van sandenburch7Diederik Borre van Amerongen hout het nu heel met bot8Pieter Both van der Eem en van linteren9Jacob van Dinter , doen ick van wttrecht ginck wast so, maer men weet niet hoe ment met dat volck heeft
Hoog bezoek op Zuylestein
Bij de buren, Frederik van Nassau-Zuylestein en zijn vrouw, is prins Willem III op bezoek. Ze kennen elkaar goed, want Frederik, een onechte half-broer van Willems vader, was zijn gouverneur geweest tot hij zestien werd. De vrouwe van Zuylestein was hofdame van Willems moeder Mary. Het bezoek bezorgt Margaretha enige geluidsoverlast, want de vele paarden die gedrenkt moeten worden zorgen voor veel lawaai als ze naar het water rijden.
sijn hoocheijt is noch op Suijlisteijn alwaer de heer en vrou van Suijllisteijn deese middach sijn gekoome hier is sulcken gerij van paerde diese te water brenge den gansen dach overt voorbu rch dat het niet te hade10niet te harden is sij breecken en maecken het voorburch en de singen als Een dijck datter niet door te koome is ock so de steech, [deese sendt ick tot]
Regen
Het is nog net zulk nat herfstweer als een paar dagen geleden. Op Amerongen hebben ze nog niet één van de diverse soorten wintergranen kunnen zaaien.
het reegent hier alledaech noch so dat ick niet en weete hoe ment koorn weer in daerde11de aarde de sal krijge wij hebben noch niet Een kooren in daerde
Godard Adriaan heeft geschreven dat hij klaar staat om te vertrekken! Hij wacht alleen nog op antwoord op zijn brief aan de griffier en de raadpensionaris over zijn demissie. Margaretha heeft Coenraad van Beuningen, de voorzitter van de commissie die de brief in behandeling heeft, er maar eens op aangesproken en die zei dat de commissie niet wist dat de opdracht van Willem III alleen de werving betrof. Ze spreken af dat ze allebei bij de raadspensionaris zullen informeren, wat Margaretha onmiddellijk gedaan heeft.
[=fier wacht,] ick heb vernoome hoet daermeede is, wort bericht dat die in hande van gekoomiteerdees1Gecommiteerden: afgevaardigden in het bestuur van Holland sijn gestelt daer den heere van beuninge2Coenraad van Beuningen de Eerste in die komissie is, ik heb hem daer overweese spreecke die seijt de heere niet te hebbe geweete uhEd die last van sijn hoocheijt alleen hadt tot de werfvine en dat hij met de raet pensionaeris daer van soude spreecke vont goet ick ock het selfve soude doen het welcke gedaen hebbe [die]
Slome raadpensionaris
De raadpensionaris3Gaspar Fagel beloofde Willem III er over te spreken, wat hij echter nog niet heeft gedaan. Omdat hij gewoonlijk nogal traag is, verwacht Margaretha niet snel resultaat. Ze hoopt dus maar dat de prins inmiddels zelf wel de brief die Godard Adriaan rechtstreeks aan hem had gericht, heeft beantwoord.
[selfve soude doen het welcke gedaen hebbe] die mij belooft heeft sijn hoocheijt die Eergister hier gekoome is daer van te sulle spreecke dat hij noch niet gedaen heeft, en gelijcke hij vrij wat lansaem4langzaam in al sijn affaerees5in al zijn affaires: in alles wat hij doet is vrees ick dat hijt hier ock wel in sal sijn, daerom ick te meer verlange of uhEd van sijn hooch heijt selfs op dat susijet6subject, onderwerp geen antwoort heeft bekoome en wat, [van beuninge is te]
Prins leidt leger naar Brabant
Ondertussen is het Staatse leger van voor Naarden opgebroken. De Spaanse ruiterij die overal waar ze kwam grote overlast veroorzaakte, is ingescheept om naar Brabant te gaan. Daar gaat ook de Nederlandse ruiterij heen, waar Willem III over hen allemaal het bevel zal voeren. Slechts vier ruiterregimenten blijven met de infanterie achter in Holland onder commando van de graaf van Waldeck.
[demissie wil niet langer wt blijfve,] ons leeger is van voor naerde7Naarden opgebroocke, de spaense ruijterij om de groote overlast die overal daerse koome doen, sijn geambergueert8Embarqueren: Inschepen, ook troepen terugtrekken , so men seijt gaense naer brabant met al onse ruijterij behalfve 4 rees gemente9regimenten die hier te lande neffens de infante =rij die ondert komande vande graef van nassou waldeck blijfve, sijn hoocheijt seijt me dat mee
naer brabant gaet en overt heelle leeger aldaer so wel over de spaense als donse10de onzen sal komandeere, [onse ruijterij marscheere te lande]
Door de regen naar Bergen op Zoom
Het is maar de vraag of de tocht van onze ruiterij naar het zuiden met alle paarden zal lukken, want door de eindeloze regen van de laatste tijd zijn de wegen bijna onbegaanbaar. Eindbestemming is Bergen op Zoom waar ze verdere bevelen af zullen wachten.
[komandeere,] onse ruijterij marscheere te lande vinde sulcke onwtspreeckelijcke weege dat men vreest sij daer niet door sulle koome door alde kontiniweelle11voortdurende reegen die wij meest alledage hebbe, al dit volck heeft haer randevoes12rendez-vous: samenkomst tot berge op soom13Bergen op Zoom sulle daer op naerder14nader ordere wachte, [de heer van Ginckel]
Van Ginkel in de voorhoede
Ook van Ginkel gaat mee en heeft het geluk dat hij de voorhoede mag aanvoeren. Hij is in Nieuwersluis geweest en vond zijn compagnie in betere toestand dan verwacht. Maar bij de monstering kwam een vaandrig met acht of negen man niet opdagen, en drie of vier mannen die wel in de buurt waren verschenen niet op het appèl.
[niet en verstaen] sijn kompangi is onlans ge= monstert daer 3 a 4 man die present waere hebbe vergeeten aente laete trecke, en meer andere abuijse, sijn vaendrager komt ock met die 8 a 9 man die hij mee brenge sou niet daer hij heel om verleegen is, [de 25]
Daarnaast is de luitenant dodelijk ziek. Van Ginkel schijnt al een vervanger op het oog te hebben. Geen Duitser, want die snappen toch niet zo goed hoe het hier in ons land werkt.
Regiment een rommeltje
De berichten over het verworven regiment van Godard Adriaan zijn niet al te best. Er zijn nog steeds veel zieken. Van Ginkel is best te spreken over de officieren, maar uit andere hoek verneemt Margaretha dat ze de soldaten niet betalen, terwijl ze zelf wel op tijd het geld krijgen. Het plan is nu om er een pagadoor15Pagador: van het Spaanse pagador = betaler. Hier geldschieter heen te sturen die de soldaten rechtstreeks uitbetaalt.
Van Ginkel heeft zelf geen tijd om zijn vader te schrijven, zo druk is hij met de organisatie van de troepenverplaatsingen. Met de volgende post misschien. In Rotterdam (waar Margaretha en andere familieleden blijkbaar heen zijn geweest) hebben ze elkaar even een paar uur kunnen ontmoeten. Uiteraard laat Margaretha niet onvermeld dat Mompeljan veel aan zoonlief over laat.
in soma16in somma: opgeteld, samengevat, kort om daer is geen order in dat reesge= =ment, met deese mers17mars heeft de heer van ginckel so veel te doen dat hem onmoge= lijck is geweest te schrijfve salt met de naeste post doen, wij hebbe hem vandaech te rotterdam gesproocke daer hij Een Eur of twee bij ons is geweest, mompelijan18Armand de Caumont, marquis de Montpouillan neemt het vrij wat gemacklijck op, laet het meest op de heer van ginckel aenkoome
Er zit schot in de troepenwervingen door Godard Adriaan. Langzaam beginnen de legeronderdelen binnen te druppelen. Eergisteren heeft zich overste Lützow bij Margaretha gemeld, die haar man in goede gezondheid heeft gezien. Gisteren overhandigde kapitein Miltenaer een brief van hem. Miltenaer wist ook te vertellen dat twintig man van de compagnie bij de luitenant van Van Ginkel in Nieuwersluis zijn afgeleverd. Zeven daarvan zijn ziek, maar toch… Margaretha heeft haar zoon gevraagd te zorgen dat de troep goed bij elkaar blijft.
Eergiste is bij mij geweest den overste lutsou1Lützow die mij seijde vhEd in gesontheijt te hebbe gelaete daer godt voor gedanckt moet sijn, en gisteren kap2kapitein Miltenaer die mij uhEd schrijfvens vande 6 Augusti heeft behandicht en geseijt volgens uhEd schrijfve 20 man voor uhEd komp3compagnie meede gebrocht te hebbe daervan hij seijt 13 man aen de luijtenant van heer van Ginckels komp tot Nieuwersluijs geleevert te hebbe en dat de resteerdende 7 daer sieck legge, ick heb aen de heer van ginckel hier voer geschreefve dat hij sijn luijtenant belaste sorch te drage dat die volckere bij een blijfve en niet en verloope
Margaretha legerfinancier?
De mannen moeten natuurlijk betaald worden. Godard Adriaan had de heer van Heteren op het oog als solliciteur (geldschieter voor het leger) voor zijn regiment maar Margaretha denkt niet dat hij het doen zal, omdat hij voor eerdere voorschotten nog 20.000 gulden van het land te goed heeft. Margaretha vraagt zich af of ze nu zelf zal moeten voorschieten, want Den Haag zal niet betalen voor de monsteringen hebben plaatsgevonden.
Van heetere heb ick noch niet konne spreecke maer geloof niet dat hij t solisiteurschap vant selfve reesgement sal wille aeneeme so lang hij van sijn achterstallige vant lant niet voldaen is seijt noch 20.000 f te moete hebbe daer hij als noch niet een stuijver van kan krijge nu weet ick niet hoet sal maecke of ick dit volck niet sal moete betaelle sij sulle niet sonder gelt konne sijn ent lant geloof ick niet dat voor sij gemonstert4geïnspecteerd sijn gelt voor haer sulle
(geefve)
Voorlopig heeft ze van Ginkel gevraagd of hij de mannen die bij hem komen wil betalen naast zijn eigen compagnie. Ze zal het dan later met haar schoondochter verrekenen.
[geefve,] ick heb mijn soon geschreefve dat hij sorch draecht dat se betaelt worde neffens sijn kompa5compagnie en salt gelt hier aen sijn vrou weer om geefve
Laat je soldaten niet kapen
Soldaten goed bij elkaar houden en ook betalen is noodzakelijk, want voor je het weet ben je ze kwijt. De officieren in de Republiek zitten zo om mannen te springen, dat ze 50 gulden de man bieden voor een transfer, zodra er een nieuwe compagnie uit Duitsland arriveert. Margaretha hoopt dat de officieren van Godard Adriaan zich niet laten omkopen.
uhEd sou niet geloofve hoe de ofisiers hier verleege sijn om volck en hoese op passe als als de duijtse ofisiers koome die Eenich volck over hebe sij geefve 50 f voor Een man, daerom als die offisiers ter goeder trouwe gaen die uhEd het volck meede heeft gegeefve is goet maer anders soudens al Een toer konne speelle6een toer spelen: een poets bakken, een kunstje flikken
Verderop meldt ze dat Kapitein Miltenburg voor zijn eigen compagnie gelukkig toch rechtstreeks geld van de Staten heeft gekregen, nadat hij in Amsterdam bot had gevangen. Er schijnt ook een kapitein Vollenhove gearriveerd te zijn in Den Haag, maar die heeft ze nog niet gezien.
Beweging op de Veluwe en in het Gooi
Ondertussen is het Staatse leger aan het bewegen. Willem III is met een deel op de Hoge Veluwe en de Graaf van Waldeck verschanst zich met een ander deel in ‘s-Graveland en Loosdrecht. Maar wat voor plannen Willem III precies heeft? De tijd zal het leren. Margaretha hoopt in ieder geval op Gods zegen.
[dat betaelt heeft] , Wat nu belanckt ons leeger dat is met sijn hoocheijt op de hoochge veeluwe de graef van Waldeck heeft opt
schrafelant7‘s-Graveland en te loosdrecht postgevat daer se haer begraefve8zich ingraven wat verder het deseijn9plan van sijn hoocheijt is sal ons den tijt leerde, de heer almachtich wilt selfve seegene en ons in alles bijstaen, inwiens beschermin =ge uhEd beveelle blijfve
P.S.
Er volgt nog een half kantje P. S.: Margaretha memoreert nog maar eens de blijde aankomst van de Parmezaanse kazen, maar ook dat de eerder verwachte kapitein Vollenhove alsnog bij haar langs is gekomen. Hier lijken de kaarten omgekeerd te liggen: hij heeft een schuld bij Godard Adriaan en hij had gedacht die in te lossen met een obligatie die bij de freule van Horn zou zijn, maar die obligatie is daar niet meer. Een maandje geduld nog.
Verder stuurt ze een plakkaat mee dat overal hangt en gaat het opmerkelijke gerucht dat de Grebbedijk zou zijn doorgestoken door ‘ons volk’ en dat de provincie Utrecht onder water zou staan. Er zou daar iets te verwachten zijn… Er is geen dijkdoorbraak in die tijd bekend. De afbeelding van de kaart van de doorbraak van de Grebbedijk in 1855 laat zien hoeveel land er onder water zou komen te staan.
dit neffensgaende plakaet is hier vandaech overal aengeslage, men seijt ook dat ons volck de grebbendijck hebbe door gesteecken waerdoor alles inde provincie van Wttrecht onder water soude sijn, en dat het op die provincie soude soude aangesien weesen
Volgens Margaretha is er niets schrijvenswaardigs gebeurd. Maastricht is verloren en Lodewijk XIV zou al weer naar Parijs vertrokken zijn, hoewel in de ps blijkt dat hij nog bij Visé ligt. Willem III trekt zijn leger samen beneden de rivieren en bij de Engelsen rommelt het. Velen hopen op vrede. Maar waarom is Van Reede van Renswoude blijven zitten met zijn hoed op?
Willem III naar De Langstraat
Gezien het feit dat Lodewijk al weer onderweg naar Parijs zou zijn met een deel van zijn leger, gelooft men niet dat hij deze zomer nog tot extra aanvallen op de Nederlandse grenzen over zal gaan. Toch trekt prins Willem een groot deel van zijn leger samen in De Langstraat (omgeving Waalwijk en Raamsdonk), onder de Maas. Wat zijn plan daarbij is zal de tijd leren.
[naer parijs gegaen,] soot so is gelooft me niet dat hij deese soomer op onse frontiere Eits1iets sal atenteere2Attenteren: ondernemen , nietemin treckt sijn hoocheijt Een gros van Een leeger bij Een het welcke so men seijt haer inde langestraet3De Langstraat was Hollands, maar valt inmiddels onder Noord-Brabant sulle vergaere daer se overmerge naer toe soude gaen, wat het deseijn4Dessein: plan is sal ons den tijt leeren, [de]
Muiderberg verlaten
Bovendien is er ook beweging bij Franse troepen elders in het land. Ze schijnen een zelf opgeworpen verdedigingswerk op de Muiderberg verlaten te hebben. Margaretha is bang dat dat betekent dat ze de legeronderdelen gaan hergroeperen, waardoor de Nederlanders extra op hun hoede moeten zijn. Velen denken dat er vrede komt.
[wat het deseijn is sal ons den tijt leeren,] de vijant die Een schans of Eenich foortres op de muijer berch5Muiderberg hadt gemaeckt hebbe so me seijt het selfve verlaeten, en soude het vande onse weer om veer geschoote sijn, wat dit vande vijant segge wil kan men niet dencken ten waere sij almee Een gos gros van Een leeger bij Een wille trecken waerom wij op ons hoede moeten sijn, veel sijn van opijnie dat wij nu wel tot Een vreede sulle geraecke
Engelse admiraal op zijspoor
Ondertussen is er in Engeland onrust ontstaan rond James Stuart, hertog van York, en broer van koning Charles II. Toen deze hoogste admiraal van de marine bij het parlement om zijn nieuwe aanstellingsakte vroeg om de Engelse vloot weer aan te kunnen voeren, is deze hem geweigerd. Niet lang geleden is namelijk de Test Act aangenomen, die voorschrijft dat wie in Engeland een ambt wil bekleden, het avondmaal moet mee vieren in de Anglicaanse kerk. Als goed katholiek heeft James dat afgeslagen.
men seijt ock datter in Engelant Eenige desensie6dissentie: verschil van mening soude sijn dat den hartooch van jorck7James Stuart II, Hertog van York, van 1685-1688 koning van Engeland beegeerende vant parlement sijn Ackte om opt konins vloot te komandeere en te gaen8James was tot 1673 Lord High Admiral van de Engelse marine. In 1673 weigerde hij de eed van de Test Act te doen en zoals Margaretha bedoelt de eucharistie van de Anglicaanse kerk te ontvangen. Hierdoor maakte hij eigenlijk bekend dat hij katholiek was, deselfve seijde volgens de preevileesie vant rijck9Margaretha heeft het hier over de Test Act hem dat niet konde geefve voor en al Eer hij neffens andere litmaete komuniseerde en belijdenis vande gereeformeerde reeligie deede het welcke hij weijgert te doen en sij hem tot alle bedieninge van Eenige schars =gees10verantwoordelijkheden vant rijck so lange hij en alle andere daer in kontiniweert onbequaem achten, dit sal daer int rijck al vrij ontstelte =nis veroorsaecke, [van onse scheeps vloot hoore]
Heer houdt hoed op
De vertegenwoordigers van de vier provincies in de Staten-Generaal hebben inmiddels allemaal een eed tot geheimhouding afgelegd met betrekking tot de vredesonderhandelingen in Keulen. Ze stonden allen met opgestoken vingers. Alleen de heer van Renswoude, vertegenwoordiger van Utrecht, bleef zitten en hield zijn hoed op. Wat dat wel mocht betekenen? Met de vier provincies bedoelt Margaretha de niet-bezette provincies Holland, Zeeland, Groningen en Friesland. Het is bekend dat Lodewijk XIV de onderhandelingspositie van Johan van Reede van Renswoude afwees omdat hij hem als inwoner van het bezette Utrecht als zijn eigen onderdaan beschouwde.
de heere vande vier provinsie ter geeneraeliteijt hebbe alle haeren Eet van seeckreetie11geheimhoudingseed over de saecke vande vreedehandelin met op gesteeckene vingeren gedaen, behalfve de heer van rhijnswou die preesent was maer met sijn hoet opt hooft bleef sitte dat men niet weet hoet daer meede is of wat het bediet12beduidt, betekent
vandaech met de poste seijt me dat de koninck noch niet naer parijs is maer met sijn volck tusche visee13Visé en Maestricht noch leijt, da straede14Louis Godefroi d’Estrades koman= deert in Maestricht, de graef van dona15Wilhelm Albrecht, graaf van Dohna, ooster =wee16Adriaan van Gendt, heer van Oosterwedde en wee17George Johan van Weede sijn so pester18Joan Pesters schrijft buijte prij =ckel19perikel: gevaar de de tweede sijn been quijt en vant tande de kuijt af
De heer van Werkendam20Daniël Oem van Wijngaarden zou als gezant zijn teruggeroepen uit Denemarken en vervangen worden door een ander. Dat zou volgens geruchten Godard Adriaan zijn, wat Margaretha niet gelooft. In Utrecht is de secretaris van de Staten van Utrecht Van de Poll overleden. In normale tijden zou zijn functie zijn vervallen aan de heer van Zuilen.
men seijt ock dat den heer van werckendam21Daniël Oem van Wijngaarden te wt deenmerck22Denemarken weer komt en datter Een ander soude gesonde worden datter gesproocke wort van uhEd daer toe te versoecke het welcke niet wel kan aeneemen beusechem schrijft mij dat den ontfanger seeckreetaris vande state van wttrect vande pol te wttrecht aen sieckte overleeden is, wiens amt naer den ouden sleur aenden heer van suijlen soude vervalle sijn volgens sijn soer[?]23soer: zuster
Er lijkt niet veel te melden op deze doordeweekse dag in juni. De toon past bij een lome zomerdag. Margaretha herhaalt en verduidelijkt een paar zaken uit haar vorige brief, heeft alle ruimte voor een roddel en sluit al na twee kantjes af. Maar dan komt er nog een P.S.
Vijandelijke vloot trekt zich terug
Sinds de laatste brief geen nieuws, schrijft Margaretha eerst. Het schieten van afgelopen zondag was niet meer dan een schermutseling tussen de brandwachten van de beide vloten. De vijandelijke schepen hebben zich teruggetrokken tot op de Thames. Vanuit Den Haag zijn er gedeputeerden aan boord gegaan van de Staatse vloot. Waarom? Dat is niet bekend.
seedert mijne laeste is hier niet nieus, de laeste briefve wt de scheeps vloote brenge niet ande meede als dat het geschiet datter voorlee den sondach is gehoort was de brandtwach te van beijde de vlooten te weeten donse en die vande vijant dewelcke dapper op den andere schooten daer op de vijant haer hebe gereetereert en naer de reevier van londe sijn geseijlt, daer sijn weer gedeputeerde van den staet naer onse vloot tot wat Eijnde weet men niet[, den luijtenant kolonel wedel]
Regiment van Reede bijna gereed
Luitenant-Kolonel Wedel, de aanvoerder van Godard Adriaans nieuwe regiment, heeft met zijne hoogheid gesproken die tevreden lijkt. Wedels vendel is klaar, de rest zal binnenkort ook gereed zijn. Twee compagnieën zijn al naar Alkmaar gestuurd. Ze moesten trouwens contant betaald worden, want aan uitstel van betaling doen ze niet!
[weet men niet,] den luijtenant kolonel wedel1Ernst Georg von Wedel (?-1682) is noch hier seijt sijn hoocheijt gesproocke te hebbe en alle kontentement ontfange, sijn vaendel heeft hij de andere sulle alle in korte dagen ock gereet sijn, tot twee kompangie sijnde maete die te rotterdam gemaeckt sijn af naer Alckmaer gesonde die twee hondert dartich gul aen gelt bedragen en kontant moste betaelt worde also die liede niet wille borgen, [de wijlle ick wt uhEd schrijfve vande 19]
Boter, kaas (en wijn)
Uit de brief van de 19e van Godard Adriaan blijkt dat de ‘s- Gravezandse kazen die ze heeft gestuurd, nog steeds niet zijn aangekomen. Daarom heeft ze eergisteren nog maar weer nieuwe gestuurd naar Temminck in Amsterdam, met de bedoeling dat die ze zo snel mogelijk doorstuurt. Ze bedankt haar man nog een keer voor wat hij haar heeft gezonden (wijn en boter) want boter is duur.
[borgen,] de wijlle ick wt uhEd schrijfve vande 19 deeser niet sien de gesondene schravesantse kaes doen noch niet was overgekoome heb
ick Eergister weer twee andere aenden heere teminck tot Amsterdam gesonden met ver =soeck hij die opt spoedichste aen uhEd voort wilde senden, ick bedancke uhEd noch opt hoochste voort geene deselfve ons heeft beliefve te sende salt verwachte hoope het wel sal overkoome de booter kost hier de beste seefven stuijvers het pont, [sijn hoocheijt is weer hier de poste alle]
Sommelsdijkje met Labadie getrouwd?
Na tevreden te hebben vastgesteld dat alle legerposten goed verzorgd zijn, en de algemene stemming wat geruster is, sluit ze af. Om na ondertekening nog eens terug te komen op een eerdere roddel. Is de jongste dochter van Cornelis van Aerssen van Sommelsdijk nu getrouwd met Jean de Labadie of niet, en zo ja, hoe lang dan? Kan Godard Adriaan Jenneke niet even inzetten om te informeren? Er is iemand die heel graag de waarheid wil weten. By the way, de heer en vrouwe van Villers, doen hun hartelijke groeten…
Jenneke is Godard Adriaans dienstbode. Zij heeft contacten met dienstbodes van andere rijke families en huispersoneel is natuurlijk zeer goed op de hoogte van familiegeheimen. De Labadisten zaten op dat moment in Altona, wat dicht bij Hamburg ligt, dus vlak onder de neus van Godard Adriaan en Jenneke. Godard Adriaan kan zijn neus moeilijk in andermans zaken steken, maar Jenneke kan wel haar oor te luisteren leggen.
Overigens ging het bij de eerdere roddel nog om dochter Maria (1645-1903). Nu gaat het om ‘de jongste dochter’, maar dat is Lucia (1649-1707). Van Lucia is bekend dat ze in 1695 trouwde met Peter Yvon, de assistent en latere opvolger van Jean de Labadie. De groeten van de Heer en Vrouw van Villers staat niet toevallig direct na deze opmerking. De Vrouw van Villers, Adriana van Aerssen van Sommelsdijk was de tante van de zusjes die zich aangesloten hadden bij de Labadisten. Heeft Margaretha het niet direct aan haar durven vragen of heeft zij er bij Margaretha op aangedrongen om zich te laten informeren?
[uhEd getrouwe wijff M Turnor]
ick bidt dat jeneken eens ter deege verneemt of labedije2Jean de Labadie, grondlegger van de Labadisten, een gereformeerde sekte met de jonste dochter vande heer van someldijck3Lucia van Aerssen van Sommelsdijk is getrout oft seecker is en hoe lan sij getrout sijn daer is mij om gebeeden die wenste de waerheijt te mooge weeten de heer en vrou van vieleers4Alexander de Soete van Laecke en Adriana van Aerssen preesenteere haere dienst aen uhEd
P.S.
Maar ho, als ze klaar is met schrijven komt er weer allemaal nieuws. Het is nu wel zeker dat de Engelse en de Franse vloten zwaar beschadigd bij Chatham liggen. De koning van Engeland schijnt not amused te zijn dat Lodewijk XIV uit Brabant is vertrokken zonder iets tegen de Republiek te hebben uitgericht en in plaats daarvan Maastricht is gaan belegeren. Nu willen de Engelsen een vrede en zijn misschien al in oorlog met Frankrijk.
p s naert schrijfve dees komt tijdine die voor seecker wert gehoude, dat beijde de vloote so wel d Engelse als de franse heel gedevaeliseert5gedevaliseerd: ernstig beschadigd voor schat =tan6Chatham sijn geloopen en noch leggen, dat de koninck van Engelant seer qualijck te vreede soude sijn dat de koninck van vranckrijck wt brabant is gegaen sonde Eits op ons wtgericht te hebbe en Maestricht beleegert heeft, ock hout men voorseecker dat de Engelse seer verlange naer de vreede met ons en dat sij met vranckrijck in oorlooch mochte sijn, [van Acken heeft me dat]
Uit Aken is meer nieuws over Maastricht gekomen. De Fransen zouden een buitenbolwerk van Maastricht hebben aangevallen, en daarbij 600 man zijn verloren. De Maastrichtenaren op hun beurt hebben bij een uitval een belegeringswerk van de Fransen belaagd waarbij 500 Fransen zouden zijn omgekomen. De stad lijkt stand te houden. De behaalde overwinning op zee zou groter zijn dan ooit te voren, en de koning zou spijt als haren op zijn hoofd hebben dat hij de zee moest verlaten. Gaat het eindelijk de goede kant op? Is de Nederlandse leeuw ontwaakt, zoals ook bovenstaande titelprent suggereert?
[mochte sijn,] van Acken heeft me dat de franse Een atacke7aanval op onse buijte wercke voor Maestricht hebbe gedaen daer dons dapper hebbe gevochte en wel ses hondert vande franse sijn geblee en afgeslaechge, ock dat die vande stat Een wtval hebbe gedaen op een vande vijants wercke daer meer als 500 so doode als gequetste vande vijant sijn geweest so dat men niet hoort of sij houden haer heel wel, onse vicktoorije ter see seggense dat so groot is alser oijt bij ons is bevochten de koninck seggense berst van spijt dat sij de see so hebbe moete verlaeten
Bericht van Godard Adriaan: een deel van zijn geworven regiment is onderweg! En dat is hard nodig, want de afgelopen dagen waren vol gevaar. De aangekondigde aanval heeft nu echt plaats gevonden! 3000 Fransen raakten op 2 juni slaags met het Staatse leger, maar konden worden tegengehouden. Ze hebben zich nu op Jaarsveld teruggetrokken, maar als er meer hulp was geweest, was het misschien gelukt ze echt te verjagen.
[hoet ons noch gaen sal] wij hebbe nu Etlijcke dagen in Een geduerigen alarm geseeten en sij noch niet vrij, de franse legge soot schijnt op haer loere1de Fransen liggen op de loer sijn te ijaersfelt wel 3000 sterck die de onse voorlee =de vrijdach hebbe geatackeert wmaer waeren te swack so geseijt wort was de vijant al aent reetie =reeren2retireren: terugtrekken hadden de onse maer Eenich seckoers3secour: hulp ge kreege daer was kans geweest om den vijant daer wt te slaen [daer wij nu hebbe moete doorga]
En dat gaat naar Den Bosch toe…
Hoewel het uiteindelijk goed is afgelopen zijn er natuurlijk wel doden en gewonden te betreuren, waaronder bekenden van Margaretha en Godard Adriaan. Dat weerhoudt het Staatse leger niet van plannen voor een tegen offensief, of minimaal het nog verder versterken van vestingen. Er is sprake van Breda, maar dat is eigenlijk best goed verdedigd. Den Bosch is een beter idee, want dat is slechter bezet en heeft een gouverneur die ‘suft en gehaat is’. Zou ze zich realiseren dat ze een portret van deze gouverneur geërfd heeft van haar oom? De Fransen kunnen steeds veel te makkelijk tussen Brussel en Den Bosch door Brabant marcheren, zonder dat men in Spaans Brabant een vinger uitsteekt. Margaretha heeft niet het idee dat de Spaanse Habsburgers echt met Frankrijk gebroken hebben.
wel bij de drije duijsent man, andere meene om dat breeda van alles so wel versien is dat sijt Eer op den bos4‘s-Hertogenbosch sulle aen legge daer so geseijt wort weijnich volck in is en Een goeverneur5John Kirkpatrick die suft6suffen:in de war zijn en gehaet is als de pest, altijt de koninck7Lodewijk XIV van Frankrijk met sijn volck is recht door brabant tuschen bruijsel8Brussel en die plaetse heen gemarscheert sonder dat de spaense de minste reesestensi9resistentie:verweer hebbe gedae is dat met vranckrijck breecken, [nu waert]
Maar een actie van het Staatse leger met veel soldaten in het zuiden mag er natuurlijk niet toe leiden dat de posten in Holland weer onderbezet raken en een makkelijke prooi voor de vijand worden!
Vijandelijke vloten naderen elkaar
Niet alleen op het land, ook 0p zee in de buurt van de Scheldemond, gaat het er om spannen. Cornelis Tromp heeft zich op Schooneveld bij de vloot van Michiel de Ruijter gevoegd. Die telt nu 70 grote schepen, branders en kleine scheepjes niet meegerekend. De Engelsen en Franse vloten liggen vlakbij, op slechts twee schoten afstand. Op 2 juni zijn sommige schepen nog dichter bij elkaar geweest, maar aangezien ze er niks meer over heeft gehoord, zullen ze vanwege de harde wind wel weer uit elkaar zijn gedreven.
ons scheeps vloote leijt noch opt schoonevelt daer tromp10Cornelis Tromp met sijn scheepe bij is daermee die 70 kapijtaelle scheepe sonder de branders entvaertuijch sterck sijn, de Engel gekonsijongeert11Conjungeren: Samen gaan met de franse legge op de hooch te van blanckendael12Onduidelijk waar dit is. Hier kan ook best Schooneveld mee bedoeld zijn. Beide namen kunnen een vertaling zijn van het Franse Clairvaux. geen twee schoote van d onse, men seijt de brantwachte den 2 deese13De tweede van deze [maand]: 2 juni al aen malkandere waere maar vermidts mender niet naer der van hoort gelooft me dat se door de stercke wint die wij Eenige dag en noch hebbe van Een sulle geraeckt sijn
Vreemd volk goed betaald?
Vreemd volk14Buitenlanders in Staatse dienst is overigens niet altijd te spreken over de betaling. Hannibal van Degenfeld, de aanvoerder van een regiment uit Saksen, schijnt zich beklaagd te hebben. Margaretha vindt het allemaal leugens: buitenlanders worden juist beter betaald dan ingezetenen. Dat Degenfelds mannen honger hebben geleden gelooft ze wel: hij steekt het geld immers in zijn eigen zak.
dat deegevelt15Hannibal von Degenfeld, leider van een Duits regiment in Staatse Dienst. Hij zou in 1683 een belangrijke rol spelen in het ontzet van Wenen. so qualijck spreeckt en seijt dat de vreemde naesie16de vreemde natie: het buitenlandse krijgsvolk hier so qualijck getrackteer wort is van hem valslijck geloochgen de vreemde naesie sijn hier vrij beeter en promter betaelt als de ingeseetene of oude meliesie, doch dat deege =velts kompangi of volckeren onbetaelt honger moeste lijde geloof dat waer is, want hijt gelt in sijn sack stack ent volck onbetaelt liet
Van Willem III geen kwaad
Degenfeld zou ook nog eens gezegd hebben dat Willem III de vreemde troepen onbeschoft behandelt. Daar wil Margaretha helemaal niets van weten. Zijn hoogheid is, als ze de waarheid mag zeggen, ‘van geen brutaal humeur’. Dat heeft ze nog nooit gehoord en ze gelooft het ook niet.
maer dat sijn hoocheijt hem of Eenige vreemde naesie qualijck of bruijske soude beijeegent hebbe heb ick noijt gehoort ter kontraeijreije17in tegendeel de ingeseetene hebbe altijt sijaloers geweest dat me de vreemdeline vrij beeter beijeegent de en trackteerde als haer, ock is sijnhooc =heijt als ick de waerheijt sal segge van geen brutael heumeur dat heb ick noijt gehoort kant ock niet geloofve,
Moeder en kind maken het goed
Ach, Margaretha wou maar dat ze Godard Adriaan af en toe kon spreken. Ze wijdt nog een paar zinnen aan de tienduizend gulden die ze maar niet loskrijgt en de belastingpachters die niks opleveren. De heer van Dieden18Johan Walraven van Gent, heer van Dieden laat Godard Adriaan hartelijk danken voor het feit dat hij via zijn bemiddeling het drostambt van de Keurvorst19Johan Walravenvan Gent werd Drost van Goch en Gennep dat bij Kleef hoorde heeft gekregen. En fijn familienieuws: gerekend dat de bevalling pas veertien dagen geleden is, maken moeder en kind het zeer goed.
de vrou van ginckel die vandaech 14 dage out inde kraem is, is heel wel naer den tijt so is ock het kint
Margaretha zit er duidelijk doorheen. Niet zo vreemd: De gemiste promotie van Van Ginkel ligt haar zwaar op de maag en weer is er een kasteel aan de Franse fakkels ten prooi gevallen. Bovendien zijn er nieuwe vijandelijke troepen in aantocht, terwijl naar het veiligere Amsterdam gaan voor de kraam al geen optie meer is. Want hoewel de vreugde in deze brief ver te zoeken is, is er heugelijk familienieuws…
Godard Adriaan werft door
Maar daar begint ze niet mee, ze heeft nóg een teleurstelling te verwerken. Margaretha had verwacht dat haar man nu wel klaar zou zijn met de troepenwervingen, maar uit zijn laatste brief begrijpt ze dat dat niet het geval is. De heer van Renswoude is verbaasd (en Margaretha zelf vast ook) dat van Amerongen niet vaker om terugkeer verzoekt. Daarnaast weet Renswoude te melden dat Godard Adriaan zelfs een nieuwe opdracht heeft gekregen om naar Gottorp (Sleeswijk-Holstein) te gaan, om de werving daar verder te ondersteunen.
[is,] ick had gehoopt uhEd daer nu al haest meede sout te recht geraeckt1terecht geraakt: in orde, klaar sijn, so ick hier verstae heeft sijn hoocheijt ordere gestelt dat uhEd de geldere2het geld daer toe sulle werde versorcht, vandaech seijt de heer van rhijnswou mij dat hij verlanckt en wenste uhE hier waert en verwondert te sijn dat de selfve daer niet meer om schrijft, ock dat uhEd weer Een nieu =we komissie gekreechge heeft om naer d godtdorp3Gottorp (Sleeswijk-Holstein) te gaen om aldaer de werfvin te helpe fasieliteere4faciliteren
En nu is het uit!
Zo gaat het niet langer: wel nieuwe opdrachten geven, maar geen geld. Margaretha zal de heren van de gecommitteerde raden morgen eens flink op dit onbeschaamde uitgangspunt aanspreken. Zij móeten nu zorgen dat die tienduizend gulden worden betaald.
weer nieuwe komisie5commissie: opdracht te sende en geen gelt te geefe kan niet gaen, ick sal nu op dit preesopoost6(?) wrsch. van presumptie: aanname, vooronderstelling, maar ook arrogantie merge Eenige heere vande gekomiteerde rade gaen spreecke en versoecke dat sij ordere wille stelle dat mij die ordinansi van tienduijsent gul betaelt worde sal sien wat ick krijgen kan,
Goed werk wordt niet beloond
Maar geld is schaars, ook de betaling aan van Ginkels regiment hapert weer. Margaretha windt zich steeds verder op: dat haar zoon gepasseerd is voor promotie zit haar hoog. Van Ginkels compagnie kan zich meten met welke andere binnen het Staatse leger dan ook, maar ondertussen worden anderen die minder goed zijn voorgetrokken. Goed of slecht presteren: het maakt blijkbaar niet uit.
het gelt is seer qualijck te bekoomen t begint al weer met de betaelline vande heer van ginckels kompangi en reesgement te hapere, sijn reesge= ment en insonderheijt sijn kompangi is so goet alser Een in staten dienst is, daer andere die voor hem gepreefereert worde op veel naer niet tegens op en konne, dant schijnt of men hier wel of qualijck doet dat Even veel is,
Slechts zes Zeeuwse schepen
De vloot ligt nog steeds bij Schoneveld te wachten op de Amsterdamse schepen die eerst waren blijven steken bij Pampus en nu onder Texel liggen, én op de Zeeuwse schepen, waarvan er nog maar zes gereed zijn. De Zeeuwen krijgen van Margaretha een veeg uit de pan: het is een schandaal hoe slecht ze leveren. Ze interesseren zich alleen maar voor hun eigen kaapvaart.
(onze scheepsvloot) leijt noch op schoonevelt wacht de rest van onse scheepe die overt pamphes7Pampus niet koste maer nu int tessel gereet om wt te loope lege in alsmeede de seuwse8Zeeuwse scheepen daer der noch maer ses van wt sijn de seuwe9Zeeuwen maeckent so slecht in alles dat schande is, sorchge alleen voor haer kaperije,
Nieuwersluis houdt stand
De nieuwe versterking van Nieuwersluis door het Staatse leger blijkt een blijvertje. De Hertog van Luxemburg is weliswaar met een paar honderd man uit Utrecht komen kijken, maar heeft zich teruggetrokken onder achterlating van wat manschappen op Gunterstein.
de post die onse aende nieuwersluijs hebbe gevat en nu al in defensi is, heeft den vijant binnen wtrech seer geanlarmeert10gealarmeerd, den hartooch van lutsenbur11François Henri de Montmorency Bouteville, Hertog van Luxemburg die te breuckelen in Persoon is geweest heeft hem vandaer met sijn volck gereetiereert12retireren: terugtrekken en Eenich volck opt huijs te grundesteijn13Gunterstein geleijt
Franse pyromanen
Volgend op deze terugtrekking hebben de Fransen Breukelen bijna helemaal afgebrand. Wat ze in haar vorige brief al uit geruchten had gehoord blijkt waar: Ook Huis ter Aa ging in vlammen op, ondanks de brandschatting van 1500 gulden die de heer van der Aa had betaald! Kasteel, brouwerij, de bijgebouwen: alles in de fik. “Zij moeten groot vermaak in het branden nemen”, blijkbaar beleven ze aan brandstichting veel lol, merkt Margaretha bitter op.
so men seijt hebbense breuckelen meest afgebrant gelijcke sij ock het huijs te de a14te der Aa: in Ter Aa hebbe gedaen niet teegenstaende dat de heer van der A15Frederik van Renesse van Moermont die teegenwoordich hier is, 1500f tot afkoop of be vrijdine van dien heeft betaelt en Een savegarde vanden hartooch van lutsenburch16François Henri de Montmorency Bouteville, Hertog van Luxemburg daer op of voor hadt, heeft den voornoemde hartooch selff 600 man gesonde Ent huijs met brouhuijs en al watter omtrent stont laeten af brande, sij moeten groot vermaeck int brande neemen
8000 Fransen onderweg naar Utrecht
Ondertussen ligt de hoogste Franse legeraanvoerder in Utrecht ziek te bed, maar dat maakt het gevaar niet minder. Er schijnen nog 8000 verse soldaten in aantocht te zijn. De Heer wil ons voor een inval bewaren…
de prins van kondee17Louis II van Bourbon, prins van Condé seijtme dat te wtrrecht aent fleerensijn leijt, en dat se daer noch 8000 man hebbe ontbooden men gelooft vast dat sij teen of tander op ons sulle atenteere18Attenteren: ondernemen , de heer wil ons voor Eenich inval bewaeren
Genadige verlossing: Salomé Jacoba
Een Franse inval komt nu slechter uit dan ooit want…. Philippota is van een dochtertje bevallen. En dat met maar twee uur baren. Als het aan Margaretha had gelegen zaten ze nu in Amsterdam, maar ‘naar ouder gewoonte’ heeft het niet zo mogen zijn. Philippota heeft net als de vorige keer het vertrek steeds opgehouden. Moge de Heer Almachtig die haar een genadige verlossing en een “rechtschapen vrucht” heeft geschonken, hen ook een rustige kraamtijd geven. Margaretha maakt zich zoveel zorgen over haar schoondochter en de kinderen dat ze het bijna niet kan verwoorden. Ze sluit af met de wens dat de Heer hen wil geven wat zalig is, en Godard Adriaan wil beschermen. Na het zetten van haar handtekening moet ze haast wel in tranen zijn uitgebarsten.
se komen mij segge dat de vrou van ginckel niet wel is, die nu naer twee Euren sittens19Zittens wordt in het woordenboek samen vermeld met zitster. Dat is dan een vrouw die een zittend leven leidt (door zittend werk) en het betekent daarmee ook een vrouw die vlijtig zit te werken. Waarschijnlijk heeft de bevalling dus twee uur geduurd van Een dochter geleegen20Geliggen: Blijven liggen in het kraambed, daarvan afgeleid “bevallen” is21Ursula Philippota is bevallen van dochter Salomé Jacoba , ick had gewenst mij te Amsterdam met haer geweest waere maer t heeft naer ouder gewoonte met haer niet moogen weesen wil sij wilde niet voort lest vandees oft Eerst vande toe koomende weeck niet van hier, de heer almach =tich die haer so genadige verlosine en Een recht schape vrucht heeft gegeegve wil ons verleene dat sij haer kraem in rust mach wt houde maer ick ben so met haer en al die kleijne kinder bekomert meer als ick kan segge, de heer wil ons verleene wat salich is in wiens heijlige protex =sie uhEd beveelle, blijfve
Godard Adriaan heeft dringend om geld gevraagd voor de werving van het nieuwe regiment in Duitsland. Maar zoals bekend zijn er geen contanten te krijgen. Margaretha legt haar man uit dat de soldaten thuis ook al nauwelijks betaald krijgen.
Soldaten onbetaald
Korporaalsvrouwen moeten bedelen om brood. Het schijnt dat sommige officieren het geld dat voor de soldaten bedoeld is, in hun eigen zak steken. Van Ginkels compagnie wordt gelukkig redelijk betaald, maar zijn salarisverhoging krijgt hij nog niet. Terwijl we het hier wel over een vitaal beroep hebben!
ick derf niet segge hoe de ruijters en arme soldate Een deel van wan betaeline1wanbetaling klaechge ija korperaels vrouwe gaen bidde om Een stuck broot, en konne niet subsijsteere, ick geloofve het ock veel aende offijsiers schort diet gelt in haer beurs steecke ende arme soldate onbetaelt laeten, de kompangi vande heer van ginckel wort nu reedelijck wel betaelt maer van sijn hoochge tracktement krijcht hij noch niet, [sijn hoocheijt is gistere weer hier gekoo]
Willem waakt
De veiligheidssituatie blijft precair, met de verse Franse troepen onder leiding van Condé in het land. Willem III heeft de posten bij Muiden en de Hinderdam geïnspecteerd. De zogenaamde aanval op de Hinderdam was inderdaad vals alarm, er zijn alleen wat paarden en koeien gestolen. Zijne hoogheid is waakzaam genoeg. Margaretha lijkt echt vertrouwen in hem te hebben. Alle legerposten zijn nu op orde, en menselijker wijs kan er niets misgaan. Maar ja, ze hebben afgelopen jaar wel meer meegemaakt, niets is zeker. Want ook de vijand slaapt niet en “is vol praktijken” (streken).
sijn hoocheijt viegeleert2Vigileren: waken genoech bij sijn versuijm hebbe wij geen ongelucke te verwachten al de poste sijn wel versorcht, naer menschelijcker wijse ist onmoogelijc datser door konne breecke, dan wij hebbe so veel in Een ijaer herwaerts beleeft en gesien datter niet van te verseeckeren is, de vijant slaept niet is vol pracktijcke, [sijn hoocheijt sendt drije reesgemente]
De prins heeft ook drie regimenten naar Friesland gestuurd. Zelf blijven hij en de graaf van Waldeck met een “vliegend” (flexibel) leger in de buurt van Alphen en Schoonhoven. Zodat ze bij een eventuele aanval snel ter plaatse zijn. Een mooi succes: Nieuwersluis is weer in eigen handen gekomen. God geve dat het zo blijft!
men seijt sijn hoocheijt met de graef van waldeck met Een vliegent leeger ontrent schoonhoofve en Alfhen sulle blijfve om ofse Eenige van onse post mochte atackeere daer terstont bij te sijn donse3De onzen: ons leger hebbe aende nieuwe sluijs nu weer post gevat godt geefve sijt mooge behou =de,
Oorlogsvloot
Inmiddels is de uitgevaren oorlogsvloot gesignaleerd ter hoogte van Oostende, zeilend richting de Theems. Gaan de plannen slagen?
[voor swaerder wil bewaeren], onse scheepsvloot is voorleedene vrijdach smergens ontrent 4 Euren op de hoochte van oostende gesien en seijlde naer de teems4Thames van waer alle daege men verwacht te hooren wat suckses van het deseijn5Dessein: plan is, [dus verde int]
Inwendige mens
Margaretha vergeet als altijd de inwendige mens niet in haar brief. In de eerste plaats het inwendige mensje dat er bij haar schoondochter uit moet: volgende week zullen ze toch echt naar Amsterdam gaan om daar veilig te kunnen bevallen. En in de tweede plaats haar eigen inwendige mens die erg blij is met het vat wijn dat Godard Adriaan heeft gestuurd. Ze hebben het inmiddels aangebroken en de inhoud is heerlijk. Wijn is nu erg duur, en boter ook: 8 stuivers per pond.
wij sijn noch gereesolveert int begin vande toe koomende weeck met de vrouw van ginckel en haer kindere naer Amsterdam te gaen om haer kraem met godts hulpe daer wt te houde de heere wille Een goede verlossine en gesonde vrucht verleene, wij hebbe de wijn die uhEd mij heeft beliefve te sende ontsteecke is heel goet bedancke deselfve noch seer voorde goede sorchge
die hij voor ons draecht, booter en wijn is hier seer dier het pont booter kost hier noch al 8 en 9 stuijvers,
Bouwmeester als boodschappenjongen
De Parmezaanse kaas (verblijfplaats nog steeds onbekend) zit Margaretha hoog. Zo hoog zelfs, dat ze de keurvorstelijke bouwmeester, Michiel Mattheus Smits, inschakelt. Terwijl ze zit te schrijven staat hij op de stoep met een brief van Godard Adriaan. Hij heeft weinig tijd, want hij is op doorreis naar zijn familie in Breda. Hij belooft daar naar de kaas te informeren en op de terugreis wat langer te blijven.
[hooren wat suckses van ht deseijn is] dus verde int schrijfve kom den boumeester vande heere keurvorst van brandenburch6Michiel Mattheus Smits was afkomstig uit Breda en heeft veel bouwprojecten in Brandenburg op zijn naam staan. In 1676 zou hij namens de Keurvorst het hout leveren voor de herbouw van Kasteel Amerongen die mij uhEd aengenaeme7aangename brief behandi8behandigt:overhandigt hij is so haestich dat hij niet wilde sitten maer so voort naer breeda vertrecken, sal daer naer de perme saense kaes verneemen, als hij weer komt heeft belooft weer aente sulle koome sal hem dan so wij noch hier sijn versoecke Een maetijt met ons te Eete en so veel onthael doen als wij konnen,
Twee oude heren en nog meer kaas
Met oom Dirk Adolf van Reede in Wijk bij Duurstede gaat het voor zijn doen goed, voor zover Margaretha weet, maar ze heeft eigenlijk al een poosje niet van hem gehoord. Blijkbaar heeft Godard Adriaan naar hem gevraagd. Deze oom is een broer van zijn vader en loopt al een eind in de zeventig. Een opmerkelijk familielid, want als twintiger is hij bij de Jezuïeten gegaan en ondertussen bedient hij al zo’n veertig jaar redelijk ongestoord als priester de katholieken in Wijk. Zijn gezondheid begint wat achteruit gegaan. Uiteindelijk zou hij in 1674 overlijden.
Van een andere oude heer die net ziek is geweest, Johan Temminck in Hamburg, vindt Margaretha zeker dat hij aan moet sterken, want ze stuurt hem…kaas. Geen Parmezaanse, maar ‘S-Gravenzandse kaas dit keer.
[vant lant vereijst] onse oom van reede9Dirk Adolf van Reede weet ick niet beeter of is naer sijnen doen reedelijck wel is noch tot wijck10Wijk bij Duurstede, dan heb nu in Eenige tijt herwaerts niet van sijn hEd gehoort, ick sal met deerste geleegentheijt Een paer goede schraefvesantse11‘s Gravezandse kazen voor den goede oude heere teminck sende wenste te weete wat hem aengenaem mochte sijn, [sal nu blijfve]
Er zit enige schot in de zaak: Margaretha weet het geld voor de ordonnanties bij stukjes en beetjes binnen te krijgen. Ze is naar Amsterdam gegaan en heeft bij de belastingontvanger 4410 van de 6000 gulden los weten te peuteren. Dat was niet makkelijk, want de belastingpachters1De inning van belasting werd verpacht, de hoogste bieder kreeg de baan schijnen met 3 à 4 tegelijk bankroet te gaan, waardoor de belastingontvanger met lege handen staat. Op het geld voor de ordonnantie van 10.000 zal ze nog wel langer dan twee maanden moeten wachten. Het is niet te geloven hoeveel moeite het kost om een ordonnantie te krijgen en dan vervolgens weer om hem te innen. Misschien is er straks wel helemaal geen geld meer. Maar ze blijft haar best doen zo veel mogelijk binnen te harken.
hier koomende wist den ontfanger nergens minder van als van gelt te geefven segende dat sijn kantoor so seer beswaert wiert dat hem niet moogelijck is te voldoen, de pachters gaen hier met 3 a 4 teffens banckeroet daer hij niet van kan krijge, ick heb hem noch so veel goeije woorde gegeefve dat hij mij gistere op den ordinans2Ordinantie: regeling, verordening van ses duijsent gul 4410f heeft betaelt ende resteerende penin ge tot voldoenin van de 6000f belooft heeft inde toekoomende weeck te betaelle, maer tot de betaeline van leste ordinansi ter som van 10000 f kan hij mij geen tijt stelle vreese dat noch wel Een maent of twee sal aenloope Eer mij die betaelt wort, het sal naer dat ick sien en hoor hoe langer hoe Erger worde en vreese men opt lest heel geen gelt sal konne krijge daer om ick blij ben deese leste ordinansi van tienduijsent gul genoome te hebbe men sou niet geloofve wat moijte men heeft Eer ick de ordinansie krijch en dan weer omt gelt te krijgen, sal niet versuijme het selfve so veel inte vorderen
Ondertussen hoopt ze dat haar man het haar niet kwalijk neemt als ze 2000 gulden van het ontvangen bedrag meeneemt naar Den Haag om de belastingen en de wijnrekeningen te betalen en de rest van de huishouding te kunnen blijven voeren. De overige 2410 laat ze bij de drost van Amerongen die het dan aan huisbankier Temminck zal geven zodra ook de rest van de 6000 binnen is. Zodra er iets voor de volgende ordonnantie binnenkomt gaat dat ook naar de bank. De drost zal dat Godard Adriaan steeds laten weten, zodat die bij kan houden hoeveel geld er van hen bij Temminck uit staat. Temminck zorgde ook voor de wissels, zodat Godard Adriaan in het buitenland geld op kon nemen.
[alst doenlijck sal sijn,] bidt niet qualijck te neeme dat ick van dit ontfangene gelt twee duijsent gul mee naer den haech sal neeme om aldaer de schattine en de wijnkooper brant sijn reeckenin te betaelle en het resteerende tot de huijshoudine inde haech koomende sal ick uhEd de memoorije vande lest ontfangene 6000f wat daer meede betaelt is sende, de resteerende 2410f laet ick hier in hande van onsen drost om als hijt verde =re gelt van den ontfanger sal hebbe bekoome het saeme aen teminck sal telle het welcke dan de som van vier duijsent sul sal sijn so haest salder geen gelt vande leste ordinansi ontfange worde of salt almeede in hande van teminck legge, het welcke uhEd van tijt tot tijt sal laete weete op dat deselfve staet kont maecke wat gelt onder teminck van ons is, [ick heb ons goet]
Alles naar de pakzolder
Het huis aan de Nieuwe Herengracht is per mei aan anderen verhuurd, dus Margaretha moest nodig een nieuwe plek zoeken. Net op tijd heeft ze die gevonden en alle spullen verhuisd. Ze heeft voor 5 gulden een pakzolder gehuurd bij makelaar Raedemaecker op de hoek, waar nu alles netjes bij elkaar staat. Behalve dan de koffers met zilver van Phillippota, het kastje met eigendomspapieren en nog twee kastjes met belangrijke brieven: Die worden in bewaring genomen door de drost, die bij zijn vader op de Binnen Amstel gaat wonen. Margaretha heeft van alles een inventaris opgesteld. Die nieuwe zolder is ook nog eens een stuk goedkoper dan het huis, want voor het huis betaalde ze 125 gulden per half jaar en nu maar 5 gulden per maand.
[wat gelt onder teminck van ons is] ick heb ons goet dat alde winter hier geweest is verhuijst en hier naest de deur tot Een maeckelaer genaemt raedemaecker op sijn packsolder die ick bij de maent gehuert heb voor 5f ter maent altemaelt goet bij Een geset, wt gesonder ons en de vrou van ginckels silver koffers met sil= =ver En ons kastge met transporte briefve en noch twee vande kistges met vande nodichste briefve sal den drost in sijn huijs in bewaerrin
houde, hij gaet hier in sijn vaders huijs op den binne Emstel3Binnen Amstel woonen, ick heb van alles Een inventa =ris gemaeckt en wel aengeteeckent, heb hier nu weer 125f van huijshuer voor dit half ijaer betaelt, dat liep te hooch, derf Evenwel mijn goet noch niet inden haech wagen, 5f ter maent kan gaen,
Friesland in gevaar, Brandenburg haakt af
Er zijn troepen naar Friesland gestuurd omdat men bang is dat de vijand daar zal binnenvallen. Dan worden we op drie verschillende plaatsten tegelijk bedreigd! Nou ja, ze zullen niet meer kunnen dan de Heer zal toestaan. Margaretha hoopt dat Hij de Republiek bij zal staan en een keer verlossing zal brengen. Men zegt dat komende week de Zweedse Ambassadeurs naar Aken zullen vertrekken. Ook blijft men maar zeggen dat de keurvorst van Brandenburg een verdrag heeft gesloten met Frankrijk. We kunnen op niemand vertrouwen, behalve op God, en hopen op een goede vrede.
men is hier seer bekomert en vreese de vijant in vrieslant4Friesland sal soecke in te breecken daer om daer volck gesonde sal worden, sij dreijgen ons op drie verscheijde plaets te gelijck te wille atackeere5aanvallen, sij sulle niet meer doen als haer de heere toe laet hoope de heer ons sal bij staen en Een mael Een genadige verlossine geefve,
de sweetse Ambasadeurs seijtme dat int Eerst van de toekoomende weeck vertrecke naer Acken, men kontiniweert noch te segge dat de keurvorst van branderburch Een aliansi met Vranckrijck6Verdrag van Vossem, maar pas in juni heeft gemaeckt , wij konne ons op niemants vertrou =we als alleen op godt en hoope op Een goede vreede
Amsterdam laat het hoofd hangen
Godard Adriaan zou vast niet geloven hoe de mensen in Amsterdam praten en hoe moedeloos ze worden. Veel kooplieden maken zich grote zorgen. Degenen die hun belangrijkste zaakjes naar Hamburg hebben gebracht, hebben al weer spijt, want Hamburg is slecht verdedigd. Het zou minimaal op plundering uitdraaien. Margaretha lijkt hier niet echt in mee te gaan, want anders zou ze wel grotere zorgen over de veiligheid van Godard Adriaan laten doorschemeren.
uhEd sou niet geloof hoe de mense hier spreecke en hoe kleijn moedich dat sij worde seggende dat dees stat meest bedurfven is de kooplie weeten niet waer sij blijfve sulle veel sijn swaerhoofdich die haer prinsipaelste7Principaal: Voornaam(st), belangrijk(st) tot hamburch hebbe ge brocht wenste het weer hier te hebbe vreese om dat hamburch sonder defensi is, het minste datter sal koome dat die stat sal wt geplondert worde, so dat men niet weet waer seecker te sulle blijfve,
Oorlogsvloot voor Pampus
De oorlogsschepen zijn gereed, maar kunnen vanwege de droogte niet over Pampus komen, een ondiepte in de Zuiderzee op de vaarroute van en naar Amsterdam. Er staat niet meer dan 8 tot 10 voet water boven, terwijl er schepen zijn met een diepgang van 24 tot 26. Hebben zij weer! Hier komt overigens de uitdrukking “voor Pampus liggen” vandaan. Als je daar ligt, kan je niet verder en ben je tijdelijk uitgeschakeld.
de oorlooch scheepe sijn hier alle gereet maer konne door de droochte niet overt panhfis8Pampus daer isserboove de 8 a 10 niet over en dersijnder wel 24 a 26 dit is alweer Een ongeluck,
Sommelsdijkje zwanger van Labadie?
We naderen het einde van de brief, want het wordt tijd voor een roddel. Margaretha zegt niets te weten van een vertrek van mevrouw Lucia van Walta, de Vrouwe van Sommelsdijk, uit Den Haag. Blijkbaar heeft Godard Adriaan daar naar geïnformeerd. Margaretha zal eens rondvragen als ze weer in Den Haag is, maar ze gelooft het eigenlijk niet. De hele winter wordt er al gekletst dat Lucia’s dochter, Maria van Aerssen van Sommelsdijk, die bij de Labadisten zit, zwanger zou zijn van leider Jean de Labadie en dat ze met hem zal trouwen. “Het deugt daar niet, met al hun heiligheid”, merkt Margaretha op.
[de ick sijn leefve wel wensche] vande vrou van someldijcks9Lucia van Aerssen-van Walta, echtgenote van Cornelis van Aerssen van Sommelsdijk vertreck wt den haech heb ick niet Een woort gehoort salder nae verneeme so haest ick weer inden haech koom maer geloof niet datsij wt den haech is, men heeft al de winter geseijt dat juff Marij van someldijck10Maria van Aerssen van Sommelsdijk die bij la bedije11Jean de Labadie, grondlegger van de Labadisten, een gereformeerde sekte is swaer was en dat hij labedije haer sou trouwe ten deucht daer met al haer heijlicheijt niet,
“Daar” is op dat moment Altona bij Hamburg. Jean de Labadie was in 1669 als predikant in Middelburg afgezet en naar Amsterdam gegaan. Zijn radicale leer van samenleven in soberheid en het precies volgen van de bijbel trok ook dames uit de hogere kringen, waarvan de bekendste Anna-Maria van Schurman was. Via haar kwamen ook drie (van de elf) dochters van Van Aerssen van Sommelsdijk en Lucia van Walta erbij, waaronder Maria. In 1670 trokken de Labadisten naar Herford in Westfalen, waar ze onderdak vonden bij Elisabeth van de Paltz. In 1672 vestigden ze zich in Altona. Als het klopte dat moeder Van Aerssen uit Den Haag was vertrokken, was ze misschien wel op weg daarheen, wie weet om bij een bevalling te zijn of een bruiloft voor te bereiden… Of deze roddel nu waar zal blijken of niet, feit is dat het slot Walta in Wieuwerd, waar de Labadisten in 1675 neerstreken, eigendom was van de drie gezusters van Aerssen.