Mijn heer en lieste hartge

Auteur: Max Trommelen Pagina 3 van 4

Max begon bij Kasteel Amerongen als zaalgids in de zomermaanden en bleef plakken als stagiair en projectmedewerker. Hij studeert de master Cultural History of Modern Europe aan de Universiteit Utrecht. Zijn voornaamste interesses zijn het behoud van erfgoed en het museumleven.

Slappe en traeche politiek

DatumPlaats
Geschreven6 mei 1672Amerongen
Ontvangen12 mei 1672Hamburg
Lees hier de originele brief

Margaretha mist Godard Adriaan sterk. Het nieuws dat hij een nieuwe commissie (opdracht) had aangenomen om naar Saksen te gaan kwam dus zeer ongewenst. Gelukkig blijkt dit niet waar te zijn. Godard Adriaan schrijft in een brief van 26 april aan Margaretha dat hij niet van plan is om enige verdere opdrachten aan te nemen.

uhEd vande 26 April is mij te rechter tijt geworden, ben blijde daer wt te sien de goede reesoluijsie1resolutie: voornemen die de selfve heeft van sich ingeen nieuwe komissie weer te laeten kan wel oordeelle uhEd noch in geen twee a drij maen thuijs sal konne sijn

Het is niet enkel goed nieuws. Godard Adriaan zal minstens nog twee tot drie maanden in het buitenland verblijven voor hij naar huis zal kunnen gaan. Maar in vergelijking met een extra commissie valt deze tijd flink mee. Margaretha moet zich er maar gelukkig mee stellen.

Trage politiek

Margaretha klaagt regelmatig tegen Godard Adriaan over de trage bureaucratie van de Republiek. De overheid doet niets terwijl er een oorlog dreigt. Deze inactie duurt nu al maanden. Ze moet haar frustratie en klachten kwijt bij iemand, schrijven aan Godard Adriaan biedt voor haar een mogelijkheid tot opluchting.

[watter op mocht koomen,] het doet mij leet
ick uhEd bekomer met onse swaericheijt2zwarigheid: problemen
maer deselfve sou niet geloofve hoet hier
te lande staet en hoe slap en traech de order
tot onse defensie toegaen, daerom bidt
niet qualijck te neemen ick mijn klachte
so dickmael aen uhEd doen, den noot drin
so seer dat ick meen mij wat te verlichte als
ickt Eens aen uhEd schrijfve, als nu den heer
van Edijckvelt
3Everard van Weede, heer van Dijkveld, is een belangrijk man in de Utrechtse politiek en een bondgenoot van Godard Adriaan. naer den haech is wie houde
wij inde provinsie die sich Eenige affaerees4affaires: zaken
vande staet sal behartige, bij de heere vande
stat5De regenten van de stad Utrecht of de vroetschape6De vroedschap is een van de bestuurlijke organen in Nederlandse steden in de zeventiende eeuw. gaet het so wonderlij –
toe dat niet te seggen is, den burgemeester
hamel7Nicolaas Hamel, burgemeester van Utrecht. Een nauw bondgenoot van van Dijkveld heeft niet ter werlt te seggen, in
Een woort geseijt gisser niet als wiltsang8wiltsang: zoals het moet zijn, rechtvaardig
aen niet me te doen is, en noch willensee9willen ze

met haer hooft door en alles naer haer sin hebe
de heer van berckesteijn10Jan van der Does, heer van Bergestein, is lid van de Staten van Utrecht en de Generaliteitsrekenkamer en wellant11Godard Adriaans neef en pleegzoon Goderd Willem van Tuyll van Serooskerken, heer van Welland, is sinds kort lid van de Staten van Utrecht sijn hier ge
weest om haer afscheijt vande heer van ginckel
te neemen, wat sijn sij geluckich bij deese tijde
hebbe wel Een goet lot verkreechge buijten –
andere die lijf en leefven moeten wagen nu
de heer almachtich weet wat ons ter salicheijt
best is, [voort gout willense niet min te Amster]

Portret van twee mannen met paarden, jachthonden en bedienden door Cornelis Picolet (1664). Instituut Collectie Nederland. De voorste man zou mogelijk Goderd Willem van Tuyll van Serooskerken kunnen zijn.

De politici willen alles naar hun eigen zin hebben. Dat is Margaretha’s schampere conclusie. Het opbouwen van de verdediging gaat traag omdat het gezien wordt als een speelveld voor een politiek machtsspel. Het is als de onrust onder de generaals maar dan op het landelijke toneel. De politici hebben makkelijk praten: zij hoeven hun lijf en leven niet te wagen. Dat er mensen gaan sterven weten ze dan weer wel: zo neemt Godert Willem van Tuyll van Serooskerken alvast afscheid van zijn neef en pleegbroer Godard van Reede – Ginkel. Het staat er droevig voor.

Den Haag of Amsterdam?

DatumPlaats
Geschreven29 april 1672Amerongen
Ontvangen6 mei 1672
Lees hier de originele brief

Nu de Engelsen de Republiek de oorlog verklaard hebben is Den Haag niet meer veilig. Als de Engelse vloot erin slaagt om bij Scheveningen te landen ligt de hofstad wagenwijd open. Bij de Slag bij Ter Heijde in 1653 konden de mensen vanaf de duintoppen de zeeslag volgen.

Slag bij Terheide, Jan Abrahamsz. Beerstraten, 1653 – 1666. Collectie Rijksmuseum.

Al sinds januari duurt de kwestie voort maar nu hakt Margaretha dus eindelijk de knoop door: ze gaat een huis huren in Amsterdam om heen te vluchten als Amerongen bedreigd wordt.

[dan soude wij hier suijver sitten,] men raet mij noch
al en dat van wijse liede Een gedeelte of een
kleijn huijs met Een packhuijs te Amsterdam
te huere tot verblijf voor ons ent packhuijs voor
ons goet, het welcke half gereesolveert1resolveren: besluiten ben want

in den haech is men niet seecker so lange wij niet
sien hoet met onse vloot die noch niet wt is
sal afloopen, ick heb inde haech sijnde mijn
beste lijwaet2linnen in kist en koffer gepackt als meede
al de pampiere3papieren en briefve, gelijcke ick hier ock
doen en sal mij met het wech sende vant selfve
reeguleere naer de tijdine4tijdingen: nieuws die wij krijgen, [de ordi-]

Naar Amsterdam gaan kost Margaretha wel meer geld. In Den Haag heeft ze een huis staan aan de Kneuterdijk waar ze zo in kan trekken. In Amsterdam is dat niet het geval: een huis en pakhuis huren kan nogal duur gaan uitvallen met het oog op de dreigende oorlog. Maar goed, de veiligheid van haar, haar schoondochter en haar kleinkinderen gaat voor. Ze kunnen altijd nog naar Den Haag trekken als blijkt dat de Nederlandse vloot de zeeën toch weet te beheersen. Dat is koffiedik kijken en daar heeft Margaretha niets aan. Ze gaat praktisch bezig en begint haar spullen te pakken.

Kibbelende generaals

DatumPlaats
Geschreven25 april 1672Amerongen
Ontvangen6 mei 1672
Lees hier de originele brief

Een halve maand geleden schreef Margaretha vrij negatief over de verdediging van de Republiek. Generaals Nassau-LaLecq en Montbas zouden nog niet op hun plek zijn zei ze, en ze heeft ook ernstige twijfels over de IJssellinie. Helaas bieden de recentelijke ontwikkelingen weinig hoop voor Margaretha om zich aan vast te houden.

De voorbereidingen

Haar brief begint wederom met een wens dat het verdrag met de Keurvorst van Brandenburg snel vorm krijgt. Het zou “[e]en groot ontset sijn vandaer so veel volckere te krijgen en so gesecht wort sulcken schoone volck.” Het verdrag zou dus veel, maar bovenal goed-getrainde, soldaten ter verdediging betekenen. Dat heeft de Republiek nodig want “[de personen] die hier sijn aengenoomen loopt vrij veel slechte broeders onder.”

In haar brief kwakkelt het voorbereidend werk van de verdediging van het vaderland door. Utrecht wordt versterkt en Kasteel Middachten wordt gebruikt om troepen te huisvesten. Margaretha verwondert zich nog even hoe Philippota, die op het moment in Middachten is, het daar zo lang uit houdt. Daarna gaat ze al snel door met een klaagzang over de generale staf van het Staatse Leger.

Kinderachtig gekibbel

laet bij sal koomen, dat de heer van ginckel in sijn solisi
-tasie mis geloopen is waer wel so veel niet aengeleechgen
dan men siet daer aen wat vriende dat men heeft dat
is al verdrietich geduerich met sulcken ijver tot dienst
van Een ander te staen en so geloont te worden, hij is
ongeluckich, dan moet paesijensie1patiëntie: geduld hebbe, steenhuijse2Ludolf van Steenhuizen, voorgesteld voor de positie van luitenant-generaal  wilt
niet aeneemen om dat hij onder momba3Jean Barton de Montbas, voorgesteld voor de positie van commissaris-generaal is gestelt, en
momba ock niet om dat de graef van nassau4Frederik van Nassau-Zuylestein, voorgesteld voor de positie van generaal van de infanterie booven
hem is, hij derft teegens sijn goeije vriende voorslaen

dat men hem de derde luijtenant generael sou maecken
en wie weet watse niet doen en sulle, de onbeschaemde
lie5lieden hebbe het derde deel vande werlt in6Spreekwoord, onbeschaamde lieden hebben het derde deel van de wereld: Geen schaamtegevoel hebben, sij twee hebbe
tot noch toe haeren Eet7eed niet gedaen hoet noch gaen
sal, [jonckheers weet mij niet genoech te vertelle van uhE]

Eerder schreef Margaretha aan Godard Adriaan hoe een aantal mannen benoemd waren tot de generale staf en dat haar zoon gepasseerd was. Toen was ze al verontwaardigd en haar verontwaardiging lijkt hier gerechtvaardigd te zijn. In plaats van aan het werk te gaan, kibbelen de generaals onderling over wie bovenaan in de hiërarchie staat. Steenhuizen vindt het niet kunnen dat hij onder Montbas staat, terwijl Montbas juist weer ontevreden is dat hij onder Nassau-Zuylestein staat. Montbas zou juist graag hebben dat hij derde luitenant-generaal wordt.

Onduidelijke hiërarchie

We merken hier ook dat de hiërarchie van de generale staf nogal los is. Wie er bovenaan staan is duidelijk: dat zijn de kapitein-generaal (Stadhouder Willem III), de gedeputeerden te velde en de veldmaarschalken. Daaronder wisselt het nogal welke positie belangrijker is. Dit komt doordat er geen gecentraliseerd leger is. Veel officieren zijn in dienst van één van de provincies of steden en niet van de Staten-Generaal. Dezelfde titel kan dus, afhankelijk van het gewest, een heel andere betekenis hebben. Hier komt ook nog eens bij dat binnen een titel onderscheid bestaat, wat aangegeven wordt door een nummering. De eerste luitenant-generaal staat dus boven de derde luitenant-generaal.

Voor Margaretha is het bedroevend om naar te kijken: deze onbeschaamde lieden krijgen een derde van de wereld maar haar, wellicht wat te timide, hardwerkende zoon krijgt niets.

Wie verdedigt de Republiek?

DatumPlaats
Geschreven11 april 1672Amerongen
Ontvangen22 april 1672
Lees hier de originele brief

Naast de dagelijkse zorgen over de boekhouding schrijft Margaretha ook uitgebreid over de verdediging van de Republiek. De Franse aanval lijkt steeds dichterbij te komen en voor Godard Adriaan is het belangrijk om te weten hoe het er voor staat. Er wordt weer gesproken over het versterken van de Grebbedijk, net als eerder in februari gebeurde.

De IJssellinie

Ook noemt Margaretha kort de IJssellinie waar haar zoon Godard van Ginkel en zijn regiment gestationeerd zijn. Ook ligt Kasteel Middachten, het kasteel van Van Ginkel en Philippota dicht bij de IJssel. Daar zullen dus ook troepen gestationeerd worden. De Republiek rekent op de IJssellinie om haar te beschermen in het geval van een Franse aanval. Naast Maastricht en een aantal forten aan de Rijn is de troepenconcentratie aan de IJssel dus het grootst. Althans, dat is het idee.

Huis te Middachten door Constantijn Huygens (II) (1676), collectie Rijksmuseum

In werkelijkheid blijkt de IJssel een te lang gerekt front en heeft het Staatse leger niet voldoende manschappen om de volledige linie afdoende te bemannen. Margaretha maakt zich dus zorgen om haar zoon: hij moet “ten velde” en wordt omgeven door onervaren mannen.

[soecke te overlegge alst moogelijck is,] men
spreeckt hier vande greb1Grebbedijk ende stat van
wttrecht te fortifiseere dan dit wort om
de nabuerige provinsie, seer geseekreteert2sekreteren: geheim houden, in dit geval de fortificaties.
men vreest al voor den ijsel3de IJssel vormt de belangrijkste verdedigingslijn tegen de Fransen, de zogeheten IJssellinie en om datse daer
so veel van spreecke vreese ick datse ons sulle
soecke te abuseere en aen Een onverwachte
kant overvalle, seecker tis niet vreemt dat
ick over uhEd landuerige apsensie4absentie: afwezigheid bekomert
ben en klaechge indeese bekomerlijcke5zorgelijke, angstige tijde
in de welcke ick niet Een mens heb om
raet of daet te geefve mijn soon moet
te velt, men weet niet wat hem kan over
koomen, tis waer uhEd is tot dienst vant
lant wt maer men siet wel hoe dien
dienst gereekompenseert6recompenseren: vergoeden wort daer men
Een deel onge Expeerijmenteerde vremdeline7onervaren buitenlandse huurlingen
preefereert voorde ingeseetene vant lant
die al haer welvaere beneffens haer leefve
moete wage en in alle swaere schattinge8schattingen: vorm van belastingen
kontrubuweere9contribueren: bijdragen, dotde heer van ginckel die
plaets niet en krijckt is seer weijnich aen
geleechgen maer de kleijnicheijt diemen10die men ons
daer door aendoet ist meest, van der leck11Maurits van Nassau LaLecq, heer van de Lek, Beverweerd en Odijk 
en momba12commissaris-generaal Jean Barton de Montbas sijn beijde wel liede van

Exspeerijensi den Eerste als hij maer naer
sijn gernisoen moet gaen so is hij blint en
kan niet sien, den andere sal ock den tijt
leere wat hij doen sal, doch paesijensi
tsou den heer van ginckel sijn geluck wel kon
sijn, ick hoorende dat den heere schade13gedeputeerde te velde Jasper Schadé 

Over de commandanten aan de IJssel is Margaretha ook niet te spreken. Montbas en Maurits van Nassau-LaLecq mogen dan wel ervaring hebben maar ze zijn beiden nog niet aangekomen aan de IJssel. Of ze werkelijk capabel zijn moet ook nog blijken. En dat zijn dan de mensen die boven haar trouwe en dappere zoon staan in het leger…

Slaags met Engeland

Margaretha’s blik ligt niet enkel op het oosten van het land. Ook houdt ze in de gaten wat er aan de westkust gebeurd. Eind maart valt de Engelse Admiraal Robert Holmes met zijn vloot een rijkbeladen Hollands handelskonvooi afkomstig uit Smyrna aan. Dit mondt uit in een zeeslag van meerdere dagen. Uiteindelijk moet de Engelse vloot zonder grote winsten afdruipen. Kort daarna, op 27 maart, verklaart Engeland de Republiek officieel de oorlog. Het gevolg hiervan: oorspronkelijk zou Cornelis de Witt, broer van raadspensionaris Johan de Witt, naar het leger gaan maar nu wordt er gekozen om hem naar de vloot te sturen. Cornelis de Witt was een gerespecteerd zeeman: hij was bijvoorbeeld aanwezig op Michiel de Ruyters Tocht naar Chatham in 1667.

hij14Ambassadeur Daniël Oem van Wijngaerden, heer van Werkendam most die komissie15opdracht|hebbe om dat men de ruwaert van putten16Cornelis de Witt, de ruwaard van Putten mee
int leeger begeerde, doen wist men vande Engelse
oorlooch noch niet nu sal dije op de vloot gaen
so voechgense malkandere Een slach, [den]

Robert Holmes’ aanval op de Smyrnavloot, maart 1672. © National Maritime Museum, Greenwich, London.

Prinselijk bezoek

DatumPlaats
Geschreven24 maart 1672Den Haag
Ontvangen1 april 1672
Lees hier de originele brief

Margaretha verwacht hoogstaand bezoek op 24 maart. Zijne hoogheid, Prins Willem III van Oranje heeft namelijk aangekondigd om langs te komen op Amerongen. Hij wil dan de sollicitatie van zoon Van Ginkel bespreken en uitleggen waarom Godard van Ginkel is afgewezen.

ick had gemeent vandaech van hier naer
wttrecht te gaen, ten waere sijn hoocheijt
mij liet segge vandaech noch bij mijn te
wille koome om vande heer van ginckels 
saecke1Godard van Ginkels sollicitatie naar de positie van generaal-majoor te spreecke daer ick op gewacht heb
doch geloofve hijt vergeeten heeft also ick
hem tot noch toe niet heb vernoomen
nu hoope ick met godts hulpe merge
van hier te gaen, en waer ick ben te
blijfve

Willem III komt helaas toch niet opdagen. Misschien is hij de afspraak vergeten, schrijft Margaretha. Ze schrijft aan Godard Adriaan om morgen naar Utrecht te gaan voor zaken en sluit de brief af.

P.S. Willem III kwam toch

­naert sluijte van dees2na het afsluiten van deze brief heeft sijn
hoocheijt mij deer gedaen van te koome
segge hoeseer hij geneege is uhEd3u hoogedele
en ons huijs dienst te doen, ock den
heer van ginckel maer dat hij hem
in sijn solisitaesi geen poosetijfve
toeseggine4zekere toezeggingen en koste doen dewijlle
deese plaetse niet bij overstemine5hier specifiek wanneer Willem III de gewesten overstemt door zelf, zonder hun instemming, benoemingen te doen
soude worde vergeefve maer dat het
bij inschickine6instemming vande provinsie sou
moete gaen, en dat hij seer gaere

hoewelt Een saecke is die aen hem niet
en dependeert7afhankelijk zijn van maer aende proovinsie,
voorde heer van ginckel al sal doen
wat hij kan weetende wat oblijgaesi8verplichtingen
hij uhEd heeft, de woorde sijn goet
wij moete nu sien watter op sal volge
hoewelt noch niet met al geseijt is,
hij seijde ock dewijlt noch bij de provin
– sie so vreemt lach niet te geloof dat
se noch soude vergeegve worde, sijn hooch
heijt besongeert9besogneren: beraadslagen noch alle daech met men
men heer beverlin10Hieronymus van Beverningh, Gouds regent, diplomaat en gedeputeerde te velde

Willem III is de familie Van Reede zeer genegen, zegt hij Margaretha, maar zijn handen zijn gebonden. Helaas kan Willem III niet alleen beslissen over de positie waar Godard van Ginkel naar gesolliciteerd had. De gewesten moeten met deze benoemingen instemmen. Helaas hebben zij dus gekozen, tegen Willem III’s wensen in, om Godard niet te promoveren. Wel belooft Willem III om alles te doen voor Godard wat hij kan, als dank voor de trouwe diensten die Godard Adriaan hem verleend heeft. De sollicitatie van Van Ginkel is afgewezen maar in de toekomst maakt hij weer kans. Margaretha’s vonnis is simpel: “de woorden zijn goed, we moeten nu zien wat er op zal volgen.”

Promoties in het leger

DatumPlaats
Geschreven18 maart 1672Den Haag
Ontvangen25 maart 1672
Lees hier de originele brief

Nu Prins Willem III benoemd is tot kapitein-generaal, kunnen de andere functies in het Staatse leger ook vervuld gaan worden. Dat betekent promoties! Margaretha houdt deze benoemingen scherp in het oog. Deels omdat deze mannen het land moeten gaan beschermen en deels omdat haar zoon Godard van Ginkel ook gesolliciteerd had naar een hogere functie.

[vande hoochge schersges,] steenhuijse1Ludolf van Steenhuizen seijt me
datse luijtenant generael2luitenant-generaal is een zeer hoge naam in het leger. Alleen kapitein-generaal en veldmaarschalk zijn hoger neffens3nevens: naast weldere4Johan van Welderen, tevens gouverneur van Nijmegen
sulle maecken, en de graef van nassou5Walraven (alternatieve spelling: Walraad) van Nassau Usingen, ook wel graaf van Nassau-Saarbrücken genoemd. Op dat moment kapitein van de prinselijke lijfwacht en

momba6Jean Barton de Montbas, een Fransman in Staatse dient komijsarise generael7commissaris-generaal en voort alle
inde hoochger schersgees8schare: een niet helemaal vastomlijnd legeronderdeel, kan ook als een gewapende bende bedoeld zijn kontentement
geefve9tevreden stellen behalfve de heer van ginckel
die ick vreese men sal laeten toe sien den
heer van Suijlisteij10Frederik van Nassau-Zuylestein sal generael vande
infanterij weesen en daer voor hondert
gulde daechs hebbe, ick heb met de laeste
post niet geschreefve meenende dat uhEd
al naer saxsen waert nu verstaen ick
dat die reijs of komisie11commissie, opdracht noch op gehouden
is, ben verwondert uhEd mij daer noijt van
heeft geschreefve, men maeckt hier groote
preeperaesie tot den oorlooch en naert
hem laet aensien salt Een swaer kom
-bat12een zware strijd geefve had wel gewenst uhEd
daerteegens, weer hier te lande waert
geweest, maer dewijlle deselfve hem so
van deene komissie in dander laet
wickelen sien ick daer geen hoope toe
den heer schadee13Jasper Schadé van Westum, was geëligeerde in de Staten van Utrecht hoore ick dat te velde
gekoomiteert is14gedeputeerd te velde: vertegenwoordiger van de Staten-Generaal op het slagveld die beslissingen van de kapitein-generaal mag overreden, [voor mij ick sal so veel]

Kort samengevat gaan de promoties in het leger naar:

  • Ludolf van Steenhuizen als luitenant-generaal
  • Johan van Welderen als luitenant-generaal
  • Walraven van Nassau-Usingen en Jean Barton de Montbas als commissaris-generaals
  • Frederik van Nassau-Zuylestein (heer van Slot Zuylestein nabij Kasteel Amerongen) als generaal van de infanterie

Zoon Godard van Ginkel lijkt gepasseerd te worden en blijft kolonel van de cavalerie. De teleurstelling druipt er in Margaretha’s brief van af. De hoogste functies in het leger lijken naar andere personen te gaan. De loyaliteit van de familie Van Reede aan Willem III blijft onbeantwoord.

Willem III, kapitein-generaal!

DatumPlaats
Geschreven26 februari 1672Amerongen
Ontvangen7 maart 1672
Lees de originele brief hier

Margaretha heeft groot nieuws om met Godard Adriaan te delen. Prins Willem III is namelijk eindelijk benoemd tot kapitein-generaal van het Staatse Leger! Het duurde lang voordat deze benoeming door de Staten-Generaal kwam omdat Raadspensionaris Johan de Witt weinig voelde voor iemand benoemen vanwege zijn afkomst. Het is voor Margaretha niet helemaal duidelijk wat de benoeming van Willem III precies betekent. Is het een benoeming voor het leven of slechts voor “deel Expedisie”, voor één veldtocht?

Willem III legt de eed af voor kapitein-generaal
“Zijn Hoogheijt, d’heer prins van Oranje wort Capiteijn Generael gemaakt, den 25 februarij, 1672”
Willem III ingezworen als kapitein-generaal, 1672, Romeyn de Hooghe, 1672 – 1674. Collectie Rijksmuseum

Daar duidelijkheid in scheppen is voor Margaretha belangrijk: als kapitein-generaal voor het leger kan Prins Willem III vaste benoemingen doen. Nu Willem III benoemt is kan er overgegaan worden op het benoemen van de andere hoge ambten, zoals de positie van generaal-majoor waar zoon Godard van Ginkel naar had gesolliciteerd.

Als Willem III benoemd is tot kapitein-generaal zijn de benoemingen die hij doet van veel langere duur dan wanneer hij enkel opperbevelhebber voor één veldtocht zou zijn1Toen hij werd aangesteld was hij nog niet levenslang benoemd. Dat zou, volgens de in Februari gemaakte afspraken, pas gebeuren op 14 november 1672, Willems verjaardag. Margaretha is hier op het moment van schrijven kennelijk niet volledig van op de hoogte.. Margaretha hoopt dat haar zoon de promotie krijgt die hij, in haar ogen, verdient. Vader Godard Adriaan is namelijk altijd een sterk voorstander geweest van Willem III in de Staten van Utrecht en zoon Godard van Ginkel dient al sinds zijn jeugd in het leger.

[serveere,] hoe sijt nu met den heer van ginck 
-kels sollisitasie2Godard van Ginkel had eerder dit jaar gesolliciteerd voor een positie als generaal-majoor maar had nog niets gehoord sulle maecke sal te ver
wachte staen, waertoe mijns oordeels de
wijlle sijn hoocheijt de prins van oransge 
nu voor kaptein generael3kapitein-generaal is de hoogste rang in het landleger van de Republiek dees Expedisie is aengenoome
hij wt moet sien, want so geseijt wort sulle
se nu tot het vergeefve van de hoochge
Amtte gaen, ick ben blijde uhEd sijn
sentimente daer ontrent met de mijne

so wel ackordeere4overeenkomen, heb Even het selfde aen
de heer van ginckel geseijt als uhEd hem
schrijft, hij gaet vandaech naer wttrecht 
om sijn solisitasie aldaer te bevordere
en meent voort Een keer naer den haech
te doen [het vriest hier weer so fel als]

Het volk viert feest!

Voor de adel betekent Willem III’s benoeming kansen om te klimmen in de rangen. Voor de rest van het volk betekent het een einde aan de onzekerheid en kan er feest gevierd worden. Honderden mensen gaan de straat op in Den Haag en er wordt druk getrompetterd.

[spaen noch,] wt den haech schrijft men
mij dat daer met het aeneemen vande
prins sulcke ongemeene vreucht is ge
weest datter den heelle nacht honder
de van mense op de strate waeren dat
d’Een sonch dander5zonder de ander tromde dander blies
de trompet met sulcken geijuijch dat
niet te seggen is de heer almachtich
wil sijne onse wapenen door hem seegenen en hem voor
spoedich maecke, den heere beverline6Hieronymus van Beverningh, Gouds regent en diplomaat. Hij wordt nu benoemd tot gedeputeerde te velde: dat houdt in dat hij Willem III’s beslissingen op het slagveld mag overstemmen heeft hier
groote Eer ingeleijt so men seijt, [hier]

Het is alsof God de wapenen zegent, zegt Margaretha. Eindelijk is er een sprankje hoop. Lijkt het.

Utrechtse verkiezingen

DatumPlaats
Geschreven22 februari 1672Amerongen
Ontvangen29 februari 1672
Lees hier de originele brief

Margaretha schrijft regelmatig naar haar man met updates over de Utrechtse politiek, zo ook op 22 februari. De uitslag van de verkiezingen in Utrecht, waar Godard Adriaan en Margaretha zich al weken mee bezig houden, is dan bekend.

[naer wttrecht doen,] voorleedene saterdach119 februari
is de Elexsi2verkiezing bij de heere Edelen gedaen, en
den raetsheer nieupoort3Gerard van der Nijpoort den heere van schoonou 
=we4heer van Schonauwen rossom5Adriaan van Rossem en onse neef van wellant6Godard Willem van Tuyll van Serooskerken, heer van Welland int
Eerste lidt7de vertegenwoordigers van de kapittels, eerder hier besproken gestelt sij moogen wel van ge
=luck spreecken sitten sacht en wel, dit is met
Een paericheijt van steme8een parigheid van stemmen: unaniem geschiet so dat het
schijnt de gemiskontenteerde9ontevreden heere haer be –
docht hebbe siende10aangezien dat sij niet koste te weech
brenge haer hebbe bij dandere gevoecht

Voor Godard Adriaan bevat deze brief goed nieuws. De kandidaat die hij steunde, Gerard van der Nijpoort, is verkozen. Belangrijker nog: Godert Willem van Tuyll van Serooskerken, simpelweg (neef) Welland genoemd is ook verkozen! Welland werd na het overleiden van zijn vader en moeder, Godard Adriaans zus, als pleegzoon in huis genomen door Margaretha en Godard Adriaan. Hij is op Kasteel Amerongen opgegroeid met Godard van Reede – Ginkel. Margaretha wenst hem dus even veel voorspoed in het leven als haar eigen zoon.

Een machtich leeger

DatumPlaats
Geschreven18 februari 1672Amerongen
Ontvangen26 februari 1672
Lees hier de originele brief

Een week geleden kon Margaretha eindelijk goed nieuws doorgeven aan Godard Adriaan. Gelukkig voor haar kan dat deze week ook weer. De Republiek heeft er namelijk een bondgenoot bij in de strijd tegen Frankrijk! De vroegere aartsvijand Spanje maakt zich zorgen dat Frankrijk door de Spaanse Nederlanden wil trekken en sluit zich daarom aan bij de Republiek. Dat geeft Margaretha weer hoop!

nu de raetifikasie ratificatie wt spange1Spanje is gekoome
en men voor seecker hout dat den keijser2Keizer Leopold I van het Heilige Roomse Rijk
met ons is, schept men hier weer wat moet
Evenwel seijt me datter booven de werfvine 
daerse de offisiers van hebbe gemaeckt
noch twintich duijsent man sulle werfen
dat sal Een machtich leeger maecken,
ent lant veel koste daer sulle weer nieuw
schattine moeten sijn, doch tis beeter te
geefve als vande vijanden verijaecht3verjaagd te
worde daer de heer ons voor wil behoede

Naast het verbond met Spanje schrijft Margaretha ook weer over de troepenwerving. Op 15 februari schrijft ze nog dat er nog dertigduizend troepen geworven moeten worden maar nu, slechts drie dagen later, zijn het er ineens tienduizend minder. Of Margaretha hier een foutje maakt in de aantallen of dat er echt in drie dagen tienduizend mannen in het leger zijn bijgekomen is een raadsel. Ongeacht de precieze hoeveelheden wordt het wel een “machtich leeger.” Margaretha is nu een stuk positiever dan eerder. Een nadeel hiervan is wel dat de enorme kosten die hiermee gepaard gaan doorwerken op de adel. Beter om iets meer te betalen aan de staat dan om veroverd te worden, aldus de pragmatische Margaretha. Margaretha houdt Godard Adriaan ook op de hoogte van de dagelijkse zaken: zo is ze begonnen met het verkopen van hun vee.

Een ware beestenboel

DatumPlaats
Geschreven18 februari 1672Amerongen
Ontvangen26 februari 1672
Lees hier de originele brief

Kasteel Amerongen is het centrum van een gigantisch boerenbedrijf. Op de uitgestrekte landerijen van Margaretha en Godard Adriaan verbouwen ze verschillende soorten groenten en weiden ze vee. Het doel hiervan is zo veel mogelijk zelfvoorzienend te zijn. De handelsnetwerken waren immers nog niet zo uitgebreid en even naar de markt gaan voor eten was amper mogelijk.

Kaart van de landerijen te Amerongen binnen de Kaa, omstreeks 1696 (NB dit is niet het hele landgoed!). (Collectie Utrechts Archief HUA1001.435)

Vee verkopen

Nu de oorlogsdreiging steeds dichterbij komt is Margaretha druk bezig met voorbereidingen treffen om weg te vluchten. Ze is op zoek naar een huis om naartoe te vluchten en is al begonnen met het inpakken van spullen. Op aanraden van Godard Adriaan verkoopt ze ook hun paarden en vee. Zelf is Margaretha niet laaiend enthousiast hierover: ze denkt ze niet naar waarde kunnen te verkopen omdat mensen arm zijn door de harde winter. Al hun geld zal naar eten moeten gaan, niet naar dure beesten.

[uhEd schrijft van al onse paerde en]
vee af te staen, dat mijns oordeels niet wel
doen lijck is, om dat men door de vroechge win
-ter en dat het volck wt gevoert is geen
beeste sal konne quijt worde1kwijt maken/kwijt worden: van ontdoen ,ij we niet voor
half gelt want de lie hebbe voort geene sij
al reets hebbe niet veel meer te Eeten be
-halfven dat de weijen niet sulle beschaer2bescharen: het vee de weide in brengen
worden want uhEd soude niet geloofve hoe
deliede haer soecke te behelpen, ick heb al koe
beeste geveijlt te verkoope maer daer komt
niet Een mens naer wt, de twee bou paerde
so lange wij de bonwerij3bouwerij doen konne wij
niet misse den oude hans4Oude Hans is lid van het personeel van Kasteel Amerongen seijt teunis
is sijn kost waert en sou ock geen gelt gelde
-den henst5mogelijk verwijst dit naar een “gelding”, een gecastreerd dier, in dit geval een hengst alst uhEd beliefde soude wij
konne missen, de 3 venlens6veulens vermidts uhE
mij onlans schrijft die tot sijn plasier7plezier wel
te wille houde was ickse gereesolveert8vastbesloten
te houde, so deselfve van sin verandert is
belieft het met de naeste post te schrijfve
den jonge ruijn9ruin: een gecastreerde hengst die uhEd mee heeft gehadt
meende den heer van ginckel10haar zoon Godard van Reede – Ginkel dat wij te
soomer inde weij behoorde te laeten gaen om
dat het wat meer sterckte mocht krijgen

dan meende ick twee koetspaerde te houde
en Een te verkoopen nu ohde paerde mart11paardenmarkt
den ruijn die van overberch en Een dick
kop is sal ick meede verkoope maer
moet hem noch Een weecksof drie hou
– de om dat hij so vol droes12klier, gezwel is, en Een
groote knobbel aenden hals heeft die 
vandaech doorgeslaegen is heeft, tot
het geneesen is sal hem dan almeede
quijt maecken13kwijt maken/kwijt worden: van ontdoen, [vandaech heb ick Een]

Het stuk over het vee is nogal uitgebreid: Margaretha schreef regelmatig uitvoerige stukken, over politiek maar ook dus over zaken betreffende hun bezittingen. Godard Adriaan bleef zo dus goed op de hoogte van wat er speelde op het thuisfront. Of hij van ieder dier precies moest weten hoe het er mee ging is natuurlijk de vraag. De brief van 18 februari gaat niet alleen over hun veestapel: Margaretha geeft ook getrouw een update over hoe de Republiek er militair voor staat.

Lees hier de originele brief

Pagina 3 van 4

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema gemaakt door Anders Norén