Mijn heer en lieste hartge

Maand: februari 2022 Pagina 1 van 2

Willem III, kapitein-generaal!

DatumPlaats
Geschreven26 februari 1672Amerongen
Ontvangen7 maart 1672
Lees de originele brief hier

Margaretha heeft groot nieuws om met Godard Adriaan te delen. Prins Willem III is namelijk eindelijk benoemd tot kapitein-generaal van het Staatse Leger! Het duurde lang voordat deze benoeming door de Staten-Generaal kwam omdat Raadspensionaris Johan de Witt weinig voelde voor iemand benoemen vanwege zijn afkomst. Het is voor Margaretha niet helemaal duidelijk wat de benoeming van Willem III precies betekent. Is het een benoeming voor het leven of slechts voor “deel Expedisie”, voor één veldtocht?

Willem III legt de eed af voor kapitein-generaal
“Zijn Hoogheijt, d’heer prins van Oranje wort Capiteijn Generael gemaakt, den 25 februarij, 1672”
Willem III ingezworen als kapitein-generaal, 1672, Romeyn de Hooghe, 1672 – 1674. Collectie Rijksmuseum

Daar duidelijkheid in scheppen is voor Margaretha belangrijk: als kapitein-generaal voor het leger kan Prins Willem III vaste benoemingen doen. Nu Willem III benoemt is kan er overgegaan worden op het benoemen van de andere hoge ambten, zoals de positie van generaal-majoor waar zoon Godard van Ginkel naar had gesolliciteerd.

Als Willem III benoemd is tot kapitein-generaal zijn de benoemingen die hij doet van veel langere duur dan wanneer hij enkel opperbevelhebber voor één veldtocht zou zijn1Toen hij werd aangesteld was hij nog niet levenslang benoemd. Dat zou, volgens de in Februari gemaakte afspraken, pas gebeuren op 14 november 1672, Willems verjaardag. Margaretha is hier op het moment van schrijven kennelijk niet volledig van op de hoogte.. Margaretha hoopt dat haar zoon de promotie krijgt die hij, in haar ogen, verdient. Vader Godard Adriaan is namelijk altijd een sterk voorstander geweest van Willem III in de Staten van Utrecht en zoon Godard van Ginkel dient al sinds zijn jeugd in het leger.

[serveere,] hoe sijt nu met den heer van ginck 
-kels sollisitasie2Godard van Ginkel had eerder dit jaar gesolliciteerd voor een positie als generaal-majoor maar had nog niets gehoord sulle maecke sal te ver
wachte staen, waertoe mijns oordeels de
wijlle sijn hoocheijt de prins van oransge 
nu voor kaptein generael3kapitein-generaal is de hoogste rang in het landleger van de Republiek dees Expedisie is aengenoome
hij wt moet sien, want so geseijt wort sulle
se nu tot het vergeefve van de hoochge
Amtte gaen, ick ben blijde uhEd sijn
sentimente daer ontrent met de mijne

so wel ackordeere4overeenkomen, heb Even het selfde aen
de heer van ginckel geseijt als uhEd hem
schrijft, hij gaet vandaech naer wttrecht 
om sijn solisitasie aldaer te bevordere
en meent voort Een keer naer den haech
te doen [het vriest hier weer so fel als]

Het volk viert feest!

Voor de adel betekent Willem III’s benoeming kansen om te klimmen in de rangen. Voor de rest van het volk betekent het een einde aan de onzekerheid en kan er feest gevierd worden. Honderden mensen gaan de straat op in Den Haag en er wordt druk getrompetterd.

[spaen noch,] wt den haech schrijft men
mij dat daer met het aeneemen vande
prins sulcke ongemeene vreucht is ge
weest datter den heelle nacht honder
de van mense op de strate waeren dat
d’Een sonch dander5zonder de ander tromde dander blies
de trompet met sulcken geijuijch dat
niet te seggen is de heer almachtich
wil sijne onse wapenen door hem seegenen en hem voor
spoedich maecke, den heere beverline6Hieronymus van Beverningh, Gouds regent en diplomaat. Hij wordt nu benoemd tot gedeputeerde te velde: dat houdt in dat hij Willem III’s beslissingen op het slagveld mag overstemmen heeft hier
groote Eer ingeleijt so men seijt, [hier]

Het is alsof God de wapenen zegent, zegt Margaretha. Eindelijk is er een sprankje hoop. Lijkt het.

Post

DatumPlaats
Geschreven26 februari 1672Amerongen
Ontvangen4 maart 1672
Lees hier de originele brief

Elke brief begint Margaretha met het bedanken van Godard Adriaan voor de brieven die ze ontvangen heeft. Kennelijk doet Godard Adriaan dat ook in zijn brieven, want als één van haar brieven mist, schrijft ze dat ze echt met elke post geschreven heeft. Het verzenden van een brief had meer voeten in de aarde dan je verwacht.

Ameronge den 26 febrijwa 1672

Mijn heer en lieste hartge

ick ben verwondert wt uhEd aengenaeme vande
17 deeser te sien dat onse briefve niet sijn overge
koome ick geduerende uhEd wt weese niet meer
als Eene post overgeslaechge, dat int Eerst doen
uhEd te berlijn quan is geweest, en sint noijt
gemangueert ick heb beuseckhom gelast de
briefve voort den strijcker over Amsterdam
te sende het welcke geloofve hij nu doet, [ick]

De post was toen net zo commercieel als dat hij nu is en er waren verschillende manieren om brieven te versturen. Vanuit Nederland waren er een paar opties, maar binnen Europa kreeg je al vrij snel te maken met het postimperium van Thurn und Taxis. Margaretha probeert verschillende routes en bezorgers uit. Hier kiest ze voor Strijker in Amsterdam. Ze was niet de enige voor wie het verzenden en ontvangen van post een avontuur op zich was: ook Johan de Witt worstelde hiermee.

Verder gaat het in deze brief over het betaald krijgen van het geld voor Godard Adriaans werk. Maar dat inkijkje in de 17e eeuwse bureaucratie bewaren we voor later.

Speciaal in het fragment van vandaag ook de kop van de brief. Links boven “Rec. 4e Martij”, de aantekening wanneer Godard Adriaan de brief ontvangen heeft: op 4 maart. De brief heeft er 7 dagen over gedaan, Margaretha schreef hem op 26 februari en het was een schrikkeljaar. Let vooral ook op de briljante spelling van “februari”. En natuurlijk het begin van elke brief: Mijn heer en lieste hartge…

De adressering op een brief van Agnes aan groote papa Godard Adriaan in 1690. Normaal gesproken vouwde men een brief tot een soort envelop en stond de adressering dus op de brief zelf. Bij Margaretha’s brieven zie je dit nooit. Zij gebruikte dus kennelijk (een soort) enveloppen. Brief uit Het Utrechts Archief HUA1001.2737

Utrechtse verkiezingen

DatumPlaats
Geschreven22 februari 1672Amerongen
Ontvangen29 februari 1672
Lees hier de originele brief

Margaretha schrijft regelmatig naar haar man met updates over de Utrechtse politiek, zo ook op 22 februari. De uitslag van de verkiezingen in Utrecht, waar Godard Adriaan en Margaretha zich al weken mee bezig houden, is dan bekend.

[naer wttrecht doen,] voorleedene saterdach119 februari
is de Elexsi2verkiezing bij de heere Edelen gedaen, en
den raetsheer nieupoort3Gerard van der Nijpoort den heere van schoonou 
=we4heer van Schonauwen rossom5Adriaan van Rossem en onse neef van wellant6Godard Willem van Tuyll van Serooskerken, heer van Welland int
Eerste lidt7de vertegenwoordigers van de kapittels, eerder hier besproken gestelt sij moogen wel van ge
=luck spreecken sitten sacht en wel, dit is met
Een paericheijt van steme8een parigheid van stemmen: unaniem geschiet so dat het
schijnt de gemiskontenteerde9ontevreden heere haer be –
docht hebbe siende10aangezien dat sij niet koste te weech
brenge haer hebbe bij dandere gevoecht

Voor Godard Adriaan bevat deze brief goed nieuws. De kandidaat die hij steunde, Gerard van der Nijpoort, is verkozen. Belangrijker nog: Godert Willem van Tuyll van Serooskerken, simpelweg (neef) Welland genoemd is ook verkozen! Welland werd na het overlijden van zijn vader en moeder, Godard Adriaans zus, als pleegzoon in huis genomen door Margaretha en Godard Adriaan. Hij is op Kasteel Amerongen opgegroeid met Godard van Reede – Ginkel. Margaretha wenst hem dus even veel voorspoed in het leven als haar eigen zoon.

Een machtich leeger

DatumPlaats
Geschreven18 februari 1672Amerongen
Ontvangen26 februari 1672
Lees hier de originele brief

Een week geleden kon Margaretha eindelijk goed nieuws doorgeven aan Godard Adriaan. Gelukkig voor haar kan dat deze week ook weer. De Republiek heeft er namelijk een bondgenoot bij in de strijd tegen Frankrijk! De vroegere aartsvijand Spanje maakt zich zorgen dat Frankrijk door de Spaanse Nederlanden wil trekken en sluit zich daarom aan bij de Republiek. Dat geeft Margaretha weer hoop!

nu de raetifikasie ratificatie wt spange1Spanje is gekoome
en men voor seecker hout dat den keijser2Keizer Leopold I van het Heilige Roomse Rijk
met ons is, schept men hier weer wat moet
Evenwel seijt me datter booven de werfvine 
daerse de offisiers van hebbe gemaeckt
noch twintich duijsent man sulle werfen
dat sal Een machtich leeger maecken,
ent lant veel koste daer sulle weer nieuw
schattine moeten sijn, doch tis beeter te
geefve als vande vijanden verijaecht3verjaagd te
worde daer de heer ons voor wil behoede

Naast het verbond met Spanje schrijft Margaretha ook weer over de troepenwerving. Op 15 februari schrijft ze nog dat er nog dertigduizend troepen geworven moeten worden maar nu, slechts drie dagen later, zijn het er ineens tienduizend minder. Of Margaretha hier een foutje maakt in de aantallen of dat er echt in drie dagen tienduizend mannen in het leger zijn bijgekomen is een raadsel. Ongeacht de precieze hoeveelheden wordt het wel een “machtich leeger.” Margaretha is nu een stuk positiever dan eerder. Een nadeel hiervan is wel dat de enorme kosten die hiermee gepaard gaan doorwerken op de adel. Beter om iets meer te betalen aan de staat dan om veroverd te worden, aldus de pragmatische Margaretha. Margaretha houdt Godard Adriaan ook op de hoogte van de dagelijkse zaken: zo is ze begonnen met het verkopen van hun vee.

Een ware beestenboel

DatumPlaats
Geschreven18 februari 1672Amerongen
Ontvangen26 februari 1672
Lees hier de originele brief

Kasteel Amerongen is het centrum van een gigantisch boerenbedrijf. Op de uitgestrekte landerijen van Margaretha en Godard Adriaan verbouwen ze verschillende soorten groenten en weiden ze vee. Het doel hiervan is zo veel mogelijk zelfvoorzienend te zijn. De handelsnetwerken waren immers nog niet zo uitgebreid en even naar de markt gaan voor eten was amper mogelijk.

Kaart van de landerijen te Amerongen binnen de Kaa, omstreeks 1696 (NB dit is niet het hele landgoed!). (Collectie Utrechts Archief HUA1001.435)

Vee verkopen

Nu de oorlogsdreiging steeds dichterbij komt is Margaretha druk bezig met voorbereidingen treffen om weg te vluchten. Ze is op zoek naar een huis om naartoe te vluchten en is al begonnen met het inpakken van spullen. Op aanraden van Godard Adriaan verkoopt ze ook hun paarden en vee. Zelf is Margaretha niet laaiend enthousiast hierover: ze denkt ze niet naar waarde kunnen te verkopen omdat mensen arm zijn door de harde winter. Al hun geld zal naar eten moeten gaan, niet naar dure beesten.

[uhEd schrijft van al onse paerde en]
vee af te staen, dat mijns oordeels niet wel
doen lijck is, om dat men door de vroechge win
-ter en dat het volck wt gevoert is geen
beeste sal konne quijt worde1kwijt maken/kwijt worden: van ontdoen ,ij we niet voor
half gelt want de lie hebbe voort geene sij
al reets hebbe niet veel meer te Eeten be
-halfven dat de weijen niet sulle beschaer2bescharen: het vee de weide in brengen
worden want uhEd soude niet geloofve hoe
deliede haer soecke te behelpen, ick heb al koe
beeste geveijlt te verkoope maer daer komt
niet Een mens naer wt, de twee bou paerde
so lange wij de bonwerij3bouwerij doen konne wij
niet misse den oude hans4Oude Hans is lid van het personeel van Kasteel Amerongen seijt teunis
is sijn kost waert en sou ock geen gelt gelde
-den henst5mogelijk verwijst dit naar een “gelding”, een gecastreerd dier, in dit geval een hengst alst uhEd beliefde soude wij
konne missen, de 3 venlens6veulens vermidts uhE
mij onlans schrijft die tot sijn plasier7plezier wel
te wille houde was ickse gereesolveert8vastbesloten
te houde, so deselfve van sin verandert is
belieft het met de naeste post te schrijfve
den jonge ruijn9ruin: een gecastreerde hengst die uhEd mee heeft gehadt
meende den heer van ginckel10haar zoon Godard van Reede – Ginkel dat wij te
soomer inde weij behoorde te laeten gaen om
dat het wat meer sterckte mocht krijgen

dan meende ick twee koetspaerde te houde
en Een te verkoopen nu ohde paerde mart11paardenmarkt
den ruijn die van overberch en Een dick
kop is sal ick meede verkoope maer
moet hem noch Een weecksof drie hou
– de om dat hij so vol droes12klier, gezwel is, en Een
groote knobbel aenden hals heeft die 
vandaech doorgeslaegen is heeft, tot
het geneesen is sal hem dan almeede
quijt maecken13kwijt maken/kwijt worden: van ontdoen, [vandaech heb ick Een]

Het stuk over het vee is nogal uitgebreid: Margaretha schreef regelmatig uitvoerige stukken, over politiek maar ook dus over zaken betreffende hun bezittingen. Godard Adriaan bleef zo dus goed op de hoogte van wat er speelde op het thuisfront. Of hij van ieder dier precies moest weten hoe het er mee ging is natuurlijk de vraag. De brief van 18 februari gaat niet alleen over hun veestapel: Margaretha geeft ook getrouw een update over hoe de Republiek er militair voor staat.

Lees hier de originele brief

Molen verkocht

DatumPlaats
Geschreven15 februari 1672Amerongen
Ontvangen23 februari 1672
Lees hier de originele brief

Op 21 januari had Margaretha over het kopen van een molen om hier financieel voordeel uit te halen. Ze vroeg toen toestemming aan Godard Adriaan om deze molen te kopen en nu, bijna een maand later, lijkt het alsof ze die gekregen heeft.

de meule alhier is
gistere opt raethuijs geveijlt om die te verkoope 
geloofve die wel vijf duijsent gul sal gelde
om dat alser Een goeije moolenaer opdis hier het
beste gemael dat hier ontrent is, sal sijn, die van
laersom1Leersum, een dorpje nabij Amerongen moogen te derthuijse2Darthuizen, een dorpje nabij Leersum en Amerongen niel laeten maelle
maer moeten hier koomen, mij dacht het Een reega
– elie3aanwinst hier aent huijs sou weese en wij hoef de voor Eers
geen gelt te geefve vermidts daer inde meule so veel gevesticht staet alse gelde sal

Margaretha ziet de molen als een aanwinst voor de familie en is tevreden met hoe het uitpakte. De molenaars uit Leersum mogen namelijk niet in het nabijgelegen Darthuizen malen maar moeten dus wel naar Amerongen en de nieuwe molen van de familie Van Reede komen. Buiten dit goede nieuws schrijft Margaretha ook over minder plezierige zaken: de werving van mensen van “slechte en droncke bloede.”

Een tekening van Amerongen uit 1620 met daarop de Andrieskerk en de molen. Gemaakt door Andries Schoemaker. Collectie Koninklijke Bibliotheek

“Slechte en droncke bloede”

DatumPlaats
Geschreven15 februari 1672Amerongen
Ontvangen23 februari 1672
Lees hier de originele brief

Naast de aankoop van de molen schrijft Margaretha op 15 februari ook over de werving. Voorbereidingen op de aankomende oorlog gaan door en de Staten van Utrecht en de Staten van Holland werven meer en meer soldaten. Margaretha is echter niet echt te spreken over de kwaliteit van deze soldaten:

[jo sefs te harte neemt], men heeft in den haech en
te wttrecht tot de nieuwe werfvine de offisiers
gemaeckt so geseijt wort sijnder Eenige fraeije
lie1lieden onder, maer meest sulcke slechte en dron-
cke bloede dat het bedroeft is, vermidts men
no men spreeckt van noch booven dit niewe volck
30000 man te werfve vrees ick dat se die volcke-
ren van de goede gein tensioneer de vorste niet
sulle aeneeme, en hier meer volck te werfve weet
ick niet waer sijse krijge sulle, wanter seer weij-
nich liede van merijte2verdienste te wttrecht sijn ge-
weest die haer nu tot deese werfvine hebbe
aee aen gepreesenteert maer in hollant seijt
– mee datse al braefve3dappere offijsier hebbe laeten gaen
, men spreeckt ock te wttrecht vande bekende
kompangi dat die so qualijck gehoude wort
dat se heel te niet gaet en nootsaecklijck sal moete
vergeefve worde [tot het geene uhEd]

Margaretha maakt zich zorgen: nu wordt er al slecht volk geworven maar er zijn plannen om daarbovenop nog eens dertigduizend extra soldaten te werven. Waar moeten ze vandaan komen? Enkel tijd zal leren hoe deze pasgeworven troepen zijn in de strijd.

Klik hier om de originele brief te lezen

Doesburg versterkt

DatumPlaats
Geschreven11 februari 1672Amerongen
Ontvangen23 februari 1672
Lees hier de originele brief

Op 11 februari schrijft Margaretha nogal geïrriteerd naar Godard over Philippota’s zwangerschap. Naast dat onderwerp bespreekt ze ook militaire ontwikkelingen in de Republiek.

De eerste maanden van 1672 kenmerken zich door enorme vrieskou en het water in de rivieren bevriest. Een zorgelijke zaak want zowel de IJssel als de Rijn zijn onderdeel van de verdediging van de Republiek. Bij een bevroren rivier zou de vijand er gewoon over heen kunnen lopen. Margaretha denkt echter dat de vijand dat niet zou durven: straks komen ze nog vast te zitten in het land als de rivieren weer dooien.

[sij is noch hier,] en naert segge van de
meeste wort geoordeelt dat hoewelt
hier harder vriest alst noch vant heelle
ijaer heeft gedaen, en dat al de reeviere1rivieren
sitte2bevroren zijn, dat de vijant hem niet sal derfve3durven
so verde hier int lant begeefve vermidts
het te laet int ijaer wort, ock heeft me

nu de stat van doesburch4Doesburg en voort de boo
– ve frontiere5grenzen vande kruijt6buskruit en sonte ver
sorcht ock spreecktme van Een vliech –
gent leeger7mobiel leger wat inspringt waar nodig van 8000 man naer men
te sende, [ons silver koster met noch]

De Rijn en de IJssel zijn versterkt met meerdere vestingsteden, waaronder Doesburg. Doesburg ligt aan de IJssel, vlakbij Kasteel Middachten, het thuis van zoon Godard van Ginkel. Van Ginkel zelf is op dat moment is Doesburg: daar is immers zijn regiment gestationeerd. Voor Margaretha en Godard Adriaan is het dus goed nieuws dat de stad nieuwe voorraden kruit heeft gekregen en dat er een mobiel leger die kant op gaat. Hoe sterker Doesburg is, hoe groter de kans is dat Godard van Ginkel het overleefd.

Kaart van de vestingstad Doesburg in 1654 door Nicolaes van Geelkercken. Collectie Gelders Archief

Diplomatie aan het hof

DatumPlaats
Geschreven8 februari 1672Amerongen
Ontvangen19 februari 1672
Lees hier de originele brief

De brief die Margaretha stuurt aan Godard Adriaan op 8 februari 1672 begint met alledaagse zaken: ze beschrijft wie inmiddels hun schulden aan de familie heeft afgelost en van wie ze nog steeds geld tegoed hebben. De “bekende” 5000 gulden is nog steeds niet betaald. Bekend omdat dit bedrag al open staat sinds voor Godard Adriaan naar Berlijn vertrok en Margaretha het bijna iedere brief wel noemt.

Diplomatieke perikelen

Met de alledaagse zaken uit de weg gaat Margaretha over op, voor ons, interessantere zaken: Godard Adriaans voortgang als diplomaat aan het hof van de Keurvorst van Brandenburg.

tis mij seer lief te hoore dat den heere keur
– vorst kontiniweert1continueren, voortduren in sijn geneegentheijt tot
deesen staet het welcke wij wel van noode hebbe
so ick hoore hanckt de gunst vande vorste van
sel en luijnenburch2de Duitse Hertog van Celle en Lunenburg daer heel aen die haer
naer den keurvort van brandenburch wille
reeguleere, men seijt dat den Ambassadeur
doenin naer geen presentaesie die hem
vandeesen staet werde gedaen en wil
luijsteren maer seijt hij weerom ontboode
is en op sijn vertreck staet, dat ock den
koninck van vranckrijck aen onsen Amba
de groot3Staatse ambassadeur Pieter de Groot, gestationeerd in Parijs soude geseijt hebbe dat hij sijn
meesters geen dienst daer meer koste
doen oversulcks wel soude doen te ver
trecke,  so dat die twee rijcke als Enlant

en vranckrijck naer alle Aprehensi 4begrip, vrees het Eens
sijn en ons beijde sulle atackeere 5aanvallen, daerom
ick noch beducht6angstig, benauwd ben of wij in den haech al
verseeckert7veilig sulle weesen, [de vrou van ginckel]

Op 25 januari schrijft Margaretha al dat ze overweegt om naar Amsterdam te gaan in plaats van Den Haag maar ze geeft geen specifieke reden hiervoor. Die krijgen we nu wel: dat Frankrijk en Engeland een verbond hebben gesloten in het Verdrag van Dover is bekend geworden. Een diplomatische oplossing met Frankrijk lijkt niet meer een realistische kans, zo zegt Lodewijk XIV aan de Staatse ambassadeur in Parijs. De Republiek heeft hard steun nodig.

Margaretha is dus ook blij om te vernemen dat de Keurvorst Godard Adriaan genegen is. De steun van de Keurvorst is van vitaal belang. Deels omdat de keurvorst een groot leger bijeen zou kunnen krijgen en deels omdat andere Duitse edelen, zoals de Hertog van Celle en Lunenburg, zijn voorbeeld zouden volgen. Hopelijk is God met hen, zo eindigt Margareta de brief.

De zwangerschap van Philippota

DatumPlaats
Geschreven4 februari 1672Amerongen
Ontvangen23 februari 1672
Lees hier de originele brief

Vandaag schrijft schoondochter Philippota een brief aan haar schoonvader Godard Adriaan. Hij zit in het archief tussen de brieven van Margaretha, dus we nemen hem gewoon mee. Philippota is op dit moment bij Margaretha in Amerongen. Het belangrijkste onderwerp in de brief van Philippota: haar zwangerschap.

In een brief van 24 oktober schrijft Margaretha al over Philippota’s zwangerschap. Volgens haar berekeningen zal Philippota in februari of maart bevallen. Het moment komt steeds dichter bij.

Philippota en Godard van Ginkel hebben in 1672 al drie kinderen, Margaretha (1667, ook wel Tietge genoemd), Frederik Christiaan (1668, de kleine Fritsge) en Anna Ursula (1669, ook wel Antge) en nu volgt nummer vier. Een bevalling is een riskante zaak: de hulp van schoonmoeder Margaretha zal dus nodig zijn. Philippota is daarom vanuit Kasteel Middachten naar Amerongen gekomen, waar ze nu al een tijd verblijft. Philippota denkt zelf namelijk dat de bevalling ieder moment kan komen.

Middachten, Amerongen, Den Haag

Op 22 december wil Margaretha al dat Philippota bij haar in Amerongen komt, voor het reizen te ingewikkeld wordt door het winterse weer. Ze noemt Philippota’s aanwezigheid voor het eerst in haar brief naar Godard Adriaan op 25 januari.

de vrou van ginckel gaet noch al
en ben met haer in geen kleijne bekomerin door
aldeese tijdine, was gereesolveert1resolveren: voornemen deese weeck
noch met haer naer den hach te gaen, maer
dewijlle het nu heel aent doeije2dooien is, ben half van
reesoluijsi3resolutie, beslissing het noch met haer hier te blijfve om
de koste en moeijlijckheijt vande reijs vermidts de
vaerte over al toe sijn, te ontgaen, hoope wij
haer kraem4bevalling noch hier sulle konne wt houde

Margaretha naar Godard Adriaan

Naar Den Haag met een zwangere vrouw is sowieso al niet aan te raden maar nu de extreme vrieskou voorbij is en de wegen zijn gaan dooien zijn de wegen nog eens extra onbegaanbaar. De dames blijven dus in Amerongen.

In de brief van 29 januari is Philippota nog steeds niet bevallen en zijn ze nog steeds in Amerongen. Op 1 februari is er nog steeds geen nieuws. Als Philippota bevallen was op de datum die ze zelf had berekend was ze nu ook al uit de kraam geweest, zo schrijft Margaretha aan haar man. In oktober had Margaretha al ingeschat dat Philippota in februari of maart zou gaan bevallen. Nu geeft ze aan dat het gewoon afwachten is: “wij moetent vande hant des heere verwachten in wiens heijlige bescherminge uhEd beveelle en blijfve”

Als het een zoon is…

Uit Philippots’s brief blijkt dat ze zelf niet verwacht had dat haar zwangerschap zo lang zou duren.

[orlog gemack wort,] ick hadde nit gedacht
mijn kram soo lange sol an gelopen hebben
docht hope dat goedt5God mijn hast een geluckege en vorspoudige verlossin velenen sal
en dat het een soon mag wesen dij wij met
premicij6permissie van uHEg deself naem7van u Hoog Edel geborne zijn naam seullen
gefen het welcke hope uHEg angenam
wesen sal [en goedt den heer ons de genade]

philippota naar Godard Adriaan

Ook zegt ze dat het kindje naar Godard Adriaan vernoemd gaat worden als het een zoon is. Margaretha is van plan om zodra Philippota uit het kraambed is te vertrekken naar Den Haag.

Lees de originele brieven hier: 25 januari, 4 februari (Het Utrechts Archief)

Pagina 1 van 2

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema gemaakt door Anders Norén