DatumPlaats
Geschreven2 juni 1673Den Haag
Ontvangen7 juni 1673Hamburg
Lees hier de originele brief

Deze brief begint net als veel brieven met een overzicht van de brieven die ontvangen zijn. Anders dan een paar maanden geleden, komt de post tegenwoordig keurig op tijd aan. Als het goed gaat, is het eigenlijk geen onderwerp meer om over te schrijven, maar Margaretha noemt het deze keer toch maar even. Godard Adriaan heeft een brief bijgesloten voor zijn zoon, die Margaretha ook maar even gelezen heeft. We weten niet wat er in staat, maar ze vindt het wel nodig liefste hartje even te waarschuwen. Hij weet niet hoe het hier is, en je kan niet alles aan het papier toevertrouwen. Ach, kon ze hem maar even een uurtje spreken…

Brieffragment over het ontvangen, doorsturen en schrijven van brieven

[rec. 7. Junij in Hamburg]


haech den
2 ijuini 1673


Mijn heer en lieste hartge


uhEd schrijfvens van de 26 meij heb ick
ter rechter tijt ontfange, en de ingeleijde
aende heer van ginckel gesonde ick vinde
deselfve wel heel wel gestelt maer mijn
lieste hartge wij moete wel voorsichtich sijn
uhEd kan hem niet inmaesgeneer1Imagineren: zich in den geest een voorstelling maken van hoet
hier is dat hij de briefve alleen las en
hielt waert wel, maer derf alle de pen
niet vertrouwe wenste uhEd Eens maer
Een Eur te konne spreecke d welcke
niet weesen kan, [hoope als deese komisie]

Het regelwerk

Margaretha zou willen dat de missie van haar man nu eens voorbij was. Ze heeft gehoord dat ze er zelfs in de Staten Generaal over gesproken hebben. Wat betreft het nog openstaande geld is ze al eens naar Amsterdam geweest. Daar zit ‘ontvanger’ Uyttenboogaard2De schrijfwijze van zijn naam is divers, Margaretha schrijft zijn naam al vaak verschillend, maar ook op internet vind je verschillende schrijfwijzen. Een ontvanger int de belastingen en kan het geld uitkeren bij het overhandigen van een assignatie. Margaretha heeft nog steeds geen geld, dus eigenlijk moet ze weer eens naar Amsterdam. Ze heeft alleen een probleem: haar vers bevallen schoondochter durft ze niet alleen te laten. Later in de brief komt ze er op terug: Uyttenboogaard heeft laten doorschemeren dat er mogelijk geld beschikbaar is. Misschien kan ze dan over 14 dagen om de volgende ordinantie vragen…

De dreiging blijft. Nu schijnt de vijand van vier kanten tegelijk aan te willen vallen. Alle posten schijnen goed voorbereid te zijn, maar Margaretha kan nog geen uur rustig op bed liggen van al die alarmen.

[generael van gesproocken,] ick had
al Eens naer Amsterdam geweest om

te sien of gelt vande ontfanger wtdenboo=
gaert koste krijge maer derf niet van
hier en de kraem vrou met alde kinden
alleen hier laeten dewijlle aende poste
seeckere advijsen sijn dat den vijant
voorneemens is vier vande selfve te
gelijck t Ackateere hoewel men seijt
die alle wel versorcht en versien sijn
kan me niet weeten hoet gaen mocht
tis wel bedroeft in sulcke gestadige
allarm te sitten men leijt niet Een
r uer gerust ofs op sijn bedt, sijn

Portret van een man, vermoedelijk Augustijn Wtenbogaert (1577-1655), Govert Flinck, ca. 1643. Collectie Rijksmuseum.
Lang is gedacht dat dit ‘Margaretha’s’ ontvanger Johannes Wtenbogaert was, ook de schilder was lange tijd onduidelijk. Toen men zeker wist dat Govert Flinck de schilder was, kon het Johannes niet meer zijn, want hij was in 1643 nog maar 35. De man op het schilderij is veel ouder, dus nu vermoedt men dat het Johannes’ vader Augustijn is.

Nieuwersluis

Wat het rusten wat zou moeten helpen, is dat Zijn Hoogheid, Stadhouder Willem III, waakt. Dat de Staatse troepen de post op Nieuwersluis hebben ingenomen, zint de Fransen allerminst. Er wordt rond Breukelen flink gevochten en Gunterstein wordt zo beschoten dat de muren naar beneden vallen.

Brieffragment Willem III en Nieuwesluis

[r uer gerust ofs op sijn bedt,] sijn
=hoocheijt treckt ock en reijst gestaedich
vande Eene post opt dander die post
die wij aende nieuwersluijs hebbe ge
noomen inkomodeert den vijant seer
beschietense op gundersteijn datter
stucke van muere vant huijs valle
en belette haere wercke diese te
breuckelen opwerpe te maecke, [de]

Gezicht op het omgrachte kasteel Gunterstein te Breukelen uit het noorden, met links een gedeelte van de voorburcht en rechts op de achtergrond de Vecht, vóór de verwoesting in 1672.
Kasteel Gunterstein, Willem van Drielenburg, 1655-1665. Collectie: Het Utrechts Archief. Dit is een digitale reproductie van het schilderij dat op een schoorsteenboezem in het tegenwoordige huis is bevestigd.

De Fransen samen met…

Ook de oorlogsontwikkelingen buiten de Republiek houden Margaretha bezig. Iedereen heeft het over de Keurvorst die achter de rug van de Republiek om een verdrag sloot met de Fransen. Van de eigen vloot horen ze niets. Wel gaat het gerucht dat de Engelse en de Franse vloot geconjugeerd zijn: dat ze samen gegaan zijn tot één grote vloot.

Brieffragment over de Fransen en de Keurvorst en de Franse en de Engelse vloot

uhEd kan niet geloofve hoe groot en
kleijne hier vant doen vande keurvorst
spreecken men schrickter van te hoore
bij konsequensie krijge wij ock al vrij
wat, van onse scheeps vloote hoore wij
niets als dat somige wille segge dat
de Engelse met de franse soude ge
konsgingeert3Consigneren: in bewaring geven. Ze bedoelt waarschijnlijk conjugeren: zich verenigen sijnde doch niet seeckers

Veld van achtenveertig tegels met schepen, anoniem, ca. 1650 – ca. 1680. Collectie Rijksmuseum

Opgeluchte PS

Margaretha eindigt haar brief met de gebruikelijke huishoudelijke mededelingen: neef Van Wulven is in Rotterdam en moeder en kind maken het goed. Groene kaasjes zijn onderweg naar Duitsland en is het blikken servies al aangekomen?

Kennelijk is Ursula Philippota inmiddels uit haar kraambed opgestaan en is tijdens het schrijven van de brief uit bed gebleven. Daardoor is Margaretha duidelijk opgelucht in de PS. Als de kraamvrouw 11 dagen na de bevalling een hele middag op kan zijn, dan kan ze ook mee in de koets als ze onverhoopt moeten vluchten.

Twee panoramaglazen in een houten vatting. Links: een span paarden, waarvan een paard met ruiter, trekt een rijtuig met man en vrouw. Achter het rijtuig loopt een man met staf. Rechts: een gesloten koets met drie span paarden. Op één van de voorste paarden zit een ruiter, op de bok zit een koetsier.
Toverlantaarnplaat met twee rijtuigen, anoniem, ca. 1700 – ca. 1790. Collectie Rijksmuseum
Brieffragment met de opgeluchte ps

sulle sijn, de groene kaes heb ick gesonde
hoop het blickwerck wel overgekoome is
, sal hier meede Eijndige blijfve

Mijn heer en lieste hartge

uhEd getrouwe wijff
M Turnor

de vrou van
ginckel die nu
11 dage kraems
is, is de heere sij
gedanckt so wel
alstder op aen
sou koome dat godt
verhoede souse wel
inde koetse konne sitte
sij is al heelle naer middage op