DatumPlaats
Geschreven21 januari 1672Amerongen
Ontvangen1 februari 1672
Lees de originele brief hier

Godard Adriaan is naar Berlijn vertrokken en Margaretha staat er dus alleen voor in Amerongen. Dat is niet makkelijk: als lid van een adellijk huis heeft ze erg veel verplichtingen. Op het Huys moet ze zorgen dat onderhoud regelmatig plaats vindt en dat de administratie op orde blijft. Daarnaast moet ze in het dorp er voor zorgen dat alles goed loopt met de boeren en de oogst. En natuurlijk moet er ook aandacht besteed worden aan de vele familieleden en bondgenoten van de familie Van Reede.

Wel schrijft Margaretha aan Godard Adriaan waar ze zich mee bezig houdt. Op 21 januari 1672 is dat een mogelijkheid tot financieel gewin:

onse
moolenaerster maecktet hier so datter
op de moolle niet meer te maele is, ock
kansij de moolle niet langer houde en
gelooft me die door de schuldenaers

beneeden de waerde vermits gemael veel verloope
is sal verkocht worde het welcke alse er beeter op gepast wort wel weer sal konne so uhEd daer sin in
had sijnder al hupse molenaers diese
van ons wel soude wille hueren, ick
geloofve daer koop en voordeel aen te
doen sou sijn, alst aen mij stont sou
daer wel Eens meede derfve wagen
daer sal geen groote som aen hange
geloofve mens al ontrent de vijf duij
=sent gul sou krijgen, uhEd beliefter
sich Eens op te bedencke en mij sijn
beliefte te laete toekoome,

Het dorp Amerongen met de molen rond 1620 (A. Rademaker), collectie Het Utrechts Archief (beeldbank 200342).

De lokale molenaarster gaat stoppen en bied daarom Margaretha en Godard Adriaan haar molen ter koop aan. Margaretha denkt dat hier wel winst te behalen valt door de molen te verhuren maar vraagt toch Godard Adriaan om zijn mening. Het duurt wel even voordat ze zijn antwoord heeft: het duurt ongeveer twee weken voor de brief in Berlijn aan komt en dan moet het antwoord nog terug naar Amerongen reizen. Eer Margaretha een antwoord heeft zal ze al een maand verder zijn.