Mijn heer en lieste hartge

Maand: oktober 2021

De komende winter

DatumPlaats
Geschreven24 oktober 1671Amerongen
Ontvangen29 oktober 1671
Lees hier de originele brief

In Margaretha’s brieven komen een aantal elementen regelmatig terug. Ze begint vaak met een reactie op de brief van haar man en goedkeuring over zijn werk of medeleven met dingen die niet goed gaan. Dan is er alle ruimte voor de actualiteit. Soms is dat de politiek, maar in het rampjaar ook vaak de toestand op de plek waar zij is, of wat ze gehoord heeft van anderen.

Huis Zuylestein, Abraham Rademaker, 1685 – 1735. Collectie Rijksmuseum

Bureaucratie

Iets wat ook in heel veel brieven terug keert, is het verkrijgen van geld. Wie denkt dat we nu in een bureaucratie leven: dat is zo omdat we al héél lang ervaring hebben. Margaretha’s man, Godard Adriaan, wordt betaald door de Republiek ofwel de Staten-Generaal, maar soms ook de Staten van Holland of de Staten van Utrecht. Als Margaretha ergens aanklopt voor geld, doet men haar meestal eerst allerlei beloftes en wijst men anderen aan die eigenlijk over de betaling gaan. Dan schrijft iemand een assignatie (aanwijzing tot betaling), waarmee ze dan naar iemand anders moet die vervolgens vaak weer iets moet regelen. Doordat er zo veel schakels in de betaling zitten, lopen de bedragen nogal op. Soms gaat het maanden achter elkaar door voor ze een betaling daadwerkelijk binnen heeft.

Familie

Een belangrijke opdracht voor Margaretha is het bij elkaar houden van de familie. Dus lees je in haar brieven regelmatig over de kleinkinderen, maar ook over “De vrouw van Middachten”: haar schoondochter. In deze brief vermoedt Margaretha dat haar schoondochter in februari of maart moet gaan bevallen. Ze moppert erover: waarom in de winter en wat dan als het de komende winter ook nog oorlog wordt?

Sijn hoocheijt

Het meest bijzondere in deze brief is het bezoek van “sijn hoocheijt”, zoals ze stadhouder Willem III noemt. Hij is op dit moment nog geen stadhouder “slechts” prins van Oranje: de functies van zijn voorvaders, kapitein-generaal van het Staatse leger en stadhouder, zijn door Johan de Witt zorgvuldig geblokkeerd. In deze brief is wat ze over de prins schrijft eigenlijk maar een voetnoot.

…, sijn hoocheijt vertreckt van=
daech van suijlisteijn 1Zuylestein naerden haech, was
voorleeden sondach wen Een Eur2uur bij mij
versocht sijn dienst aen uhEd3u te preesen=
=teere, hier meede blijfve

Mijn heer en lieste hartge
uhEd4uw getrouwe wijff
en dieners M Turnor

De prins logeerde op Zuylestein. Frederik van Nassau-Zuylestein, buurman van Margaretha en Kasteel Amerongen, was zijn voogd geweest en Willem was zeer op zijn oude leermeester gesteld. Waarover zou ze gesproken hebben met de prins? En waar denkt de prins Godard Adriaan mee te kunnen helpen? Margaretha schrijft wijselijk niets op. Ze weet dat de kans groot is dat de post door anderen gelezen wordt. Bovendien, als Keulen niet geblokkeerd wordt, komt haar man snel thuis.

Het dak van de slaapkamer

DatumPlaats
Geschreven20 oktober 1671Amerongen
Ontvangen22 oktober 1671
Lees hier de originele brief

Kennelijk heeft Godard Adriaan Margaretha opdracht gegeven om door te gaan met de nieuwe leien van het dak. De leidekker, Jan Hendriks uit Tiel, is langs geweest en Margaretha doet verslag van zijn bevindingen.

… hier heefens gaet de memoo
=rije van de leijen die uhEd mij hebt gesonde
met de antwoort van ijan henderixse den
leijdecker van tiel op de inhoudende vrage
hij meent dat wij het pannedack booven ons
slaepkamer behoorde af te laete neeme ent
selfve dack met leijen te decke om dat het
so seer int noorde staet dat de panne daer op
gans niet duerabel sijn, dieder op legge seijt hij
dat wel meer als de helft van tijt tot tijt
vernieut sijn en nu al weer meest al vergaen
, wij hebbe deesen dach sulcken Extraoordinaer
=risse hette met schoone sonneschijn gehadt…

Kennelijk was het dak (of de daken) met pannen belegd, en moesten dat echt leien worden, want dat was veel duurzamer.

In 1646/1647 tekende Roelant Roghman veel Utrechtse kastelen en hij maakte ook twee tekeningen van Amerongen. Misschien is het mogelijk om op deze tekeningen de slaapkamer van Godard Adriaan en Margaretha te vinden. Ze schrijft in haar brief dat hij onder een schuin dak op het noorden ligt.

Kasteel vanuit het Oosten (voorkant) door Roelant Roghman (ca. 1646), collectie Rijksmuseum

Van de voorkant gezien ligt het noorden rechts. Ze zou natuurlijk onder de kap van één van de torens kunnen slapen, maar die hebben waarschijnlijk een zolderfunctie. De enige mogelijkheden vanaf deze kant is dan het rechterbovenraam onder de trapgevel of in de uitbouw rechtsachter.

Het kasteel vanuit het noordwesten (achterkant) door Roelant Roghman (ca. 1646), bron: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed, Amersfoort, 030751

Vanuit het noordwesten gezien lijkt het ook goed mogelijk dat de slaapkamer aan de noordkant was bij de drie ramen links. Dat is waarschijnlijk de uitbouw die we op de vorige afbeelding vanuit het oosten zien.

Trage Haagsche politiek

DatumPlaats
Geschreven16 oktober 1671Amerongen
Ontvangen18 oktober 1671
Lees hier de originele brief

Vandaag heeft Margaretha slechts tijd voor een kattenbelletje: ze schrijft slechts één kantje. Over de traagheid van de Haagse politiek, ze vertrouwd meer op de Heer Almachtig dan op de politici.

[lijckheeden heeft en dat alles so staet] in den1het streepje boven “in” betekent dat er de of den achter komt
haech is men noch al naer ouder gewoonte
seer traech int schrijfve2Als wet, als leefregel opstellen of vaststellen en reesolveere3resolveren:oplossen in
saecke van inportansie dat wij ons noch
wel mochte beklagen, dan de heer almach
tich hoope ik dat alles tot onsen beste
sal schicken , [hier ist de heer sij gedanckt]


Desalniettemin houdt ze zichzelf, heel impliciet, zelf ook met politiek bezig. Ze beschrijft welke heren bij de buurman van Zuylestein op bezoek geweest zijn. Inhoudelijk laat ze er niets over los, haar man begrijpt vast wel waarom de heren daar waren en waar ze het over gehad zullen hebben.

Kleinkinderen

Aan het eind van de brief doet ze ook nog de groeten van de kleinkinderen Fritsje (dan bijna drie jaar oud) en Antje (twee jaar oud).

Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwer
wijff M Turnor

frits en antge kusse
groote papa ootmoedich4Ootmoedig, van ootmoed: Het gevoel van iemand tegenover anderen die boven hem staan, het gevoel van onderdanigheid en ondergeschiktheid tegenover een grootere in macht; nederigheid. Een gebruikelijke ondertekening van brieven.
de hande en bidt alledaech dat groote papa
haest macht thuijs koome

Grote papa is natuurlijk opa en ootmoedig was toen vrij gebruikelijk in de ondertekening van brieven. Het betekend ongeveer nederig, een gevoel van onderdanigheid. In de brieven kom je vaker woorden tegen die niet meer dagelijks gebruikt worden. Een grote hulp daarbij zijn de online woordenboeken van het Insituut voor de Nederlandse Taal, ze hebben een handige online zoekmachine, waarmee je door meters woordenboek kan zoeken met woorden van 500 tot nu.

Vooruitziende blik

DatumPlaats
Geschreven13 oktober 1671Amerongen
Ontvangen15 oktober 1671
Lees hier de hele brief

Precies 350 jaar geleden, op 13 oktober 1671, schrijft Margaretha Turnor een brief aan haar man. Hij is net weer naar Duitsland vertrokken, op een belangrijke missie. Kennelijk vind hij het belangrijk dat er nieuwe leien op het dak gelegd komen, want Margaretha schrijft hem hoe het er voor staat met zijn verzoek:

Voor wie het handschrift wat lastig vindt:

[borch te stelle,] ick heb ijan henderixs den leijdeck
=ker van tiel ontboode
sall hem op al uhEd overge=

=sondene artijckulen destintelijcke afvraechge
weegens de rhijnse leije, hoewel ick oordeelle so
bij aldien wij so ongeluckich sijn van in oorloch
te koome, ons het gelt vrij wat beeter te pas

sou koome als de leijen, doch sal uhEd begeerte
voldoen, [mij is geseijt uhEd volkomene last is]

Met de kennis van nu heeft ze een bijzonder vooruitziende blik: in juni zullen de Franse troepen Nederland binnen vallen en anderhalf jaar later hebben ze helemaal niks meer aan de Rijnse leien, want dan steken de Fransen het kasteel door de Fransen in brand.

Aanspreektitels

Wat leuk is in dit kleine fragment, is dat ze braaf doet wat haar opgedragen wordt, daar wel over mort, maar zich neerlegt bij de wens van haar man. Bovendien spreekt ze hem aan met uhEd (u hoogedele). Dat is nu natuurlijk niet gebruikelijk tussen partners, maar toen was dat de manier waarop mensen elkaar aanschreven. Ik ben wel benieuwd hoe dat in spreektaal was, want ook de kleinkinderen schrijven bijvoorbeeld zo formeel naar ‘groote papa’, maar hadden zelf wel allemaal verkleinnaampjes, bijvoorbeeld Fritsge (Frederik Christiaan), Tietge (Margaretha jr.) en Antge (Anna Ursula).

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema gemaakt door Anders Norén