DatumPlaats
Geschreven18 februari 1672Amerongen
Ontvangen26 februari 1672
Lees hier de originele brief

Kasteel Amerongen is het centrum van een gigantisch boerenbedrijf. Op de uitgestrekte landerijen van Margaretha en Godard Adriaan verbouwen ze verschillende soorten groenten en weiden ze vee. Het doel hiervan is zo veel mogelijk zelfvoorzienend te zijn. De handelsnetwerken waren immers nog niet zo uitgebreid en even naar de markt gaan voor eten was amper mogelijk.

Kaart van de landerijen te Amerongen binnen de Kaa, omstreeks 1696 (NB dit is niet het hele landgoed!). (Collectie Utrechts Archief HUA1001.435)

Vee verkopen

Nu de oorlogsdreiging steeds dichterbij komt is Margaretha druk bezig met voorbereidingen treffen om weg te vluchten. Ze is op zoek naar een huis om naartoe te vluchten en is al begonnen met het inpakken van spullen. Op aanraden van Godard Adriaan verkoopt ze ook hun paarden en vee. Zelf is Margaretha niet laaiend enthousiast hierover: ze denkt ze niet naar waarde kunnen te verkopen omdat mensen arm zijn door de harde winter. Al hun geld zal naar eten moeten gaan, niet naar dure beesten.

[uhEd schrijft van al onse paerde en]
vee af te staen, dat mijns oordeels niet wel
doen lijck is, om dat men door de vroechge win
-ter en dat het volck wt gevoert is geen
beeste sal konne quijt worde1kwijt maken/kwijt worden: van ontdoen ,ij we niet voor
half gelt want de lie hebbe voort geene sij
al reets hebbe niet veel meer te Eeten be
-halfven dat de weijen niet sulle beschaer2bescharen: het vee de weide in brengen
worden want uhEd soude niet geloofve hoe
deliede haer soecke te behelpen, ick heb al koe
beeste geveijlt te verkoope maer daer komt
niet Een mens naer wt, de twee bou paerde
so lange wij de bonwerij3bouwerij doen konne wij
niet misse den oude hans4Oude Hans is lid van het personeel van Kasteel Amerongen seijt teunis
is sijn kost waert en sou ock geen gelt gelde
-den henst5mogelijk verwijst dit naar een “gelding”, een gecastreerd dier, in dit geval een hengst alst uhEd beliefde soude wij
konne missen, de 3 venlens6veulens vermidts uhE
mij onlans schrijft die tot sijn plasier7plezier wel
te wille houde was ickse gereesolveert8vastbesloten
te houde, so deselfve van sin verandert is
belieft het met de naeste post te schrijfve
den jonge ruijn9ruin: een gecastreerde hengst die uhEd mee heeft gehadt
meende den heer van ginckel10haar zoon Godard van Reede – Ginkel dat wij te
soomer inde weij behoorde te laeten gaen om
dat het wat meer sterckte mocht krijgen

dan meende ick twee koetspaerde te houde
en Een te verkoopen nu ohde paerde mart11paardenmarkt
den ruijn die van overberch en Een dick
kop is sal ick meede verkoope maer
moet hem noch Een weecksof drie hou
– de om dat hij so vol droes12klier, gezwel is, en Een
groote knobbel aenden hals heeft die 
vandaech doorgeslaegen is heeft, tot
het geneesen is sal hem dan almeede
quijt maecken13kwijt maken/kwijt worden: van ontdoen, [vandaech heb ick Een]

Het stuk over het vee is nogal uitgebreid: Margaretha schreef regelmatig uitvoerige stukken, over politiek maar ook dus over zaken betreffende hun bezittingen. Godard Adriaan bleef zo dus goed op de hoogte van wat er speelde op het thuisfront. Of hij van ieder dier precies moest weten hoe het er mee ging is natuurlijk de vraag. De brief van 18 februari gaat niet alleen over hun veestapel: Margaretha geeft ook getrouw een update over hoe de Republiek er militair voor staat.

Lees hier de originele brief