Margaretha verwacht hoogstaand bezoek op 24 maart. Zijne hoogheid, Prins Willem III van Oranje heeft namelijk aangekondigd om langs te komen op Amerongen. Hij wil dan de sollicitatie van zoon Van Ginkel bespreken en uitleggen waarom Godard van Ginkel is afgewezen.
ick had gemeent vandaech van hier naer wttrecht te gaen, ten waere sijn hoocheijt mij liet segge vandaech noch bij mijn te wille koome om vande heer van ginckels saecke1Godard van Ginkels sollicitatie naar de positie van generaal-majoor te spreecke daer ick op gewacht heb doch geloofve hijt vergeeten heeft also ick hem tot noch toe niet heb vernoomen nu hoope ick met godts hulpe merge van hier te gaen, en waer ick ben te blijfve
Willem III komt helaas toch niet opdagen. Misschien is hij de afspraak vergeten, schrijft Margaretha. Ze schrijft aan Godard Adriaan om morgen naar Utrecht te gaan voor zaken en sluit de brief af.
P.S. Willem III kwam toch
naert sluijte van dees2na het afsluiten van deze brief heeft sijn hoocheijt mij deer gedaen van te koome segge hoeseer hij geneege is uhEd3u hoogedele en ons huijs dienst te doen, ock den heer van ginckel maer dat hij hem in sijn solisitaesi geen poosetijfve toeseggine4zekere toezeggingen en koste doen dewijlle deese plaetse niet bij overstemine5hier specifiek wanneer Willem III de gewesten overstemt door zelf, zonder hun instemming, benoemingen te doen soude worde vergeefve maer dat het bij inschickine6instemming vande provinsie sou moete gaen, en dat hij seer gaere
hoewelt Een saecke is die aen hem niet en dependeert7afhankelijk zijn van maer aende proovinsie, voorde heer van ginckel al sal doen wat hij kan weetende wat oblijgaesi8verplichtingen hij uhEd heeft, de woorde sijn goet wij moete nu sien watter op sal volge hoewelt noch niet met al geseijt is, hij seijde ock dewijlt noch bij de provin – sie so vreemt lach niet te geloof dat se noch soude vergeegve worde, sijn hooch heijt besongeert9besogneren: beraadslagen noch alle daech met men men heer beverlin10Hieronymus van Beverningh, Gouds regent, diplomaat en gedeputeerde te velde
Willem III is de familie Van Reede zeer genegen, zegt hij Margaretha, maar zijn handen zijn gebonden. Helaas kan Willem III niet alleen beslissen over de positie waar Godard van Ginkel naar gesolliciteerd had. De gewesten moeten met deze benoemingen instemmen. Helaas hebben zij dus gekozen, tegen Willem III’s wensen in, om Godard niet te promoveren. Wel belooft Willem III om alles te doen voor Godard wat hij kan, als dank voor de trouwe diensten die Godard Adriaan hem verleend heeft. De sollicitatie van Van Ginkel is afgewezen maar in de toekomst maakt hij weer kans. Margaretha’s vonnis is simpel: “de woorden zijn goed, we moeten nu zien wat er op zal volgen.”
Het leven van een diplomatenvrouw is niet altijd makkelijk. Margaretha heeft het er moeilijk mee dat haar man altijd weg is. Aan de andere kant lijkt ze ook wel te genieten van de ruimte die ze heeft om het landgoed te beheren en zich met de politiek te bemoeien. In de brief van vandaag is ze enigszins teleurgesteld dat haar man weer een andere missie aangenomen heeft.
tis mij seer lief wt uhEd schrijfvens vanden 13 deeser en wt de voorgaende te sien de kon =tiniwaesie1continuatie: voortduring (hardop uitspreken!) van uhEd gesontheijt, maer ben van harte bedroeft te sien uhEd de komissie weer naer saxse heeft aengenoome hoewel men seijt het maer voor Een korten tij sal sijn, daer kan ick mij niet meer mee laete abuseere2abuseren: misleiden want dat heeft men vant begin van deese komisie geduerich aengeseijtaan3zeggen: bekend maken, ent heeft nu overt ijaer geduert, wie weet waneer het noch Endicht se moogen uhEd vandaer voort naer weenen bij de keijser versoecke te gaen ick maeck nu geen staet uhEd van alde soomer weer thuijs te sien dat al vrij verdrietich sal vallen, [wt mijne laeste]
Ze gelooft de belofte dat hij snel thuis zal komen ook niet meer, dat hebben ze al zo vaak gezegd. Bovendien kan het maar zo zijn dat ze hem hierna naar Wenen sturen, naar de keizer. Ze gaat er maar vanuit dat hij met de zomer niet thuis zal zijn en dat “valt haar verdrietig”.
Na de reguliere zakelijke mededelingen gaat het over een andere diplomaat, die zijn missies op een heel andere manier regelt dan Godard Adriaan. Daniël Oem van Wijngaarden, heer van Werkendam wordt naar Denemarken gestuurd. Ze heeft al een paar keer over hem geschreven, maar dan vooral over het feit dat hij als ambassadeur extraordinair naar Denemarken gaat. Die titel had Johan de Witt eigenlijk ook aan Godard Adriaan beloofd, maar hij is nog steeds ambassadeur ordinaris. In deze brief stookt ze het vuur verder op. Werkendam neemt niet alleen zijn vrouw mee, maar een complete hofhouding! Twee koetsen, elk met zes paarden! En dan ook nog pages en lakeien! Het is waarschijnlijk niet (alleen) jaloezie, maar ook haar calvinistische inborst die maakt dat ze moeite heeft met zo veel luxe.
[pareeren,] den heer van werckendam vertreckt deese weeck noch so men seijt met sijn vrou die hij meede neemt, met twee koetse ijder met ses paerde, drije paes – =ges en neegen lackeijen, dat is schoon voor madame, hij heeft tot sijn Equipaesge en verdere te doene koste bij provijsie 18000f vant lant ontfange, ick hoop uhEd deese noch te berlijn sal behan =dicht worde, ick weet niet of met de naeste post sal schrijfve wt vreese of uhEd voort aenkoome van die mocht vertrocken sijn, sal nu hiermeede blijfve Mijn heer en lieste hartge uhEd getrouwe wijff M Turnor
de vrou van ginckel en haer kindere sijn de heere sij gedanckt heel wel
Het is ook een nadeel als je man van post wisselt, dat je niet precies weet wanneer je man waar zal zijn. Een brief schrijven heeft dan dus niet veel zin. Gelukkig gaat het goed met haar vers bevallen schoondochter en de kinderen.
Nu Prins Willem III benoemd is tot kapitein-generaal, kunnen de andere functies in het Staatse leger ook vervuld gaan worden. Dat betekent promoties! Margaretha houdt deze benoemingen scherp in het oog. Deels omdat deze mannen het land moeten gaan beschermen en deels omdat haar zoon Godard van Ginkel ook gesolliciteerd had naar een hogere functie.
[vande hoochge schersges,] steenhuijse1Ludolf van Steenhuizen seijt me datse luijtenant generael2luitenant-generaal is een zeer hoge naam in het leger. Alleen kapitein-generaal en veldmaarschalk zijn hoger neffens3nevens: naastweldere4Johan van Welderen, tevens gouverneur van Nijmegen sulle maecken, en de graef van nassou5Walraven (alternatieve spelling: Walraad) van Nassau Usingen, ook wel graaf van Nassau-Saarbrücken genoemd. Op dat moment kapitein van de prinselijke lijfwacht en
momba6Jean Barton de Montbas, een Fransman in Staatse dient komijsarise generael7commissaris-generaal en voort alle inde hoochger schersgees8schare: een niet helemaal vastomlijnd legeronderdeel, kan ook als een gewapende bende bedoeld zijn kontentement geefve9tevreden stellen behalfve de heer van ginckel die ick vreese men sal laeten toe sien den heer van Suijlisteij10Frederik van Nassau-Zuylestein sal generael vande infanterij weesen en daer voor hondert gulde daechs hebbe, ick heb met de laeste post niet geschreefve meenende dat uhEd al naer saxsen waert nu verstaen ick dat die reijs of komisie11commissie, opdracht noch op gehouden is, ben verwondert uhEd mij daer noijt van heeft geschreefve, men maeckt hier groote preeperaesie tot den oorlooch en naert hem laet aensien salt Een swaer kom -bat12een zware strijd geefve had wel gewenst uhEd daerteegens, weer hier te lande waert geweest, maer dewijlle deselfve hem so van deene komissie in dander laet wickelen sien ick daer geen hoope toe den heer schadee13Jasper Schadé van Westum, was geëligeerde in de Staten van Utrecht hoore ick dat te velde gekoomiteert is14gedeputeerd te velde: vertegenwoordiger van de Staten-Generaal op het slagveld die beslissingen van de kapitein-generaal mag overreden, [voor mij ick sal so veel]
Kort samengevat gaan de promoties in het leger naar:
Ludolf van Steenhuizen als luitenant-generaal
Johan van Welderen als luitenant-generaal
Walraven van Nassau-Usingen en Jean Barton de Montbas als commissaris-generaals
Frederik van Nassau-Zuylestein (heer van Slot Zuylestein nabij Kasteel Amerongen) als generaal van de infanterie
Zoon Godard van Ginkel lijkt gepasseerd te worden en blijft kolonel van de cavalerie. De teleurstelling druipt er in Margaretha’s brief van af. De hoogste functies in het leger lijken naar andere personen te gaan. De loyaliteit van de familie Van Reede aan Willem III blijft onbeantwoord.
Als ze in de koets wil stappen begint haar schoondochter te ‘kraken’: de bevalling begint! Omtrent half tien in de ochtend is het eindelijk zo ver: bijna 3 maanden nadat Philippota op Kasteel Amerongen aan kwam is ze bevallen van een dochtertje, gezond en wel geschapen. Een jonge Godard was natuurlijk zeer welkom geweest, maar Margaretha is dankbaar voor spoedige en makkelijke verlossing en het gezonde kind.
voorleedene dijnsdach sijnde den 8 deeser so mijn koets gereet stont en ick daer meede naer wttrecht meende te gaen begost de vrou van ginckel te kraecken1de voorteekenen van de naderende bevalling vertoonen, barensweeën hebben, en is door de hulpe des heere dien merge ontrent de klocke half tien seer genadelijck en spoedich van Een dochter verlost het welcke een gesont en wel geschaepe vrucht is, hadde wel gewenst het Een jonge godert hadde geweest, dan het sijn gaefve des al= der hoochste, die wij niet genoech konne dancke voor so Een spoedige en genadelijcke verlos= =sine en gesonde vrucht, de kraemvrou is on gemeen wel naer den tijt hoope godt den heere haer hEd voort sterckte en volkoome gesontheijt sal verleenen, de heer van ginckel is deesen Middach wt den haech hier gekoomen verwacht ten nu alle Eure de heere van wulfve en wel =lant die over het kint ten doop sulle staen en soude wij noch gaeren sijne kristelijcke doop alhier in onse kercke deesen avont laeten geefven om daer in niet te versuijmen, [beuseckom heeft te]
Doop
Twee dagen na de bevalling is de vader van het kind, Godard van Reede – van Ginkel uit Den Haag aangekomen en nu wachten ze op de beide neven van de vader: de heer van Wulven en de heer van Welland. Zodra zij aankomen, kan het kind gedoopt worden.
Margaretha vervolgt haar brief nog met allerhande wederwaardigheden. Ze verzucht dat het haar niet lijkt te lukken om in Utrecht te geraken om haar zakelijke afspraken na te komen. Ze stopt met schrijven en gaat de volgende dag verder.
dus verde heb ick deese gistere geschreefve, ons kint heeft gistere avont sijn kristelijcken doop ontfange met de naem van reijniera, naer de vrou van ginckels vader, heb dit so goet ge docht om of ons de heer almacht noch Een soon gaf dat wij de naem van godert adrijaen mochte daer voor reeserveere, de heer van wulfve en wellant sijn deese merge weer vertrocken, mosten de vergaderin vande state bij woonen onse joncker van Ameronge sijn sijn acksie gereesen, de kraem vrou ent kint sijn noch heel wel naer de geleegentheijt pesenteert haeren dienst, s en ick blijf Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff M Turnor
Op 10 maart 1672 krijgt het kind zijn christelijke doop ontvangen in de Andrieskerk in Amerongen. Dit is voor Margaretha een belangrijk moment. Haar schoondochter is katholiek en ze wil er alles aan doen om haar kleinkinderen goede protestanten te laten worden. De nieuwste telg uit het geslacht Van Reede wordt Reiniera genoemd, naar de vader van Philippota, Reinier van Raesfelt. Dit vindt Margaretha een goede keuze, want als er nog een zoon geboren wordt, dan is de naam Godard Adriaan in ieder geval nog vrij. In 1670 was de eerste zoon geboren die al Godard Adriaan heette, maar het jochie overleed al in 1671. Met de kennis van nu kunnen we zeggen dat die inderdaad nog komt: in 1674 wordt zoon Godard Adriaan geboren. In 1678 wordt nog een zoon geboren, dus ook Reinier wordt nog vernoemd: Reinhardt.
Met het voorjaar op komst is Margaretha kennelijk het gevoel van oorlogsdreiging helemaal kwijt. Er wordt gewerkt in de hof! Daem Hendrixse uit het dorp heeft werk aangenomen en is hard bezig. Margaretha hoopt dat de dooi doorzet, zodat hij zijn werk af kan maken. Het staat immers zo slordig als alles er half af bij ligt. Daem is begonnen met reparatiewerk, maar zoon Godard heeft ook nog wel wat goede ideeën.
Perenbloesem, met op de achtergrond het huidige kasteel Amerongen
Aan de muur bij de straat aan de noordkant van het terrein staan nog steeds leiperen.
De huidige tuin van kasteel Amerongen heeft nog steeds hoogteverschillen. Door muren wordt hoogte verschil opgelost.
met deesen doeij daer meede wij hoopen het ijs teenemael wt het water sal gaen, schiet ons nu alt werck teffens over de hant, dae daem is beesich met sijn aengenoome werck te voldoen en geloofve hij merge gedaen sal krijgen, als dat nu so ten halfve afgegraefe blijft legge salt seer slordich daer staen dat muertge daer de doorne hech lans den Booven hof ende wt geroijden boogaert1boomgaard op staet diende ock wel gereepareert en overal aen ge – stopt, de heer van ginckel meent dat Een groot sieraet aen beijde de hoofven sou geefven dat men Een gif glintintge2Latwerk dienende om vruchtboomen te ondersteunen of leiboomen te leiden op de selfde fatsoen en manier gelijck rontom den nieuwe hof is niet hoocher als nu de doorn die der op staet is is, en opdie hoochte, op dat voorseijde muer tge vande boven hof sette, en dat men dan fruijt boomges teegens dat muertge omlaech liet sette die soude dan hoochte genoech hebe om tegens die glintin op te wasse, en alst niet hoochger komt sout het gesicht vant Eene hof int ander gans niet beneeme maer Een reegeliere teijt geefven, uhEd
belieft eens te schrijfve oft deselfve gevalt so soude ickt laete maecke op dat wij die hoofve Eens in Esse mochte krijgen3In esse mogen krijgen: in goede staat mogen krijgen, hiermeede blijfe Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff en dieners M Turnor
Een muur met leifruit
Het muurtje om de bovenhof moet gerepareerd worden. Kennelijk is daar net een boomgaard gerooid. De tuin van het kasteel heeft een hoogteverschil waardoor verschillende tuinen ontstaan en één daarvan is kennelijk de bovenhof (nu de boventuin). Het idee van haar zoon is om latwerk (glintinge) aan te brengen, waar fruitbomen tegenaan kunnen groeien. Margaretha is verguld met het idee, want zo kan je toch nog van de ene naar de andere hof kijken. Ze eindigt haar brief met de vraag of haar man ook maar eens zijn mening wil schrijven en als het hem bevalt, dan zal ze er werk van maken, zodat de hof eindelijk eens op orde is.
Op 3 maart heeft Margaretha haar brief af. Hij ligt klaar om mee te geven met de post en dat zal Philippota of een personeelslid de volgende dag doen doen. Zoals Margaretha al aangaf moet ze op 3 maart echt naar Utrecht om zaken te regelen. Als Margaretha met de koets onderweg is, wordt ze onverwacht door een ruiter ingehaald: ze moet terug naar huis. En het is niet het water van Philippota dat gebroken is, maar Spaen is er!
Een aangekondigde bezoeker
Margaretha noemt Spaen voor het eerst in haar brief van 26 februari. We hebben de brieven die Godard Adriaan haar schrijft niet, maar kennelijk heeft hij haar aangegeven dat zijn vriend Spaen op bezoek komt. Hij geeft haar daarbij enkele erg specifieke opdrachten. Margaretha schrijft terug:
den heere spaen sal ick verwachte en hem so wel trackteere als mij doenlijck sal sijn maer hanekame padde stoelle1hanekampaddestoelen: catharellen met Amergrijs2ambergrijs weet ick hier geen raet toe so sijn hEd niet anders mach vrees ick dat het tracktement dat ick hem doen sal vrij slecht sal afloopen, dan geloof sijn hEd de smaeck van Een goede schinck3ham noch niet heel sal vergeeten hebbe
Dus Margaretha schrijft haar man dat ze de heer Spaen zo goed als mogelijk zal ontvangen. Ze weet zich alleen geen raad met hanekampaddestoelen en ambergrijs. Als dat het enige is wat hij eet, vreest Margaretha voor de afloop van de ontvangst, maar ze heeft het volste vertrouwen in de smaak van haar ham.
Hanekampaddestoelen
Hanekampaddestoelen zijn cantharellen. Het is de vraag of Margaretha ze wel onder die naam kende. Ze komen voor op een arme grond, bij voorkeur onder dennen, eiken, berken en beuken. Hoewel een groot deel in het bos op de Utrechtse Heuvelrug in 17e eeuw gekapt was, blijkt uit oude kaarten dat er rond Amerongen zeker wel bos of anders bomenlanen en struwelen waren. Het is dus niet onmogelijk dat cantharellen in Margaretha’s directe omgeving te vinden waren, maar ze waren wel zeer zeldzaam. Cantharellen werden wel ingevoerd vanuit Bourgondië en Italië. De kans dat Godard Adriaan ze in het metropole Berlijn wel gegeten heeft, is groter dan dat ze in Amerongen gevonden werden. In de 17e eeuw komen cantharellen wel voor het eerst in een kookboek. In 2021 verscheen een masterscriptie over paddestoelen in 17e eeuwse recepten van Emma Sofie de Vries.
Ambergrijs
Ambergrijs is de basisgrondstof voor parfums (o.a. Chanel No. 5) en wierook. Het werd ook gebruikt in eten, maar er zijn niet veel voorbeelden bekend. Het Woordenboek Nederlandse Taal noemt bijvoorbeeld “Een met peper en amber toebereide nachtegaal”. Het werd ook wel gebruikt om wijn wat te verbeteren.
Ambergrijs is een vetachtige substanties die een potvis gebruikt om scherpe stukjes uit zijn voedsel in te kapselen. Je kunt het vinden op het strand als hij het uit gepoept of uitgekotst heeft, of het kan gewonnen worden uit de darmen van een gevangen of gestrande potvis. Ambergrijs is enorm duur en als je het per ongeluk op het strand kan je zomaar miljonair worden. De walviszaal van Ecomare is gefinancierd met de opbrengst van de 83 kg ambergrijs die gevonden werd in de darmen van een bij Texel gestrande potvis. Ook in de 17e eeuw strandden wel eens potvissen in Nederland, maar lang niet elke potvis maakt ambergrijs. Het werd wel gebruikt, maar de kans dat Margaretha er bekend mee was is klein.
Alexander van Spaen
Alexander van Spaen (1619-1692) is een edelman uit Kleve, het Duits-Gelderse gebied. Hij begint zijn loopbaan bij de prins van Oranje en wordt daarna luitenant in het Staatse leger. Hierna komt hij in dienst van de Keurvorst van Brandenburg en hij bevindt zich daar regelmatig aan het hof. In 1661 koopt hij kasteel Biljoen bij Velp. Hij was een goede bekende van Godard Adriaan.
Wanneer komt Spaen?
Op 29 februari schrijft Margaretha in een bijzin: “ick verwachte hier den heere spaen noch”
Op 3 maart schrijft Margaretha: “den heere spaen verneeme wij noch niet geloofe sijn hEd vergeet mijn aentespreecken”.
Op 4 maart is hij er dan eindelijk. Margaretha voegt snel, voor het vertrek van de post, nog een velletje met een gespreksverslag bij haar brief van 3 maart. Ze beschrijft dat Philippota haar terug liet halen en dat ze Spaen verzocht heeft de nacht te blijven, maar hij moet noch naar Den Haag. Hij wil zelfs in de middag niet blijven eten: in de tijd dat Margaretha terug gehaald heeft, dat hij al bij Van Son gegeten. Maar hij is wel zo goed geweest om een glas wijn met Margaretha te drinken. Hij belooft om een keer weer te komen en dan een nacht of twee te zullen blijven. Dat zint Margaretha wel, maar er hangt nog iets als een zwaard van Damocles boven dat toekomstig bezoek…
Spaen klapt uit de school
[hier te sulle blijfve,] ick heb hem geseijt mij ondertusche van haenekame am bergrijs en paddestoelle te sulle ver sien, maer sijn hEd beklaecht hem dat uhE sich so slecht trackteert datse den buijck niet konne vulle, uhEd moet hem wt dien quaede reputasie helpe ent selfve verbeeteren, sijn hEd is noch al den ouden spaen hij weet mij van uhEd wel-
vaerentheijt niet genoech te segge daer de heere voor gedanckt moet sijn, ock dat uhEd de juffrouwe so kaesijoleert dat te verwondere is, ick seijde mij van harte lief te was te hoore uhEd noch so vol vier waert, hiermeede moet dees wech
den 4 maert 1672
Zodra Margaretha begint over de hanekampaddestoelen en het ambergrijs, vertelt Spaen dat hij door Godard Adriaan zo slecht ontvangen is, dat hij daar met lege buik vertrokken is. Margaretha speelt dit gelijk terug naar Godard Adriaan: hij moet het zelf maar recht zetten en zijn reputatie verbeteren. Spaen stelt Margaretha wel gerust: het gaat haar man goed.
Misschien is er meer dan één glas wijn gedronken of is er een soort directe vertrouwdheid tussen Margaretha en Spaen, want hij durft een stapje verder te gaan. Hij vertelt haar dat haar man in Berlijn de juffrouwen zo cajoleert4van het franse cajoler: vleien, flikflooien. Margaretha laat zich hierdoor niet in het minst uit het veld slaan: ze is blij dat haar man nog zo vol vuur is. En daarmee besluit ze het gespreksverslag, want de brief moet nu echt naar de post.
Philippota’s baby is nog steeds niet geboren en je ziet de irritatie bij Margaretha week na week groeien. Op 6 februari is er nog iets meer begrip dan irritatie. Ze wilde wel naar Den Haag, maar zoals Philippota zich voelde was dat onmogelijk. Nu voelt ze zich gelukkig beter, dus hoopt Margaretha dat de verlossing niet lang op zich laat wachten. Maar ze heeft er toch heel wat bekommering mee.
[verseeckert sulle weesen,] de vrou van ginckel 1Philippota is getrouwd met de Heer van Ginkel, Margaretha’s zoon Godard die nu vijf weecken hier is geweest en vant begin aff van Eur tot Eur heeft gemeent te kraeme gaet noch al dat mij wel in geduerichge bekomerin hout, men seijt wel dat ick met haer naer den haech sou gegaen hebbe, dat is vant begin af dat se hier is geweest onmoogelijck ge- weest so heeft se haer van tijt tot tijt gevoelt, nu isse, beeter als oijt daerom ick hoope sij haest sal koome te kraeme het welcke ons den almachtigen godt wil geefve en dat se Een goede verlosi en gesonde vrucht en kraem mach hebbe, kan niet segge in wat bekomerin ick geduerich in deese bekomerlijcke tijde met haer ben [nu de heer almach]
Bepakt en bezakt
Een week later, op 11 februari, begint Margaretha een beetje te mopperen. Alle spullen staan nu al een maand ingepakt klaar zodat ze direct kunnen vertrekken, maar Philippota is nog steeds niet bevallen. En nu durft ze ook niet meer te reizen, want stel je voor dat ze onderweg bevalt! Margaretha hoopt maar dat het rustig blijft voorlopig.
te sende, ons silver koffer met noch twee met linne hebbe wel Een maent gepackt gestaen om ofter op Aen quam dat ment maer op de wagen heeft te setten, de vrou van ginckel kan so heel opt lest sijnde niet reesolveere 2besluiten haer op reijs naer den haech te begeefve vreest al of se onderweech mocht koome te kraemen hoope wij dien tijt hier noch in ruste sulle sijn, sij heeft haer veel te seer misreeckent, so haest dat over is sal mij met het onse naer den haech begeefve, [hier meede blijfve]
11 februari 1672
Wachten…
Op 15 februari heeft Margaretha besloten de kraam dan maar op Amerongen af te wachten en op 18 februari noemt ze haar schoondochter niet eens. Op 22 februari geeft ze aan dat ze zelfs een deel van de zaken niet heeft kunnen regelen, omdat ze Philippota niet alleen thuis durft te laten. Die denkt inmiddels al zeven weken dat ze elke dag kan bevallen. Op 26 februari verzucht ze dat het zo lang gaat duren als God het wil en de 29e rept ze met geen woord over haar schoondochter: zijn er belangrijker zaken te vertellen.
Het uur van geboorte en sterven
Op 3 maart: nog steeds niets. De irritatie is nu zo groot dat Margaretha haar brief begint met de lang verwachte kraam. De misrekening van twee maanden komt haar wat qualijck, maar nu wordt Margaretha er filosofisch van. Maar dan moet men het met geduld afwachten, dat geldt zowel voor de uren van geboren te worden als de uren van te sterven. En uiteindelijk verlaat ze zich op de Heer Almachtig.
Mijn heer en lieste hartge
gisteren ontfange ick uhEd schrijfvens vande 24 febrijwa neffens die aende vrou van gincke die noch al gaet tot onse groote verwonder sij is, nu beeter alse over twee maende was en heel wel naer haer geleegentheijt, heeft haer veel te seer misreeckent, dat mij wat qualijck komt dan moet het met paesijensie 3geduld afwachte de Eure van gebooren te worden moeter so wel sijn als van te sterfven wil hoopen de heer almachtich ons Een gesonde en recht geschapen vrucht sal geefven, [het pree]