Maand: juni 2023

  • Leve de belastingbetaler!

    DatumPlaats
    Geschreven30 juni 1673Den Haag
    Ontvangen5 juli 1673Hamburg
    Lees hier de originele brief

    Godard Adriaan heeft Margaretha een kopie van een door hem verzonden brief mee gestuurd. Aan wie die gestuurd is en wat er precies in staat weten we niet, maar het heeft te maken met zijn demissie1Demissie: ontslag. Margaretha heeft de brief gelezen en is benieuwd naar het antwoord. Ze geeft haar man, uiteraard, groot gelijk.

    De geworven troepen

    Het Regiment Baron van Reede is nog op weg naar de Republiek. Margaretha zal blij zijn als het er eenmaal is, want dan kan Godard Adriaan zich ontheffen van die belangrijke, maar vooral prijzige taak. De legerkosten werden in eerste instantie door de eigenaars van de regimenten betaald. Het lijkt of Margaretha er een beetje zenuwachtig van wordt: het gaat om zo veel geld dat Godard Adriaan moet verantwoorden. Wat nou als hij het zelf om wat voor reden dan ook niet kan? Dan zouden Margaretha en haar zoon helemaal afhankelijk zijn van Godard Adriaans secretaris Isaäc de Blanche. Margaretha kijkt dagelijks naar de wind of die gunstig genoeg om de troepen vanuit Hamburg naar de Republiek te zeilen.

    Eerste brieffragment troepen geworven door Godard Adriaan
    Tweede brieffragment troepen geworven door Godard Adriaan

    [ontmoet en geseijt wort,] sal wel blijde sijn alst
    gewerfvene volckere hier int lant sulle weesen
    en uhEd hem sal konne deschersgeere2Dechargeren: ontheffen van so Een
    notabele some gelts die deselfve heeft te ver=
    antwoorde, bij leefven of sterfve ick of onse soon
    soude het teenemael wt blaensche3Isaäc de Blanche moeten hebbe
    om te verreeckene, wil hoope en godt bidde

    uhEd het selfver ingesontheijt sult konne verEffene
    , ick sien dagelijcks naer de wint die noch al kon
    =traerije blijft omt volck van hamburch af te sende

    Een gravure met links twee fluiten vanaf de achtersteven gezien, en rechts een fluit van voren gezien. Rechts vooraan vaart een groepje mannen in een sloep. De boten zijn wel op getuigd, maar de zeilen zijn gestreken.
    Hollandse fluiten (Naues Mercantoriæ Hollandicæ, vulgo VLIETEN), Wenceslaus Hollar, 1647. Collectie: The Met, New York

    Toch nog een keer Schooneveld

    De winst van onze vloot bij de Tweede Slag op het Schooneveld is kennelijk toch niet onbetwist. Maar Margaretha is stellig: de overwinning ligt bij ons. De Engelse vloot is gehavend terug naar Chatham gevaren. Een aantal van onze schepen zijn ter controle naar de monding van de Thames gevaren, maar zijn nu weer terug op het Schooneveld.

    Interessant is haar overweging waarom ‘we’ gewonnen hebben: de onzen hebben met de meeste orde van de wereld gevochten en de vijand heeft het omgekeerde gedaan. De chaos was daar zo groot dat met de grootste verwarring door elkaar voeren. Men vindt zelfs dat ze de afstraffing verdiend hebben.

    Brieffragment over de Tweede Slag bij het Schooneveld

    ,dat d Engelse segge sij de vicktoorije te see soude gehadt
    hebbe is mis en blijcklijck genoech dat die volckoome
    aen onse kant is geweest want sij seer gedevaeli
    seert4Devaliseren: ernstig beschadigd zijn, zwaar verlies aan manschappen (eigenlijk bij schip), kan ook zijn dat men buiten bezit gesteld is van zijn uitrusting (ontwapend) de see hebbe moete verlaeten en sijn naer
    de reevier van londe tot voor schattam5Chatham geseijlt
    onse scheepe die tot inde voorseijde reevier sijn geweest
    sijn weer tot schoonevelt in heel goet postuer6Posturen: een goed figuur maken , den
    Admirael de ruijter is de heer sij gedanckt heel
    wel gelijck al onse hooft ofisiers, donse hebbe
    met de meeste ordere vande werlt gevochten daer
    de vijant kontraerij heeft gedaen en so deesorde
    derlijck datse met de meeste konfusie7Confusie: verwarring door
    Een hebbe geslage, ijae so dat sij alle so geschreefe
    wort gemeerijteert8Meriteren: verdienen hebbe gestraft te worden,

    Foto met twee rijen slagschepen van achteren gezien. Links de Hollanders, Rechts de Engelsen.
    Still uit de film Michiel de Ruyter (Roel Reiné, 2015). Hier vechten zowel de Hollanders als de Engelsen nog ordentelijk.

    De blije belastingbetaler

    De militaire overwinning op zee heeft wel een voordeel: iedereen betaalt zonder morren de honderdste penning (vermogensbelasting). Mensen betalen zelfs te vroeg! Margaretha staat te kijken van de hoeveelheid geld die binnenkomt.

    Eerste brieffragment betalen belasting
    Tweede brieffragment betalen belasting

    [gedocht dat men ondert volck sou devulgeere ,] uhEd sou
    niet geloofve wat Een vreuchde en kontentement
    deese vicktoorije onder de gemeente heeft veroor
    saeckt

    men siet het int geefve en betaelle vande honder
    =sten peninck die nu int begin van ijuli moet
    betaelt worden, tis ongelooflijck hoe de lieden
    die alreets betaelle en wat en gelt der te
    kantoor gebrocht wert, so dat deese vicktoorije
    noijt beeter te preepoost heeft konne koomen
    de heer almachtich wil ons liefve vaderlant
    voort seegenen, inwiens heijlige protexsi uhEd
    beveelle en blijfve

    Op de afbeelding een kantoor met overal papier en mensen. Links zit een deur waardoor iemand heel voorzichtig binnen komt. Naast de deur staat een man met zijn hoed in de hand te wachten voor hem ligt allemaal papier op de grond. Links achter zit iemand achter een tafel vol papier te schrijven. Achter hem een volle kast met allemaal bundels papier en hangende zakken. Rechts een vergelijkbare tafel, maar daarachter staat een man die mensen te woord staan. Aan de wand achter hun een plank vol papier en hangende zakken. Voor de tafel rechts staat een groepje mensen te wachten. Ze hebben allemaal hun hoed in de hand. Een vrouw zoekt in haar tas, terwijl ze een mandje eieren aanreikt aan een man die vooraan staat. Een andere man draagt een geplukte kip over zijn arm.
    De boerenadvocaat/het belastingkantoor, (naar) Pieter Breughel de jongere, 1615-1622. Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Amersfoort / NK2843

    Afgeschoten been

    Na dit einde in majeur, nog een PS in mineur: er is nieuws uit Maastricht. Het schijnt dat de zoon van Johan van Gent, Adriaan, bij een uitval zijn been is kwijt geraakt. Als het waar is, spijt dat Margaretha zeer.

    Brieffragment afgeschoten been

    Mijn heer en lieste hartge
    uhEd getrouwe wijff
    M Turnor

    het geene de
    luijckse briefve
    vant belech van
    Maestricht segge
    sal uhEd wt dees vande heer
    van ginckel sien waer toe
    mij reefereere, hier is Een
    roep dat de heer van oosterwee9Adriaan van Gent
    outste soon vande heer ijan van gent10Johan van Gent
    die binne Maestricht is in Een
    wtval sij Een been sou afgeschoote sijn, daerme
    geen seeckerheijt van kan hebbe, soot waer is jam
    mert mij seer

    Hij staat op het rechterbeen en leunt op twee krukken; het pijnlijk vertrokken gelaat is naar rechts gewend. Over een kapje draagt hij een grote pelgrimshoed, waarvan de opgeslagen rand een schelp tegen twee kruiselings geplaatste pijlen vertoont. Zijn haveloze, niet geheel definieerbare kleding bestaat o.a. uit een buis met gerafelde mouwen en dito broek. Aan het been zit een afgezakte kous en aan de voet een muil. Om zijn nek hangt een grote tas, waarvan de inhoud door een gat naar buiten steekt; om het middel een riem, waaraan een messchede(?).
    Bedelaar met houten been, anoniem, anoniem, naar Jacques Callot, ca. 1625 – ca. 1700. Collectie Rijksmuseum
  • A Dieu

    DatumPlaats
    Geschreven26 juni 1673Den Haag
    Ontvangen30 juni 1673Hamburg
    Lees hier de originele brief (NB beste volgorde van lezen van de scans is 138, 142, 143, 140)

    Goed nieuws! De ‘s Gravezandse kaasjes zijn aangekomen! Er lagen er nog een paar bij Temminck, die ze door zou sturen. Hij heeft nu gevraagd of hij die zelf mocht houden. Margaretha heeft ze hem vereerd en geschreven dat hij ze vrij mag houden en gebruiken.

    Verloop van de oorlog

    Het laatste nieuws van onze vloot is dat die met nog tien extra schepen voor de Thames ligt. Zeker is dat er geen enkel schip van onze vloot vergaan is, terwijl de Engelsen en de Fransen wel 18 à 19 schepen kwijt zijn.

    Brieffragment vloot

    seedert mijne laeste is hier niet anders wt ons
    vloot als dat die met noch tien scheepe ver=
    sterckt sijnde en wel van volck met alle
    andere behoefticheede versien voor de reevier
    van londe legge, tis seecker datter van
    d onse niet Een schip in beijde de bataelie
    is gebleefve en vande vijant wel 18 a 19
    kapitaelle scheepe, [den overste raebenhooft]

    Een tekening met een wirwar aan schepen met gehesen en gestreken zeilen. Sommige met vlag, sommige zonder. Grote schepen, kleine schepen en sloepen. Het ligt allemaal door elkaar.
    De Engelse vloot op de Theems na de tweede Slag bij Schooneveld, 15 juni 1673, Willem van de Velde (I), 1673. Collectie Scheepvaartmuseum Amsterdam

    Münsterse troepen hebben geprobeerd Nieuweschans, dat al maanden belegerd wordt door Rabenhaupt, te ontzetten. Ze zijn door Rabenhaupt totaal verslagen en hij heeft alle wagens en bagage veroverd.

    Eerste brieffragment Nieuweschans
    Tweede brieffragment Nieuweschans

    [kapitaelle scheepe,] den overste raebenhooft
    heeft bij greuninge de nieuwer schans beleegert
    daer men seijt maer vier hondert man is in
    is, vandaech komt tijdinge dat het reesgement
    van meijn son onder de munsterse soude ge
    tracht hebbe de nieuwerschans te ontsette, doch

    dat sij van rabenhooft totaEliter soude geslagen
    sijn en al haer wagens en bogaesge van donse
    verovert, [van keule schrijfvense seeckere tijdine]

    Maastricht wordt nog steeds door Lodewijk XIV belegerd. Men zegt dat daar de Nederlandse en Spaanse een uitval vanuit de stad gedaan gedaan hebben en zij hebben 600 Fransen omgebracht. De Heer wil geven dat het waar mag wezen.

    Brieffragment Maastricht

    [verovert,] van keule schrijfvense seeckere tijdine
    te hebbe dat donse binne Maestricht door Een be=
    deckte poort so sijt noemen Een wtval soude ge
    =daen hebbe door de welcke sij wel bij de 600 vande
    konins gardees die daer haer quartier hade
    soude doot geslage hebbe ija so datter maer
    drij a 4 van ontkoome soude sijn de heere wil
    geefve het waer mach weesen, [de luijtenant vande]

    Op de voorgrond de koning te paard temidden van twee raadsheren. Op de achtergrond de stad Maastricht, die onder vuur wordt genomen door kanonnen.
    Koning Lodewijk XIV tijdens het beleg van Maastricht 1673, Adam Frans van der Meulen, 1673-1690. Collectie Limburgs Museum.

    Het ongeloof over het verraad van de Keurvorst lijkt alweer vergeten. Men gelooft nu dat de Spanjaarden zullen breken met de Fransen en dat de Keizer van het Heilige Roomse Rijk nu wél echt wat wil doen tegen de Fransen. Margaretha houdt het devies ‘Eerst zien, dan geloven’.

    Brieffragment Spanjaarden en Keizerlijke troepen

    [niet mee weer,] men gelooft de fra spaense in
    korte sulle breecke en dat de keijserse afkoome
    als ickt sien salt Een Ent ander geloofven,

    Kolonel Godard Adriaan baron Van Reede

    Margaretha is blij dat Godard Adriaan er echt werk van maakt om naar huis te komen, alleen er is haar iets ter ore gekomen. Stadhouder Willem III is heel blij met de regimenten die haar man in Duitsland en Denemarken geworven heeft. Alleen nou blijkt dat hij Georg Ernst von Wedel aangesteld heeft in ‘het regiment van de baron van Amerongen‘. Wat wil dat zeggen? Normaal gesproken werd een regiment genoemd naar zijn daadwerkelijke aanvoerder. Godard Adriaan is toch niet echt van plan om op zijn oude dag de oorlog in te gaan? Hij weet toch van zijn zoon dat de salarissen van de hoge militairen niet uitbetaald worden? Margaretha hoopt echt dat het alleen maar de naam van het regiment is en dat hij verder geen wilde plannen heeft. Hij weet waarschijnlijk zelf het best wat de bedoeling is.

    Eerste brieffragment kolonel baron van Reede
    Tweede brieffragment kolonel baron van Reede

    ick ben blijde uhEd staet maeckt nu haest
    thuijs te koomen, sijn hoocheijt verlanckt so
    ick hoore dat de kompangie die uhEd werft
    hier mooge sijn so der ses waeren wildese
    patent geefven, mij is geseijt vande geene

    die de ackte die sijn hoocheijt aenden baron
    wedel gegeefve heeft gesien heeft, dat hij hem daer in
    tijteeleert luijtenant kolonel vant reesge=
    =ment vande baron de Ameronge, wat dat
    segge wil kan ick niet dencke hoope niet
    uhEd in sijn oude dage noch inden oorlooch
    wil, ock worden de hoechge tracktemente niet
    betaelt, de heer van ginckel kan op sijn or
    =dinans niet Een stuijver krijge heeft al
    getracht die te verhanderen maer niemant
    wilder aen of Eits op geefve, wil hoope
    dit maer de naem sal sijn om dat dat
    reesgement als noch geen kolonel heeft
    of dat sijn hoocheijt de goetheijt mochte hebbe die
    apseluijt tot uhEd disposiesie te stelle, wat
    hier van is sal deselfve best weeten, [de sinten]

    Schilderijen in bruingrijze tonen, in de lucht een hoekje blauw. Helemaal links zien we een paard met een ruiter in een mantel. Daarachter een hondje, gevolgd door een ongeorganiseerd troepje soldaten. Ze lopen achter de ruiter aan, maar zijn ook met andere dingen bezig: hun geweer, elkaar, hun bagage...
    Rekruten op weg naar hun regiment, Jean-Antoine Watteau. Collectie: Glasgow Museums.

    Financiële zorgen

    Margaretha’s financiële zorgen blijven onverminderd. Het lukt nog steeds niet om geld te krijgen voor haar man’s werk. Terwijl ze het geld echt nodig heeft: binnenkort moeten de vermogensbelasting (100ste penning) en de OZB (verponding) weer betaald worden. Haar zorgen zijn echter niets vergeleken bij de financiële zorgen in de bezette provincies. De Fransen eisen in Utrecht drie maal 100.000 gulden. In Gelderland eisen ze van het Nijmeegs kwartier1Gelderland was in vier kwartieren opgedeeld: Nijmegen, Arnhem, Zutphen en de Veluwe 60.000 gulden en van het Arnhems kwartier 50.000 gulden. Momenteel deserteren er zo veel soldaten uit Franse dienst, dat ze er een regiment van zouden kunnen formeren. Het schijnt dat de Prins van Oranje dat half van plan is. Hij zou dat regiment dan in Friesland in kunnen zetten om tegen de Bisschop van Münster te vechten.

    Brieffragment over deserteren van soldaten in Franse dienst

    [waer sullent de mensche haellen,] tis ongeloof
    =lijck so veel volck so switsers als franse alse
    bij ons op alde poste koome dagelijxs overloope
    men seijt sijn hoocheijt half van meenin soude
    sijn daer Een reesgement van te formeere
    ent selfve naer vrieslant te sende om teege
    de bischopse volckeren te vechte, [hiermeede]

    A dieu

    Na de gebruikelijke groet van ‘uhEd getrouwe wijff’ en de altijd aanwezige opmerkingen onder de brief, voegt Margaretha nog een klein briefje extra toe. De inhoud is nogal oninteressant (iemand heeft een brief meegenomen, maar die niet bij zich ofzo), maar haar afsluiting van dat briefje is wel interessant. Enkel a dieu. Eigenlijk heel gewoon vaarwel, maar door de voor ons ongebruikelijke afbreking, realiseer je je waar het vandaan komt.

    ‘samenstelling van à Dieu, de woorden waarmede men iemand, bij ‘t afscheidnemen, aan Gods hoede aanbeveelt’ (Bron: Woordenboek Nederlandse Taal, Instituut voor de Nederlandse Taal)

    brieffragment a dieu

    [weeten hij is naer gorckom,] a
    dieu

    Een heer in een zwart pak met witte, sierlijke manchetten, rode laarzen en een hoed met veren in zijn hand, houdt de hand vast van een dame met een rood jakje, een gele rok en een wit schort. Op de achtergrond links een tamboer, daarachter drie losse soldaten. Rechts op de achtergrond een compagnie met een vaandel.
    Officier die afscheid neemt van een dame, Gesina ter Borch, ca. 1654. Collectie Rijksmuseum.
    De tekst boven de afbeelding luidt:
    Adieu juffrou mijn waerde lief
    De Heer wil u bewaren
    Voor tegenspoet en ongerief
    Opdat wij mogen paren
    In liefde vreughd en eenigheijt
    tot ons de doot weer van een scheijt
    Fijnis2Finis
  • Verslag

    DatumPlaats
    Geschreven12 juni 1673Den Haag
    Ontvangen16 juni 1673Hamburg
    Lees hier de originele brief

    Margaretha valt maar gelijk met de deur in huis. Sinds de vorige brief is er niks gebeurd. Er is alleen een brief van Michiel de Ruyter gepubliceerd, waarin hij eigenlijk hetzelfde zegt als wat Van Heteren vorige keer in zijn brief al zei. Toch vond ze het nodig om alles nog even te herhalen en het klinkt bijna alsof ze aan het begin van de vergadering het afspraken lijstje doorneemt.

    De Eerste Slag bij het Schooneveld

    • Cornelis Tromp is op zijn vierde schip over gegaan
    • Onze vloot is twee maal door de vijands vloot geslagen
    • De vijand trok terug en bleef op twee uur liggen, maar wel in het zicht van de onzen
    • Die wilden gelijk door
    • Onze vloot was moedig
    • Er zijn wat lieden die het niet overleefd hebben, waaronder de twee vice-admiraals Schram en Vlug
    Portret van Volkert Schram, Vice-admiraal van Holland en West-Friesland, Jan Veenhuysen, 1656 – 1686. Collectie Rijksmuseum
    Portret van David Vlugh, Schout bij Narcht van Holland en West-Friesland, onbekend. Collectie Skoklosters Slott, Skokloster, Zweden
    • Van de vijand zijn er meer omgekomen
    • De branders hebben nauwelijks iets gedaan
    • Het gevecht was op afgelopen woensdag de zevende en het begon rond één uur
    • Het begon hevig en ging door tot ‘s avonds negen uur

    Een nieuwe brief van Tromp

    Terwijl Margaretha aan het schrijven is, komen de berichten uit een brief van Tromp binnen. Ze weten nu dat de vijand twaalf grote schepen en een paar kleinere kwijt is geraakt. Vast staat dat de onzen absoluut gewonnen hebben. Bij Maassluis en andere zeehavens spoelt wrakhout aan waar de lelie1Frankrijk en de roos2Engeland op staat. Gisteren hebben ze weer horen schieten en drie schepen horen springen. Tot zover de verslagen van anderen, nu is Margaretha zelf aan de beurt. Zij begint natuurlijk met de Heer te vragen om ze bij te staan als er weer gevochten wordt en dat het eind maar net zo goed mag zijn als het begin.

    Brieffragment brief van Tromp

    [ten neegene,] nu so komter Een brief wt onse
    vloot van tromp dewelcke seijt nu Eerst te
    weeten wat schade den vijant heeft gehadt
    datter wel 12 van vijants kapijtaelle groote
    scheepe behalfve Eenige kleijne vaertuijch so ge=
    soncke als gespronge sijn en dat d onse tot dier
    tijt toe apseluijt de vicktoorije hebbe behoude, te
    maeslant sluijs en op andere seehavens komt
    meenichte van hout als stucke van scheepe aen
    drijfve daer so geseijt wort de leelije en de roos op
    staet, gistere hebbense weer seer hoore schieten
    en so sij meene perfeckt drij scheepen hoore springe
    de heer almachtich wisse3wil ze weederom bij staen so
    se weer aen malkandere sijn en geefve dat het
    Eijnde so goet alst begin geweest is mach sijn,

    Een vrij vage tekening van een veldslag op zee met vooral heel veel boten tot aan de horizon. Op sommige plekken zie rook en rechts voor staat een sloep in brand.
    De Eerste Slag bij het Schooneveld, 28 mei 1673, Willem van de Velde, 1684. Collectie National Maritime Museum, Greenwich, London, Caird Collection

    Jantje huilt, Jantje lacht

    De droeverigheid lijkt weg te zijn, iedereen is vrolijk: eerst zijn de Fransen tegen gehouden bij Nieuwersluis en nu hebben de Engelsen klop gekregen. Margaretha sloot haar vorige brief af met de melding dat Maastricht berend (belegerd) was, hier zegt ze daar niks over, alleen dat de Franse koning uit Brabant trekt en men vermoedt dat hij richting Maastricht gaat. Daar liggen voldoende troepen die goed zijn uitgerust, dus hij wordt opgewacht!

    Brieffragment vreugde
    Tweede brieffragment vreugde

    hier is sulcke vreuchde onder de gemeente4Gemeente: Bij overdracht. Het geheel der personen die met elkander eene gemeenschap vormen, waarbij niet aan gemeenschappelijk bezit, maar aan gemeenschappelijke rechten en verplichtingen gedacht wordt. dat
    niet te spreecke is, so goet is die groote godt dat
    hij ons tot hier toe so genadelijck heeft bij gestaen
    so wel te water als te lande, die wercke die de
    onse aende nieuwersluijs hebbe gemaeckt doen
    alreets sulcke operaesie dat die aen die post
    legge verscheijde vijande atackeere telckens
    met groot suckses en verlies vant vijantsvolcke
    men begint hier heel goede moet te krijge en
    seijt me dat den koninck met sijn volck wt brabant
    hoochger op treckt men meent het op Maestricht

    gemunt is daer sij so wel van volck en alderhande
    noottrufticheede5Nooddruftigheid: Wat nodig is tot levensonderhoud versien sijn dat sij hem getroost
    sijn te verwacht, [men meent dat me vandaech]

    In een heuvelachtig landschap trekken paarden, pakezels, lopende mensen en honden van links naar rechts. Er zit geen orde in. op de voorgrond loopt een vrouw met haar kind op de rug. Rechts kijken twee mannen toe met een hond aan hun voeten. Daarachter staat een ruiter te praten met een man waarnaast een vrouw knielt bij een kind.
    Het optrekkende leger, Hendrik Verschuring, 1678. Collectie Rijksmuseum

    Militaire zoon

    In een paar zinnen wordt ook duidelijk hoe ingewikkeld het is om moeder van een militair te zijn. Er zijn schoten rond Schoonhoven gehoord en haar zoon is gelegerd in Gorinchem. Hij ligt dus daar ergens op een post. Tegelijkertijd is er ook reden tot tevredenheid: ene van Benthem heeft Van Ginkel een compliment gebracht van Willem III zelf! Het zou fijn zijn als dat in de toekomst nog wat effect zou hebben.

    Een console met de vrouwelijke personificatie van Lof. Ze heeft een rozenkrans in het haar. In haar rechterhand een trompet waaruit licht komt. Met haar andere hand wijst ze. De prent maakt deel uit van een album.
    Personificatie van Lof, Robert van Audenaerd, 1673 – 1743. Collectie Rijksmuseum

    Werving en kraam

    In de afsluiting van de brief reageert ze op wat Godard Adriaan kennelijk geschreven heeft over de moeilijkheden die hij ondervindt bij het werven van troepen. Ze begrijpt hem en het moet ook maar eens gedaan zijn, maar ze begrijpt ook dat het nou eenmaal tijd kost. Het is inmiddels drie weken geleden dat schoondochter Philippota bevallen is. Het gaat goed met de kraamvrouw, ze hoopt morgen of overmorgen beneden te komen eten.

    Uiteindelijk rest de dankbaarheid.

    Brieffragment afsluiting brief

    wij konne godt niet genoech dancke voor alle
    sijne genade, inwiensheijlige bescherminge
    uhEd beveelle blijfve

    Mijn heer en lieste hartge
    uhEd getrouwe wijff
    M Turnor

  • Droeverig

    DatumPlaats
    Geschreven9 juni 1673Den Haag
    Ontvangen14 juni 1673Hamburg
    Lees hier de originele brief

    Margaretha zit er helemaal doorheen. Ze is in een ingewikkelde discussie gewikkeld met haar zoon en haar man en allemaal op afstand en per brief.

    Met of zonder man

    Ze komt er niet uit of ze nou beter af is in deze tijden met haar man thuis of met haar man in het buitenland. Feit is dat ze hem mist. Kennelijk heeft Godard Adriaan in zijn brief wat commentaar gehad op haar geklaag, want ze vraagt of hij het haar niet kwalijk wil nemen dat ze schrijft wat er zoal gezegd wordt.

    eerste deel brieffragment aanwezig of afwezig
    Tweede deel brieffragment aanwezig of afwezig en eenzaamheid

    is, tis waer tis bij deese tijt Een raetsel te kiesen,
    want men niet kan weete wat ons best soude sijn

    ick heb almeede dewijlle de tijde so loope dickmael
    bij mijn selfve gedacht niet te weeten of uhEd
    preesensie of apsensie ons best is, het welcke sou
    konne sijn al naer dat het wtvalt wil hoope
    en godt bidde hij alles tot onsen beste wil
    bestieren, onderttuschen kan ick uhEd verseeck
    =ren dat sijn landuerijge apsensie indeese be=
    komerlijcke tijde mij niet weijnich verdrietich
    in mijn Eensaenheijt valt inde welcke ick dick
    =mael sonder raet ben, dan daer moet ick
    paesijensie in hebbe, wil hoopen uhEd niet qualij
    sal neemen wij somtijts schrijfve wat hier
    om gaet en geseijt wort so wel het geene ons
    teegen als meede gaet men moet het weete
    of me sijn meesuerees daer wat naer konde
    neemen, uhEd sou niet geloofve hoe de liede
    spreecke insonderheijt vant werck vande keur
    =vorst men heeft geschrickt bij de mense te
    koomen nu begint het wat te stille,

    Staande dame met een zwarte hoofddoek en de blik neergeslagen. Ze draagt een rode met gouddraad versierde rok, een kortere bruine overrok die van achter iets langer is en een zwart jak met een brede witte kraag of stola die over haar schouders valt en witte manchetten. In haar rechterhand heeft ze een zakdoek.
    Staande dame, Gesina ter Borch, ca. 1654. Collectie Rijksmuseum

    10.000 gulden

    Een beetje plichtmatig heeft Margaretha het over het geld dat ze nog steeds niet krijgt. Ze probeert haar man ervan te overtuigen dat ze echt doet wat ze kan en ze verontschuldigt zich: de milities krijgen ook nog steeds niet uitbetaald. Kennelijk is het geld er echt niet, want er komt weer een belastingheffing aan: de 200ste penning op vermogen. Het spijt haar zo dat ze haar man niets anders dan zwarigheid kan schrijven. En dan is ze er nog niet eens. Je hoort haar bijna diep adem halen voor ze aan de volgende passage begint.

    Rechts voor een formeel bloemenperkje. Het geheel is vierkant met in het midden ronde perkjes. de losse perkjes zijn afgezet met buxus haagjes. Rechtdoor kijken we in de verte een loofgang in, waar twee mensen lopen. Aan weerszijden van het pad ernaar toe witte balustrades met gezellige bolle pijlers. Op de rechter balustrade zit een pauw, op het pad twee rennende honden en potten met bloemen. Links struikgewas en een boom. Rechts achter het bloemen perk een doorkijkje naar een vergelijkbare bloementuin met in het midden een fontein met een beeld erop, rechts nog een stuk balustrade. Achter de formele tuin landerijen en helemaal aan de horizon een stad.
    Fragment uit Geliefden in een formele tuin, Gesina ter Borch, 1658. Collectie Rijksmuseum

    Amerongen

    Secretaris Van den Doorslag is de belangrijkste informatiebron voor alles wat er in Amerongen gebeurt. En het is ook daar niets dan zwarigheid. Er zijn 100 soldaten in het dorp gelegerd. De gemeenschap draait op voor alle kosten en ze richten vernielingen aan. Ook aan het huis van Godard Adriaan en Margaretha zijn vernielingen aangericht, en in de tuin hebben ze de beelden omvergeworpen en in stukken gegooid. De weiden staan vol met paarden, en er schijnt overal artillerie te staan.

    Ach, hoe zal het toch gaan op hun oude dag nu ze alles kwijt zijn…

    brieffragment over Amerongen

    [het meede brenge,] so aenstonts krijch ick Een
    brief vande sc seekreetaris doerslach die wel
    lamentabel luijt, voor Eerst datter 100
    soldate int ons arm dorp tot laste van de
    gemeente1Gemeenschap leijt die voor alles vernielle en
    ock noch schade aent huijs doen al de beelde
    in den hof om veer hebbe geworpen en ontstu
    =cke gesmeeten, inde weijen en waerde gaen 5 a
    600 paerde van vande karre het schijnt dat
    ter artelgerij2Artillerie leijt, inde hoofve konnenser
    niet houde, daer moet 12 man wt dat
    dorp naer wijck gaen wercke so dat de luij
    de die der noch sijn so seer ver armen dat
    ser niet langer konne harden, och hoe salt
    ons inde oude dach noch gaen so alles quijt te
    weesen, [uhEd seijt wel van daert te pas]

    Aan de linkerkant zien we twee mannen op de rug. Ze zien er vergelijkbaar uit maar met andere kleuren. Ze hebben beide een grote hoed op met lang golvend haar, ze dragen een cape met een kraag waar een zwaard onder uit steekt. Ze hebben rijkelijk versierde beenmode:  een soort kragen met linten, zowel net boven de knie (rand van een broek) als net onder de knie (een soort kousen?). Ze dragen schoenen met een lage hak. De rechter heeft een lichte hoed met rood-witblauwe veren, een rode cape over één schouder, in zijn rechterhand draagt hij zijn handschoenen in de hand. Hij heeft rode kousen en lichte schoenen. De rechter heeft een zwarte hoed, grijze cape, witte kousen en zwarte schoenen. Rechts staat een stevig gebouwde vrouw in het zwart: zwart kapje, zwarte jurk, witte kraag en witte manchetten. Ze staat wat voorover gebogen en heeft haar linkerhand in haar zij. Tussen de vrouw en de mannen staat een zwart witte hond. Een witbruine hond komt van rechts aangerend. De vrouw lijkt de mannen aan te spreken, zij negeren haar.
    Een vrouw pratend met twee mannen, Gesina ter Borch, 1651 – 1655. Collectie Rijksmuseum

    Laatste nieuws

    Margaretha sluit een brief van Van Heteren bij, daarin staat meer over wat er bij Schooneveld gebeurt. Men zegt ook dat Maastricht berend is…

  • Dagelijks leven in oorlogstijd

    DatumPlaats
    Geschreven2 juni 1673Den Haag
    Ontvangen7 juni 1673Hamburg
    Lees hier de originele brief

    Deze brief begint net als veel brieven met een overzicht van de brieven die ontvangen zijn. Anders dan een paar maanden geleden, komt de post tegenwoordig keurig op tijd aan. Als het goed gaat, is het eigenlijk geen onderwerp meer om over te schrijven, maar Margaretha noemt het deze keer toch maar even. Godard Adriaan heeft een brief bijgesloten voor zijn zoon, die Margaretha ook maar even gelezen heeft. We weten niet wat er in staat, maar ze vindt het wel nodig liefste hartje even te waarschuwen. Hij weet niet hoe het hier is, en je kan niet alles aan het papier toevertrouwen. Ach, kon ze hem maar even een uurtje spreken…

    Brieffragment over het ontvangen, doorsturen en schrijven van brieven

    [rec. 7. Junij in Hamburg]


    haech den
    2 ijuini 1673


    Mijn heer en lieste hartge


    uhEd schrijfvens van de 26 meij heb ick
    ter rechter tijt ontfange, en de ingeleijde
    aende heer van ginckel gesonde ick vinde
    deselfve wel heel wel gestelt maer mijn
    lieste hartge wij moete wel voorsichtich sijn
    uhEd kan hem niet inmaesgeneer1Imagineren: zich in den geest een voorstelling maken van hoet
    hier is dat hij de briefve alleen las en
    hielt waert wel, maer derf alle de pen
    niet vertrouwe wenste uhEd Eens maer
    Een Eur te konne spreecke d welcke
    niet weesen kan, [hoope als deese komisie]

    Het regelwerk

    Margaretha zou willen dat de missie van haar man nu eens voorbij was. Ze heeft gehoord dat ze er zelfs in de Staten Generaal over gesproken hebben. Wat betreft het nog openstaande geld is ze al eens naar Amsterdam geweest. Daar zit ‘ontvanger’ Uyttenboogaard2De schrijfwijze van zijn naam is divers, Margaretha schrijft zijn naam al vaak verschillend, maar ook op internet vind je verschillende schrijfwijzen. Een ontvanger int de belastingen en kan het geld uitkeren bij het overhandigen van een assignatie. Margaretha heeft nog steeds geen geld, dus eigenlijk moet ze weer eens naar Amsterdam. Ze heeft alleen een probleem: haar vers bevallen schoondochter durft ze niet alleen te laten. Later in de brief komt ze er op terug: Uyttenboogaard heeft laten doorschemeren dat er mogelijk geld beschikbaar is. Misschien kan ze dan over 14 dagen om de volgende ordinantie vragen…

    De dreiging blijft. Nu schijnt de vijand van vier kanten tegelijk aan te willen vallen. Alle posten schijnen goed voorbereid te zijn, maar Margaretha kan nog geen uur rustig op bed liggen van al die alarmen.

    [generael van gesproocken,] ick had
    al Eens naer Amsterdam geweest om

    te sien of gelt vande ontfanger wtdenboo=
    gaert koste krijge maer derf niet van
    hier en de kraem vrou met alde kinden
    alleen hier laeten dewijlle aende poste
    seeckere advijsen sijn dat den vijant
    voorneemens is vier vande selfve te
    gelijck t Ackateere hoewel men seijt
    die alle wel versorcht en versien sijn
    kan me niet weeten hoet gaen mocht
    tis wel bedroeft in sulcke gestadige
    allarm te sitten men leijt niet Een
    r uer gerust ofs op sijn bedt, sijn

    Portret van een man, vermoedelijk Augustijn Wtenbogaert (1577-1655), Govert Flinck, ca. 1643. Collectie Rijksmuseum.
    Lang is gedacht dat dit ‘Margaretha’s’ ontvanger Johannes Wtenbogaert was, ook de schilder was lange tijd onduidelijk. Toen men zeker wist dat Govert Flinck de schilder was, kon het Johannes niet meer zijn, want hij was in 1643 nog maar 35. De man op het schilderij is veel ouder, dus nu vermoedt men dat het Johannes’ vader Augustijn is.

    Nieuwersluis

    Wat het rusten wat zou moeten helpen, is dat Zijn Hoogheid, Stadhouder Willem III, waakt. Dat de Staatse troepen de post op Nieuwersluis hebben ingenomen, zint de Fransen allerminst. Er wordt rond Breukelen flink gevochten en Gunterstein wordt zo beschoten dat de muren naar beneden vallen.

    Brieffragment Willem III en Nieuwesluis

    [r uer gerust ofs op sijn bedt,] sijn
    =hoocheijt treckt ock en reijst gestaedich
    vande Eene post opt dander die post
    die wij aende nieuwersluijs hebbe ge
    noomen inkomodeert den vijant seer
    beschietense op gundersteijn datter
    stucke van muere vant huijs valle
    en belette haere wercke diese te
    breuckelen opwerpe te maecke, [de]

    Gezicht op het omgrachte kasteel Gunterstein te Breukelen uit het noorden, met links een gedeelte van de voorburcht en rechts op de achtergrond de Vecht, vóór de verwoesting in 1672.
    Kasteel Gunterstein, Willem van Drielenburg, 1655-1665. Collectie: Het Utrechts Archief. Dit is een digitale reproductie van het schilderij dat op een schoorsteenboezem in het tegenwoordige huis is bevestigd.

    De Fransen samen met…

    Ook de oorlogsontwikkelingen buiten de Republiek houden Margaretha bezig. Iedereen heeft het over de Keurvorst die achter de rug van de Republiek om een verdrag sloot met de Fransen. Van de eigen vloot horen ze niets. Wel gaat het gerucht dat de Engelse en de Franse vloot geconjugeerd zijn: dat ze samen gegaan zijn tot één grote vloot.

    Brieffragment over de Fransen en de Keurvorst en de Franse en de Engelse vloot

    uhEd kan niet geloofve hoe groot en
    kleijne hier vant doen vande keurvorst
    spreecken men schrickter van te hoore
    bij konsequensie krijge wij ock al vrij
    wat, van onse scheeps vloote hoore wij
    niets als dat somige wille segge dat
    de Engelse met de franse soude ge
    konsgingeert3Consigneren: in bewaring geven. Ze bedoelt waarschijnlijk conjugeren: zich verenigen sijnde doch niet seeckers

    Veld van achtenveertig tegels met schepen, anoniem, ca. 1650 – ca. 1680. Collectie Rijksmuseum

    Opgeluchte PS

    Margaretha eindigt haar brief met de gebruikelijke huishoudelijke mededelingen: neef Van Wulven is in Rotterdam en moeder en kind maken het goed. Groene kaasjes zijn onderweg naar Duitsland en is het blikken servies al aangekomen?

    Kennelijk is Ursula Philippota inmiddels uit haar kraambed opgestaan en is tijdens het schrijven van de brief uit bed gebleven. Daardoor is Margaretha duidelijk opgelucht in de PS. Als de kraamvrouw 11 dagen na de bevalling een hele middag op kan zijn, dan kan ze ook mee in de koets als ze onverhoopt moeten vluchten.

    Twee panoramaglazen in een houten vatting. Links: een span paarden, waarvan een paard met ruiter, trekt een rijtuig met man en vrouw. Achter het rijtuig loopt een man met staf. Rechts: een gesloten koets met drie span paarden. Op één van de voorste paarden zit een ruiter, op de bok zit een koetsier.
    Toverlantaarnplaat met twee rijtuigen, anoniem, ca. 1700 – ca. 1790. Collectie Rijksmuseum
    Brieffragment met de opgeluchte ps

    sulle sijn, de groene kaes heb ick gesonde
    hoop het blickwerck wel overgekoome is
    , sal hier meede Eijndige blijfve

    Mijn heer en lieste hartge

    uhEd getrouwe wijff
    M Turnor

    de vrou van
    ginckel die nu
    11 dage kraems
    is, is de heere sij
    gedanckt so wel
    alstder op aen
    sou koome dat godt
    verhoede souse wel
    inde koetse konne sitte
    sij is al heelle naer middage op